Pagina inhoud

    Gerechtelijke tenuitvoerlegging onroerende zaken (Titel 3, Boek 2 Rv.)

    Inleiding executie onroerende zaken

    De tenuitvoerlegging van executoriale titels (zoals vonnissen) op de goederen van de debiteur kan plaatsvinden op diens gehele vermogen. Dus zowel op onroerende zaken en andere registergoederen, als op zaken, die geen registergoed zijn. De wet heeft de bepalingen voor die twee groepen beslagobjecten opgenomen in twee afzonderlijke titels.

    Voor de executie van roerende zaken zijnde niet-registergoederen zie de pagina Executie niet registergoederen.

    De regels voor executie met betrekking tot onroerende zaken zijn opgenomen in Titel 3, Boek II Rv.. Deze titel omvat 6 afdelingen, die hierna kort worden aangeduid.

    Wijze van executoriaal beslag leggen op onroerende zaken

    De wijze van executoriale beslaglegging op een onroerende zaak is geregeld in Afd. 1, Titel 3, Boek 2 Rv.. De afdeling omvat 13 artikelen (art. 502 Rv. tot en met art. 513a Rv.). Art. 510 t/m 512 Rv. zijn vervallen.

    Wijze van executoriale verkoop van onroerende zaken

    De wijze waarop de executoriale verkoop van onroerende zaken moet plaatsvinden is geregeld in Afd. 2, Titel 3, Boek II Rv.. De afdeling omvat 17 artikelen (art. 514 Rv. tot en met art. 529 Rv.). Art. 530 t/m 537j Rv. zijn vervallen.

    Verzet door derden tegen executoriale verkoop van onroerende zaken

    Het opvorderen van onroerende zaken door derden is geregeld in Afd. 3, Titel 3, Boek II Rv.. De afdeling omvat 6 bepalingen (art. 538 Rv. tot en met art. 543 Rv.), waarvan de laatste drie zijn vervallen. De bepalingen regelen het verzet van derden tegen de beslaglegging van onroerende zaken.

    Executoriale verkoop onroerende zaak door hypotheekhouder

    Hoe de executie door een hypotheekhouder van een onroerende zaak in zijn werk gaat is geregeld in Afd. 4, Titel 3, Boek II Rv.. Deze afdeling omvat 7 bepalingen (art. 544 Rv. tot en met art. 550 Rv.).

    Verdeling executieopbrengst onroerende zaak

    De verdeling van de executieopbrengst van een onroerende zaak is geregeld in Afd. 5, Titel 3, Boek 2 Rv.. Deze afdeling omvat 4 bepalingen (art. 551 Rv. tot en met art. 553 Rv.). Art. 554 Rv. is vervallen.

    Gedwongen ontruiming

    De gedwongen ontruiming van een onroerende zaak is geregeld in Afd. 6, Titel 3, Boek II Rv.. Deze afdeling omvat 9 bepalingen (art. 555 Rv. tot en met art. 562 Rv.). De laatste 4 artikelen zijn niet van kracht. Met de wet van 3 juni 2020 tot herziening van het beslagrecht zijn enkele bepalingen gewijzigd.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 19-01-2018; laatste bewerking 4-07-2023]

    Pagina inhoud

      Gerechtelijke tenuitvoerlegging onroerende zaken (Titel 3, Boek 2 Rv.)

      Inleiding executie onroerende zaken

      De tenuitvoerlegging van executoriale titels (zoals vonnissen) op de goederen van de debiteur kan plaatsvinden op diens gehele vermogen. Dus zowel op onroerende zaken en andere registergoederen, als op zaken, die geen registergoed zijn. De wet heeft de bepalingen voor die twee groepen beslagobjecten opgenomen in twee afzonderlijke titels.

      Voor de executie van roerende zaken zijnde niet-registergoederen zie de pagina Executie niet registergoederen.

      De regels voor executie met betrekking tot onroerende zaken zijn opgenomen in Titel 3, Boek II Rv.. Deze titel omvat 6 afdelingen, die hierna kort worden aangeduid.

      Wijze van executoriaal beslag leggen op onroerende zaken

      De wijze van executoriale beslaglegging op een onroerende zaak is geregeld in Afd. 1, Titel 3, Boek 2 Rv.. De afdeling omvat 13 artikelen (art. 502 Rv. tot en met art. 513a Rv.). Art. 510 t/m 512 Rv. zijn vervallen.

      Wijze van executoriale verkoop van onroerende zaken

      De wijze waarop de executoriale verkoop van onroerende zaken moet plaatsvinden is geregeld in Afd. 2, Titel 3, Boek II Rv.. De afdeling omvat 17 artikelen (art. 514 Rv. tot en met art. 529 Rv.). Art. 530 t/m 537j Rv. zijn vervallen.

      Verzet door derden tegen executoriale verkoop van onroerende zaken

      Het opvorderen van onroerende zaken door derden is geregeld in Afd. 3, Titel 3, Boek II Rv.. De afdeling omvat 6 bepalingen (art. 538 Rv. tot en met art. 543 Rv.), waarvan de laatste drie zijn vervallen. De bepalingen regelen het verzet van derden tegen de beslaglegging van onroerende zaken.

      Executoriale verkoop onroerende zaak door hypotheekhouder

      Hoe de executie door een hypotheekhouder van een onroerende zaak in zijn werk gaat is geregeld in Afd. 4, Titel 3, Boek II Rv.. Deze afdeling omvat 7 bepalingen (art. 544 Rv. tot en met art. 550 Rv.).

      Verdeling executieopbrengst onroerende zaak

      De verdeling van de executieopbrengst van een onroerende zaak is geregeld in Afd. 5, Titel 3, Boek 2 Rv.. Deze afdeling omvat 4 bepalingen (art. 551 Rv. tot en met art. 553 Rv.). Art. 554 Rv. is vervallen.

      Gedwongen ontruiming

      De gedwongen ontruiming van een onroerende zaak is geregeld in Afd. 6, Titel 3, Boek II Rv.. Deze afdeling omvat 9 bepalingen (art. 555 Rv. tot en met art. 562 Rv.). De laatste 4 artikelen zijn niet van kracht. Met de wet van 3 juni 2020 tot herziening van het beslagrecht zijn enkele bepalingen gewijzigd.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 19-01-2018; laatste bewerking 4-07-2023]

      Gerechtelijke tenuitvoerlegging onroerende zaken (Titel 3, Boek 2 Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!