Pagina inhoud

    Overeenkomst personenvervoer over de weg (Afd. 3, Titel 13, Hoofdstuk IV, Boek 8 B.W.)

    Inleiding overeenkomst personenvervoer over de weg

    Afd. 3, Titel 13, Hoofdstuk IV, Boek 8 B.W. regelt de overeenkomst van personenvervoer over de weg. Deze afdeling omvat 28 bepalingen (art. 8:1139 B.W. tot en met art. 8:1166 B.W.). Art. 8:1146 B.W. is vervallen.

    Toepassingsbereik: niet wanneer de Verordening Autobus- en touringcarpassagiers toepasselijk is

    Deze afdeling is slechts van toepassing voor zover Verordening (EU) Nr. 181/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (Pb EU L 55) niet van toepassing is (art. 8:1139 B.W.).

    Definitie vervoersovereenkomst personen over de weg

    De overeenkomst van personenvervoer zoals bedoeld in deze titel, is de overeenkomst waarbij één partij (de vervoerder) zich ertoe verbindt om aan boord van een voertuig een of meer personen (reizigers) en eventueel hun bagage uitsluitend over de weg en niet over spoorwegen te vervoeren, ongeacht of het een tijd- of reisbevrachting betreft (art. 8:1140 lid 1 B.W.).

    De overeenkomst van personenvervoer zoals omschreven in art. 8:100 B.W. valt niet onder de overeenkomst van personenvervoer zoals bedoeld in deze afdeling (art. 8:1140 lid 2 B.W.).

    Definitie handbagage vervoersovereenkomst personen over de weg

    Handbagage in de context van deze afdeling omvat de bagage die de reiziger gemakkelijk kan meenemen, dragen of met de hand kan verplaatsen, zowel op als bij zich heeft (art. 8:1141 lid 1 B.W.). Het gaat hierbij ook om levende dieren.

    Een algemene maatregel van bestuur kan bepalen dat zaken die normaal gesproken geen handbagage zijn toch als handbagage worden beschouwd volgens de bepalingen van deze afdeling (art. 8:1141 lid 2 B.W.). Ook kan zo’n maatregel bepalen dat de bepalingen van deze afdeling niet van toepassing zijn op zaken die als handbagage worden beschouwd.

    Vervoersperiode reiziger personenvervoer over de weg; stapelvervoer

    Vervoer over de weg van personen omvat alleen de periode waarin de reiziger aan boord van het voertuig is terwijl het zich op de weg bevindt (art. 8:1142 lid 1 B.W.). Dit omvat ook de tijd van instappen en uitstappen.

    Vervoer over de weg van personen omvat voor de toepassing van art. 8:1148 lid 2 B.W. ook de periode waarin het voertuig aan boord is van een ander vervoermiddel en niet op de weg bevindt, maar alleen voor de reiziger die zich op dat moment aan boord van het voertuig bevindt of die daar in- of uitstapt (art. 8:1142 lid 2 B.W.).

    Vervoersperiode bagage bij personenvervoer over de weg; stapelvervoer

    Vervoer over de weg van handbagage omvat alleen de periode waarin de handbagage aan boord van het voertuig is terwijl het voertuig zich op de weg bevindt (art. 8:1143 lid 1 B.W.). Daarnaast omvat het ook de tijd van in- en uitladen van het voertuig.

    Voor bagage die niet als handbagage wordt beschouwd omvat het vervoer over de weg de periode vanaf het moment van overname door de vervoerder tot aan de aflevering door de vervoerder (art. 8:1143 lid 2 B.W.).

    Vervoer over de weg van bagage omvat voor de toepassing van art. 8:1150 lid 2 B.W. ook de periode waarin het voertuig waarin de bagage zich bevindt aan boord is van een ander vervoermiddel en niet op de weg is, maar alleen voor de bagage die zich op dat moment aan boord van dat voertuig bevindt of die in- of uitgeladen wordt (art. 8:1143 lid 3 B.W.)

    Tijd- of reisbevrachting bij personenvervoer over de weg

    Tijd- of reisbevrachting in de context van deze afdeling is de overeenkomst van personenvervoer waarbij de vervoerder (vervrachter) zich verbindt om vervoer aan boord van een voertuig te verzorgen (art. 8:1144 B.W.). Dit voertuig wordt in zijn geheel, inclusief bestuurder, al dan niet op tijdsbasis (tijdbevrachting) of voor een specifieke reis (reisbevrachting), ter beschikking gesteld aan de wederpartij (bevrachter).

    De art. 8:1093 B.W., art. 8:1097 B.W., art. 8:1109 B.W., art. 8:1112 B.W. en art. 8:1113 B.W. zijn van toepassing op deze vorm van bevrachting (art. 8:1144 lid 2 B.W.)

