Aanvaarding en verwerping van nalatenschappen en van legaten (Afd. 2, Titel 6, Boek 4 B.W.)
Inleiding aanvaarding en verwerping van nalatenschappen en van legaten
In Afd. 2, Titel 6, Boek 4 B.W. wordt het belangrijke onderwerp van aanvaarding – of verwerping – van nalatenschappen geregeld. Verwerping van een nalatenschap ligt voor de hand, wanneer de nalatenschap meer schulden bevat dan bezittingen.
De erfopvolging is immers een rechtsopvolging onder algemene titel in het vermogen van de erflater, zodat bij (ongeclausuleerde) aanvaarding de erfgenaam niet alleen alle bezittingen van de overledene verkrijgt, maar ook zijn schulden. Dit kan de erfgenaam ondervangen door ‘beneficiair’ te aanvaarden: de erfenis wordt aanvaard, mits deze een batig saldo kent. Dit wordt ook wel genoemd ‘onder voorrecht van boedelbeschrijving’.
De wet geeft soortgelijke regels voor legaten. Deze Afdeling omvat 13 bepalingen (art. 4:190 B.W. tot en met art. 4:201 B.W.).
Aanvaarding van een nalatenschap
Een erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Een aanvaarding kan zuiver geschieden of onder voorrecht van boedelbeschrijving (art. 4:190 lid 1 B.W.).
De erflater kan de erfgenamen in deze keuze niet beperken. Ook kunnen de erfgenamen deze keuze niet van te voren maken: dit kan pas na het overlijden van de erflater (art. 4:190 lid 2 B.W.).
Wijze van aanvaarding of verwerping van een nalatenschap
De keuze tot aanvaarding of verwerping van een nalatenschap wordt gedaan door het afleggen van een daartoe strekkende verklaring ter griffie van de rechtbank van het sterfhuis. De verklaring wordt in het boedelregister ingeschreven (art. 4:191 lid 1 B.W.).
Bewarende maatregelen nalatenschap op last Kantonrechter
Zolang de nalatenschap niet door alle erfgenamen is aanvaard, kan de kantonrechter de maatregelen voorschrijven die hij tot behoud van de goederen nodig acht (art. 4:191 lid 2 B.W.).
Zuivere aanvaarding nalatenschap door gedragingen
De wet kent een addertje onder het gras: een erfgenaam aanvaardt de nalatenschap zuiver wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt doordat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. De bepaling is per 1 september 2016 aangescherpt met de toevoeging van de zinsnede ‘doordat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt’.
Daarmee is het risico van het per ongeluk zuiver aanvaarden van een nalatenschap wat gemitigeerd.
Dit geldt niet als de erfgenaam zijn keuze reeds eerder heeft gedaan (art. 4:192 lid 1 B.W.).
In het arrest Hof Den Bosch 5 oktober 2021 (zuivere aanvaarding door betaling uit nalatenschap) heeft het Hof – in navolging van de rechtbank – vastgesteld, dat de zoon van de erflaatster de erfenis zuiver heeft aanvaard (r.o. 3.9 t/m 3.13). In deze zaak had de moeder haar huis verkocht – met uitgestelde levering na haar dood – aan haar dochter. Vervolgens verkocht en leverde ze een deel van het huis aan een derde. De moeder had bij testament al haar kinderen behalve appellant (haar zoon) uitgesloten van haar erfenis. De gepasseerde zus vorderde schadevergoeding voor de wanprestatie door moeder, welke vordering was toegewezen.
Na het overlijden verwierp de zoon de erfenis van moeder. De zuster stelde echter – met de bedoeling haar vordering op haar broer te verhalen – dat de zoon de erfenis zuiver had aanvaard door beschikkingshandelingen. Onder meer door het betalen van een advocaat, die blijkens de opdrachtbevestiging van de advocaat niet alleen optrad voor de vereffenaar van de nalatenschap, maar ook voor de zoon ‘omdat de belangen parallel liepen’. Het verweer van de zoon, dat hij geen beschikkingshandeling had verricht door het betalen van de rekeningen van de advocaat uit de erfenis. Die vlieger ging dus niet op.
