Pagina inhoud

    Procedures verbindendverklaring van overeenkomsten strekkende tot collectieve schadeafwikkeling (Titel 14, Boek 3 Rv.)

    Inleiding procedures verbindendverklaring overeenkomsten massaschade (Titel 14, Boek III Rv.)

    In Titel 14, Boek III Rv. is een speciale procedure opgenomen, waarmee een overeenkomst tot afwikkeling van massaschade algemeen verbindend verklaard wordt. De WCAM-procedure is in aansluiting op de WCA (art. 3:305a B.W. tot en met art. 3:305e B.W.) per 1 juli 2005 in de wet opgenomen (Stb. 2005, 340, zie ook Kamerdossier 29.414 en i.w.tr. besluit Stb. 2005, 380).

    Wanneer een collectieve overeenkomst tot het regelen van massaschade – zoals in de DES-zaak en in het faillissement van DSB Bank – is bereikt tussen de schadeveroorzaker en belangenbehartigers van partijen die schade hebben geleden, dan heeft de schadeveroorzaker er belang bij, dat daarmee zoveel mogelijk potentiële claims onder die regeling komen te vallen en er niet nog tal van procedures over gelijksoortige casusposities gevoerd hoeven te worden. Voor de benadeelden geeft zo’n regeling rechtszekerheid.

    Degenen die het er niet mee eens zijn, kunnen kiezen voor “opt-out”. Zij zijn dan op zichzelf aangewezen en zullen dan individueel moeten procederen tegen de schadeveroorzaker om hun schade vergoed te krijgen. Deze wettelijke procedure (de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschades – WCAM) is op 1 maart 2017 in werking getreden (zie Stb. 2016, 289 voor de wettekst en Stb. 2017, 16 voor de inwerkingtreding).

    WCA, WCAM en WAMCA

    De wettelijke bescherming van consumenten is versterkt met de invoering van het collectief actierecht (de WCA). Vervolgens heeft de wetgever met de invoering van de WCAM en de WAMCA ook meer mogelijkheden geboden om collectieve acties in procedures vorm te geven. Zie ook de pagina Collectieve actie (art. 3:305a B.W. tot en met  art. 3:305e B.W.). Op 1 januari 2020 is de WAMCA in werking getreden. Hierbij is art. 3:305a B.W. gewijzigd en is titel 14A Rv aan Boek 3 Rv toegevoegd.

    Inhoud van de procedure collectieve afwikkeling massaschade

    De regeling omvat 7 artikelen (art. 1013 Rv. tot en met art. 1018a Rv.). In principe geldt voor deze procedure het regime van de verzoekschriftprocedure, maar vanwege het bijzondere karakter worden in Titel 14 verschillende uitzonderingen daarop gemaakt. Zie ook de pagina Verzoekschriftprocedure 1e aanleg.

    Bepalingen voor vaststellingsovereenkomst collectieve acties geleden ook bij WCAM

    De overeenkomsten die door middel van deze procedure voor grote groepen benadeelden verbindend verklaard kunnen worden zijn vaststellingsovereenkomsten zoals geregeld in de artikelen 7:907 t/m 7:910 B.W. (zie de pagina Vaststellingsovereenkomst). Daardoor gelden de voorwaarden die gelden voor dergelijke overeenkomsten ook hier (o.a. de eis van representativiteit).

    Verzoekschriftprocedure WCAM

    Het verzoek tot verbindendverklaring moet op grond van art. 1013 lid 1 Rv. worden ingeleid met een verzoekschrift, ingediend door de partijen bij de overeenkomst tot collectieve afwikkeling van de massaschade. Het verzoekschrift moet bevatten:

    a. de namen en de woonplaatsen van de verzoekers;

    b. een omschrijving van de gebeurtenis of de gebeurtenissen waarop de overeenkomst betrekking heeft;

    c. een korte omschrijving van de overeenkomst;

    d. een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust.

    De overeenkomst waarvan vaststelling gevraagd wordt, wordt bij het verzoekschrift gevoegd (art. 1013 lid 2 Rv.).

    Art. 7:907 lid 2 B.W. bepaalt, aan welke eisen de overeenkomst tenminste moet voldoen. In art. 7:907 lid 3 B.W. worden de weigeringsgronden voor toewijzing van het verzoek bij collectieve acties vermeld. Hierbij is de vertegenwoordigingsbevoegdheid ook van belang.

    Art. 1013 lid 1 Rv. vermeldt aan welke eisen het verzoekschrift moet voldoen.

    Bevoegde rechter procedure vaststelling collectieve overeenkomst massaschade

    Het verzoekschrift moet worden ingediend bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat exclusief bevoegd is in deze (art. 1013 lid 3 Rv.).

