Pagina inhoud

    Verbintenissen vennoten jegens derden (Afd. 3, Boek 7A B.W.)

    Inleiding verbintenissen maatschap met derden

    In Afd. 3, Titel 9, Boek 7A B.W. is een aantal regels opgenomen met betrekking tot de verbintenissen die de maatschap aangaat met derden. Dus de externe betrekkingen versus de onderlinge geregeld in Afd. 2. Deze afdeling geeft in slechts 4 bepalingen een regeling voor de externe aansprakelijkheid van de maatschap.

    Aansprakelijk voor gelijke delen

    Het uitgangspunt is, dat de vennoten (maten) niet hoofdelijk voor de schulden der maatschap zijn verbonden. Zij zijn slechts in gelijke delen aansprakelijk (art. 7A:1679 B.W.). Dit kan in bepaalde gevallen echter uitzondering lijden, als de wet voor een specifieke rechtsverhouding wel in hoofdelijke aansprakelijkheid voorziet (bvb. art. 7:407 lid 2 B.W., overeenkomst van opdracht).

    En een maat kan voor de anderen ook geen verbintenis (een schuld) aangaan, als de andere maten hem geen volmacht gegeven hebben. Dit wordt nog eens bevestigd in art. 7A:1681 B.W., dat bepaalt dat ook als een maat heeft bedongen dat een verbintenis namens de maatschap is aangegaan, die afspraak alleen geldig is als hij daartoe gemachtigd is. De vertegenwoordigingsbevoegdheid in de maatschap verschilt dus weinig van een normale vertegenwoordiging, waarbij iemand een rechtshandeling verricht uit naam van een ander. Dit laat wel zien, hoe beperkt deze samenwerkingsvorm is. De vertegenwoordigingsbevoegdheid is – behoudens afspraken die die bevoegdheid uitbreiden – erg beperkt.

    Behoudens andere uitdrukkelijke afspraken met de schuldeiser zijn de maten ieder voor een gelijk deel aansprakelijk voor de schulden van de maatschap, ook al zouden zij geen gelijk aandeel in de bezittingen of de winst hebben (art. 7A:1680 B.W.).

    Vorderingen op derden wel door de maatschap als geheel

    Omgekeerd kan bij verbintenissen, die door één maat zijn aangegaan, waarbij de maatschap schuldeiser is, de nakoming daarvan wel door de maatschap (en dus de andere maten) worden gevorderd (art. 7A:1682 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 20-10-2018]

    Verbintenissen vennoten jegens derden (Afd. 3, Boek 7A B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Verbintenissen vennoten jegens derden (Afd. 3, Boek 7A B.W.)

      Inleiding verbintenissen maatschap met derden

      In Afd. 3, Titel 9, Boek 7A B.W. is een aantal regels opgenomen met betrekking tot de verbintenissen die de maatschap aangaat met derden. Dus de externe betrekkingen versus de onderlinge geregeld in Afd. 2. Deze afdeling geeft in slechts 4 bepalingen een regeling voor de externe aansprakelijkheid van de maatschap.

      Aansprakelijk voor gelijke delen

      Het uitgangspunt is, dat de vennoten (maten) niet hoofdelijk voor de schulden der maatschap zijn verbonden. Zij zijn slechts in gelijke delen aansprakelijk (art. 7A:1679 B.W.). Dit kan in bepaalde gevallen echter uitzondering lijden, als de wet voor een specifieke rechtsverhouding wel in hoofdelijke aansprakelijkheid voorziet (bvb. art. 7:407 lid 2 B.W., overeenkomst van opdracht).

      En een maat kan voor de anderen ook geen verbintenis (een schuld) aangaan, als de andere maten hem geen volmacht gegeven hebben. Dit wordt nog eens bevestigd in art. 7A:1681 B.W., dat bepaalt dat ook als een maat heeft bedongen dat een verbintenis namens de maatschap is aangegaan, die afspraak alleen geldig is als hij daartoe gemachtigd is. De vertegenwoordigingsbevoegdheid in de maatschap verschilt dus weinig van een normale vertegenwoordiging, waarbij iemand een rechtshandeling verricht uit naam van een ander. Dit laat wel zien, hoe beperkt deze samenwerkingsvorm is. De vertegenwoordigingsbevoegdheid is – behoudens afspraken die die bevoegdheid uitbreiden – erg beperkt.

      Behoudens andere uitdrukkelijke afspraken met de schuldeiser zijn de maten ieder voor een gelijk deel aansprakelijk voor de schulden van de maatschap, ook al zouden zij geen gelijk aandeel in de bezittingen of de winst hebben (art. 7A:1680 B.W.).

      Vorderingen op derden wel door de maatschap als geheel

      Omgekeerd kan bij verbintenissen, die door één maat zijn aangegaan, waarbij de maatschap schuldeiser is, de nakoming daarvan wel door de maatschap (en dus de andere maten) worden gevorderd (art. 7A:1682 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 20-10-2018]

      Verbintenissen vennoten jegens derden (Afd. 3, Boek 7A B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!