Het Hof overwoog nog, dat bij de beoordeling van dit geschil uitgegaan moest worden van art. 4:192 B.W. zoals deze geldt sinds 1 september 2016:
“De vraag of [appellant] de nalatenschap zuiver heeft aanvaard moet worden beantwoord met inachtneming van artikel 4:192 lid 1 BW, zoals dat geldt vanaf 1 september 2016. De gedragingen van [appellant] , die volgens [geïntimeerde] tot zuivere aanvaarding hebben geleid, hebben immers na deze datum plaatsgevonden. Op grond van dit artikel is van een zuivere aanvaarding alleen sprake als een erfgenaam beschikkingshandelingen verricht door goederen van de nalatenschap te verkopen, bezwaren of op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers te onttrekken. Het gaat aldus om beschikkingshandelingen, die zo ingrijpend zijn dat de erfgenaam daarmee ‘als heer en meester’ heeft beschikt over de nalatenschap.”
Termijnstelling voor maken keuze aanvaarden of verwerpen nalatenschap
Indien een erfgenaam zijn keuze nog niet heeft gedaan, kan de kantonrechter hem daarvoor op verzoek van een belanghebbende een termijn stellen, die ingaat op de dag nadat de belanghebbende deze beschikking aan de erfgenaam heeft doen betekenen en de beschikking onder vermelding van de gedane betekening heeft doen inschrijven in het boedelregister (art. 4:192 lid 2 B.W.).
De kantonrechter kan op verzoek van de erfgenaam de termijn voor de afloop daarvan een of meer malen verlengen; de verlenging wordt in het boedelregister ingeschreven.
Na verstrijken termijn keuze aanvaarding of verwerping nalatenschap: zuivere aanvaarding
De termijnstelling is niet zonder gevolgen: laat de erfgenaam de termijn verlopen zonder inmiddels een keuze te hebben gedaan, dan wordt hij geacht de nalatenschap zuiver te aanvaarden (art. 4:192 lid 3 B.W.).
Beneficiaire aanvaarding als anderen dit ook doen en erfgenaam geen keuze maakt
Als de andere erfgenamen beneficiair aanvaarden dan heeft de besluiteloze erfgenaam nog een escape: als erfgenaam die nog geen keuze heeft gemaakt, wordt geacht beneficiair te aanvaarden, wanneer een of meer zijner mede-erfgenamen door een verklaring beneficiair aanvaarden, tenzij hij alsnog de nalatenschap zuiver aanvaardt of verwerpt binnen drie maanden nadat hij van die beneficiaire aanvaarding kennis heeft gekregen of, indien voor hem op het tijdstip van die beneficiaire aanvaarding een overeenkomstig het tweede lid gestelde of verlengde termijn liep, binnen die termijn. De zuivere aanvaarding kan slechts geschieden op de wijze als bepaald in het eerste lid van het vorige artikel (art. 4:192 lid 4 B.W.).
Machtiging voor aanvaarding of verwerping nalatenschap door wettelijk vertegenwoordiger
Een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam kan voor deze niet zuiver aanvaarden en behoeft voor verwerping een machtiging van de kantonrechter. Hij is verplicht een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping af te leggen binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap, of een aandeel daarin, de erfgenaam toekomt. Deze termijn kan overeenkomstig art. 4:192 lid 2 B.W. tweede volzin worden verlengd (art. 4:193 lid 1 B.W.).
Beneficiaire aanvaarding bij gebreke van tijdige aanvaarding of verwerping door wettelijk vertegenwoordiger
Laat de wettelijk vertegenwoordiger de termijn laten verlopen, dan geldt de nalatenschap als door de erfgenaam beneficiair aanvaard. De kantonrechter kan hiervan aantekening doen houden in het boedelregister (art. 4:193 lid 2 B.W.). Deze regel geldt blijkens arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 oktober 2022 (Markar/rechthebbende) niet bij het meerderjarigenbewind. Zie ook de pagina Meerderjarigenbewind.
De wettelijk vertegenwoordiger die voor een minderjarige beneficiair heeft aanvaard, kan de Kantonrechter verzoeken om ontheffing van de verplichting om te vereffenen volgens de wet, als er sprake is van een positief saldo (art. 4:202 lid 2 B.W.). Zie de pagina Vereffening van de nalatenschap.
Zie ook de pagina Erfopvolging bij versterf voor een geval waarin de wettelijk vertegenwoordiger te laat machtiging gevraagd had voor het verwerpen van een nalatenschap namens een nog niet geboren kind.
Uitzondering Faillissementswet
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing voor de aanvaarding of verwerping van een erfenis door een faillissementscurator namens de gefailleerde, zoals bedoeld in art. 41 Fw. (art. 4:193 lid 3 B.W.). Zie ook de pagina Aanvaarding erfenis in faillissement.
Auteur & Last edit
[MdV, 9-10-2021; laatste bewerking 19-10-2022]
Aanvaarding en verwerping van nalatenschappen en van legaten (Afd. 2, Titel 6, Boek 4 B.W.)
