Pagina inhoud

    Enkele bepalingen inzake het huwelijksvermogensregime (Afd. 3, Titel 3, Boek 10 B.W.)

    Inleiding enkele bepalingen van internationaal privaatrecht inzake het huwelijksvermogensregime

    Afd. 3, Titel  3, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft enkele bepalingen van internationaal privaatrecht inzake het huwelijksvermogensregime. De afdeling omvat in principe 12 bepalingen, maar daarvan is een aantal per 29 januari 2019 vervallen (art. 10:42 B.W. tot en met art. 10:53 B.W.). De afdeling gaat in op vraagstukken van internationaal privaatrecht rondom huwelijksvermogensrecht.

    Vervallen per 29 januari 2019 zijn: art. 10:43 B.W., art. 10:44 B.W., art. 10:46 B.W., art. 10:48 B.W., art. 10:49 B.W., art. 10:50 B.W. en art. 10:52 B.W.. Daarmee resteren effectief nog 5 bepalingen.

    Verordening huwelijksvermogensstelsels

    Blijkens art. 10:42 lid 1 B.W. wordt – net als in afdeling 2 – ook in deze afdeling onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1103» verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183).

    Deze Verordening regelt de nauwere samenwerking met betrekking tot de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen met betrekking tot huwelijksvermogensstelsels.

    De bepalingen van deze afdeling zijn daarnaast ook van toepassing, in aanvulling op de verordening (art. 10:42 lid 2 B.W.).

    Akte toepasselijkheid buitenlands huwelijksvermogensregime

    Een echtgenoot wiens huwelijksvermogensregime wordt geregeld door de wet van een ander land, kan een notariële akte laten inschrijven in het register zoals beschreven in art. 1:116 lid 1 B.W. (art. 10:45 B.W.). In deze akte verklaart de echtgenoot dat het huwelijksvermogensregime niet wordt beheerst door het Nederlandse recht. Zie ook de pagina Huwelijkse voorwaarden.

    Wetswijziging: verduidelijking art. 10:45 B.W.

    Met de wetswijziging inzake het tegengaan van huwelijkse gevangenschap en enige andere wetten (Stb. 2023, 84) wordt art. 10:45 B.W. per 1 juli 2023 gewijzigd. Zie voor de wijziging ook de Memorie van Toelichting.

    In art. 10:45 wordt «het huwelijksvermogensregime niet wordt beheerst door het Nederlandse recht» vervangen door «het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door dat recht».

    Verrekening voordeel uit buitenlands vermogensbestanddeel

    Als een van de echtgenoten een voordeel heeft verkregen uit een buitenlands vermogensbestanddeel dan kan de andere echtgenoot verrekening of vergoeding eisen bij de afrekening die plaatsvindt in verband met het beëindigen of wijzigen van het huwelijksvermogensregime (art. 10:47 B.W.). Een voorwaarde hiervoor is dat een recht van het betreffende land van toepassing is volgens het internationaal privaatrecht, en dit voordeel niet zou zijn verkregen als het recht aangewezen is door Verordening (EU) nr. 2016/1103.

    Toepasselijk recht pensioenverevening

    Bij een echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt bepaald of een echtgenoot recht heeft op een deel van het pensioen dat de andere echtgenoot heeft opgebouwd (art. 10:51 lid 1 B.W.). Dit hangt af van het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten, behalve in het geval van art. 1 lid 7 Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.

    Lid 1 is van toepassing op de vererving van pensioenrechten van echtgenoten die na 1 maart 2001 zijn gescheiden van tafel en bed (art. 10:51 lid 2 B.W.). Dit geldt ook voor echtgenoten die na 1 maart zijn gescheiden.

    Overgangsrecht rechtskeuze huwelijksvermogensregime

    Een aanwijzing van het toepasselijke recht op het huwelijksvermogensregime door de echtgenoten, of een wijziging daarvan vóór 1 september 1992, kan niet als ongeldig worden beschouwd alleen omdat de wet destijds geen regeling had voor een dergelijke aanwijzing (art. 10:53 B.W.). Dit geldt echter niet in gevallen waarin het Verdrag betreffende de wetsconflicten met betrekking tot de gevolgen van het huwelijk uit 1905 van toepassing was op het huwelijksvermogensregime en de aanwijzing vóór 23 augustus 1977 plaatsvond.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 16-4-2022; laatste bewerking OP 26-06-2023]

    Enkele bepalingen inzake het huwelijksvermogensregime (Afd. 3, Titel 3, Boek 10 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Enkele bepalingen inzake het huwelijksvermogensregime (Afd. 3, Titel 3, Boek 10 B.W.)

