Pagina inhoud

    HR 10 september 2021 (AAS/Agrifirm)

    Het beginsel van hoor en wederhoor in procedures

    De rechter moet zich houden aan het beginsel van hoor en wederhoor en partijen allebei in de gelegenheid stellen hun standpunten naar voren te brengen.

    HR 10 september 2021 (Airworks Aviation Solutions/Agrifirm International). AAS (ook wel: Franklin) had geklaagd, dat het Hof eindarrest had gewezen zonder dat AAS nog had kunnen reageren op nieuwe stellingen van Agrifirm (ook wel: Cehave).

    De Hoge Raad beschrijft de procesgang bij het Hof aldus:

    “2.5 Nadat getuigen zijn gehoord, heeft Franklin een ‘memorie na enquête tevens antwoordakte tevens reactie op herzieningsverzoek’ genomen, waarna Cehave een ‘antwoordmemorie na enquête tevens akte uitlating vermeerdering van eis’ heeft genomen.

    2.6 Op 4 december 2019 heeft Franklin verzocht om bij akte te mogen reageren op de door Cehave bij haar laatste memorie overgelegde producties. Namens de rolraadsheer heeft de griffier bij fax van 12 december laten weten dat dit verzoek wordt afgewezen, en daartoe onder meer geschreven:

    “Er kan van worden uitgegaan dat indien een partij niet in de gelegenheid is geweest te reageren op nieuwe stellingen of producties van de wederpartij, de behandelend kamer ofwel die stellingen of producties buiten beschouwing zal laten, ofwel bij tussenarrest eerstbedoelde partij alsnog in de gelegenheid zal stellen daarop bij akte of memorie te reageren. Dat betekent dat uw verzoek wordt afgewezen.”

    Nadat eindarrest is gewezen zonder dat AAS nog had mogen reageren, stelt AAS cassatie in, met de volgende klacht:

    “3.1 Onderdeel 2.2 van het middel klaagt dat het hof het verzoek van Franklin om in de gelegenheid te worden gesteld om nog te reageren op de door Cehave bij haar laatste memorie overgelegde producties, heeft afgewezen en vervolgens bij zijn oordeel over de betrouwbaarheid van de getuigen nieuwe stellingen van Cehave in haar laatste memorie heeft betrokken. Daarmee heeft het hof het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor, zoals opgenomen in art. 19 Rv en art. 6 EVRM, geschonden, aldus het onderdeel.

    3.2 Het onderdeel gaat ervan uit dat het hof de bij de laatste memorie van Cehave overgelegde producties en het daarover in die memorie gestelde in zijn oordeelsvorming heeft betrokken. Het onderdeel kan wegens gebrek aan feitelijke grondslag niet tot cassatie leiden. Het hof heeft in rov. 18.11 van zijn eindarrest overwogen dat het de verklaringen van de door Franklin voorgebrachte getuigen [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] met behoedzaamheid waardeert, omdat uit de verklaring van [getuige 1] blijkt dat hij nog steeds is betrokken aan de zijde van Franklin, over de wijze van voorbereiding voor het getuigenverhoor wezenlijke verschillen bestaan tussen de verklaringen van [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] en voorts omdat niet kan worden uitgesloten dat laatstgenoemde getuigen elkaar in een gezamenlijk gesprek voorafgaand aan het getuigenverhoor hebben beïnvloed. Niet blijkt dat het hof zijn oordeel over de betrouwbaarheid van de getuigen mede heeft gebaseerd op de bij de laatste memorie door Cehave overgelegde producties en op daarover door Cehave aangevoerde stellingen.”

    Naar het oordeel van de Hoge Raad had het Hof zich dus niet – mede – gebaseerd op de produkties waar AAS niet meer op had mogen reageren, maar kon het zijn oordeel baseren op de daarvoor gewisselde stukken en het verweer van AAS. Het recht op wederhoor was dus niet geschonden.

    Deze uitspraak wordt besproken in het kader van art. 19 lid 1 Rv. inzake het beginsel van hoor en wederhoor. Zie de pagina Algemene beginselen procedures.