Inleiding aanvaarding en verwerping van nalatenschappen en van legaten
In Afd. 2, Titel 6, Boek 4 B.W. wordt het belangrijke onderwerp van aanvaarding – of verwerping – van nalatenschappen geregeld. Verwerping van een nalatenschap ligt voor de hand, wanneer de nalatenschap meer schulden bevat dan bezittingen.
De erfopvolging is immers een rechtsopvolging onder algemene titel in het vermogen van de erflater, zodat bij (ongeclausuleerde) aanvaarding de erfgenaam niet alleen alle bezittingen van de overledene verkrijgt, maar ook zijn schulden. Dit kan de erfgenaam ondervangen door ‘beneficiair’ te aanvaarden: de erfenis wordt aanvaard, mits deze een batig saldo kent. Dit wordt ook wel genoemd ‘onder voorrecht van boedelbeschrijving’.
De wet geeft soortgelijke regels voor legaten. Deze Afdeling omvat 13 bepalingen (art. 4:190 B.W. tot en met art. 4:201 B.W.).
Aanvaarding van een nalatenschap
Een erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Een aanvaarding kan zuiver geschieden of onder voorrecht van boedelbeschrijving (art. 4:190 lid 1 B.W.).
De erflater kan de erfgenamen in deze keuze niet beperken. Ook kunnen de erfgenamen deze keuze niet van te voren maken: dit kan pas na het overlijden van de erflater (art. 4:190 lid 2 B.W.).
Wijze van aanvaarding of verwerping van een nalatenschap
De keuze tot aanvaarding of verwerping van een nalatenschap wordt gedaan door het afleggen van een daartoe strekkende verklaring ter griffie van de rechtbank van het sterfhuis. De verklaring wordt in het boedelregister ingeschreven (art. 4:191 lid 1 B.W.).
Bewarende maatregelen nalatenschap op last Kantonrechter
Zolang de nalatenschap niet door alle erfgenamen is aanvaard, kan de kantonrechter de maatregelen voorschrijven die hij tot behoud van de goederen nodig acht (art. 4:191 lid 2 B.W.).
Zuivere aanvaarding nalatenschap door gedragingen
De wet kent een addertje onder het gras: een erfgenaam aanvaardt de nalatenschap zuiver wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt doordat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. De bepaling is per 1 september 2016 aangescherpt met de toevoeging van de zinsnede ‘doordat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt’.
Daarmee is het risico van het per ongeluk zuiver aanvaarden van een nalatenschap wat gemitigeerd.
Dit geldt niet als de erfgenaam zijn keuze reeds eerder heeft gedaan (art. 4:192 lid 1 B.W.).
In het arrest Hof Den Bosch 5 oktober 2021 (zuivere aanvaarding door betaling uit nalatenschap) heeft het Hof – in navolging van de rechtbank – vastgesteld, dat de zoon van de erflaatster de erfenis zuiver heeft aanvaard (r.o. 3.9 t/m 3.13). In deze zaak had de moeder haar huis verkocht – met uitgestelde levering na haar dood – aan haar dochter. Vervolgens verkocht en leverde ze een deel van het huis aan een derde. De moeder had bij testament al haar kinderen behalve appellant (haar zoon) uitgesloten van haar erfenis. De gepasseerde zus vorderde schadevergoeding voor de wanprestatie door moeder, welke vordering was toegewezen.
Na het overlijden verwierp de zoon de erfenis van moeder. De zuster stelde echter – met de bedoeling haar vordering op haar broer te verhalen – dat de zoon de erfenis zuiver had aanvaard door beschikkingshandelingen. Onder meer door het betalen van een advocaat, die blijkens de opdrachtbevestiging van de advocaat niet alleen optrad voor de vereffenaar van de nalatenschap, maar ook voor de zoon ‘omdat de belangen parallel liepen’. Het verweer van de zoon, dat hij geen beschikkingshandeling had verricht door het betalen van de rekeningen van de advocaat uit de erfenis. Die vlieger ging dus niet op.
Het Hof overwoog nog, dat bij de beoordeling van dit geschil uitgegaan moest worden van art. 4:192 B.W. zoals deze geldt sinds 1 september 2016:
“De vraag of [appellant] de nalatenschap zuiver heeft aanvaard moet worden beantwoord met inachtneming van artikel 4:192 lid 1 BW, zoals dat geldt vanaf 1 september 2016. De gedragingen van [appellant] , die volgens [geïntimeerde] tot zuivere aanvaarding hebben geleid, hebben immers na deze datum plaatsgevonden. Op grond van dit artikel is van een zuivere aanvaarding alleen sprake als een erfgenaam beschikkingshandelingen verricht door goederen van de nalatenschap te verkopen, bezwaren of op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers te onttrekken. Het gaat aldus om beschikkingshandelingen, die zo ingrijpend zijn dat de erfgenaam daarmee ‘als heer en meester’ heeft beschikt over de nalatenschap.”