    Openbaarmaking verzoek aan belanghebbenden

    Vanwege het collectieve karakter hoeft het verzoekschrift – in afwijking van art. 282 lid 2 Rv. dat geldt voor de reguliere verzoekschriftprocedure – niet te worden toegezonden aan de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten (art. 1013 lid 4 Rv.).

    De rechter kan, in afwijking van art. 290 leden 1 en 2 Rv. bevelen, dat het verzoekschrift, de verweerschriften, de op de zaak betrekking hebbende bescheiden en de processen-verbaal en zonodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, zodanig dat deze door de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen.

    Tevens kan de rechter bevelen dat de verzoekers desverlangd aan een persoon ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten afschriften verstrekken van de in de tweede zin genoemde stukken.

    Oproeping consumenten voor wie de massaschade-overeenkomst bedoeld is

    De oproeping van de aan de verzoekers bekende personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten geschiedt bij gewone brief, tenzij de rechter anders bepaalt. Dat kan een zeer omvangrijke mailing zijn: in de DSB-zaak waren dit ca. 300.000 brieven. Leuke opsteker voor Post NL.

    Bovendien geschiedt de oproeping door aankondiging daarvan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen, waarbij tevens rechtspersonen als bedoeld in art. 1014 Rv. worden opgeroepen. Hierbij wordt naast de plaats, de dag en het uur van de terechtzitting telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van een korte omschrijving van de overeenkomst en van de gevolgen van toewijzing van het verzoek. Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage en afschrift kan worden verkregen van de in het vierde lid genoemde stukken en wordt gewezen op de bevoegdheid om een verweerschrift in te dienen. Tenzij de rechter anders bepaalt, dragen de verzoekers zorg voor de oproeping ingevolge dit lid.

    De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde informatie ook op andere wijze wordt bekend gemaakt. Indien de curator in faillissement de overeenkomst heeft gesloten, gelast de rechter de verzoekers oproeping op een door hem te bepalen wijze van bekende en onbekende schuldeisers. Indien er personen zijn ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van oproeping voorschrijft, gelast de rechter oproeping op een door hem bepaalde wijze van deze personen, zonodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal (art. 1013 lid 5 Rv.).

    Overleggen lijst van consumenten aan de rechter

    De rechter kan bevelen dat verzoekers de namen en woonplaatsen van de aan hen bekende personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, uiterlijk op een door de rechter te bepalen dag en op een door hem te bepalen wijze aan hem worden overgelegd (art. 1013 lid 6 Rv.).

    De verzoekers kunnen zich daarbij houden aan de laatste hun bekende woonplaatsen van de betreffende personen.

    Dagbepaling behandeling WCAM verzoek en termijn verweerschriften

    De rechter kan, indien hij de dag en het uur van de behandeling bepaalt, tevens bepalen dat verweerschriften in afwijking van art. 282 lid 1 Rv., uiterlijk voor een door hem vast te stellen tijdstip voor de behandeling moeten worden ingediend. Art. 282 lid 4 Rv. geldt bij de WCAM procedure niet (art. 1013 lid 7 Rv.).

    Regiezitting WCAM-procedure

    De rechter kan, op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve, in elke stand van de procedure een verschijning van partijen ter terechtzitting bevelen teneinde het verloop van de procedure te bespreken en daaromtrent aanwijzingen te verstrekken en bevelen te geven. Partijen verschijnen ter terechtzitting in persoon of bij advocaat. Van het verhandelde wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter en de griffier wordt ondertekend. Tegen de beslissing om al dan niet een verschijning te bevelen, staat geen voorziening open (art. 1013 lid 8 Rv.).

    In het kader van de communicatie met het Hof vanuit verzoekers kan zonder bezwaar ook per brief met het Hof gecommuniceerd worden. Zo is dit in de DSB-zaak ook gebeurd om helderheid te verkrijgen over de strekking van een informatieverzoek in een tussenarrest van het Hof.

    Verweerschrift van belangenorganisatie in WCAM-procedure

    Een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die ingevolge haar statuten de belangen van personen behartigt ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, kan een verweerschrift indienen (art. 1014 Rv.).

    Schorsing andere lopende procedures hangende een WCAM-procedure

    Andere procedures over deze massaschade worden hangende het WCAM-verzoek geschorst (art. 1015 lid 1 Rv.). Ook indien reeds de dag is bepaald waarop het vonnis, het arrest of de beschikking zal worden uitgesproken. Het moet daarbij gaan om geschillen die de overeenkomst beoogt te beëindigen.

    De schorsing is van rechtswege, ook als de dag waarop het vonnis, het arrest of de beschikking zal worden uitgesproken al is bepaald.

