HR 4 oktober 2013 (Dongray Industrial/Gécamines)

Het gebruiken van de mogelijkheid rechtsmacht te scheppen door middel van beslag op vermogensbestanddelen in Nederland kan ook misbruik van (proces)recht zijn in de zin van art. 3:13 lid 2 B.W.. Zie voor een geval waarin dit aan de orde was het arrest van de Hoge Raad inzake Dongray Industrial Ltd./GÉCAMINES d.d. 4 oktober 2013. De Hoge…

PHR 4 maart 2022 (ControlPay/ABN AMRO)

Aansprakelijkheid beslaglegger voor beslag op zaken van een derde De P-G zegt hierover in zijn conclusie: “3.7 Jegens derden, zoals ControlPay, van wie de eigendom wordt beslagen bij een beslag dat wordt gelegd onder de beslagdebiteur, zoals in dit geval de bestuurder van ControlPay, veelal in de veronderstelling dat het goed toebehoort aan de beslagdebiteur, is…

HR 15 april 1965 (Snel/Ter Steege)

Risico-aansprakelijkheid bij beslaglegging Op de beslaglegger rust een risico-aansprakelijkheid voor het geval de vordering, tot zekerheid waarvan conservatoir beslag is gelegd, uiteindelijk wordt afgewezen. De beslaglegger moet de schade, die het beslag heeft veroorzaakt, aan de beslagene vergoeden. Dit is vaste rechtspraak sinds het arrest HR 15 april 1965, NJ 1965/331 m.nt. D.J. Veegens (Snel/Ter…

HR 2 december 2022 (Hoch Capital Ltd. / beslaglegger)

In de zaak HR 2 december 2022 (Hoch Capital Ltd./beslaglegger) was de vraag aan de orde, of de rechter bij de beoordeling van het verzoek tot het mogen leggen van een conservatoir EAPO-bankbeslag c.q. de vordering tot intrekking van dat beslag ook na de beslaglegging gebleken feiten in de beoordeling mag betrekken, of niet (toetsing…