Pagina inhoud

    Executeur testamentair (Afd. 6, Titel 5, Boek 4 B.W.)

    Inleiding executeur testamentair

    In Afd. 6 wordt het figuur van de Executeur testamentair geregeld (art. 4:142 B.W. en art. 4:152 B.W.).

    Benoeming executeur testamentair bij wilsbeschikking

    erflater kan bij uiterste wilsbeschikking een of meer executeurs benoemen. Hij kan aan een executeur de bevoegdheid toekennen een of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of in zijn plaats te stellen; hij kan ook beschikken dat wanneer een benoemde executeur komt te ontbreken, de kantonrechter bevoegd is op verzoek van een belanghebbende een vervanger te benoemen (art. 4:142 lid 1 B.W.).

    Meerdere executeurs

    Zijn er twee of meer executeurs, dan kan, tenzij de erflater anders heeft beschikt, ieder van hen alle werkzaamheden alleen verrichten (art. 4:142 lid 2 B.W.).

    Kantonrechter kan geschillen tussen executeurs beslechten

    verschil van mening tussen de executeurs beslist op verzoek van een van hen de kantonrechter. Deze kan een verdeling van de werkzaamheden of van het hun toekomende loon vaststellen (art. 4:142 lid 3 B.W.).

    Aanvaarding functie van executeur testamentair

    Men wordt executeur door aanvaarding van zijn benoeming na het overlijden van de erflater. De kantonrechter kan op verzoek van een belanghebbende een termijn stellen, na afloop waarvan de benoeming niet meer kan worden aanvaard (art. 4:143 lid 1 B.W.).

    Onbevoegdheid voor functie executeur testamentair

    Handelingsonbekwamen, zij van wie één of meer goederen onder meerderjarigenbewind zijn gesteld, en zij die in staat van faillissement verkeren of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, kunnen niet executeur worden (art. 4:143 lid 2 B.W.). Zie voor het meerderjarigenbewind van Titel 19 Boek 1 B.W. de pagina Meerderjarigenbewind.

    Taak executeur testamentair

    De executeur testamentair heeft tot taak de goederen der nalatenschap te beheren en de schulden der nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan (art. 4:144 lid 1 B.W.).

    Dit behoudens testamentaire lasten die de erflater aan de executeur mocht hebben opgelegd, en voor zover de erflater niet anders heeft beschikt.

    De executeur moet dus ook de legitieme portie aan de legitimaris voldoen, aangezien dat een schuld van de nalatenschap is. Zie ook de pagina Algemene bepalingen legitieme portie.

    Beloning executeur testamentair

    Tenzij bij uiterste wil anders is geregeld, komt de executeur, of als er meer dan een executeur is, hun tezamen, een ten honderd van de waarde van het vermogen van de erflater op diens sterfdag toe (art. 4:144 lid 2 B.W.).

    Erfgenamen niet beschikkingsbevoegd gedurende beheer executeur

    Als er een executeur benoemd is, die tot taak heeft goederen der nalatenschap te beheren, dan erfgenamen kunnen niet zonder zijn medewerking of machtiging van de kantonrechter over die goederen of hun aandeel daarin beschikken, voordat zijn bevoegdheid tot beheer is geëindigd (art. 4:145 lid 1 B.W.).

    Executeur testamentair vertegenwoordigt de nalatenschap in rechte en buiten rechte

    De executeur vertegenwoordigt gedurende zijn beheer bij de vervulling van zijn taak de gezamenlijke erfgenamen in en buiten rechte (art. 4:145 lid 2 B.W.).

    De executeur treedt daarbij op als privatief vertegenwoordiger van de erfgenamen. Zie Parl. Gesch. Nieuw BW Boek 4, p. 961. Dat betekent dat de erfgenamen niet zelf als zodanig voor de nalatenschap kunnen optreden, ook niet naast de executeur. Aldus ook HR 1 april 2022 (legitieme portie uitgesloten zoon).

    Aanwijzing boedelnotaris door executeur-testamentair

    De executeur die met het beheer van de nalatenschap is belast, kan een boedelnotaris aanwijzen; deze geeft van de aanvaarding van zijn opdracht kennis aan de erfgenamen (art. 4:146 lid 1 B.W.).

    De boedelnotaris moet met bekwame spoed een boedelbeschrijving met inbegrip van een voorlopige staat van de schulden der nalatenschap opmaken en de hem bekende schuldeisers oproepen tot indiening van hun vorderingen bij de boedelnotaris of, indien deze ontbreekt, bij een der executeurs. De aanmelding van een vordering stuit de verjaring (art. 4:146 lid 2 B.W.).