    Hervatting procedure die vanwege WCAM-procedure geschorst is

    Art. 1015 lid 2 Rv. bepaalt wanneer de geschorste procedure wordt hervat. Dit gebeurt:

    a. voor zover in de procedure om een beslissing wordt verzocht ter zake van een geschil in de beëindiging waarvan de overeenkomst niet voorziet;

    b. indien de in art. 7:908 lid 2 B.W. bedoelde termijn is verstreken, nadat een gerechtigde onder de overeenkomst binnen die termijn de in dat lid bedoelde mededeling heeft gedaan;

    c. indien onherroepelijk vaststaat dat het verzoek niet tot toewijzing zal leiden;

    d. indien de overeenkomst overeenkomstig art. 7:908 lid 4 B.W. wordt opgezegd;

    e. indien de behandeling van het verzoek met het oog op de belangen van een gerechtigde onder de overeenkomst en alle omstandigheden in aanmerking genomen, onaanvaardbaar lang duurt en naar verwachting nog onaanvaardbaar lang zal duren;

    f. indien de partijen in de geschorste procedure daarmee instemmen.

    Stuiting en hervatting verjaringstermijn door WCAM-verzoek geschorste procedure

    Art. 7:907 lid 5 B.W. (stuiting en hervatting van de verjaringstermijn) is niet van toepassing op hetgeen in een ingevolge art. 1015 lid 2 Rv. hervat geding wordt gevorderd (art. 1015 lid 3 Rv.).

    Doorhaling op de rol van door WCAM-verzoek geschorste procedure

    Behoudens de gevallen bedoeld in art. 1015 lid 2 Rv. wordt na schorsing van een hangende procedure het geding op verzoek van de meest gerede partij van de rol afgevoerd indien de in art. 7:908 lid 2 B.W. bedoelde termijn is verstreken (art. 1015 lid 4 Rv.).

    Bepalingen inzake schorsing en hervatting procedures zijn ook van kracht bij schorsing vanwege WCAM-procedure

    Art. 225 lid 2 Rv., tweede zin (voortzetting van de procedure bij gebreke van een akte tot schorsing) en art. 225 lid 3 Rv. (alle rechtshandeling verricht na de schorsing zijn nietig) en ook art. 227 leden 2 en 3 Rv. (oproeping na hervatting van de zaak) zijn bij schorsing van een andere procedure vanwege de WCAM-procedure van toepassing (art. 1015 lid 5 Rv.). Zie ook de pagina Schorsing en hervatting van procedures.

    Deskundigenbericht in WCAM-procedure

    De rechter kan bevelen dat één of meer deskundigen zullen berichten over de voor het verzoek van belang zijnde punten (art. 1016 lid 1 Rv.).

    Behoudens de toepassing van art. 289 Rv. (veroordeling van een partij in de kosten bij eindbeschikking) kan de rechter bepalen dat de kosten voortvloeiende uit de toepassing van de bepalingen van deze titel ten laste komen van één of meer verzoekers (art. 1016 lid 2 Rv.).

    Publicatie van de WCAM-beschikking

    Een afschrift van de beschikking wordt door de griffier schriftelijk zo spoedig mogelijk verstrekt aan de verzoekers (art. 1017 lid 1 Rv.).

    Ter inzagelegging op publicatie op een website WCAM-beschikking

    De beschikking en de overeenkomst die daarbij verbindend is verklaard liggen ter griffie ter inzage en afschrift van de gerechtigden onder de overeenkomst (art. 1017 lid 2 Rv.).

    De rechter kan, in plaats daarvan, bevelen dat de beschikking en de overeenkomst en zonodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, zodanig dat deze door de gerechtigden onder de overeenkomst ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen. Tevens kan de rechter bevelen dat de verzoekers desverlangd aan een gerechtigde onder de overeenkomst afschriften verstrekken van de beschikking en de overeenkomst.

    Toezenden brief aan gerechtigden ter kennisgeving van WCAM-beschikking

    Aan de bekende gerechtigden onder de overeenkomst en aan de in de procedure verschenen rechtspersonen als bedoeld in art. 1014 Rv., wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan van de beschikking tot verbindendverklaring, tenzij de rechter anders bepaalt. Bovendien wordt van de verbindendverklaring zo spoedig mogelijk aankondiging gedaan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen.

    Hierbij wordt telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van een korte omschrijving van de overeenkomst, in het bijzonder de wijze waarop vergoeding kan worden verkregen of anderszins een beroep op de overeenkomst kan worden gedaan en, indien de overeenkomst dat bepaalt, de termijn waarbinnen daarop aanspraak dient te worden gemaakt, alsmede van de gevolgen van de verbindendverklaring, en worden de termijn waarbinnen en de wijze waarop de gerechtigden onder de overeenkomst zich van de gevolgen van de verbindendverklaring kunnen bevrijden, vermeld.

    Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage en afschrift kan worden verkregen van de beschikking en de overeenkomst die daarbij verbindend is verklaard.

    De rechter kan bevelen dat ook van andere dan de in dit lid genoemde gegevens melding wordt gemaakt. Tenzij de rechter anders bepaalt, dragen de verzoekers zorg voor de in dit lid bedoelde melding en aankondiging. De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde gegevens ook op andere wijze bekend worden gemaakt. Indien er gerechtigden onder de overeenkomst zijn die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van aankondiging voorschrijft, gelast de rechter aankondiging op een door hem te bepalen wijze ten behoeve van deze gerechtigden, zonodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal (art. 1017 lid 3 Rv.).

    Kennisgeving aan consumenten bij afwijzing van het WCAM-verzoek

    Zo spoedig mogelijk nadat het verzoek tot verbindendverklaring onherroepelijk is afgewezen, dragen de verzoekers er zorg voor dat de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, daar op een door de rechter te bepalen wijze van op de hoogte worden gebracht (art. 1017 lid 4 Rv.).

    Verzoek om nadere instructies inzake kennisgeving WCAM-beschikking

    De verzoekers kunnen het gerechtshof Amsterdam verzoeken om ter uitvoering van de in het derde en vierde lid bedoelde meldingen en aankondigingen nadere aanwijzingen te verstrekken (art. 1017 lid 5 Rv.).

    Cassatieberoep tegen afwijzing WCAM-beschikking

    Beroep in cassatie staat uitsluitend open indien het verzoek wordt afgewezen en kan uitsluitend door de verzoekers gezamenlijk worden ingesteld (art. 1018 lid 1 Rv.).

    Herroeping WCAM-beschikking

    Herroeping staat uitsluitend open voor de in art. 7:907 lid 1 B.W. bedoelde stichtingen of verenigingen gezamenlijk, en voor de overige verzoekers gezamenlijk. Indien de in de eerste zin bedoelde stichtingen of verenigingen zijn ontbonden, staat herroeping open voor een stichting of vereniging, bedoeld in art. 1014 Rv..

    Herroeping van de beschikking op verzoek van stichtingen en verenigingen als bedoeld in de eerste of tweede zin, heeft geen gevolgen voor een gerechtigde onder de overeenkomst die zich tegen die gevolgen verzet (art. 1018 lid 2 Rv.).

    Verzoek om onderzoek naar de mogelijkheid van een massaschade-overeenkomst

    Indien een veelheid aan personen door een gebeurtenis of gelijksoortige gebeurtenissen is benadeeld, kan, voordat een zaak aanhangig is, de rechtbank, teneinde een overeenkomst, bedoeld in art. 7:907 lid 1 B.W. te beproeven, op verzoek van een stichting of vereniging, bedoeld in art. 907 lid 3 sub f B.W. en van de persoon of personen die voor deze gebeurtenis of gebeurtenissen verantwoordelijk worden gehouden, dan wel op verzoek van een van hen, een verschijning ter zitting van deze partijen bevelen (art. 1018a lid 1 Rv.).

    Het verzoekschrift moet op grond van art. 1018a lid 2 Rv. vermelden:

    a. de naam en woonplaats van de verzoeker of verzoekers;

    b. de naam en woonplaats van de in het eerste lid bedoelde partijen waarvan verschijning wordt verzocht;

    c. een omschrijving van de gebeurtenis of gebeurtenissen waarop het verzoek betrekking heeft;

    d. een omschrijving van het geschil of de geschillen die partijen verdeeld houdt;

    e. een omschrijving van het verzoek.

    Indien de rechter het verzoek toestaat, bepaalt hij de plaats, de dag en het uur waarop de verschijning zal plaatsvinden. Verzoekers en andere partijen, die daartoe zijn opgeroepen, zijn verplicht te verschijnen. Indien een verzoeker of partij als bedoeld in de tweede zin niet verschijnt, kan zij worden veroordeeld tot vergoeding van de vergeefs aangewende kosten van degenen die wel zijn verschenen (art. 1018a lid 2 Rv.).

    Bij een verschijning ter zitting kan besproken worden hoe verzoekers en de opgeroepen partijen de totstandkoming van een in het eerste lid bedoelde overeenkomst zullen trachten te bereiken. Ook kan een andere wijze van beëindiging van geschillen ter zake van de in het eerste lid bedoelde gebeurtenis of gebeurtenissen worden besproken.

    Art. 191 lid 2 Rv., tweede en derde volzin (vastlegging afspraken op regiezitting) is van overeenkomstige toepassing (art. 1018a lid 3 Rv.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 16-02-2020; laatste bewerking 4-09-2023]

    Procedures verbindendverklaring van overeenkomsten strekkende tot collectieve schadeafwikkeling (Titel 14, Boek 3 Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Procedures verbindendverklaring van overeenkomsten strekkende tot collectieve schadeafwikkeling (Titel 14, Boek 3 Rv.)