    Bepalingen huur, bewaarneming bruikleen niet toepasselijk bij personenvervoer over de weg

    De wetsbepalingen met betrekking tot huur, bewaarneming en bruikleen zijn niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van een voertuig met bestuurder, voor het vervoer van personen aan boord ervan (art. 8:1145 B.W.).

    Aansprakelijkheid voor dood of letsel bij personenvervoer over de weg

    De vervoerder is verantwoordelijk voor schade als gevolg van dood of letsel van de reiziger door een ongeval dat tijdens het vervoer is gebeurd (art. 8:1147 B.W.).

    Overmacht wegvervoerder personen; instaan voor voertuig en materiaal

    De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade door dood of letsel van de reiziger als het ongeval dat hiertoe leidde, is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldige vervoerder niet heeft kunnen vermijden en als deze vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft kunnen voorkomen (art. 8:1148 lid 1 B.W.).

    Lichamelijke of geestelijke beperkingen van de bestuurder van het voertuig evenals gebreken of slechte werking van het voertuig of van de apparatuur die hij voor het vervoer gebruikt worden beschouwd als omstandigheden die een zorgvuldige vervoerder heeft kunnen vermijden en waarvan een dergelijke vervoerder de gevolgen heeft kunnen voorkomen (art. 8:1148 lid 2 B.W.). Materiaal omvat hier niet een schip, luchtvaartuig of trein waarop het voertuig zich bevindt.

    Dit artikel houdt alleen rekening met het gedrag van een derde als er geen andere omstandigheid is die ook bijdraagt aan het ongeval en die de verantwoordelijkheid van de vervoerder is (art. 8:1148 lid 3 B.W.).

    Dwingend recht aansprakelijkheid personenvervoer over de weg

    Elke overeenkomst die vóór het ongeval met de reiziger is gesloten en die de aansprakelijkheid van de vervoerder of de bewijslast zoals bepaald in art. 8:1147 B.W. vermindert op een andere manier dan in deze afdeling is voorgeschreven is niet geldig (art. 8:1149 B.W.).

    Aansprakelijkheid voor bagage en handbagage bij personenvervoer over de weg

    De vervoerder is verantwoordelijk voor schade als gevolg van volledig of gedeeltelijk verlies of beschadiging van bagage op voorwaarde dat dit verlies of deze beschadiging tijdens het vervoer is ontstaan en is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldige vervoerder had kunnen vermijden of waarvan een dergelijke vervoerder de gevolgen had kunnen voorkomen (art. 8:1150 lid 1 B.W.). Bovendien is de vervoerder aansprakelijk voor schade als gevolg van volledig of gedeeltelijk verlies of beschadiging van handbagage als dit verlies of deze beschadiging is veroorzaakt door een ongeval dat de reiziger is overkomen en dat voor rekening van de vervoerder komt.

    Lichamelijke of geestelijke tekortkomingen van de bestuurder van het voertuig evenals gebreken of slechte werking van het voertuig of van de apparatuur die hij voor het vervoer gebruikt worden beschouwd als omstandigheden die een zorgvuldige vervoerder had kunnen vermijden en waarvan een dergelijke vervoerder de gevolgen had kunnen voorkomen (art. 8:1150 lid 2 B.W.). Materiaal omvat hier niet een schip, luchtvaartuig of trein waarop het voertuig zich bevindt.

    Bij de toepassing van het eerste lid wordt alleen rekening gehouden met het gedrag van een derde met betrekking tot handbagage als er geen andere omstandigheid is die ook heeft bijgedragen aan het incident en die de verantwoordelijkheid van de vervoerder is (art. 8:1150 lid 3 B.W.).

    Elke overeenkomst die voorafgaand aan het verlies of de beschadiging van bagage is gesloten en die de aansprakelijkheid van de vervoerder of de bewijslast zoals bepaald in dit artikel op een andere manier vermindert dan in deze afdeling is voorgeschreven is niet geldig (art. 8:1150 lid 4 B.W.).

    Geen aansprakelijkheid voor geldstukken, goud, juwelen e.d. bij personenvervoer over de weg

    De vervoerder is niet aansprakelijk voor verlies of beschadiging van geldstukken, verhandelbare documenten, goud, zilver, juwelen, sieraden, kunstvoorwerpen of andere waardevolle zaken, tenzij deze aan de vervoerder ter bewaring zijn gegeven en hij ermee heeft ingestemd om ze veilig te bewaren (art. 8:1151 B.W.).