    Te gelde maken goederen boedel door de executeur-testamentair

    De executeur is bevoegd door hem beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden der nalatenschap en de nakoming der hem opgelegde lasten (art. 4:147 lid 1 B.W.).

    Tenzij de erflater anders heeft beschikt, treedt de executeur omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking zoveel mogelijk in overleg met de erfgenamen en stelt hij, zo bij een erfgenaam bezwaar bestaat tegen een voorgenomen tegeldemaking, die erfgenaam in de gelegenheid de beslissing van de kantonrechter in te roepen (art. 4:147 lid 2 B.W.).

    De erflater kan bepalen dat de executeur voor de tegeldemaking van een goed de toestemming van de erfgenamen behoeft. Deze toestemming kan echter vervangen worden door een machtiging van de kantonrechter (art. 4:147 lid 3 B.W.).

    Het in de vorige leden ten aanzien van de erfgenamen bepaalde geldt mede ten aanzien van hen aan wie het vruchtgebruik van de nalatenschap of van een aandeel daarin is vermaakt (art. 4:147 lid 4 B.W.).

    Informatieplicht executeur-testamentair

    De executeur moet aan een erfgenaam alle door deze gewenste inlichtingen omtrent de uitoefening van zijn taak geven (art. 4:148 B.W.).

    Einde van de taak van de executeur-testamentair

    De wet somt een aantal gevallen op, waarin de taak van de executeur eindigt. De taak van een executeur eindigt op grond van art. 4:149 lid 1 B.W. in de volgende situaties:

    a. wanneer hij zijn werkzaamheden als zodanig heeft voltooid;

    b. door tijdverloop, indien hij voor een bepaalde tijd was benoemd;

    c. door zijn dood, het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, zijn faillietverklaring, zijn ondercuratelestelling of door de instelling van een bewind als bedoeld in titel 19 van Boek 1 over een of meer van zijn goederen;

    d. wanneer de nalatenschap overeenkomstig de derde afdeling van de zesde titel moet worden vereffend;

    e. in de bij de uiterste wil bepaalde gevallen;

    f. door ontslag dat de kantonrechter hem met ingang van een bepaalde dag verleent.

    Wie kunnen ontslag van de executeur-testamentair verzoeken?

    De wet beschrijft in art. 4:149 lid 2 B.W. een aantal wijzen waarop het ontslag van de executeur-testamentair door de rechter verleend kan worden (zie sub f hiervoor). Het ontslag wordt executeur-testamentair verleend, hetzij:

    (i) op eigen verzoek;

    (ii) hetzij om gewichtige redenen, op verzoek van een mede-executeur, een erfgenaam of het openbaar ministerie, dan wel ambtshalve.

    Hangende het onderzoek kan de kantonrechter voorlopige voorzieningen treffen en de executeur schorsen.

    In HR 5 november 2021 (ontslag executeur-testamentair tevens afwikkelingsbewindvoerder) had de Ktr. de executeur (een van de zonen van de erflater) ontslagen wegens gewichtige redenen, bestaande in slechte verstandhouding met de erfgenamen. Het Hof bekrachtigde deze beslissing. Volgens het hof maakte de combinatie van de verstoorde verhoudingen tussen de erfgenamen en de bijzonder gecompliceerde nalatenschap dat de beslissing om de broer te ontslaan als “executeur c.a.” wegens gewichtige redenen als bedoeld in art. 4:149 lid 2 BW diende te worden bekrachtigd.

    Daarbij was ook het afwikkelingsbewind op grond van Afd. 7 van Titel 5, Boek 4 B.W. beëindigd (art. 4:180 B.W.). De executeur kwam daarvan in cassatie, stellende dat het inleidend verzoek daarop geen betrekking had en de beschikking van de kantonrechter daarover geen beslissing inhield. De Hoge Raad wijst dit van de hand:

    “3.2.1 Het hof heeft onmiskenbaar de bevoegdheden die de broer in het testament kreeg als “afwikkelingsbewindvoerder” onlosmakelijk verbonden geacht met de benoeming tot executeur. In rov. 3.7.4 stelt het hof voorop dat aan een executeur die tevens afwikkelingsbewindvoerder is ruime bevoegdheden kunnen worden toegekend, en gebruikt het vervolgens de omschrijving “executeur-afwikkelingsbewindvoerder”. In rov. 3.7.5 overweegt het hof dat de kantonrechter de broer heeft ontslagen uit diens hoedanigheid als “executeur-afwikkelingsbewindvoerder”. In rov. 3.7.6 merkt het hof op dat de kantonrechter de broer heeft ontslagen als “executeur c.a.”.

