Pagina inhoud

    Bemanning van een binnenschip (Titel 9, Hoofdstuk III, Boek 8 B.W.)

    Inleiding bemanning van een binnenschip

    Titel 9, Hoofdstuk III, Boek 8 B.W. bevat wettelijke regels rondom de bemanning van binnenschepen. Net als in het zeerecht kent deze Titel maar één afdeling, namelijk Afdeling 2 over de Schipper’ (in het zeerecht ‘de Kapitein’).

    Deze Afdeling bevat slechts twee bepalingen (art. 8:860 B.W. en art. 8:861 B.W.).

    Verplichting schipper binnenschip tot behartiging belangen bevrachters

    De schipper is verplicht voor de belangen van de bevrachters en van de rechthebbenden op de aan boord zijnde zaken, zo mogelijk ook na lossing daarvan, te waken en de maatregelen die daartoe nodig zijn, te nemen (art. 8:860 lid 1 B.W.).

    Zaakwaarneming door schipper binnenschip

    Indien het noodzakelijk is onverwijld ter behartiging van deze belangen rechtshandelingen te verrichten, is de schipper daartoe bevoegd. Onder rechtshandeling is hier het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen (art. 8:860 lid 2 B.W.).

    Informatieplicht schipper binnenschip aan belanghebbenden

    Voor zover mogelijk geeft hij van bijzondere voorvallen terstond kennis aan de belanghebbenden bij de betrokken goederen en handelt hij in overleg met hen en volgens hun orders (art. 8:860 lid 3 B.W.).

    Werking beperkingen bevoegdheid schipper jegens derden

    Beperkingen van de wettelijke bevoegdheid van de schipper gelden tegen derden slechts wanneer die hun bekend zijn gemaakt (art. 8:861 lid 1 B.W.).

    Schipper binnenschip verbindt zich bij vertegenwoordigingshandelingen niet zelf

    De schipper verbindt zichzelf slechts dan, wanneer hij de grenzen zijner bevoegdheid overschrijdt (art. 8:861 lid 2 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 3-03-2022]

    Bemanning van een binnenschip (Titel 9, Hoofdstuk III, Boek 8 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Bemanning van een binnenschip (Titel 9, Hoofdstuk III, Boek 8 B.W.)

      Inleiding bemanning van een binnenschip

      Titel 9, Hoofdstuk III, Boek 8 B.W. bevat wettelijke regels rondom de bemanning van binnenschepen. Net als in het zeerecht kent deze Titel maar één afdeling, namelijk Afdeling 2 over de Schipper’ (in het zeerecht ‘de Kapitein’).

      Deze Afdeling bevat slechts twee bepalingen (art. 8:860 B.W. en art. 8:861 B.W.).

      Verplichting schipper binnenschip tot behartiging belangen bevrachters

      De schipper is verplicht voor de belangen van de bevrachters en van de rechthebbenden op de aan boord zijnde zaken, zo mogelijk ook na lossing daarvan, te waken en de maatregelen die daartoe nodig zijn, te nemen (art. 8:860 lid 1 B.W.).

      Zaakwaarneming door schipper binnenschip

      Indien het noodzakelijk is onverwijld ter behartiging van deze belangen rechtshandelingen te verrichten, is de schipper daartoe bevoegd. Onder rechtshandeling is hier het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen (art. 8:860 lid 2 B.W.).

      Informatieplicht schipper binnenschip aan belanghebbenden

      Voor zover mogelijk geeft hij van bijzondere voorvallen terstond kennis aan de belanghebbenden bij de betrokken goederen en handelt hij in overleg met hen en volgens hun orders (art. 8:860 lid 3 B.W.).

      Werking beperkingen bevoegdheid schipper jegens derden

      Beperkingen van de wettelijke bevoegdheid van de schipper gelden tegen derden slechts wanneer die hun bekend zijn gemaakt (art. 8:861 lid 1 B.W.).

      Schipper binnenschip verbindt zich bij vertegenwoordigingshandelingen niet zelf

      De schipper verbindt zichzelf slechts dan, wanneer hij de grenzen zijner bevoegdheid overschrijdt (art. 8:861 lid 2 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 3-03-2022]

      Bemanning van een binnenschip (Titel 9, Hoofdstuk III, Boek 8 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!