      Inleiding procedures verbindendverklaring overeenkomsten massaschade (Titel 14, Boek III Rv.)

      In Titel 14, Boek III Rv. is een speciale procedure opgenomen, waarmee een overeenkomst tot afwikkeling van massaschade algemeen verbindend verklaard wordt. De WCAM-procedure is in aansluiting op de WCA (art. 3:305a B.W. tot en met art. 3:305e B.W.) per 1 juli 2005 in de wet opgenomen (Stb. 2005, 340, zie ook Kamerdossier 29.414 en i.w.tr. besluit Stb. 2005, 380).

      Wanneer een collectieve overeenkomst tot het regelen van massaschade – zoals in de DES-zaak en in het faillissement van DSB Bank – is bereikt tussen de schadeveroorzaker en belangenbehartigers van partijen die schade hebben geleden, dan heeft de schadeveroorzaker er belang bij, dat daarmee zoveel mogelijk potentiële claims onder die regeling komen te vallen en er niet nog tal van procedures over gelijksoortige casusposities gevoerd hoeven te worden. Voor de benadeelden geeft zo’n regeling rechtszekerheid.

      Degenen die het er niet mee eens zijn, kunnen kiezen voor “opt-out”. Zij zijn dan op zichzelf aangewezen en zullen dan individueel moeten procederen tegen de schadeveroorzaker om hun schade vergoed te krijgen. Deze wettelijke procedure (de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschades – WCAM) is op 1 maart 2017 in werking getreden (zie Stb. 2016, 289 voor de wettekst en Stb. 2017, 16 voor de inwerkingtreding).

      WCA, WCAM en WAMCA

      De wettelijke bescherming van consumenten is versterkt met de invoering van het collectief actierecht (de WCA). Vervolgens heeft de wetgever met de invoering van de WCAM en de WAMCA ook meer mogelijkheden geboden om collectieve acties in procedures vorm te geven. Zie ook de pagina Collectieve actie (art. 3:305a B.W. tot en met  art. 3:305e B.W.). Op 1 januari 2020 is de WAMCA in werking getreden. Hierbij is art. 3:305a B.W. gewijzigd en is titel 14A Rv aan Boek 3 Rv toegevoegd.

      Inhoud van de procedure collectieve afwikkeling massaschade

      De regeling omvat 7 artikelen (art. 1013 Rv. tot en met art. 1018a Rv.). In principe geldt voor deze procedure het regime van de verzoekschriftprocedure, maar vanwege het bijzondere karakter worden in Titel 14 verschillende uitzonderingen daarop gemaakt. Zie ook de pagina Verzoekschriftprocedure 1e aanleg.

      Bepalingen voor vaststellingsovereenkomst collectieve acties geleden ook bij WCAM

      De overeenkomsten die door middel van deze procedure voor grote groepen benadeelden verbindend verklaard kunnen worden zijn vaststellingsovereenkomsten zoals geregeld in de artikelen 7:907 t/m 7:910 B.W. (zie de pagina Vaststellingsovereenkomst). Daardoor gelden de voorwaarden die gelden voor dergelijke overeenkomsten ook hier (o.a. de eis van representativiteit).

      Verzoekschriftprocedure WCAM

      Het verzoek tot verbindendverklaring moet op grond van art. 1013 lid 1 Rv. worden ingeleid met een verzoekschrift, ingediend door de partijen bij de overeenkomst tot collectieve afwikkeling van de massaschade. Het verzoekschrift moet bevatten:

      a. de namen en de woonplaatsen van de verzoekers;

      b. een omschrijving van de gebeurtenis of de gebeurtenissen waarop de overeenkomst betrekking heeft;

      c. een korte omschrijving van de overeenkomst;

      d. een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust.

      De overeenkomst waarvan vaststelling gevraagd wordt, wordt bij het verzoekschrift gevoegd (art. 1013 lid 2 Rv.).

      Art. 7:907 lid 2 B.W. bepaalt, aan welke eisen de overeenkomst tenminste moet voldoen. In art. 7:907 lid 3 B.W. worden de weigeringsgronden voor toewijzing van het verzoek bij collectieve acties vermeld. Hierbij is de vertegenwoordigingsbevoegdheid ook van belang.

      Art. 1013 lid 1 Rv. vermeldt aan welke eisen het verzoekschrift moet voldoen.

      Bevoegde rechter procedure vaststelling collectieve overeenkomst massaschade

      Het verzoekschrift moet worden ingediend bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat exclusief bevoegd is in deze (art. 1013 lid 3 Rv.).

