Pagina inhoud

    Rb. Amsterdam 16 januari 2014 (Kekk/Delfino)

    In Rb. Amsterdam 16 januari 2014 (Kekk/Delfino c.s.) was een geschil ontstaan tussen de aandeelhouders van Redblue IT Professionals B.V.. Kekk wist in kort geding een stokje te steken tegen haar ontslag.

    Feiten Kekk/Delfino

    De vennootschap was in 2008 opgericht door Kekk, Scenza, Delfino en Panta Rhei. Deze houden ieder 25% van de aandelen in RedBlue. Het bestuur van RedBlue wordt gevormd door Kekk, Scenza en Delfino. Panta Rei had de rol van financier. Tussen de aandeelhouders – en de natuurlijke personen die daar achter zaten – is een aandeelhoudersovereenkomst (hierna afgekort als: ‘ADHO’) gesloten. De bestuurders verrichtten hun taak als statutair bestuurder op basis van managementovereenkomsten (overeenkomst van opdracht).

    In de ADHO was bepaald, dat een besluit in de AVA tot ontslag van een bestuurder uitsluitend met unanieme stemmen genomen kon worden. De ADHO bevatte voorts een concurrentiebeding tevens relatiebeding (hierna kortweg: ‘het concurrentiebeding’) met een nawerking van 36 maanden. In de statuten stond een blokkeringsregeling. Ook was bepaald, dat de bestuurder ten aanzien van wie de managementovereenkomst met Red Blue eindigde zijn aandelen aan de andere aandeelhouders te koop aan moest bieden. In de ADHO is bovendien uitdrukkelijk bepaald dat bij strijd met de statuten de aandeelhoudersovereenkomst prevaleert.

    In de periode van (ongeveer) half november 2012 tot (ongeveer) april 2013 heeft Kekk, als gevolg van arbeidsongeschiktheid van haar bestuurder, geen werkzaamheden ten behoeve van RedBlue verricht. Na afloop van deze periode heeft Kekk haar werkzaamheden gedurende twee dagen per week hervat en met ingang van 13 mei 2013 gedurende drie dagen per week. Met ingang van 5 augustus 2013 is Kekk haar werkzaamheden ten behoeve van RedBlue wederom full time gaan verrichten.

    Op 23 augustus 2013 lieten de andere twee bestuurders in een gesprek met de bestuurder van Kekk weten, dat de andere aandeelhouders Kekk als statutair bestuurder wilden ontslaan. Als reden gaven zij op: “de chemie in het managementteam is niet goed en dat is niet goed voor RedBlue”. Vanaf 23 augustus 2013 is Kekk door haar mede-bestuurders vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van RedBlue.

    Bij brief van 11 september 2013 is Kekk uitgenodigd voor een algemene vergadering van aandeelhouders van RedBlue op 2 oktober 2013. Op de agenda is onder meer opgenomen de bespreking, de advisering en de besluitvorming over het voorgenomen ontslag van Kekk als statutair bestuurder per 3 oktober 2013. Nadien is besloten de vergadering uit te stellen naar 7 oktober 2013. In een e-mail van 18 september 2013 van de bestuurder van Scenza is opgenomen dat de vergadering op 7 oktober 2013 niet doorgaat en voor onbepaalde tijd is uitgesteld. Vervolgens sommeerde de advocaat van Kekk nakoming van de bepaling in de ADHO, waarin was bepaald dat een besluit tot ontslag van een statutair bestuurder slechts mogelijk was bij unanimiteit van stemmen.

    Vordering van Kekk: verbod ontslag van haar als bestuurder

    De primaire vordering van Kekk behelsde:

    – de andere aandeelhouders te verbieden om een besluit tot ontslag van Kekk als statutair bestuurder te nemen;
    – Redblue te verbieden om de managementovereenkomst met Kekk op te zeggen;
    – veroordeling van Redblue tot doorbetaling van de managementfee.

    Dit alles op straffe van een forse dwangsommen.