Termijnstelling voor maken keuze aanvaarden of verwerpen nalatenschap
Indien een erfgenaam zijn keuze nog niet heeft gedaan, kan de kantonrechter hem daarvoor op verzoek van een belanghebbende een termijn stellen, die ingaat op de dag nadat de belanghebbende deze beschikking aan de erfgenaam heeft doen betekenen en de beschikking onder vermelding van de gedane betekening heeft doen inschrijven in het boedelregister (art. 4:192 lid 2 B.W.).
De kantonrechter kan op verzoek van de erfgenaam de termijn voor de afloop daarvan een of meer malen verlengen; de verlenging wordt in het boedelregister ingeschreven.
Na verstrijken termijn keuze aanvaarding of verwerping nalatenschap: zuivere aanvaarding
De termijnstelling is niet zonder gevolgen: laat de erfgenaam de termijn verlopen zonder inmiddels een keuze te hebben gedaan, dan wordt hij geacht de nalatenschap zuiver te aanvaarden (art. 4:192 lid 3 B.W.).
Beneficiaire aanvaarding als anderen dit ook doen en erfgenaam geen keuze maakt
Als de andere erfgenamen beneficiair aanvaarden dan heeft de besluiteloze erfgenaam nog een escape: als erfgenaam die nog geen keuze heeft gemaakt, wordt geacht beneficiair te aanvaarden, wanneer een of meer zijner mede-erfgenamen door een verklaring beneficiair aanvaarden, tenzij hij alsnog de nalatenschap zuiver aanvaardt of verwerpt binnen drie maanden nadat hij van die beneficiaire aanvaarding kennis heeft gekregen of, indien voor hem op het tijdstip van die beneficiaire aanvaarding een overeenkomstig het tweede lid gestelde of verlengde termijn liep, binnen die termijn. De zuivere aanvaarding kan slechts geschieden op de wijze als bepaald in het eerste lid van het vorige artikel (art. 4:192 lid 4 B.W.).
Machtiging voor aanvaarding of verwerping nalatenschap door wettelijk vertegenwoordiger
Een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam kan voor deze niet zuiver aanvaarden en behoeft voor verwerping een machtiging van de kantonrechter. Hij is verplicht een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping af te leggen binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap, of een aandeel daarin, de erfgenaam toekomt. Deze termijn kan overeenkomstig art. 4:192 lid 2 B.W. tweede volzin worden verlengd (art. 4:193 lid 1 B.W.).
Beneficiaire aanvaarding bij gebreke van tijdige aanvaarding of verwerping door wettelijk vertegenwoordiger
Laat de wettelijk vertegenwoordiger de termijn laten verlopen, dan geldt de nalatenschap als door de erfgenaam beneficiair aanvaard. De kantonrechter kan hiervan aantekening doen houden in het boedelregister (art. 4:193 lid 2 B.W.). Deze regel geldt blijkens arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 oktober 2022 (Markar/rechthebbende) niet bij het meerderjarigenbewind. Zie ook de pagina Meerderjarigenbewind.
De wettelijk vertegenwoordiger die voor een minderjarige beneficiair heeft aanvaard, kan de Kantonrechter verzoeken om ontheffing van de verplichting om te vereffenen volgens de wet, als er sprake is van een positief saldo (art. 4:202 lid 2 B.W.). Zie de pagina Vereffening van de nalatenschap.
Zie ook de pagina Erfopvolging bij versterf voor een geval waarin de wettelijk vertegenwoordiger te laat machtiging gevraagd had voor het verwerpen van een nalatenschap namens een nog niet geboren kind.
Uitzondering Faillissementswet
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing voor de aanvaarding of verwerping van een erfenis door een faillissementscurator namens de gefailleerde, zoals bedoeld in art. 41 Fw. (art. 4:193 lid 3 B.W.). Zie ook de pagina Aanvaarding erfenis in faillissement.
Auteur & Last edit
[MdV, 9-10-2021; laatste bewerking 19-10-2022]
Aanvaarding en verwerping van nalatenschappen en van legaten (Afd. 2, Titel 6, Boek 4 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!