    Geen aansprakelijkheid bij onbekendheid vervoerder met meegebrachte zaken bij personenvervoer over de weg

    De vervoerder is niet verplicht tot enige schadevergoeding met betrekking tot zaken die door de reiziger aan boord van het voertuig zijn gebracht, en die de vervoerder, als hij hun aard of toestand had gekend, niet aan boord zou hebben toegelaten en waarvoor hij geen ontvangstbewijs heeft afgegeven (art. 8:1152 B.W.). Dit geldt alleen als de reiziger wist of had moeten weten dat de vervoerder de zaken niet zou toelaten voor vervoer; in dat geval is de reiziger aansprakelijk voor alle kosten en schade die de vervoerder heeft geleden als gevolg van het aanbieden voor vervoer of het vervoer zelf.

    Vergoeding van door de reiziger veroorzaakte schade

    De reiziger is verplicht om de vervoerder te vergoeden voor schade die hijzelf of zijn bagage veroorzaakt heeft, behalve als deze schade is ontstaan door een omstandigheid die een zorgvuldige reiziger niet had kunnen vermijden en waarvan een dergelijke reiziger de gevolgen niet had kunnen voorkomen (art. 8:1153 B.W.). De reiziger kan zich niet beroepen op de aard of een gebrek van zijn bagage om zijn aansprakelijkheid te ontlopen tenzij anders bepaald in art. 8:1152 B.W. en art. 6:179 B.W..

    Bepalingen van goederenvervoer van toepassing op bagage

    Naast de voorschriften in deze afdeling zijn de volgende artikelen inzake goederenvervoer over de weg van toepassing op het vervoer van bagage bij personenvervoer: art. 8:1095 B.W., art. 8:1096 B.W., art. 8:1103 B.W., art. 8:1104 B.W., art. 8:1114 lid 1 tot 3 B.W., art. 8:1115 lid 1 tot 3 B.W., art. 8:1116 B.W. tot en met art. 8:1118 B.W., art. 8:1129 B.W. en art. 8:1131 B.W. tot en met art. 8:1138 B.W.. De rechten verleend in art. 8:1131 B.W. en het recht om betaald te worden uit het geld dat in bewaring is gesteld zoals beschreven in art. 8:1133 B.W. en art. 8:1138 B.W., kunnen worden uitgeoefend voor alle bedragen die de tegenpartij van de vervoerder of de reiziger aan de vervoerder verschuldigd is (art. 8:1154 lid 1 B.W.).

    Partijen zijn vrij om af te wijken van de bepalingen die in het eerste lid op hun onderlinge relatie van toepassing zijn verklaard (art. 8:1154 lid 2 B.W.).

    Zie ook de pagina Overeenkomst van goederenvervoer over de weg.

    Eigen schuld reiziger

    Als de vervoerder kan aantonen dat de schade is veroorzaakt door de schuld of nalatigheid van de reiziger of dat de reiziger heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade kan de aansprakelijkheid van de vervoerder voor die schade geheel of gedeeltelijk komen te vervallen (art. 8:1155 B.W.).

    Vervoerder niet aansprakelijk voor op verzoek reiziger ingeschakelde hulppersonen

    Als personen van wie de vervoerder gebruikmaakt bij het uitvoeren van zijn verplichtingen op verzoek van de reiziger diensten verlenen waar de vervoerder niet toe verplicht is, worden zij beschouwd als handelend in opdracht van de reiziger aan wie zij deze diensten verlenen (art. 8:1156 B.W.).

    Aansprakelijkheidsbeperking bij vertraging, of bij letsel of overlijden reiziger

    De aansprakelijkheid van de vervoerder voor gevallen van dood, letsel, vertraging van de reiziger, en verlies, beschadiging of vertraging van diens bagage, is beperkt tot een bedrag of bedragen die worden vastgesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur (art. 8:1157 B.W.).

    Geen aansprakelijkheidsbeperking bij opzet

    De vervoerder kan geen beroep doen op enige beperking van zijn aansprakelijkheid als de schade is ontstaan door zijn eigen handeling of nalaten. Dit geldt ook bij opzet, roekeloosheid en met de wetenschap dat de schade waarschijnlijk zou ontstaan (art. 8:1158 lid 1 B.W.).

    Elke overeenkomst waarin wordt afgeweken van dit artikel is niet geldig (art. 8:1158 lid 2 B.W.).

    Vordering bij schade aan de bagage, of bij letsel of overlijden reiziger

    Bij verlies of beschadiging van bagage wordt de schadevergoedingsvordering beoordeeld op basis van de omstandigheden (art. 8:1159 lid 1 B.W.).