    Subsidiair vorderde Kekk veroordeling van de andere aandeelhouders:

    – tot betaling van een schadevergoeding van EUR 10.000 per maand (en na een jaar EUR 6.500 per maand) totdat Kekk (i) geen aandeelhouder meer was van Redblue en tevens niet langer was gebonden aan het concurrentiebeding;
    – om mee te werken aan de aanwijzing van een registeraccountant die de waarde van de aandelen zou bepalen;
    – om de aandelen van Kekk binnen een maand na vaststelling van de waarde over te nemen;
    – en om de kosten van de accountant te dragen

    Meer subsidiair vorderde Kekk schorsing van het concurrentiebeding. Ook vorderde zij de integrale buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.

    In reconventie vorderen de andere aandeelhouders om alle door Kekk in Dropbox gekopieerde bedrijfsgegevens te vernietigen, omdat dit kopiëren strijdig zou zijn met het geheimhoudingsbeding.

    Statuten versus aandeelhoudersovereenkomst

    De Voorzieningenrechter beoordeelt allereerst de verhouding tussen de statuten en de ADHO. Volgens art. 2:244 B.W. kan het vereiste tot unanimiteit omtrent ontslag van een bestuurder niet in de statuten worden opgenomen.

    In een aandeelhoudersovereenkomst kan dit wel worden opgenomen, en de rechter oordeelt dat nakoming van een dergelijke bepaling mogelijk is. Afspraken die zijn neergelegd in een aandeelhoudersovereenkomst werken op grond van artikel 2:8 BW (de redelijkheid en billijkheid binnen de organisatie) immers door in de vennootschappelijke rechtsverhouding, aldus de Voorzieningenrechter. Dat het belang van de aandeelhouders bij nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst niet altijd parallel loopt met het vennootschappelijk belang, doet aan de gebondenheid aan een aandeelhoudersovereenkomst nog niet af.

    Wel kan – onder omstandigheden – het vennootschappelijk belang bij een afweging van belangen de doorslag geven. “Dat zal zich kunnen voordoen als het belang van de vennootschap door onverkorte naleving van de aandeelhoudersovereenkomst, afgezet tegen het daarmee gediende aandeelhoudersbelang, in onaanvaardbare mate wordt geschaad”, aldus de rechter.

    De Voorzieningenrechter acht dergelijke omstandigheden niet aangetoond:

    “Onvoldoende aannemelijk is geworden, bijvoorbeeld aan de hand van in het geding gebrachte stukken, dat de verhoudingen tussen de aandeelhouders zodanig zijn verstoord dat verdere samenwerking het vennootschappelijk belang in onaanvaardbare mate zou schaden. In dit kader hebben gedaagden slechts enkele e-mails van geruime tijd geleden in het geding gebracht, waaruit ook niet duidelijk naar voren komt dat van een (ernstig) verstoorde werkrelatie sprake is.”

    Ernstige verstoring van de verhoudingen onvoldoende bewezen

    Hiermee wordt duidelijk, dat de partij die in kort geding aannemelijk wil maken dat de verhoudingen ernstig verstoord is, en handhaving van de DGA vanuit het belang van de vennootschap niet aanvaardbaar is, dit wel moet (kunnen) documenteren. In zoverre bewijstechnisch niets nieuws, maar het belang daarvan kan niet voldoende worden onderstreept.

    De Voorzieningenrechter wijst de primaire vordering (sub 1 en 2) dan ook toe. De vordering tot doorbetaling van de managementfee wordt echter afgewezen, omdat Redblue die verplichting tot dan toe wel na was gekomen.

    De overige vorderingen waren daarmee niet meer van belang. In reconventie maakten partijen een afspraak, dat de toegang van Kekk tot de bedrijfssystemen zou worden hersteld.

