Pagina inhoud

    Enige bijzondere overeenkomsten zeevervoer (Afd. 4, Titel 5, Hoofdstuk II, Boek 8 B.W.)

    Inleiding enige bijzondere overeenkomsten zeevervoer

    In Titel 5, Afd. 4 van Boek 8 B.W. worden enige bijzondere overeenkomsten inzake vervoer over zee geregeld. De afdeling omvat slechts 3 bepalingen (art. 8:530 B.W. tot en met art. 8:532 B.W.).

    Rompbevrachting zeeschip

    Onder de overeenkomst (rompbevrachting), waarbij de ene partij (de rompvervrachter) zich verbindt een schip uitsluitend ter zee ter beschikking te stellen van haar wederpartij (de rompbevrachter) zonder daarover nog enige zeggenschap te houden, ligt de exploitatie van het schip in handen van de rompbevrachter en geschiedt zij voor diens rekening (art. 8:530 lid 1 B.W.).

    Er is een soortgelijke bepaling voor rompbevrachting van binnenschepen. Zie de pagina Enige bijzondere overeenkomsten inzake vervoer over binnenwateren.

    In art. 8:374 B.W. sluit de wetgever de wettelijke bepalingen voor huur, bewaarneming en bruikleen uit ten aanzien van de terbeschikkingstelling van een schip uit, met uitzondering van rompbevrachting. De wet wijdt echter niet verder uit, welke gevolgen een eventuele samenloop van de wettelijke bepalingen van huur, bewaarneming of bruikleen met de regeling van rompbevrachting heeft. Beide regelingen zijn kennelijk naast elkaar toepasselijk.

    Bij overdracht zeeschip gaan de rechten en verplichtingen als vervrachter over op de verkrijger

    In art. 8:530 lid 2 B.W. wordt art. 8:375 B.W. van overeenkomstige toepassing verklaard. Art. 8:375 lid 1 B.W. bepaalt, dat bij eigendomsovergang van een tevoren vervracht, al dan niet teboekstaand, schip naar een derde de verkrijger in alle rechten en verplichtingen van de vervrachter opvolgt. De verkoper blijft na de overdracht echter naast de nieuwe eigenaar aan de overeenkomst gebonden. Rechten en verplichtingen, welke vóór de eigendomsovergang opeisbaar zijn geworden, gaan op de derde niet over (art. 8:375 lid 2 B.W.).

    Zie over deze bepaling ook de pagina Overeenkomst van goederenvervoer over zee.

    Overeenkomst tot terbeschikkingstelling schip anders dan voor vervoer van personen of goederen of rompbevrachting

    Op de overeenkomst, waarbij de ene partij zich verbindt een schip, anders dan bij wijze van rompbevrachting, uitsluitend ter zee ter beschikking te stellen van de andere partij voor andere doeleinden dan het daarmee vervoeren van zaken of personen zijn de bepalingen nopens avarij-grosse alsmede de bepalingen van deze titel en, indien het een binnenschip betreft, art. 8:880 B.W. van overeenkomstige toepassing (art. 8:531 lid 1 B.W.).

    Deze bepaling is van regelend recht (art. 8:531 lid 2 B.W.).

    Aansluitend vervoer over zee en over binnenwateren

    Voor de toepassing van de bepalingen van deze afdeling wordt ter beschikkingstelling van een en eenzelfde schip ter zee en op binnenwateren beschouwd als terbeschikkingstelling ter zee, tenzij deze terbeschikkingstelling ter zee kennelijk ondergeschikt is aan die op binnenwateren, in welk geval zij als terbeschikkingstelling op binnenwateren wordt beschouwd (art. 8:532 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 3-03-2022; laatste bewerking 27-05-2022]

    Enige bijzondere overeenkomsten zeevervoer (Afd. 4, Titel 5, Hoofdstuk II, Boek 8 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Enige bijzondere overeenkomsten zeevervoer (Afd. 4, Titel 5, Hoofdstuk II, Boek 8 B.W.)

      Inleiding enige bijzondere overeenkomsten zeevervoer

      In Titel 5, Afd. 4 van Boek 8 B.W. worden enige bijzondere overeenkomsten inzake vervoer over zee geregeld. De afdeling omvat slechts 3 bepalingen (art. 8:530 B.W. tot en met art. 8:532 B.W.).

      Rompbevrachting zeeschip

      Onder de overeenkomst (rompbevrachting), waarbij de ene partij (de rompvervrachter) zich verbindt een schip uitsluitend ter zee ter beschikking te stellen van haar wederpartij (de rompbevrachter) zonder daarover nog enige zeggenschap te houden, ligt de exploitatie van het schip in handen van de rompbevrachter en geschiedt zij voor diens rekening (art. 8:530 lid 1 B.W.).

      Er is een soortgelijke bepaling voor rompbevrachting van binnenschepen. Zie de pagina Enige bijzondere overeenkomsten inzake vervoer over binnenwateren.

      In art. 8:374 B.W. sluit de wetgever de wettelijke bepalingen voor huur, bewaarneming en bruikleen uit ten aanzien van de terbeschikkingstelling van een schip uit, met uitzondering van rompbevrachting. De wet wijdt echter niet verder uit, welke gevolgen een eventuele samenloop van de wettelijke bepalingen van huur, bewaarneming of bruikleen met de regeling van rompbevrachting heeft. Beide regelingen zijn kennelijk naast elkaar toepasselijk.

      Bij overdracht zeeschip gaan de rechten en verplichtingen als vervrachter over op de verkrijger

      In art. 8:530 lid 2 B.W. wordt art. 8:375 B.W. van overeenkomstige toepassing verklaard. Art. 8:375 lid 1 B.W. bepaalt, dat bij eigendomsovergang van een tevoren vervracht, al dan niet teboekstaand, schip naar een derde de verkrijger in alle rechten en verplichtingen van de vervrachter opvolgt. De verkoper blijft na de overdracht echter naast de nieuwe eigenaar aan de overeenkomst gebonden. Rechten en verplichtingen, welke vóór de eigendomsovergang opeisbaar zijn geworden, gaan op de derde niet over (art. 8:375 lid 2 B.W.).

      Zie over deze bepaling ook de pagina Overeenkomst van goederenvervoer over zee.

      Overeenkomst tot terbeschikkingstelling schip anders dan voor vervoer van personen of goederen of rompbevrachting

      Op de overeenkomst, waarbij de ene partij zich verbindt een schip, anders dan bij wijze van rompbevrachting, uitsluitend ter zee ter beschikking te stellen van de andere partij voor andere doeleinden dan het daarmee vervoeren van zaken of personen zijn de bepalingen nopens avarij-grosse alsmede de bepalingen van deze titel en, indien het een binnenschip betreft, art. 8:880 B.W. van overeenkomstige toepassing (art. 8:531 lid 1 B.W.).

      Deze bepaling is van regelend recht (art. 8:531 lid 2 B.W.).

      Aansluitend vervoer over zee en over binnenwateren

      Voor de toepassing van de bepalingen van deze afdeling wordt ter beschikkingstelling van een en eenzelfde schip ter zee en op binnenwateren beschouwd als terbeschikkingstelling ter zee, tenzij deze terbeschikkingstelling ter zee kennelijk ondergeschikt is aan die op binnenwateren, in welk geval zij als terbeschikkingstelling op binnenwateren wordt beschouwd (art. 8:532 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 3-03-2022; laatste bewerking 27-05-2022]

      Enige bijzondere overeenkomsten zeevervoer (Afd. 4, Titel 5, Hoofdstuk II, Boek 8 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!