Pagina inhoud

    Erfrecht (Boek 4 B.W.)

    Inleiding erfrecht

    Boek 4 Burgerlijk Wetboek regelt het erfrecht. Boek 4 B.W. bevat 6 Titels:

    Titel 1 Algemene bepalingen erfrecht (art. 4:1 B.W. tot en met art. 4:8 B.W.)
    Titel 2 Erfopvolging bij versterf (art. 4:9 B.W. tot en met art. 4:12 B.W.)
    Titel 3 Erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen (art. 4:13 B.W. tot en met art. 4:41 B.W.)
    Titel 4 Uiterste willen (art. 4:42 B.W. tot en met art. 4:114 B.W.)
    Titel 5 Onderscheiden soorten van uiterste willen (art. 4:115 B.W. tot en met art. 4:181 B.W.)
    Titel 6 Gevolgen van de erfopvolging (art. 4:182 B.W. tot en met art. 4:233 B.W.).

    De informatie over het erfrecht is nu nog summier. Gaandeweg worden de pagina’s gevuld en worden subpagina’s (er zijn diverse Afdelingen die op hun beurt weer paragrafen bevatten) aangemaakt.

    Mettertijd zal ook Boek 4 B.W. met de relevante rechtspraak echter worden behandeld. Het Burgerlijk wetboek is namelijk een samenhangend geheel van civiel recht. In de wel op Lawyrup behandelde onderdelen van het vermogensrecht en het procesrecht wordt vaak verwezen naar Boeken van het B.W., waaronder ook Boek 4. Zoals in het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Titel 2, Boek 3 Rv. die wordt besproken op de pagina Procedures nalatenschap en gemeenschap.

    Totstandkomingsgeschiedenis erfrecht

    Boek 4 B.W. is als onderdeel van de herziening van het Burgerlijk wetboek – tegelijk met Titel 3, Boek 7 B.W. (Schenking) – ingevoerd in 2002 (zie Stb. 2002, 228). De wet is in werking getreden per 1 januari 2003.

    Voordien was het erfrecht geregeld in Titel 11 t/m 17 van Boek 3 (oud) B.W., in art. 877 B.W. tot en met art. 1176 B.W.. In het kader van de invoering van het nieuwe B.W. werd de regeling – ongewijzigd qua titelindeling en artikelnummering – per 1 januari 2002 verplaatst naar Boek 4 B.W. (nieuw maar toch oud). Per 1 januari 2003 werd de herziene en vernummerde regeling ingevoerd. Het is nuttig dit te weten, omdat in oudere rechtspraak – die soms ook nu nog relevant kan zijn – naar de oude artikelnummers wordt verwezen. Het erfrecht is echter uiteraard een erfenis op zichzelf.

    De terminologie van het huidige erfrecht verschilt van die in het oude erfrecht. De term ‘testament’ is gewijzigd in ‘uiterste wil’ en ‘uiterste wilsbeschikkingen’ en ‘erfenis’ is nu ‘nalatenschap’ geworden. De wetgever dacht kennelijk: “het is tijd voor iets nieuws”. In de praktijk (en zelfs in uitspraken van de Hoge Raad) wordt echter nog vaak de oude terminologie gebruikt.

    Wet op het recht van successie en overgang bij overlijden (1859)

    Het erfrecht in het oude B.W. gaat terug tot de invoering per 1 september 1886, blijkt uit het wijzigingenoverzicht bij Boek 4 B.W. op wetten.overheid. Het ligt echter voor de hand, dat er bij het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden op 20 november 1813 al een Wet op de erfopvolging (“successie”) was. Na de afscheiding van België in 1830 gold dat alleen nog voor Nederland. Dat wetboek was waarschijnlijk – net als het hele B.W. – gebaseerd op de Franse Code Civil. Een handboek van mr. J.P. Sprenger van Eyk en bewerkt door J.B. Vroom over het oude erfrecht “De wetgeving op het recht van successie en van overgang bij overlijden“, in 1886 uitgegeven door Martinus Nijhoff,  is online in te zien. In dat boek is ook een pagina te zien met de afkondiging van de Wet van 13 mei 1859 (Stb. 1859, 36) op het recht van successie en overgang bij overlijden. In de voetnoten staan de eerdere wijzigingen vermeld.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 15-02-2020; laatste bewerking 20-06-2022]

    Pagina inhoud

      Erfrecht (Boek 4 B.W.)