    Op de pagina Geschillenregeling en recht van enquête worden nog meer aan deze uitspraak verwante uitspraken over de mogelijkheden in kort geding in aandeelhoudersgeschillen behandeld.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 10-05-2021]

    Uitspraak

    ECLI:NL:RBAMS:2014:193

    Rechtbank Amsterdam

    16-01-2016

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Rb. Amsterdam 16 januari 2014 (Kekk/Delfino)

      In Rb. Amsterdam 16 januari 2014 (Kekk/Delfino c.s.) was een geschil ontstaan tussen de aandeelhouders van Redblue IT Professionals B.V.. Kekk wist in kort geding een stokje te steken tegen haar ontslag.

      Feiten Kekk/Delfino

      De vennootschap was in 2008 opgericht door Kekk, Scenza, Delfino en Panta Rhei. Deze houden ieder 25% van de aandelen in RedBlue. Het bestuur van RedBlue wordt gevormd door Kekk, Scenza en Delfino. Panta Rei had de rol van financier. Tussen de aandeelhouders – en de natuurlijke personen die daar achter zaten – is een aandeelhoudersovereenkomst (hierna afgekort als: ‘ADHO’) gesloten. De bestuurders verrichtten hun taak als statutair bestuurder op basis van managementovereenkomsten (overeenkomst van opdracht).

      In de ADHO was bepaald, dat een besluit in de AVA tot ontslag van een bestuurder uitsluitend met unanieme stemmen genomen kon worden. De ADHO bevatte voorts een concurrentiebeding tevens relatiebeding (hierna kortweg: ‘het concurrentiebeding’) met een nawerking van 36 maanden. In de statuten stond een blokkeringsregeling. Ook was bepaald, dat de bestuurder ten aanzien van wie de managementovereenkomst met Red Blue eindigde zijn aandelen aan de andere aandeelhouders te koop aan moest bieden. In de ADHO is bovendien uitdrukkelijk bepaald dat bij strijd met de statuten de aandeelhoudersovereenkomst prevaleert.

      In de periode van (ongeveer) half november 2012 tot (ongeveer) april 2013 heeft Kekk, als gevolg van arbeidsongeschiktheid van haar bestuurder, geen werkzaamheden ten behoeve van RedBlue verricht. Na afloop van deze periode heeft Kekk haar werkzaamheden gedurende twee dagen per week hervat en met ingang van 13 mei 2013 gedurende drie dagen per week. Met ingang van 5 augustus 2013 is Kekk haar werkzaamheden ten behoeve van RedBlue wederom full time gaan verrichten.

      Op 23 augustus 2013 lieten de andere twee bestuurders in een gesprek met de bestuurder van Kekk weten, dat de andere aandeelhouders Kekk als statutair bestuurder wilden ontslaan. Als reden gaven zij op: “de chemie in het managementteam is niet goed en dat is niet goed voor RedBlue”. Vanaf 23 augustus 2013 is Kekk door haar mede-bestuurders vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van RedBlue.

      Bij brief van 11 september 2013 is Kekk uitgenodigd voor een algemene vergadering van aandeelhouders van RedBlue op 2 oktober 2013. Op de agenda is onder meer opgenomen de bespreking, de advisering en de besluitvorming over het voorgenomen ontslag van Kekk als statutair bestuurder per 3 oktober 2013. Nadien is besloten de vergadering uit te stellen naar 7 oktober 2013. In een e-mail van 18 september 2013 van de bestuurder van Scenza is opgenomen dat de vergadering op 7 oktober 2013 niet doorgaat en voor onbepaalde tijd is uitgesteld. Vervolgens sommeerde de advocaat van Kekk nakoming van de bepaling in de ADHO, waarin was bepaald dat een besluit tot ontslag van een statutair bestuurder slechts mogelijk was bij unanimiteit van stemmen.

      Vordering van Kekk: verbod ontslag van haar als bestuurder

      De primaire vordering van Kekk behelsde:

      – de andere aandeelhouders te verbieden om een besluit tot ontslag van Kekk als statutair bestuurder te nemen;
      – Redblue te verbieden om de managementovereenkomst met Kekk op te zeggen;
      – veroordeling van Redblue tot doorbetaling van de managementfee.

      Dit alles op straffe van een forse dwangsommen.