    De bepalingen van art. 3:107 B.W. en art. 3:108 B.W. zijn niet van toepassing op de vorderingen die de vervoerder als wederpartij van een andere vervoerder instelt in geval van letsel of dood van de reiziger (art. 8:1159 lid 2 B.W.).

    Schadeplichtigheid reiziger die niet tijdig aanwezig is

    De reiziger moet de vervoerder eventuele schade vergoeden, die de vervoerder lijdt als gevolg van het feit dat de reiziger niet op tijd aanwezig is voor het vervoer (art. 8:1160 B.W.).

    Vervoersdocument en andere documenten niet naar behoren aanwezig

    De reiziger moet de vervoerder ook eventuele schade vergoeden die de vervoerder lijdt doordat de documenten met betrekking tot de reiziger niet naar behoren aanwezig zijn (art. 8:1161 B.W.). Het gaat hierbij om alle vereiste documenten met betrekking tot de reiziger.

    Opzegging vervoersovereenkomst door vervoerder bij onbekende feiten over de reiziger (en verwijdering reiziger uit voertuig)

    Als zich vóór of tijdens het vervoer omstandigheden voordoen aan de zijde van de tegenpartij van de vervoerder of de reiziger die de vervoerder bij het sluiten van de overeenkomst niet hoefde te kennen dan heeft de vervoerder het recht om de overeenkomst op te zeggen en de reiziger uit het voertuig te verwijderen (art. 8:1162 lid 1 B.W.). Een voorwaarde hiervoor is dat als deze omstandigheden wel bekend waren geweest de vervoerovereenkomst redelijkerwijs niet was aangegaan of onder andere voorwaarden.

    De opzegging vindt plaats door middel van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving aan de tegenpartij van de vervoerder of aan de reiziger (art. 8:1162 lid 2 B.W.). De overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van de eerste ontvangen kennisgeving.

    Na redelijkheid en billijkheid zijn beide partijen na opzegging van de overeenkomst verplicht elkaar te compenseren voor eventuele schade die hierdoor wordt geleden (art. 8:1162 lid 3 B.W.).

    Opzegging vervoersovereenkomst door reiziger

    Als er vóór of tijdens het vervoer omstandigheden aan de zijde van de vervoerder ontstaan of bekend worden die de reiziger bij het aangaan van de overeenkomst redelijkerwijs niet hoefde te kennen, maar die, als ze wel bekend waren geweest, redelijkerwijs tot andere voorwaarden of zelfs het niet aangaan van de vervoerovereenkomst hadden kunnen leiden, heeft de wederpartij het recht de overeenkomst op te zeggen (art. 8:1163 lid 1 B.W.).

    De opzegging vindt plaats door middel van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving, en de overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van deze kennisgeving (art. 8:1163 lid 2 B.W.).

    Na het opzeggen van de overeenkomst zijn beide partijen verplicht elkaar de geleden schade te vergoeden conform de redelijkheid en billijkheid (art. 8:1163 lid 3 B.W.).

    Einde vervoersovereenkomst bij wegblijven reiziger

    Als de reiziger niet op tijd terugkeert nadat hij het voertuig heeft verlaten, dan mag de vervoerder de overeenkomst op dat moment beschouwen als beëindigd(art. 8:1164 B.W.).

    Opzegging wederpartij anders dan bij onbekende omstandigheid

    De reiziger heeft altijd het recht om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:1165 lid 1 B.W.). Als de wederpartij dit doet moet hij de vervoerder vergoeden voor eventuele schade die deze lijdt als gevolg van de opzegging.

    De reiziger kan dit recht niet uitoefenen als daardoor de reis van het voertuig zou worden vertraagd (art. 8:1165 lid 2 B.W.).

    De overeenkomst wordt beëindigd op het moment van ontvangst van de mondelinge of schriftelijke opzegging (art. 8:1165 lid 3 B.W.).

    Wettelijke eisen voor passagebiljet of ontvangstbewijs bagage

    Als er een kaartje voor de reis, een ontvangstbewijs voor bagage of een vergelijkbaar document wordt uitgegeven moet de vervoerder zijn naam en adres er duidelijk op vermelden (art. 8:1166 lid 1 B.W.).

    Elk beding dat afwijkt van het eerste lid van dit artikel is niet geldig (art. 8:1166 lid 2 B.W.).

    De volgende artikelen uit Boek 2 zijn niet van toepassing: art. 2:56 lid 2 B.W., art. 2:75 lid 1 B.W., en art. 2:186 lid 1 B.W. (art. 8:1166 lid 3 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 17-03-2022; laatste bewerking OP 19-07-2024]

    Overeenkomst personenvervoer over de weg (Afd. 3, Titel 13, Hoofdstuk IV, Boek 8 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Overeenkomst personenvervoer over de weg (Afd. 3, Titel 13, Hoofdstuk IV, Boek 8 B.W.)