      Inleiding enkele bepalingen van internationaal privaatrecht inzake het huwelijksvermogensregime

      Afd. 3, Titel  3, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft enkele bepalingen van internationaal privaatrecht inzake het huwelijksvermogensregime. De afdeling omvat in principe 12 bepalingen, maar daarvan is een aantal per 29 januari 2019 vervallen (art. 10:42 B.W. tot en met art. 10:53 B.W.). De afdeling gaat in op vraagstukken van internationaal privaatrecht rondom huwelijksvermogensrecht.

      Vervallen per 29 januari 2019 zijn: art. 10:43 B.W., art. 10:44 B.W., art. 10:46 B.W., art. 10:48 B.W., art. 10:49 B.W., art. 10:50 B.W. en art. 10:52 B.W.. Daarmee resteren effectief nog 5 bepalingen.

      Verordening huwelijksvermogensstelsels

      Blijkens art. 10:42 lid 1 B.W. wordt – net als in afdeling 2 – ook in deze afdeling onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1103» verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183).

      Deze Verordening regelt de nauwere samenwerking met betrekking tot de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen met betrekking tot huwelijksvermogensstelsels.

      De bepalingen van deze afdeling zijn daarnaast ook van toepassing, in aanvulling op de verordening (art. 10:42 lid 2 B.W.).

      Akte toepasselijkheid buitenlands huwelijksvermogensregime

      Een echtgenoot wiens huwelijksvermogensregime wordt geregeld door de wet van een ander land, kan een notariële akte laten inschrijven in het register zoals beschreven in art. 1:116 lid 1 B.W. (art. 10:45 B.W.). In deze akte verklaart de echtgenoot dat het huwelijksvermogensregime niet wordt beheerst door het Nederlandse recht. Zie ook de pagina Huwelijkse voorwaarden.

      Wetswijziging: verduidelijking art. 10:45 B.W.

      Met de wetswijziging inzake het tegengaan van huwelijkse gevangenschap en enige andere wetten (Stb. 2023, 84) wordt art. 10:45 B.W. per 1 juli 2023 gewijzigd. Zie voor de wijziging ook de Memorie van Toelichting.

      In art. 10:45 wordt «het huwelijksvermogensregime niet wordt beheerst door het Nederlandse recht» vervangen door «het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door dat recht».

      Verrekening voordeel uit buitenlands vermogensbestanddeel

      Als een van de echtgenoten een voordeel heeft verkregen uit een buitenlands vermogensbestanddeel dan kan de andere echtgenoot verrekening of vergoeding eisen bij de afrekening die plaatsvindt in verband met het beëindigen of wijzigen van het huwelijksvermogensregime (art. 10:47 B.W.). Een voorwaarde hiervoor is dat een recht van het betreffende land van toepassing is volgens het internationaal privaatrecht, en dit voordeel niet zou zijn verkregen als het recht aangewezen is door Verordening (EU) nr. 2016/1103.

      Toepasselijk recht pensioenverevening

      Bij een echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt bepaald of een echtgenoot recht heeft op een deel van het pensioen dat de andere echtgenoot heeft opgebouwd (art. 10:51 lid 1 B.W.). Dit hangt af van het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten, behalve in het geval van art. 1 lid 7 Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.

      Lid 1 is van toepassing op de vererving van pensioenrechten van echtgenoten die na 1 maart 2001 zijn gescheiden van tafel en bed (art. 10:51 lid 2 B.W.). Dit geldt ook voor echtgenoten die na 1 maart zijn gescheiden.

      Overgangsrecht rechtskeuze huwelijksvermogensregime

      Een aanwijzing van het toepasselijke recht op het huwelijksvermogensregime door de echtgenoten, of een wijziging daarvan vóór 1 september 1992, kan niet als ongeldig worden beschouwd alleen omdat de wet destijds geen regeling had voor een dergelijke aanwijzing (art. 10:53 B.W.). Dit geldt echter niet in gevallen waarin het Verdrag betreffende de wetsconflicten met betrekking tot de gevolgen van het huwelijk uit 1905 van toepassing was op het huwelijksvermogensregime en de aanwijzing vóór 23 augustus 1977 plaatsvond.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 16-4-2022; laatste bewerking OP 26-06-2023]

      Enkele bepalingen inzake het huwelijksvermogensregime (Afd. 3, Titel 3, Boek 10 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!