      Subsidiair vorderde Kekk veroordeling van de andere aandeelhouders:

      – tot betaling van een schadevergoeding van EUR 10.000 per maand (en na een jaar EUR 6.500 per maand) totdat Kekk (i) geen aandeelhouder meer was van Redblue en tevens niet langer was gebonden aan het concurrentiebeding;
      – om mee te werken aan de aanwijzing van een registeraccountant die de waarde van de aandelen zou bepalen;
      – om de aandelen van Kekk binnen een maand na vaststelling van de waarde over te nemen;
      – en om de kosten van de accountant te dragen

      Meer subsidiair vorderde Kekk schorsing van het concurrentiebeding. Ook vorderde zij de integrale buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.

      In reconventie vorderen de andere aandeelhouders om alle door Kekk in Dropbox gekopieerde bedrijfsgegevens te vernietigen, omdat dit kopiëren strijdig zou zijn met het geheimhoudingsbeding.

      Statuten versus aandeelhoudersovereenkomst

      De Voorzieningenrechter beoordeelt allereerst de verhouding tussen de statuten en de ADHO. Volgens art. 2:244 B.W. kan het vereiste tot unanimiteit omtrent ontslag van een bestuurder niet in de statuten worden opgenomen.

      In een aandeelhoudersovereenkomst kan dit wel worden opgenomen, en de rechter oordeelt dat nakoming van een dergelijke bepaling mogelijk is. Afspraken die zijn neergelegd in een aandeelhoudersovereenkomst werken op grond van artikel 2:8 BW (de redelijkheid en billijkheid binnen de organisatie) immers door in de vennootschappelijke rechtsverhouding, aldus de Voorzieningenrechter. Dat het belang van de aandeelhouders bij nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst niet altijd parallel loopt met het vennootschappelijk belang, doet aan de gebondenheid aan een aandeelhoudersovereenkomst nog niet af.

      Wel kan – onder omstandigheden – het vennootschappelijk belang bij een afweging van belangen de doorslag geven. “Dat zal zich kunnen voordoen als het belang van de vennootschap door onverkorte naleving van de aandeelhoudersovereenkomst, afgezet tegen het daarmee gediende aandeelhoudersbelang, in onaanvaardbare mate wordt geschaad”, aldus de rechter.

      De Voorzieningenrechter acht dergelijke omstandigheden niet aangetoond:

      “Onvoldoende aannemelijk is geworden, bijvoorbeeld aan de hand van in het geding gebrachte stukken, dat de verhoudingen tussen de aandeelhouders zodanig zijn verstoord dat verdere samenwerking het vennootschappelijk belang in onaanvaardbare mate zou schaden. In dit kader hebben gedaagden slechts enkele e-mails van geruime tijd geleden in het geding gebracht, waaruit ook niet duidelijk naar voren komt dat van een (ernstig) verstoorde werkrelatie sprake is.”

      Ernstige verstoring van de verhoudingen onvoldoende bewezen

      Hiermee wordt duidelijk, dat de partij die in kort geding aannemelijk wil maken dat de verhoudingen ernstig verstoord is, en handhaving van de DGA vanuit het belang van de vennootschap niet aanvaardbaar is, dit wel moet (kunnen) documenteren. In zoverre bewijstechnisch niets nieuws, maar het belang daarvan kan niet voldoende worden onderstreept.

      De Voorzieningenrechter wijst de primaire vordering (sub 1 en 2) dan ook toe. De vordering tot doorbetaling van de managementfee wordt echter afgewezen, omdat Redblue die verplichting tot dan toe wel na was gekomen.

      De overige vorderingen waren daarmee niet meer van belang. In reconventie maakten partijen een afspraak, dat de toegang van Kekk tot de bedrijfssystemen zou worden hersteld.

      Op de pagina Geschillenregeling en recht van enquête worden nog meer aan deze uitspraak verwante uitspraken over de mogelijkheden in kort geding in aandeelhoudersgeschillen behandeld.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 10-05-2021]

      Uitspraak

      ECLI:NL:RBAMS:2014:193

      Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!