    3.2.2 In de aangehaalde overwegingen ligt besloten dat volgens hof het ontslag “als executeur” in het inleidend verzoek en in de beschikking van de kantonrechter mede betrekking had op de bevoegdheden die de broer verkreeg doordat hij in art. IX van het testament niet slechts tot executeur, maar tot “executeur afwikkelingsbewindvoerder” was benoemd. De broer heeft na zijn ontslag daarom ook geen bevoegdheden meer als afwikkelingsbewindvoerder. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.”

    De functie als executeur-testamentair houdt dus nauw verband met die van afwikkelingsbewindvoerder. Deze zijn volgens de HR kennelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zie ook de pagina Testamentair bewind.

    Ontslagen executeur-testamentair moet boedel blijven beheren tot er opvolger is

    Een gewezen executeur blijft verplicht te doen wat niet zonder nadeel voor de afwikkeling van de nalatenschap kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het beheer van de nalatenschap bevoegd is, dit heeft aanvaard (art. 4:149 lid 3 B.W.).

    Executele gaat over op curator executeur-testamentair

    Eindigt de hoedanigheid van executeur door diens faillissement of ondercuratelestelling dan rust de in het vorige lid bedoelde verplichting op de curator, indien deze van de executele kennis draagt; eindigt de hoedanigheid van executeur door het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of de onderbewindstelling van een of meer van zijn goederen, dan geldt hetzelfde voor de in die gevallen optredende bewindvoerder (art. 4:149 lid 4 B.W., eerste alinea).

    Eindigt de hoedanigheid van executeur door diens dood, dan zijn de erfgenamen verplicht, indien zij van de executele kennis dragen, het overlijden van de executeur mede te delen aan de erfgenamen van degene die hem heeft benoemd (art. 4:149 lid 4 B.W., tweede alinea).

    De verdere bepalingen (art. 4:150 t/m 4:152 B.W.) worden nog nader uitgewerkt.

    Executeur in procedures

    Een interessant artikel over de rol van de executeur in procedures is de publicatie van mr. drs. R. van Dijken in het Tijdschrift voor Erfrecht getiteld De procederende executeur.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 13-01-2022; laatste bewerking 10-04-2024]

    Executeur testamentair (Afd. 6, Titel 5, Boek 4 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Executeur testamentair (Afd. 6, Titel 5, Boek 4 B.W.)

      Inleiding executeur testamentair

      In Afd. 6 wordt het figuur van de Executeur testamentair geregeld (art. 4:142 B.W. en art. 4:152 B.W.).

      Benoeming executeur testamentair bij wilsbeschikking

      erflater kan bij uiterste wilsbeschikking een of meer executeurs benoemen. Hij kan aan een executeur de bevoegdheid toekennen een of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of in zijn plaats te stellen; hij kan ook beschikken dat wanneer een benoemde executeur komt te ontbreken, de kantonrechter bevoegd is op verzoek van een belanghebbende een vervanger te benoemen (art. 4:142 lid 1 B.W.).

      Meerdere executeurs

      Zijn er twee of meer executeurs, dan kan, tenzij de erflater anders heeft beschikt, ieder van hen alle werkzaamheden alleen verrichten (art. 4:142 lid 2 B.W.).

      Kantonrechter kan geschillen tussen executeurs beslechten

      verschil van mening tussen de executeurs beslist op verzoek van een van hen de kantonrechter. Deze kan een verdeling van de werkzaamheden of van het hun toekomende loon vaststellen (art. 4:142 lid 3 B.W.).

      Aanvaarding functie van executeur testamentair

      Men wordt executeur door aanvaarding van zijn benoeming na het overlijden van de erflater. De kantonrechter kan op verzoek van een belanghebbende een termijn stellen, na afloop waarvan de benoeming niet meer kan worden aanvaard (art. 4:143 lid 1 B.W.).

      Onbevoegdheid voor functie executeur testamentair

      Handelingsonbekwamen, zij van wie één of meer goederen onder meerderjarigenbewind zijn gesteld, en zij die in staat van faillissement verkeren of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, kunnen niet executeur worden (art. 4:143 lid 2 B.W.). Zie voor het meerderjarigenbewind van Titel 19 Boek 1 B.W. de pagina Meerderjarigenbewind.

      Taak executeur testamentair

      De executeur testamentair heeft tot taak de goederen der nalatenschap te beheren en de schulden der nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan (art. 4:144 lid 1 B.W.).

      Dit behoudens testamentaire lasten die de erflater aan de executeur mocht hebben opgelegd, en voor zover de erflater niet anders heeft beschikt.