      Inleiding overeenkomst personenvervoer over de weg

      Afd. 3, Titel 13, Hoofdstuk IV, Boek 8 B.W. regelt de overeenkomst van personenvervoer over de weg. Deze afdeling omvat 28 bepalingen (art. 8:1139 B.W. tot en met art. 8:1166 B.W.). Art. 8:1146 B.W. is vervallen.

      Toepassingsbereik: niet wanneer de Verordening Autobus- en touringcarpassagiers toepasselijk is

      Deze afdeling is slechts van toepassing voor zover Verordening (EU) Nr. 181/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (Pb EU L 55) niet van toepassing is (art. 8:1139 B.W.).

      Definitie vervoersovereenkomst personen over de weg

      De overeenkomst van personenvervoer zoals bedoeld in deze titel, is de overeenkomst waarbij één partij (de vervoerder) zich ertoe verbindt om aan boord van een voertuig een of meer personen (reizigers) en eventueel hun bagage uitsluitend over de weg en niet over spoorwegen te vervoeren, ongeacht of het een tijd- of reisbevrachting betreft (art. 8:1140 lid 1 B.W.).

      De overeenkomst van personenvervoer zoals omschreven in art. 8:100 B.W. valt niet onder de overeenkomst van personenvervoer zoals bedoeld in deze afdeling (art. 8:1140 lid 2 B.W.).

      Definitie handbagage vervoersovereenkomst personen over de weg

      Handbagage in de context van deze afdeling omvat de bagage die de reiziger gemakkelijk kan meenemen, dragen of met de hand kan verplaatsen, zowel op als bij zich heeft (art. 8:1141 lid 1 B.W.). Het gaat hierbij ook om levende dieren.

      Een algemene maatregel van bestuur kan bepalen dat zaken die normaal gesproken geen handbagage zijn toch als handbagage worden beschouwd volgens de bepalingen van deze afdeling (art. 8:1141 lid 2 B.W.). Ook kan zo’n maatregel bepalen dat de bepalingen van deze afdeling niet van toepassing zijn op zaken die als handbagage worden beschouwd.

      Vervoersperiode reiziger personenvervoer over de weg; stapelvervoer

      Vervoer over de weg van personen omvat alleen de periode waarin de reiziger aan boord van het voertuig is terwijl het zich op de weg bevindt (art. 8:1142 lid 1 B.W.). Dit omvat ook de tijd van instappen en uitstappen.

      Vervoer over de weg van personen omvat voor de toepassing van art. 8:1148 lid 2 B.W. ook de periode waarin het voertuig aan boord is van een ander vervoermiddel en niet op de weg bevindt, maar alleen voor de reiziger die zich op dat moment aan boord van het voertuig bevindt of die daar in- of uitstapt (art. 8:1142 lid 2 B.W.).

      Vervoersperiode bagage bij personenvervoer over de weg; stapelvervoer

      Vervoer over de weg van handbagage omvat alleen de periode waarin de handbagage aan boord van het voertuig is terwijl het voertuig zich op de weg bevindt (art. 8:1143 lid 1 B.W.). Daarnaast omvat het ook de tijd van in- en uitladen van het voertuig.

      Voor bagage die niet als handbagage wordt beschouwd omvat het vervoer over de weg de periode vanaf het moment van overname door de vervoerder tot aan de aflevering door de vervoerder (art. 8:1143 lid 2 B.W.).

      Vervoer over de weg van bagage omvat voor de toepassing van art. 8:1150 lid 2 B.W. ook de periode waarin het voertuig waarin de bagage zich bevindt aan boord is van een ander vervoermiddel en niet op de weg is, maar alleen voor de bagage die zich op dat moment aan boord van dat voertuig bevindt of die in- of uitgeladen wordt (art. 8:1143 lid 3 B.W.)

      Tijd- of reisbevrachting bij personenvervoer over de weg

      Tijd- of reisbevrachting in de context van deze afdeling is de overeenkomst van personenvervoer waarbij de vervoerder (vervrachter) zich verbindt om vervoer aan boord van een voertuig te verzorgen (art. 8:1144 B.W.). Dit voertuig wordt in zijn geheel, inclusief bestuurder, al dan niet op tijdsbasis (tijdbevrachting) of voor een specifieke reis (reisbevrachting), ter beschikking gesteld aan de wederpartij (bevrachter).

      De art. 8:1093 B.W., art. 8:1097 B.W., art. 8:1109 B.W., art. 8:1112 B.W. en art. 8:1113 B.W. zijn van toepassing op deze vorm van bevrachting (art. 8:1144 lid 2 B.W.)