    [MdV, 5-05-2023]

    Uitspraak

    ECLI:NL:HR:2021:1229

    Hoge Raad

    10-09-2021

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      HR 10 september 2021 (AAS/Agrifirm)

      Het beginsel van hoor en wederhoor in procedures

      De rechter moet zich houden aan het beginsel van hoor en wederhoor en partijen allebei in de gelegenheid stellen hun standpunten naar voren te brengen.

      HR 10 september 2021 (Airworks Aviation Solutions/Agrifirm International). AAS (ook wel: Franklin) had geklaagd, dat het Hof eindarrest had gewezen zonder dat AAS nog had kunnen reageren op nieuwe stellingen van Agrifirm (ook wel: Cehave).

      De Hoge Raad beschrijft de procesgang bij het Hof aldus:

      “2.5 Nadat getuigen zijn gehoord, heeft Franklin een ‘memorie na enquête tevens antwoordakte tevens reactie op herzieningsverzoek’ genomen, waarna Cehave een ‘antwoordmemorie na enquête tevens akte uitlating vermeerdering van eis’ heeft genomen.

      2.6 Op 4 december 2019 heeft Franklin verzocht om bij akte te mogen reageren op de door Cehave bij haar laatste memorie overgelegde producties. Namens de rolraadsheer heeft de griffier bij fax van 12 december laten weten dat dit verzoek wordt afgewezen, en daartoe onder meer geschreven:

      “Er kan van worden uitgegaan dat indien een partij niet in de gelegenheid is geweest te reageren op nieuwe stellingen of producties van de wederpartij, de behandelend kamer ofwel die stellingen of producties buiten beschouwing zal laten, ofwel bij tussenarrest eerstbedoelde partij alsnog in de gelegenheid zal stellen daarop bij akte of memorie te reageren. Dat betekent dat uw verzoek wordt afgewezen.”

      Nadat eindarrest is gewezen zonder dat AAS nog had mogen reageren, stelt AAS cassatie in, met de volgende klacht:

      “3.1 Onderdeel 2.2 van het middel klaagt dat het hof het verzoek van Franklin om in de gelegenheid te worden gesteld om nog te reageren op de door Cehave bij haar laatste memorie overgelegde producties, heeft afgewezen en vervolgens bij zijn oordeel over de betrouwbaarheid van de getuigen nieuwe stellingen van Cehave in haar laatste memorie heeft betrokken. Daarmee heeft het hof het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor, zoals opgenomen in art. 19 Rv en art. 6 EVRM, geschonden, aldus het onderdeel.

      3.2 Het onderdeel gaat ervan uit dat het hof de bij de laatste memorie van Cehave overgelegde producties en het daarover in die memorie gestelde in zijn oordeelsvorming heeft betrokken. Het onderdeel kan wegens gebrek aan feitelijke grondslag niet tot cassatie leiden. Het hof heeft in rov. 18.11 van zijn eindarrest overwogen dat het de verklaringen van de door Franklin voorgebrachte getuigen [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] met behoedzaamheid waardeert, omdat uit de verklaring van [getuige 1] blijkt dat hij nog steeds is betrokken aan de zijde van Franklin, over de wijze van voorbereiding voor het getuigenverhoor wezenlijke verschillen bestaan tussen de verklaringen van [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] en voorts omdat niet kan worden uitgesloten dat laatstgenoemde getuigen elkaar in een gezamenlijk gesprek voorafgaand aan het getuigenverhoor hebben beïnvloed. Niet blijkt dat het hof zijn oordeel over de betrouwbaarheid van de getuigen mede heeft gebaseerd op de bij de laatste memorie door Cehave overgelegde producties en op daarover door Cehave aangevoerde stellingen.”

      Naar het oordeel van de Hoge Raad had het Hof zich dus niet – mede – gebaseerd op de produkties waar AAS niet meer op had mogen reageren, maar kon het zijn oordeel baseren op de daarvoor gewisselde stukken en het verweer van AAS. Het recht op wederhoor was dus niet geschonden.

      Deze uitspraak wordt besproken in het kader van art. 19 lid 1 Rv. inzake het beginsel van hoor en wederhoor. Zie de pagina Algemene beginselen procedures.

      [MdV, 5-05-2023]

      Uitspraak

      ECLI:NL:HR:2021:1229

      Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!