      Inleiding erfrecht

      Boek 4 Burgerlijk Wetboek regelt het erfrecht. Boek 4 B.W. bevat 6 Titels:

      Titel 1 Algemene bepalingen erfrecht (art. 4:1 B.W. tot en met art. 4:8 B.W.)
      Titel 2 Erfopvolging bij versterf (art. 4:9 B.W. tot en met art. 4:12 B.W.)
      Titel 3 Erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen (art. 4:13 B.W. tot en met art. 4:41 B.W.)
      Titel 4 Uiterste willen (art. 4:42 B.W. tot en met art. 4:114 B.W.)
      Titel 5 Onderscheiden soorten van uiterste willen (art. 4:115 B.W. tot en met art. 4:181 B.W.)
      Titel 6 Gevolgen van de erfopvolging (art. 4:182 B.W. tot en met art. 4:233 B.W.).

      De informatie over het erfrecht is nu nog summier. Gaandeweg worden de pagina’s gevuld en worden subpagina’s (er zijn diverse Afdelingen die op hun beurt weer paragrafen bevatten) aangemaakt.

      Mettertijd zal ook Boek 4 B.W. met de relevante rechtspraak echter worden behandeld. Het Burgerlijk wetboek is namelijk een samenhangend geheel van civiel recht. In de wel op Lawyrup behandelde onderdelen van het vermogensrecht en het procesrecht wordt vaak verwezen naar Boeken van het B.W., waaronder ook Boek 4. Zoals in het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Titel 2, Boek 3 Rv. die wordt besproken op de pagina Procedures nalatenschap en gemeenschap.

      Totstandkomingsgeschiedenis erfrecht

      Boek 4 B.W. is als onderdeel van de herziening van het Burgerlijk wetboek – tegelijk met Titel 3, Boek 7 B.W. (Schenking) – ingevoerd in 2002 (zie Stb. 2002, 228). De wet is in werking getreden per 1 januari 2003.

      Voordien was het erfrecht geregeld in Titel 11 t/m 17 van Boek 3 (oud) B.W., in art. 877 B.W. tot en met art. 1176 B.W.. In het kader van de invoering van het nieuwe B.W. werd de regeling – ongewijzigd qua titelindeling en artikelnummering – per 1 januari 2002 verplaatst naar Boek 4 B.W. (nieuw maar toch oud). Per 1 januari 2003 werd de herziene en vernummerde regeling ingevoerd. Het is nuttig dit te weten, omdat in oudere rechtspraak – die soms ook nu nog relevant kan zijn – naar de oude artikelnummers wordt verwezen. Het erfrecht is echter uiteraard een erfenis op zichzelf.

      De terminologie van het huidige erfrecht verschilt van die in het oude erfrecht. De term ‘testament’ is gewijzigd in ‘uiterste wil’ en ‘uiterste wilsbeschikkingen’ en ‘erfenis’ is nu ‘nalatenschap’ geworden. De wetgever dacht kennelijk: “het is tijd voor iets nieuws”. In de praktijk (en zelfs in uitspraken van de Hoge Raad) wordt echter nog vaak de oude terminologie gebruikt.

      Wet op het recht van successie en overgang bij overlijden (1859)

      Het erfrecht in het oude B.W. gaat terug tot de invoering per 1 september 1886, blijkt uit het wijzigingenoverzicht bij Boek 4 B.W. op wetten.overheid. Het ligt echter voor de hand, dat er bij het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden op 20 november 1813 al een Wet op de erfopvolging (“successie”) was. Na de afscheiding van België in 1830 gold dat alleen nog voor Nederland. Dat wetboek was waarschijnlijk – net als het hele B.W. – gebaseerd op de Franse Code Civil. Een handboek van mr. J.P. Sprenger van Eyk en bewerkt door J.B. Vroom over het oude erfrecht “De wetgeving op het recht van successie en van overgang bij overlijden“, in 1886 uitgegeven door Martinus Nijhoff,  is online in te zien. In dat boek is ook een pagina te zien met de afkondiging van de Wet van 13 mei 1859 (Stb. 1859, 36) op het recht van successie en overgang bij overlijden. In de voetnoten staan de eerdere wijzigingen vermeld.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 15-02-2020; laatste bewerking 20-06-2022]

      Erfrecht (Boek 4 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!