      Bepalingen huur, bewaarneming bruikleen niet toepasselijk bij personenvervoer over de weg

      De wetsbepalingen met betrekking tot huur, bewaarneming en bruikleen zijn niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van een voertuig met bestuurder, voor het vervoer van personen aan boord ervan (art. 8:1145 B.W.).

      Aansprakelijkheid voor dood of letsel bij personenvervoer over de weg

      De vervoerder is verantwoordelijk voor schade als gevolg van dood of letsel van de reiziger door een ongeval dat tijdens het vervoer is gebeurd (art. 8:1147 B.W.).

      Overmacht wegvervoerder personen; instaan voor voertuig en materiaal

      De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade door dood of letsel van de reiziger als het ongeval dat hiertoe leidde, is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldige vervoerder niet heeft kunnen vermijden en als deze vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft kunnen voorkomen (art. 8:1148 lid 1 B.W.).

      Lichamelijke of geestelijke beperkingen van de bestuurder van het voertuig evenals gebreken of slechte werking van het voertuig of van de apparatuur die hij voor het vervoer gebruikt worden beschouwd als omstandigheden die een zorgvuldige vervoerder heeft kunnen vermijden en waarvan een dergelijke vervoerder de gevolgen heeft kunnen voorkomen (art. 8:1148 lid 2 B.W.). Materiaal omvat hier niet een schip, luchtvaartuig of trein waarop het voertuig zich bevindt.

      Dit artikel houdt alleen rekening met het gedrag van een derde als er geen andere omstandigheid is die ook bijdraagt aan het ongeval en die de verantwoordelijkheid van de vervoerder is (art. 8:1148 lid 3 B.W.).

      Dwingend recht aansprakelijkheid personenvervoer over de weg

      Elke overeenkomst die vóór het ongeval met de reiziger is gesloten en die de aansprakelijkheid van de vervoerder of de bewijslast zoals bepaald in art. 8:1147 B.W. vermindert op een andere manier dan in deze afdeling is voorgeschreven is niet geldig (art. 8:1149 B.W.).

      Aansprakelijkheid voor bagage en handbagage bij personenvervoer over de weg

      De vervoerder is verantwoordelijk voor schade als gevolg van volledig of gedeeltelijk verlies of beschadiging van bagage op voorwaarde dat dit verlies of deze beschadiging tijdens het vervoer is ontstaan en is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldige vervoerder had kunnen vermijden of waarvan een dergelijke vervoerder de gevolgen had kunnen voorkomen (art. 8:1150 lid 1 B.W.). Bovendien is de vervoerder aansprakelijk voor schade als gevolg van volledig of gedeeltelijk verlies of beschadiging van handbagage als dit verlies of deze beschadiging is veroorzaakt door een ongeval dat de reiziger is overkomen en dat voor rekening van de vervoerder komt.

      Lichamelijke of geestelijke tekortkomingen van de bestuurder van het voertuig evenals gebreken of slechte werking van het voertuig of van de apparatuur die hij voor het vervoer gebruikt worden beschouwd als omstandigheden die een zorgvuldige vervoerder had kunnen vermijden en waarvan een dergelijke vervoerder de gevolgen had kunnen voorkomen (art. 8:1150 lid 2 B.W.). Materiaal omvat hier niet een schip, luchtvaartuig of trein waarop het voertuig zich bevindt.

      Bij de toepassing van het eerste lid wordt alleen rekening gehouden met het gedrag van een derde met betrekking tot handbagage als er geen andere omstandigheid is die ook heeft bijgedragen aan het incident en die de verantwoordelijkheid van de vervoerder is (art. 8:1150 lid 3 B.W.).

      Elke overeenkomst die voorafgaand aan het verlies of de beschadiging van bagage is gesloten en die de aansprakelijkheid van de vervoerder of de bewijslast zoals bepaald in dit artikel op een andere manier vermindert dan in deze afdeling is voorgeschreven is niet geldig (art. 8:1150 lid 4 B.W.).

      Geen aansprakelijkheid voor geldstukken, goud, juwelen e.d. bij personenvervoer over de weg

      De vervoerder is niet aansprakelijk voor verlies of beschadiging van geldstukken, verhandelbare documenten, goud, zilver, juwelen, sieraden, kunstvoorwerpen of andere waardevolle zaken, tenzij deze aan de vervoerder ter bewaring zijn gegeven en hij ermee heeft ingestemd om ze veilig te bewaren (art. 8:1151 B.W.).