      Openbaarmaking verzoek aan belanghebbenden

      Vanwege het collectieve karakter hoeft het verzoekschrift – in afwijking van art. 282 lid 2 Rv. dat geldt voor de reguliere verzoekschriftprocedure – niet te worden toegezonden aan de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten (art. 1013 lid 4 Rv.).

      De rechter kan, in afwijking van art. 290 leden 1 en 2 Rv. bevelen, dat het verzoekschrift, de verweerschriften, de op de zaak betrekking hebbende bescheiden en de processen-verbaal en zonodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, zodanig dat deze door de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen.

      Tevens kan de rechter bevelen dat de verzoekers desverlangd aan een persoon ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten afschriften verstrekken van de in de tweede zin genoemde stukken.

      Oproeping consumenten voor wie de massaschade-overeenkomst bedoeld is

      De oproeping van de aan de verzoekers bekende personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten geschiedt bij gewone brief, tenzij de rechter anders bepaalt. Dat kan een zeer omvangrijke mailing zijn: in de DSB-zaak waren dit ca. 300.000 brieven. Leuke opsteker voor Post NL.

      Bovendien geschiedt de oproeping door aankondiging daarvan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen, waarbij tevens rechtspersonen als bedoeld in art. 1014 Rv. worden opgeroepen. Hierbij wordt naast de plaats, de dag en het uur van de terechtzitting telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van een korte omschrijving van de overeenkomst en van de gevolgen van toewijzing van het verzoek. Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage en afschrift kan worden verkregen van de in het vierde lid genoemde stukken en wordt gewezen op de bevoegdheid om een verweerschrift in te dienen. Tenzij de rechter anders bepaalt, dragen de verzoekers zorg voor de oproeping ingevolge dit lid.

      De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde informatie ook op andere wijze wordt bekend gemaakt. Indien de curator in faillissement de overeenkomst heeft gesloten, gelast de rechter de verzoekers oproeping op een door hem te bepalen wijze van bekende en onbekende schuldeisers. Indien er personen zijn ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van oproeping voorschrijft, gelast de rechter oproeping op een door hem bepaalde wijze van deze personen, zonodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal (art. 1013 lid 5 Rv.).

      Overleggen lijst van consumenten aan de rechter

      De rechter kan bevelen dat verzoekers de namen en woonplaatsen van de aan hen bekende personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, uiterlijk op een door de rechter te bepalen dag en op een door hem te bepalen wijze aan hem worden overgelegd (art. 1013 lid 6 Rv.).

      De verzoekers kunnen zich daarbij houden aan de laatste hun bekende woonplaatsen van de betreffende personen.

      Dagbepaling behandeling WCAM verzoek en termijn verweerschriften

      De rechter kan, indien hij de dag en het uur van de behandeling bepaalt, tevens bepalen dat verweerschriften in afwijking van art. 282 lid 1 Rv., uiterlijk voor een door hem vast te stellen tijdstip voor de behandeling moeten worden ingediend. Art. 282 lid 4 Rv. geldt bij de WCAM procedure niet (art. 1013 lid 7 Rv.).

      Regiezitting WCAM-procedure

      De rechter kan, op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve, in elke stand van de procedure een verschijning van partijen ter terechtzitting bevelen teneinde het verloop van de procedure te bespreken en daaromtrent aanwijzingen te verstrekken en bevelen te geven. Partijen verschijnen ter terechtzitting in persoon of bij advocaat. Van het verhandelde wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter en de griffier wordt ondertekend. Tegen de beslissing om al dan niet een verschijning te bevelen, staat geen voorziening open (art. 1013 lid 8 Rv.).

      In het kader van de communicatie met het Hof vanuit verzoekers kan zonder bezwaar ook per brief met het Hof gecommuniceerd worden. Zo is dit in de DSB-zaak ook gebeurd om helderheid te verkrijgen over de strekking van een informatieverzoek in een tussenarrest van het Hof.

      Verweerschrift van belangenorganisatie in WCAM-procedure

      Een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die ingevolge haar statuten de belangen van personen behartigt ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, kan een verweerschrift indienen (art. 1014 Rv.).

      Schorsing andere lopende procedures hangende een WCAM-procedure

      Andere procedures over deze massaschade worden hangende het WCAM-verzoek geschorst (art. 1015 lid 1 Rv.). Ook indien reeds de dag is bepaald waarop het vonnis, het arrest of de beschikking zal worden uitgesproken. Het moet daarbij gaan om geschillen die de overeenkomst beoogt te beëindigen.

      De schorsing is van rechtswege, ook als de dag waarop het vonnis, het arrest of de beschikking zal worden uitgesproken al is bepaald.

