Pagina inhoud

    Gevolgen van WHOA-akkoord na homologatie (Par. 4, Afd. 2, Titel IV Fw.)

    Inleiding gevolgen WHOA-akkoord na homologatie

    In Titel IV, Afd. 2, Par. 4 Fw. worden de wettelijke gevolgen van het WHOA-akkoord geregeld. De paragraaf bevat 3 bepalingen (art. 385 Fw. tot en met art. 387 Fw.).

    WHOA-akkoord is na homologatie algemeen verbindend

    Het gehomologeerde akkoord is verbindend voor de schuldenaar en voor alle stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders (art. 385 Fw.). Het akkoord bindt dus ook de schuldeisers of aandeelhouders, die tegen het akkoord hebben gestemd. Het WHOA-akkoord is zodoende net als het gehomologeerde akkoord in surseance of faillissement een zgn. “dwangakkoord”.

    Wanneer krachtens art. 381 lid 4 of 5 Fw. een ander stemgerechtigd was voor een bepaalde schuldeiser of aandeelhouder, dan bindt het akkoord die schuldeiser of aandeelhouder uiteraard evengoed.

    WHOA-akkoord levert na homologatie executoriale titel op

    Het vonnis van homologatie levert ten behoeve van de stemgerechtigde schuldeisers met niet door de schuldenaar betwiste vorderingen een voor tenuitvoerlegging vatbare titel op tegen de schuldenaar en tegen de tot het akkoord als borgen toegetreden personen, voor zover de schuldeisers op basis van het akkoord een vordering krijgen tot betaling van een geldsom (art. 386 Fw.).

    In Rb. Noord-Holland 10 maart 2021 (Safetywinkel/Jurlights) heeft de rechtbank de – voor de start van de WHO ingeleide – incassoprocedure tegen Jurlights afgewezen, omdat Safetywinkel als gevolg van de homologatie van het akkoord reeds een executoriale titel had verkregen. Safetywinkel had zodoende na de homologatie geen belang meer bij haar vordering. De kosten werden gecompenseerd: ieder van partijen diende de eigen kosten te dragen. Wat natuurlijk zuur is voor de schuldeiser, die in beginsel terecht een procedure was begonnen. Jurlights had de vordering in het kader van de WHOA-procedure erkend. Zie ook de pagina Algemene bepalingen vorderingsrecht over het vereiste van belang bij het instellen van een vordering (art. 3:303 B.W.).

    Niet-nakoming WHOA-akkoord

    Iedere tekortkoming in de nakoming van het WHOA-akkoord levert verzuim van de schuldenaar op (art. 387 lid 1 Fw.). In dat geval moet de schuldenaar schadevergoeding betalen aan de gerechtigde. De wettelijke regeling van verzuim – in het bijzonder art. 6:75 B.W. – is hier ook van toepassing. Zie ook de pagina Algemene bepalingen niet-nakoming verbintenis.

    Ook de normale wettelijke regels voor schadevergoeding (Afd. 10, Titel 1 van Boek 6 B.W.) zijn van toepassing. Zie ook de pagina Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding.

    Ontbinding WHOA-akkoord

    In beginsel kan het akkoord bij niet-nakoming worden ontbonden. Daarbij is art. 165 Fw. (inzake de ontbinding van een gehomologeerd akkoord in faillissement) van overeenkomstige toepassing. De mogelijkheid tot ontbinding kan ook worden uitgesloten, waartoe dan in het WHOA-akkoord een bepaling kan worden opgenomen.

    Ontbinding van het gehomologeerde akkoord kan derhalve door elke schuldeiser gevorderd worden, jegens wie de schuldenaar in gebreke blijft aan de inhoud daarvan te voldoen (art. 165 lid 1 Fw.). Daaronder zal dan mede te verstaan zijn een aandeelhouder jegens wie niet wordt nagekomen. De WHOA vermeldt dit niet afzonderlijk.

    Het bewijs dat wel is nagekomen rust op de schuldenaar (art. 165 lid 2 Fw.).

    De rechter kan de schuldenaar ambtshalve nog een “terme de grace” verlenen van ten hoogste één maand om alsnog na te komen (art. 165 lid 3 Fw.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 1-11-2020; laatste bewerking 8-04-2021]

    Gevolgen van WHOA-akkoord na homologatie (Par. 4, Afd. 2, Titel IV Fw.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Gevolgen van WHOA-akkoord na homologatie (Par. 4, Afd. 2, Titel IV Fw.)