      Geen aansprakelijkheid bij onbekendheid vervoerder met meegebrachte zaken bij personenvervoer over de weg

      De vervoerder is niet verplicht tot enige schadevergoeding met betrekking tot zaken die door de reiziger aan boord van het voertuig zijn gebracht, en die de vervoerder, als hij hun aard of toestand had gekend, niet aan boord zou hebben toegelaten en waarvoor hij geen ontvangstbewijs heeft afgegeven (art. 8:1152 B.W.). Dit geldt alleen als de reiziger wist of had moeten weten dat de vervoerder de zaken niet zou toelaten voor vervoer; in dat geval is de reiziger aansprakelijk voor alle kosten en schade die de vervoerder heeft geleden als gevolg van het aanbieden voor vervoer of het vervoer zelf.

      Vergoeding van door de reiziger veroorzaakte schade

      De reiziger is verplicht om de vervoerder te vergoeden voor schade die hijzelf of zijn bagage veroorzaakt heeft, behalve als deze schade is ontstaan door een omstandigheid die een zorgvuldige reiziger niet had kunnen vermijden en waarvan een dergelijke reiziger de gevolgen niet had kunnen voorkomen (art. 8:1153 B.W.). De reiziger kan zich niet beroepen op de aard of een gebrek van zijn bagage om zijn aansprakelijkheid te ontlopen tenzij anders bepaald in art. 8:1152 B.W. en art. 6:179 B.W..

      Bepalingen van goederenvervoer van toepassing op bagage

      Naast de voorschriften in deze afdeling zijn de volgende artikelen inzake goederenvervoer over de weg van toepassing op het vervoer van bagage bij personenvervoer: art. 8:1095 B.W., art. 8:1096 B.W., art. 8:1103 B.W., art. 8:1104 B.W., art. 8:1114 lid 1 tot 3 B.W., art. 8:1115 lid 1 tot 3 B.W., art. 8:1116 B.W. tot en met art. 8:1118 B.W., art. 8:1129 B.W. en art. 8:1131 B.W. tot en met art. 8:1138 B.W.. De rechten verleend in art. 8:1131 B.W. en het recht om betaald te worden uit het geld dat in bewaring is gesteld zoals beschreven in art. 8:1133 B.W. en art. 8:1138 B.W., kunnen worden uitgeoefend voor alle bedragen die de tegenpartij van de vervoerder of de reiziger aan de vervoerder verschuldigd is (art. 8:1154 lid 1 B.W.).

      Partijen zijn vrij om af te wijken van de bepalingen die in het eerste lid op hun onderlinge relatie van toepassing zijn verklaard (art. 8:1154 lid 2 B.W.).

      Zie ook de pagina Overeenkomst van goederenvervoer over de weg.

      Eigen schuld reiziger

      Als de vervoerder kan aantonen dat de schade is veroorzaakt door de schuld of nalatigheid van de reiziger of dat de reiziger heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade kan de aansprakelijkheid van de vervoerder voor die schade geheel of gedeeltelijk komen te vervallen (art. 8:1155 B.W.).

      Vervoerder niet aansprakelijk voor op verzoek reiziger ingeschakelde hulppersonen

      Als personen van wie de vervoerder gebruikmaakt bij het uitvoeren van zijn verplichtingen op verzoek van de reiziger diensten verlenen waar de vervoerder niet toe verplicht is, worden zij beschouwd als handelend in opdracht van de reiziger aan wie zij deze diensten verlenen (art. 8:1156 B.W.).

      Aansprakelijkheidsbeperking bij vertraging, of bij letsel of overlijden reiziger

      De aansprakelijkheid van de vervoerder voor gevallen van dood, letsel, vertraging van de reiziger, en verlies, beschadiging of vertraging van diens bagage, is beperkt tot een bedrag of bedragen die worden vastgesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur (art. 8:1157 B.W.).

      Geen aansprakelijkheidsbeperking bij opzet

      De vervoerder kan geen beroep doen op enige beperking van zijn aansprakelijkheid als de schade is ontstaan door zijn eigen handeling of nalaten. Dit geldt ook bij opzet, roekeloosheid en met de wetenschap dat de schade waarschijnlijk zou ontstaan (art. 8:1158 lid 1 B.W.).

      Elke overeenkomst waarin wordt afgeweken van dit artikel is niet geldig (art. 8:1158 lid 2 B.W.).

      Vordering bij schade aan de bagage, of bij letsel of overlijden reiziger

      Bij verlies of beschadiging van bagage wordt de schadevergoedingsvordering beoordeeld op basis van de omstandigheden (art. 8:1159 lid 1 B.W.).