      Hervatting procedure die vanwege WCAM-procedure geschorst is

      Art. 1015 lid 2 Rv. bepaalt wanneer de geschorste procedure wordt hervat. Dit gebeurt:

      a. voor zover in de procedure om een beslissing wordt verzocht ter zake van een geschil in de beëindiging waarvan de overeenkomst niet voorziet;

      b. indien de in art. 7:908 lid 2 B.W. bedoelde termijn is verstreken, nadat een gerechtigde onder de overeenkomst binnen die termijn de in dat lid bedoelde mededeling heeft gedaan;

      c. indien onherroepelijk vaststaat dat het verzoek niet tot toewijzing zal leiden;

      d. indien de overeenkomst overeenkomstig art. 7:908 lid 4 B.W. wordt opgezegd;

      e. indien de behandeling van het verzoek met het oog op de belangen van een gerechtigde onder de overeenkomst en alle omstandigheden in aanmerking genomen, onaanvaardbaar lang duurt en naar verwachting nog onaanvaardbaar lang zal duren;

      f. indien de partijen in de geschorste procedure daarmee instemmen.

      Stuiting en hervatting verjaringstermijn door WCAM-verzoek geschorste procedure

      Art. 7:907 lid 5 B.W. (stuiting en hervatting van de verjaringstermijn) is niet van toepassing op hetgeen in een ingevolge art. 1015 lid 2 Rv. hervat geding wordt gevorderd (art. 1015 lid 3 Rv.).

      Doorhaling op de rol van door WCAM-verzoek geschorste procedure

      Behoudens de gevallen bedoeld in art. 1015 lid 2 Rv. wordt na schorsing van een hangende procedure het geding op verzoek van de meest gerede partij van de rol afgevoerd indien de in art. 7:908 lid 2 B.W. bedoelde termijn is verstreken (art. 1015 lid 4 Rv.).

      Bepalingen inzake schorsing en hervatting procedures zijn ook van kracht bij schorsing vanwege WCAM-procedure

      Art. 225 lid 2 Rv., tweede zin (voortzetting van de procedure bij gebreke van een akte tot schorsing) en art. 225 lid 3 Rv. (alle rechtshandeling verricht na de schorsing zijn nietig) en ook art. 227 leden 2 en 3 Rv. (oproeping na hervatting van de zaak) zijn bij schorsing van een andere procedure vanwege de WCAM-procedure van toepassing (art. 1015 lid 5 Rv.). Zie ook de pagina Schorsing en hervatting van procedures.

      Deskundigenbericht in WCAM-procedure

      De rechter kan bevelen dat één of meer deskundigen zullen berichten over de voor het verzoek van belang zijnde punten (art. 1016 lid 1 Rv.).

      Behoudens de toepassing van art. 289 Rv. (veroordeling van een partij in de kosten bij eindbeschikking) kan de rechter bepalen dat de kosten voortvloeiende uit de toepassing van de bepalingen van deze titel ten laste komen van één of meer verzoekers (art. 1016 lid 2 Rv.).

      Publicatie van de WCAM-beschikking

      Een afschrift van de beschikking wordt door de griffier schriftelijk zo spoedig mogelijk verstrekt aan de verzoekers (art. 1017 lid 1 Rv.).

      Ter inzagelegging op publicatie op een website WCAM-beschikking

      De beschikking en de overeenkomst die daarbij verbindend is verklaard liggen ter griffie ter inzage en afschrift van de gerechtigden onder de overeenkomst (art. 1017 lid 2 Rv.).

      De rechter kan, in plaats daarvan, bevelen dat de beschikking en de overeenkomst en zonodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, zodanig dat deze door de gerechtigden onder de overeenkomst ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen. Tevens kan de rechter bevelen dat de verzoekers desverlangd aan een gerechtigde onder de overeenkomst afschriften verstrekken van de beschikking en de overeenkomst.

      Toezenden brief aan gerechtigden ter kennisgeving van WCAM-beschikking

      Aan de bekende gerechtigden onder de overeenkomst en aan de in de procedure verschenen rechtspersonen als bedoeld in art. 1014 Rv., wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan van de beschikking tot verbindendverklaring, tenzij de rechter anders bepaalt. Bovendien wordt van de verbindendverklaring zo spoedig mogelijk aankondiging gedaan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen.

      Hierbij wordt telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van een korte omschrijving van de overeenkomst, in het bijzonder de wijze waarop vergoeding kan worden verkregen of anderszins een beroep op de overeenkomst kan worden gedaan en, indien de overeenkomst dat bepaalt, de termijn waarbinnen daarop aanspraak dient te worden gemaakt, alsmede van de gevolgen van de verbindendverklaring, en worden de termijn waarbinnen en de wijze waarop de gerechtigden onder de overeenkomst zich van de gevolgen van de verbindendverklaring kunnen bevrijden, vermeld.

      Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage en afschrift kan worden verkregen van de beschikking en de overeenkomst die daarbij verbindend is verklaard.

      De rechter kan bevelen dat ook van andere dan de in dit lid genoemde gegevens melding wordt gemaakt. Tenzij de rechter anders bepaalt, dragen de verzoekers zorg voor de in dit lid bedoelde melding en aankondiging. De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde gegevens ook op andere wijze bekend worden gemaakt. Indien er gerechtigden onder de overeenkomst zijn die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van aankondiging voorschrijft, gelast de rechter aankondiging op een door hem te bepalen wijze ten behoeve van deze gerechtigden, zonodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal (art. 1017 lid 3 Rv.).

      Kennisgeving aan consumenten bij afwijzing van het WCAM-verzoek

      Zo spoedig mogelijk nadat het verzoek tot verbindendverklaring onherroepelijk is afgewezen, dragen de verzoekers er zorg voor dat de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, daar op een door de rechter te bepalen wijze van op de hoogte worden gebracht (art. 1017 lid 4 Rv.).

      Verzoek om nadere instructies inzake kennisgeving WCAM-beschikking

      De verzoekers kunnen het gerechtshof Amsterdam verzoeken om ter uitvoering van de in het derde en vierde lid bedoelde meldingen en aankondigingen nadere aanwijzingen te verstrekken (art. 1017 lid 5 Rv.).

      Cassatieberoep tegen afwijzing WCAM-beschikking

      Beroep in cassatie staat uitsluitend open indien het verzoek wordt afgewezen en kan uitsluitend door de verzoekers gezamenlijk worden ingesteld (art. 1018 lid 1 Rv.).

      Herroeping WCAM-beschikking

      Herroeping staat uitsluitend open voor de in art. 7:907 lid 1 B.W. bedoelde stichtingen of verenigingen gezamenlijk, en voor de overige verzoekers gezamenlijk. Indien de in de eerste zin bedoelde stichtingen of verenigingen zijn ontbonden, staat herroeping open voor een stichting of vereniging, bedoeld in art. 1014 Rv..

      Herroeping van de beschikking op verzoek van stichtingen en verenigingen als bedoeld in de eerste of tweede zin, heeft geen gevolgen voor een gerechtigde onder de overeenkomst die zich tegen die gevolgen verzet (art. 1018 lid 2 Rv.).

      Verzoek om onderzoek naar de mogelijkheid van een massaschade-overeenkomst

      Indien een veelheid aan personen door een gebeurtenis of gelijksoortige gebeurtenissen is benadeeld, kan, voordat een zaak aanhangig is, de rechtbank, teneinde een overeenkomst, bedoeld in art. 7:907 lid 1 B.W. te beproeven, op verzoek van een stichting of vereniging, bedoeld in art. 907 lid 3 sub f B.W. en van de persoon of personen die voor deze gebeurtenis of gebeurtenissen verantwoordelijk worden gehouden, dan wel op verzoek van een van hen, een verschijning ter zitting van deze partijen bevelen (art. 1018a lid 1 Rv.).

      Het verzoekschrift moet op grond van art. 1018a lid 2 Rv. vermelden:

      a. de naam en woonplaats van de verzoeker of verzoekers;

      b. de naam en woonplaats van de in het eerste lid bedoelde partijen waarvan verschijning wordt verzocht;

      c. een omschrijving van de gebeurtenis of gebeurtenissen waarop het verzoek betrekking heeft;

      d. een omschrijving van het geschil of de geschillen die partijen verdeeld houdt;

      e. een omschrijving van het verzoek.

      Indien de rechter het verzoek toestaat, bepaalt hij de plaats, de dag en het uur waarop de verschijning zal plaatsvinden. Verzoekers en andere partijen, die daartoe zijn opgeroepen, zijn verplicht te verschijnen. Indien een verzoeker of partij als bedoeld in de tweede zin niet verschijnt, kan zij worden veroordeeld tot vergoeding van de vergeefs aangewende kosten van degenen die wel zijn verschenen (art. 1018a lid 2 Rv.).

      Bij een verschijning ter zitting kan besproken worden hoe verzoekers en de opgeroepen partijen de totstandkoming van een in het eerste lid bedoelde overeenkomst zullen trachten te bereiken. Ook kan een andere wijze van beëindiging van geschillen ter zake van de in het eerste lid bedoelde gebeurtenis of gebeurtenissen worden besproken.

      Art. 191 lid 2 Rv., tweede en derde volzin (vastlegging afspraken op regiezitting) is van overeenkomstige toepassing (art. 1018a lid 3 Rv.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 16-02-2020; laatste bewerking 4-09-2023]

      Procedures verbindendverklaring van overeenkomsten strekkende tot collectieve schadeafwikkeling (Titel 14, Boek 3 Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!