Pagina inhoud

    HR 25 januari 2008 (VOF Vennoten Maatwerk Beheer)

    Herstel fout in dagvaardingsexploot door tweede dagvaarding – met intrekking van de eerste – maar niet in de vorm van een herstelexploot, is nietig

    In de zaak HR 25 januari 2008 (VOF Vennoten Maatwerk Beheer) deed zich de volgende situatie voor. Eiser in cassatie is bij exploot van dagvaarding van 16 april 2007 in cassatie gekomen van het arrest van het Hof van 4 december 2006 <dit was dus abusievelijk een verkeerd jaartal, MdV> met oproeping van verweerder om te verschijnen ter rolzitting van de Hoge Raad van 4 mei 2007. Vervolgens heeft eiser bij exploot van dagvaarding van 1 mei 2007 “onder intrekking” van eerstgenoemd exploot cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van het Hof van 20 februari 2007 en heeft hij verweerder opgeroepen te verschijnen ter rolzitting van de Hoge Raad van 8 juni 2007.

    Beide exploten van dagvaarding zijn behoudens het vorenstaande inhoudelijk gelijk en bevatten drie cassatiemiddelen met klachten tegen het arrest van 20 februari 2007. Het exploot van 16 april 2007 heeft eiser niet (tijdig) ter rolle van 4 mei 2007 laten inschrijven.

    De Hoge Raad serveert dit af (r.o. 3.3):

    “Doordat het eerste exploot niet ter rolle is ingeschreven, is het geding in cassatie niet meer aanhangig, tenzij het tweede exploot kan worden beschouwd als een rechtsgeldig uitgebracht herstelexploot.

    Dit laatste is niet het geval. Het tweede exploot van dagvaarding van 1 mei 2007 strekt immers niet tot herstel van een gebrek in de zin van art. 120 lid 2 Rv. in het eerste exploot van dagvaarding, nu de wijziging van de daarin vermelde (onjuiste) datum van het in cassatie bestreden arrest van het hof niet als zodanig kan worden aangemerkt, zodat de aanzegging van een nieuwe rechtsdag in dit tweede exploot eiser op die grond niet was toegestaan. In het tweede exploot wordt geen melding gemaakt van herstel van een fout en daarin is voorts het eerste exploot uitdrukkelijk niet gehandhaafd. Van een kennelijke vergissing kan hier dan ook geen sprake zijn.

    3.4 Nu het tweede exploot van dagvaarding is uitgebracht vóór de in het eerste exploot van dagvaarding vermelde roldatum (4 mei 2007) en niet strekt tot herstel van het verzuim van het niet-inschrijven ter rolle en niet heeft te gelden als een (geldig) herstelexploot in de zin van art. 125 lid 4 Rv., kan eiser niet in zijn beroep in cassatie worden ontvangen omdat dit laatste exploot is uitgebracht na het verstrijken van de cassatietermijn op 17 april 2007.”

    Deze uitspraak wordt behandeld op de pagina Dagvaarding.

    [MdV, 14-05-2023]

    Uitspraak

    ECLI:NL:HR:2008:BB9783

    Hoge Raad

    25-01-2008

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      HR 25 januari 2008 (VOF Vennoten Maatwerk Beheer)

      Herstel fout in dagvaardingsexploot door tweede dagvaarding – met intrekking van de eerste – maar niet in de vorm van een herstelexploot, is nietig

      In de zaak HR 25 januari 2008 (VOF Vennoten Maatwerk Beheer) deed zich de volgende situatie voor. Eiser in cassatie is bij exploot van dagvaarding van 16 april 2007 in cassatie gekomen van het arrest van het Hof van 4 december 2006 <dit was dus abusievelijk een verkeerd jaartal, MdV> met oproeping van verweerder om te verschijnen ter rolzitting van de Hoge Raad van 4 mei 2007. Vervolgens heeft eiser bij exploot van dagvaarding van 1 mei 2007 “onder intrekking” van eerstgenoemd exploot cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van het Hof van 20 februari 2007 en heeft hij verweerder opgeroepen te verschijnen ter rolzitting van de Hoge Raad van 8 juni 2007.

      Beide exploten van dagvaarding zijn behoudens het vorenstaande inhoudelijk gelijk en bevatten drie cassatiemiddelen met klachten tegen het arrest van 20 februari 2007. Het exploot van 16 april 2007 heeft eiser niet (tijdig) ter rolle van 4 mei 2007 laten inschrijven.

      De Hoge Raad serveert dit af (r.o. 3.3):

      “Doordat het eerste exploot niet ter rolle is ingeschreven, is het geding in cassatie niet meer aanhangig, tenzij het tweede exploot kan worden beschouwd als een rechtsgeldig uitgebracht herstelexploot.

      Dit laatste is niet het geval. Het tweede exploot van dagvaarding van 1 mei 2007 strekt immers niet tot herstel van een gebrek in de zin van art. 120 lid 2 Rv. in het eerste exploot van dagvaarding, nu de wijziging van de daarin vermelde (onjuiste) datum van het in cassatie bestreden arrest van het hof niet als zodanig kan worden aangemerkt, zodat de aanzegging van een nieuwe rechtsdag in dit tweede exploot eiser op die grond niet was toegestaan. In het tweede exploot wordt geen melding gemaakt van herstel van een fout en daarin is voorts het eerste exploot uitdrukkelijk niet gehandhaafd. Van een kennelijke vergissing kan hier dan ook geen sprake zijn.

      3.4 Nu het tweede exploot van dagvaarding is uitgebracht vóór de in het eerste exploot van dagvaarding vermelde roldatum (4 mei 2007) en niet strekt tot herstel van het verzuim van het niet-inschrijven ter rolle en niet heeft te gelden als een (geldig) herstelexploot in de zin van art. 125 lid 4 Rv., kan eiser niet in zijn beroep in cassatie worden ontvangen omdat dit laatste exploot is uitgebracht na het verstrijken van de cassatietermijn op 17 april 2007.”

      Deze uitspraak wordt behandeld op de pagina Dagvaarding.

      [MdV, 14-05-2023]

      Uitspraak

      ECLI:NL:HR:2008:BB9783

      Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!