      De executeur moet dus ook de legitieme portie aan de legitimaris voldoen, aangezien dat een schuld van de nalatenschap is. Zie ook de pagina Algemene bepalingen legitieme portie.

      Beloning executeur testamentair

      Tenzij bij uiterste wil anders is geregeld, komt de executeur, of als er meer dan een executeur is, hun tezamen, een ten honderd van de waarde van het vermogen van de erflater op diens sterfdag toe (art. 4:144 lid 2 B.W.).

      Erfgenamen niet beschikkingsbevoegd gedurende beheer executeur

      Als er een executeur benoemd is, die tot taak heeft goederen der nalatenschap te beheren, dan erfgenamen kunnen niet zonder zijn medewerking of machtiging van de kantonrechter over die goederen of hun aandeel daarin beschikken, voordat zijn bevoegdheid tot beheer is geëindigd (art. 4:145 lid 1 B.W.).

      Executeur testamentair vertegenwoordigt de nalatenschap in rechte en buiten rechte

      De executeur vertegenwoordigt gedurende zijn beheer bij de vervulling van zijn taak de gezamenlijke erfgenamen in en buiten rechte (art. 4:145 lid 2 B.W.).

      De executeur treedt daarbij op als privatief vertegenwoordiger van de erfgenamen. Zie Parl. Gesch. Nieuw BW Boek 4, p. 961. Dat betekent dat de erfgenamen niet zelf als zodanig voor de nalatenschap kunnen optreden, ook niet naast de executeur. Aldus ook HR 1 april 2022 (legitieme portie uitgesloten zoon).

      Aanwijzing boedelnotaris door executeur-testamentair

      De executeur die met het beheer van de nalatenschap is belast, kan een boedelnotaris aanwijzen; deze geeft van de aanvaarding van zijn opdracht kennis aan de erfgenamen (art. 4:146 lid 1 B.W.).

      De boedelnotaris moet met bekwame spoed een boedelbeschrijving met inbegrip van een voorlopige staat van de schulden der nalatenschap opmaken en de hem bekende schuldeisers oproepen tot indiening van hun vorderingen bij de boedelnotaris of, indien deze ontbreekt, bij een der executeurs. De aanmelding van een vordering stuit de verjaring (art. 4:146 lid 2 B.W.).

      Te gelde maken goederen boedel door de executeur-testamentair

      De executeur is bevoegd door hem beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden der nalatenschap en de nakoming der hem opgelegde lasten (art. 4:147 lid 1 B.W.).

      Tenzij de erflater anders heeft beschikt, treedt de executeur omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking zoveel mogelijk in overleg met de erfgenamen en stelt hij, zo bij een erfgenaam bezwaar bestaat tegen een voorgenomen tegeldemaking, die erfgenaam in de gelegenheid de beslissing van de kantonrechter in te roepen (art. 4:147 lid 2 B.W.).

      De erflater kan bepalen dat de executeur voor de tegeldemaking van een goed de toestemming van de erfgenamen behoeft. Deze toestemming kan echter vervangen worden door een machtiging van de kantonrechter (art. 4:147 lid 3 B.W.).

      Het in de vorige leden ten aanzien van de erfgenamen bepaalde geldt mede ten aanzien van hen aan wie het vruchtgebruik van de nalatenschap of van een aandeel daarin is vermaakt (art. 4:147 lid 4 B.W.).

      Informatieplicht executeur-testamentair

      De executeur moet aan een erfgenaam alle door deze gewenste inlichtingen omtrent de uitoefening van zijn taak geven (art. 4:148 B.W.).

      Einde van de taak van de executeur-testamentair

      De wet somt een aantal gevallen op, waarin de taak van de executeur eindigt. De taak van een executeur eindigt op grond van art. 4:149 lid 1 B.W. in de volgende situaties:

      a. wanneer hij zijn werkzaamheden als zodanig heeft voltooid;

      b. door tijdverloop, indien hij voor een bepaalde tijd was benoemd;

      c. door zijn dood, het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, zijn faillietverklaring, zijn ondercuratelestelling of door de instelling van een bewind als bedoeld in titel 19 van Boek 1 over een of meer van zijn goederen;

      d. wanneer de nalatenschap overeenkomstig de derde afdeling van de zesde titel moet worden vereffend;

      e. in de bij de uiterste wil bepaalde gevallen;

      f. door ontslag dat de kantonrechter hem met ingang van een bepaalde dag verleent.

      Wie kunnen ontslag van de executeur-testamentair verzoeken?

