Pagina inhoud

    Arbitrage in Nederland (Titel 1, Boek IV Rv.)

    Inleiding arbitrage in Nederland

    In een overeenkomst kunnen partijen een zgn. arbitragebeding opnemen, waarmee zij afspreken om geschillen niet voor te leggen aan de gewone overheidsrechter, maar aan één of meer arbiters. Een college van arbiters noemt men ook wel scheidsgerecht. Dit zijn private, door partijen aangewezen “rechters”, die i.t.t. de overheidsrechter vaak naast hun taak als arbiter een andere functie hebben. De kosten van de arbitrage moeten volledig door partijen zelf worden betaald.

    Herziening wettelijke regeling arbitrage

    In 2014 is de wettelijke regeling van arbitrage herzien. Zie Stb. 2014, 200. De nieuwe regeling is van kracht vanaf 1 januari 2015 (Zie Stb. 2014, 254).

    De wet geeft een algemeen kader voor de arbitrageprocedure. Veel wordt echter overgelaten aan de partijen, die hetzij vooraf (bvb. in een overeenkomst of in algemene voorwaarden) afspraken vast kunnen leggen over de arbitrageprocedure.

    Er zijn ook organisaties die een specifiek scheidsgerecht in het leven hebben geroepen voor een bepaalde branche. Daarnaast is er de algemene organisatie van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI), dat voorziet in arbitrageprocedures en een reglement. Het voordeel van arbitrage kan soms zijn dat de arbiters specifieke kennis van een bepaald vakgebied hebben, waardoor ze beter op de hoogte zijn van het onderwerp van geschil. Wel is het wenselijk als er tenminste één jurist deel uitmaakt van het scheidsgerecht, als er meerdere arbiters zijn. Die kan dan toezien op een correcte procesgang.

    De arbitrage-overeenkomst

    De afspraak om hun geschil(len) aan arbiters voor te leggen kunnen partijen – in geval van een overeenkomst – als beding opnemen bij het aangaan van de overeenkomst. Maar ook op een later tijdstip kunnen ze daartoe besluiten, nadat het geschil is gerezen. Daarmee kunnen ook schadekwesties aan arbiters worden voorgelegd.

    Voor arbitrage binnen Nederland heeft de wetgever een regeling gegeven in Afd. 1, Titel 1, Boek IV Rv. (art. 1020 Rv. t/m art. 1073 Rv.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 22-01-2018; laatste bewerking 12-09-2023]

    Pagina inhoud

      Arbitrage in Nederland (Titel 1, Boek IV Rv.)

      Inleiding arbitrage in Nederland

      In een overeenkomst kunnen partijen een zgn. arbitragebeding opnemen, waarmee zij afspreken om geschillen niet voor te leggen aan de gewone overheidsrechter, maar aan één of meer arbiters. Een college van arbiters noemt men ook wel scheidsgerecht. Dit zijn private, door partijen aangewezen “rechters”, die i.t.t. de overheidsrechter vaak naast hun taak als arbiter een andere functie hebben. De kosten van de arbitrage moeten volledig door partijen zelf worden betaald.

      Herziening wettelijke regeling arbitrage

      In 2014 is de wettelijke regeling van arbitrage herzien. Zie Stb. 2014, 200. De nieuwe regeling is van kracht vanaf 1 januari 2015 (Zie Stb. 2014, 254).

      De wet geeft een algemeen kader voor de arbitrageprocedure. Veel wordt echter overgelaten aan de partijen, die hetzij vooraf (bvb. in een overeenkomst of in algemene voorwaarden) afspraken vast kunnen leggen over de arbitrageprocedure.

      Er zijn ook organisaties die een specifiek scheidsgerecht in het leven hebben geroepen voor een bepaalde branche. Daarnaast is er de algemene organisatie van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI), dat voorziet in arbitrageprocedures en een reglement. Het voordeel van arbitrage kan soms zijn dat de arbiters specifieke kennis van een bepaald vakgebied hebben, waardoor ze beter op de hoogte zijn van het onderwerp van geschil. Wel is het wenselijk als er tenminste één jurist deel uitmaakt van het scheidsgerecht, als er meerdere arbiters zijn. Die kan dan toezien op een correcte procesgang.

      De arbitrage-overeenkomst

      De afspraak om hun geschil(len) aan arbiters voor te leggen kunnen partijen – in geval van een overeenkomst – als beding opnemen bij het aangaan van de overeenkomst. Maar ook op een later tijdstip kunnen ze daartoe besluiten, nadat het geschil is gerezen. Daarmee kunnen ook schadekwesties aan arbiters worden voorgelegd.

      Voor arbitrage binnen Nederland heeft de wetgever een regeling gegeven in Afd. 1, Titel 1, Boek IV Rv. (art. 1020 Rv. t/m art. 1073 Rv.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 22-01-2018; laatste bewerking 12-09-2023]

      Arbitrage in Nederland (Titel 1, Boek IV Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!