Pagina inhoud

    HR 6 april 1951 (ECLI HR:1951:318) (huurder / verhuurder)

    Gezag van gewijsde

    Beslissingen die zijn vervat in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, hebben in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht (art. 236 lid 1 Rv.). Dit geldt alleen voor beslissingen de rechtsbetrekking in geschil betreffen. De bepaling heeft zowel betrekking op vonnissen als op beschikkingen.

    Kracht van gewijsde wil zeggen dat er geen rechtsmiddel meer open staat (de verzet- en beroepstermijnen zijn verstreken).

    Geldt in civiele zaken “ne bis in idem’?

    Twee oude arresten uit 1951 resp. 1952 van de Hoge Raad over het gezag van gewijsde zijn in maart 2021 gepubliceerd. In HR 6 april 1951 (ECLI HR:1951:318) (huurder/verhuurder) had de huurder in de 1e procedure een deel van de betaalde huursom teruggevorderd op grond van onverschuldigde betaling.

    Feiten van HR 6 april 1951 (huurder/verhuurder)

    Het Hoofd van het Prijzenbureau voor Onroerende Zaken (wat nu de Huurcommissie is) had beslist, dat de huur voor het gehuurde winkelpand niet meer dan NLG 110 per maand mocht bedragen. De verhuurder stelde echter, dat dit de kale huur was en dat het winkelpand gestoffeerd was verhuurd wat de huur van NLG 300 per maand verklaarde.

    De huurder kreeg de bewijsopdracht om aan te tonen, dat er kaal gehuurd was (hij stelde dat hij de inventaris van de verhuurder had gekocht voor NLG 1.000). Huurder slaagde niet in dat bewijs, en de vordering werd in hoogste instantie door het Hof ‘s-Gravenhage op 21 december 1949 afgewezen.

    De huurder weigerde daarna echter meer te betalen dan NLG 110, zodat de verhuurder wegens “wanpraestatie” ontbinding van de huur vorderde en subsidiair betaling van het meerdere. Vervolgens kreeg de verhuurder echter de hete aardappel toegespeeld, namelijk de bewijsopdracht om aan te tonen dat er gestoffeerd verhuurd was tegen de prijs van NLG 300 per maand. Dat lukte ook niet echt kennelijk, en na de getuigenverhoren kreeg de verhuurder een lumineus idee en beriep zich op het gezag van gewijsde. Dit werd gehonoreerd, maar de Hoge Raad casseerde.

    Regel ne-bis-in-idem geldt niet in civiele recht

    De Hoge Raad overwoog:

    “dat voormelde beslissing ten nadele van huurder … echter niet beletdat in een volgend geding tussen huurder en verhuurderwaarin op verhuurder ten aanzien van hetzelfde geschilpunt – of op grond van het al dan niet mèt inventaris verhuurd zijn van het pand de overeengekomen huur verschuldigd is dan wel de door huurder beweerde hoogst-toelaatbare huur – de bewijslast komt te rustenhuurder de stellingen van verhuurder, waarvan nog geenszins is vastgesteld dat zij juist zijn, met een beroep op dezelfde gronden, die hij reeds eerder aanvoerde, zal mogen tegenspreken”.

    Deze uitspraak wordt behandeld op de pagina Algemene bepalingen vonnis.

    [MdV, 25-05-2023]

    Uitspraak

    ECLI:NL:HR:1951:318

    Hoge Raad

    06-04-1951

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      HR 6 april 1951 (ECLI HR:1951:318) (huurder / verhuurder)

      Gezag van gewijsde

      Beslissingen die zijn vervat in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, hebben in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht (art. 236 lid 1 Rv.). Dit geldt alleen voor beslissingen de rechtsbetrekking in geschil betreffen. De bepaling heeft zowel betrekking op vonnissen als op beschikkingen.

      Kracht van gewijsde wil zeggen dat er geen rechtsmiddel meer open staat (de verzet- en beroepstermijnen zijn verstreken).

      Geldt in civiele zaken “ne bis in idem’?

      Twee oude arresten uit 1951 resp. 1952 van de Hoge Raad over het gezag van gewijsde zijn in maart 2021 gepubliceerd. In HR 6 april 1951 (ECLI HR:1951:318) (huurder/verhuurder) had de huurder in de 1e procedure een deel van de betaalde huursom teruggevorderd op grond van onverschuldigde betaling.

      Feiten van HR 6 april 1951 (huurder/verhuurder)

      Het Hoofd van het Prijzenbureau voor Onroerende Zaken (wat nu de Huurcommissie is) had beslist, dat de huur voor het gehuurde winkelpand niet meer dan NLG 110 per maand mocht bedragen. De verhuurder stelde echter, dat dit de kale huur was en dat het winkelpand gestoffeerd was verhuurd wat de huur van NLG 300 per maand verklaarde.

      De huurder kreeg de bewijsopdracht om aan te tonen, dat er kaal gehuurd was (hij stelde dat hij de inventaris van de verhuurder had gekocht voor NLG 1.000). Huurder slaagde niet in dat bewijs, en de vordering werd in hoogste instantie door het Hof ‘s-Gravenhage op 21 december 1949 afgewezen.

      De huurder weigerde daarna echter meer te betalen dan NLG 110, zodat de verhuurder wegens “wanpraestatie” ontbinding van de huur vorderde en subsidiair betaling van het meerdere. Vervolgens kreeg de verhuurder echter de hete aardappel toegespeeld, namelijk de bewijsopdracht om aan te tonen dat er gestoffeerd verhuurd was tegen de prijs van NLG 300 per maand. Dat lukte ook niet echt kennelijk, en na de getuigenverhoren kreeg de verhuurder een lumineus idee en beriep zich op het gezag van gewijsde. Dit werd gehonoreerd, maar de Hoge Raad casseerde.

      Regel ne-bis-in-idem geldt niet in civiele recht

      De Hoge Raad overwoog:

      “dat voormelde beslissing ten nadele van huurder … echter niet beletdat in een volgend geding tussen huurder en verhuurderwaarin op verhuurder ten aanzien van hetzelfde geschilpunt – of op grond van het al dan niet mèt inventaris verhuurd zijn van het pand de overeengekomen huur verschuldigd is dan wel de door huurder beweerde hoogst-toelaatbare huur – de bewijslast komt te rustenhuurder de stellingen van verhuurder, waarvan nog geenszins is vastgesteld dat zij juist zijn, met een beroep op dezelfde gronden, die hij reeds eerder aanvoerde, zal mogen tegenspreken”.

      Deze uitspraak wordt behandeld op de pagina Algemene bepalingen vonnis.

      [MdV, 25-05-2023]

      Uitspraak

      ECLI:NL:HR:1951:318

      Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!