      De wet beschrijft in art. 4:149 lid 2 B.W. een aantal wijzen waarop het ontslag van de executeur-testamentair door de rechter verleend kan worden (zie sub f hiervoor). Het ontslag wordt executeur-testamentair verleend, hetzij:

      (i) op eigen verzoek;

      (ii) hetzij om gewichtige redenen, op verzoek van een mede-executeur, een erfgenaam of het openbaar ministerie, dan wel ambtshalve.

      Hangende het onderzoek kan de kantonrechter voorlopige voorzieningen treffen en de executeur schorsen.

      In HR 5 november 2021 (ontslag executeur-testamentair tevens afwikkelingsbewindvoerder) had de Ktr. de executeur (een van de zonen van de erflater) ontslagen wegens gewichtige redenen, bestaande in slechte verstandhouding met de erfgenamen. Het Hof bekrachtigde deze beslissing. Volgens het hof maakte de combinatie van de verstoorde verhoudingen tussen de erfgenamen en de bijzonder gecompliceerde nalatenschap dat de beslissing om de broer te ontslaan als “executeur c.a.” wegens gewichtige redenen als bedoeld in art. 4:149 lid 2 BW diende te worden bekrachtigd.

      Daarbij was ook het afwikkelingsbewind op grond van Afd. 7 van Titel 5, Boek 4 B.W. beëindigd (art. 4:180 B.W.). De executeur kwam daarvan in cassatie, stellende dat het inleidend verzoek daarop geen betrekking had en de beschikking van de kantonrechter daarover geen beslissing inhield. De Hoge Raad wijst dit van de hand:

      “3.2.1 Het hof heeft onmiskenbaar de bevoegdheden die de broer in het testament kreeg als “afwikkelingsbewindvoerder” onlosmakelijk verbonden geacht met de benoeming tot executeur. In rov. 3.7.4 stelt het hof voorop dat aan een executeur die tevens afwikkelingsbewindvoerder is ruime bevoegdheden kunnen worden toegekend, en gebruikt het vervolgens de omschrijving “executeur-afwikkelingsbewindvoerder”. In rov. 3.7.5 overweegt het hof dat de kantonrechter de broer heeft ontslagen uit diens hoedanigheid als “executeur-afwikkelingsbewindvoerder”. In rov. 3.7.6 merkt het hof op dat de kantonrechter de broer heeft ontslagen als “executeur c.a.”.

      3.2.2 In de aangehaalde overwegingen ligt besloten dat volgens hof het ontslag “als executeur” in het inleidend verzoek en in de beschikking van de kantonrechter mede betrekking had op de bevoegdheden die de broer verkreeg doordat hij in art. IX van het testament niet slechts tot executeur, maar tot “executeur afwikkelingsbewindvoerder” was benoemd. De broer heeft na zijn ontslag daarom ook geen bevoegdheden meer als afwikkelingsbewindvoerder. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.”

      De functie als executeur-testamentair houdt dus nauw verband met die van afwikkelingsbewindvoerder. Deze zijn volgens de HR kennelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zie ook de pagina Testamentair bewind.

      Ontslagen executeur-testamentair moet boedel blijven beheren tot er opvolger is

      Een gewezen executeur blijft verplicht te doen wat niet zonder nadeel voor de afwikkeling van de nalatenschap kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het beheer van de nalatenschap bevoegd is, dit heeft aanvaard (art. 4:149 lid 3 B.W.).

      Executele gaat over op curator executeur-testamentair

      Eindigt de hoedanigheid van executeur door diens faillissement of ondercuratelestelling dan rust de in het vorige lid bedoelde verplichting op de curator, indien deze van de executele kennis draagt; eindigt de hoedanigheid van executeur door het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of de onderbewindstelling van een of meer van zijn goederen, dan geldt hetzelfde voor de in die gevallen optredende bewindvoerder (art. 4:149 lid 4 B.W., eerste alinea).

      Eindigt de hoedanigheid van executeur door diens dood, dan zijn de erfgenamen verplicht, indien zij van de executele kennis dragen, het overlijden van de executeur mede te delen aan de erfgenamen van degene die hem heeft benoemd (art. 4:149 lid 4 B.W., tweede alinea).

      De verdere bepalingen (art. 4:150 t/m 4:152 B.W.) worden nog nader uitgewerkt.

      Executeur in procedures

      Een interessant artikel over de rol van de executeur in procedures is de publicatie van mr. drs. R. van Dijken in het Tijdschrift voor Erfrecht getiteld De procederende executeur.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 13-01-2022; laatste bewerking 10-04-2024]

      Executeur testamentair (Afd. 6, Titel 5, Boek 4 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!