      Inleiding gevolgen WHOA-akkoord na homologatie

      In Titel IV, Afd. 2, Par. 4 Fw. worden de wettelijke gevolgen van het WHOA-akkoord geregeld. De paragraaf bevat 3 bepalingen (art. 385 Fw. tot en met art. 387 Fw.).

      WHOA-akkoord is na homologatie algemeen verbindend

      Het gehomologeerde akkoord is verbindend voor de schuldenaar en voor alle stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders (art. 385 Fw.). Het akkoord bindt dus ook de schuldeisers of aandeelhouders, die tegen het akkoord hebben gestemd. Het WHOA-akkoord is zodoende net als het gehomologeerde akkoord in surseance of faillissement een zgn. “dwangakkoord”.

      Wanneer krachtens art. 381 lid 4 of 5 Fw. een ander stemgerechtigd was voor een bepaalde schuldeiser of aandeelhouder, dan bindt het akkoord die schuldeiser of aandeelhouder uiteraard evengoed.

      WHOA-akkoord levert na homologatie executoriale titel op

      Het vonnis van homologatie levert ten behoeve van de stemgerechtigde schuldeisers met niet door de schuldenaar betwiste vorderingen een voor tenuitvoerlegging vatbare titel op tegen de schuldenaar en tegen de tot het akkoord als borgen toegetreden personen, voor zover de schuldeisers op basis van het akkoord een vordering krijgen tot betaling van een geldsom (art. 386 Fw.).

      In Rb. Noord-Holland 10 maart 2021 (Safetywinkel/Jurlights) heeft de rechtbank de – voor de start van de WHO ingeleide – incassoprocedure tegen Jurlights afgewezen, omdat Safetywinkel als gevolg van de homologatie van het akkoord reeds een executoriale titel had verkregen. Safetywinkel had zodoende na de homologatie geen belang meer bij haar vordering. De kosten werden gecompenseerd: ieder van partijen diende de eigen kosten te dragen. Wat natuurlijk zuur is voor de schuldeiser, die in beginsel terecht een procedure was begonnen. Jurlights had de vordering in het kader van de WHOA-procedure erkend. Zie ook de pagina Algemene bepalingen vorderingsrecht over het vereiste van belang bij het instellen van een vordering (art. 3:303 B.W.).

      Niet-nakoming WHOA-akkoord

      Iedere tekortkoming in de nakoming van het WHOA-akkoord levert verzuim van de schuldenaar op (art. 387 lid 1 Fw.). In dat geval moet de schuldenaar schadevergoeding betalen aan de gerechtigde. De wettelijke regeling van verzuim – in het bijzonder art. 6:75 B.W. – is hier ook van toepassing. Zie ook de pagina Algemene bepalingen niet-nakoming verbintenis.

      Ook de normale wettelijke regels voor schadevergoeding (Afd. 10, Titel 1 van Boek 6 B.W.) zijn van toepassing. Zie ook de pagina Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding.

      Ontbinding WHOA-akkoord

      In beginsel kan het akkoord bij niet-nakoming worden ontbonden. Daarbij is art. 165 Fw. (inzake de ontbinding van een gehomologeerd akkoord in faillissement) van overeenkomstige toepassing. De mogelijkheid tot ontbinding kan ook worden uitgesloten, waartoe dan in het WHOA-akkoord een bepaling kan worden opgenomen.

      Ontbinding van het gehomologeerde akkoord kan derhalve door elke schuldeiser gevorderd worden, jegens wie de schuldenaar in gebreke blijft aan de inhoud daarvan te voldoen (art. 165 lid 1 Fw.). Daaronder zal dan mede te verstaan zijn een aandeelhouder jegens wie niet wordt nagekomen. De WHOA vermeldt dit niet afzonderlijk.

      Het bewijs dat wel is nagekomen rust op de schuldenaar (art. 165 lid 2 Fw.).

      De rechter kan de schuldenaar ambtshalve nog een “terme de grace” verlenen van ten hoogste één maand om alsnog na te komen (art. 165 lid 3 Fw.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 1-11-2020; laatste bewerking 8-04-2021]

      Gevolgen van WHOA-akkoord na homologatie (Par. 4, Afd. 2, Titel IV Fw.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!