      De bepalingen van art. 3:107 B.W. en art. 3:108 B.W. zijn niet van toepassing op de vorderingen die de vervoerder als wederpartij van een andere vervoerder instelt in geval van letsel of dood van de reiziger (art. 8:1159 lid 2 B.W.).

      Schadeplichtigheid reiziger die niet tijdig aanwezig is

      De reiziger moet de vervoerder eventuele schade vergoeden, die de vervoerder lijdt als gevolg van het feit dat de reiziger niet op tijd aanwezig is voor het vervoer (art. 8:1160 B.W.).

      Vervoersdocument en andere documenten niet naar behoren aanwezig

      De reiziger moet de vervoerder ook eventuele schade vergoeden die de vervoerder lijdt doordat de documenten met betrekking tot de reiziger niet naar behoren aanwezig zijn (art. 8:1161 B.W.). Het gaat hierbij om alle vereiste documenten met betrekking tot de reiziger.

      Opzegging vervoersovereenkomst door vervoerder bij onbekende feiten over de reiziger (en verwijdering reiziger uit voertuig)

      Als zich vóór of tijdens het vervoer omstandigheden voordoen aan de zijde van de tegenpartij van de vervoerder of de reiziger die de vervoerder bij het sluiten van de overeenkomst niet hoefde te kennen dan heeft de vervoerder het recht om de overeenkomst op te zeggen en de reiziger uit het voertuig te verwijderen (art. 8:1162 lid 1 B.W.). Een voorwaarde hiervoor is dat als deze omstandigheden wel bekend waren geweest de vervoerovereenkomst redelijkerwijs niet was aangegaan of onder andere voorwaarden.

      De opzegging vindt plaats door middel van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving aan de tegenpartij van de vervoerder of aan de reiziger (art. 8:1162 lid 2 B.W.). De overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van de eerste ontvangen kennisgeving.

      Na redelijkheid en billijkheid zijn beide partijen na opzegging van de overeenkomst verplicht elkaar te compenseren voor eventuele schade die hierdoor wordt geleden (art. 8:1162 lid 3 B.W.).

      Opzegging vervoersovereenkomst door reiziger

      Als er vóór of tijdens het vervoer omstandigheden aan de zijde van de vervoerder ontstaan of bekend worden die de reiziger bij het aangaan van de overeenkomst redelijkerwijs niet hoefde te kennen, maar die, als ze wel bekend waren geweest, redelijkerwijs tot andere voorwaarden of zelfs het niet aangaan van de vervoerovereenkomst hadden kunnen leiden, heeft de wederpartij het recht de overeenkomst op te zeggen (art. 8:1163 lid 1 B.W.).

      De opzegging vindt plaats door middel van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving, en de overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van deze kennisgeving (art. 8:1163 lid 2 B.W.).

      Na het opzeggen van de overeenkomst zijn beide partijen verplicht elkaar de geleden schade te vergoeden conform de redelijkheid en billijkheid (art. 8:1163 lid 3 B.W.).

      Einde vervoersovereenkomst bij wegblijven reiziger

      Als de reiziger niet op tijd terugkeert nadat hij het voertuig heeft verlaten, dan mag de vervoerder de overeenkomst op dat moment beschouwen als beëindigd(art. 8:1164 B.W.).

      Opzegging wederpartij anders dan bij onbekende omstandigheid

      De reiziger heeft altijd het recht om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:1165 lid 1 B.W.). Als de wederpartij dit doet moet hij de vervoerder vergoeden voor eventuele schade die deze lijdt als gevolg van de opzegging.

      De reiziger kan dit recht niet uitoefenen als daardoor de reis van het voertuig zou worden vertraagd (art. 8:1165 lid 2 B.W.).

      De overeenkomst wordt beëindigd op het moment van ontvangst van de mondelinge of schriftelijke opzegging (art. 8:1165 lid 3 B.W.).

      Wettelijke eisen voor passagebiljet of ontvangstbewijs bagage

      Als er een kaartje voor de reis, een ontvangstbewijs voor bagage of een vergelijkbaar document wordt uitgegeven moet de vervoerder zijn naam en adres er duidelijk op vermelden (art. 8:1166 lid 1 B.W.).

      Elk beding dat afwijkt van het eerste lid van dit artikel is niet geldig (art. 8:1166 lid 2 B.W.).

      De volgende artikelen uit Boek 2 zijn niet van toepassing: art. 2:56 lid 2 B.W., art. 2:75 lid 1 B.W., en art. 2:186 lid 1 B.W. (art. 8:1166 lid 3 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 17-03-2022; laatste bewerking OP 19-07-2024]

      Overeenkomst personenvervoer over de weg (Afd. 3, Titel 13, Hoofdstuk IV, Boek 8 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!