Pagina inhoud

    Bewaarneming (Titel 9, Boek 7 B.W.)

    Inleiding bewaarneming

    De overeenkomst van bewaarneming is geregeld in Titel 9, Boek 7 B.W.. De regeling is vrij beknopt en omvat slechts 10 bepalingen (art. 7:600 B.W. tot en met art. 7:609 B.W.).

    De regeling geldt zowel voor bewaargeving in beroep of bedrijf of daarbuiten. Ook gelden de bepalingen bij gerechtelijke bewaargeving (met een enkele uitzondering, zie hieronder). Zie ook de pagina Gerechtelijke bewaring.

    Definitie bewaarneming

    In art. 7:600 B.W. wordt de bewaarneming gedefinieerd:

    “De overeenkomst waarbij de ene partij, de bewaarnemer, zich tegenover de andere partij, de bewaargever, verbindt een zaak die de bewaargever hem toevertrouwt of zal toevertrouwen, te bewaren en terug te geven”.

    Bewaarloon en kosten

    Als de overeenkomst door de bewaarnemer in beroep of bedrijf is aangegaan moet de bewaargever uiteraard een vergoeding – het bewaarloon – betalen (art. 7:601 B.W.). Is geen prijs afgesproken, dan  geldt “het gebruikelijke loon”.

    Wanneer de bewaarnemer kosten heeft moeten maken, die niet in het loon zijn inbegrepen, moet de bewaargever deze vergoeden (lid 3). Ook wanneer de bewaarnemer schade heeft geleden, moet de bewaargever deze aan hem vergoeden.

    In het arrest HR 20 mei 2022 (Peterson c.s./European Bulk Services) stelde de bewaargever, dat hij niet gehouden was de kosten van de bewaarnemer te vergoeden, als de bewaarnemer niet aan zijn zorgplicht ex art. 7:602 B.W. met betrekking tot de bewaarde zaak had voldaan, of wanneer de bewaargever tekort is geschoten in zijn verplichting de zaak terug te geven (art. 7:605 B.W.). De Hoge Raad wijst die stelling van de hand. Lees ook de bespreking op Lawyrup (lees Rechtspraak).

    Zorg van een goed bewaarder

    In art. 7:602 B.W. komen we weer de regelmatig in de wet opduikende open norm tegen: de bewaarnemer moet de zorg van een “goed bewaarnemer” in acht nemen voor de bewaarde zaak. Zie ook soortgelijke normen bij opdracht, huur en bruikleen.

    In verband met de zorgplicht van de bewaarder (artikel 7:602 BW) is geoordeeld dat een brand die was ontstaan door een fout van de installateur in de aanleg van de koelinstallatie in de cel, te weten de keuze voor een voedingskabel met te weinig capaciteit, mede gezien artikel 6:77 BW voor risico van de professionele bewaarder komt zodat de bewaarder jegens de bewaargever aansprakelijk is voor de verloren gegane zaken. Zie (niet op ECLI gepubliceerd) HR 28 november 1997 (Smits/Royal Nederland), NJ 1998/168, rov. 3.3-3.4.

    In zijn conclusie bij het art. 81 RO arrest HR 26 juni 2021 (verduisterd chalet) gaat de P-G in op de vraag, of er sprake was van bewaring en op de samenloopbepaling van art. 6:215 B.W. (zie de pagina Algemene bepalingen overeenkomsten). Doordat de campingovereenkomst was opgezegd (en was aangezegd om het chalet te verwijderen) was er daarna – voor zover niet anders gesteld of gebleken – niet een overeenkomst van bewaarneming ontstaan.

    Gebruik van de zaak en bewaring door derden

    Tenzij afgesproken mag de bewaarnemer de zaak niet zelf gebruiken (dan wordt het immers bruikleen, zie de pagina Bruikleen), aldus art. 7:603 lid 1 B.W.. Dit tenzij de bewaargever daarvoor toestemming heeft gegeven. Een tweede uitzondering is wanneer het gebruik nodig is om de zaak in goede staat te houden of te brengen. Bvb. een auto die af en toe gestart moet worden, of een paard dat bereden moet worden.

    De bewaarnemer mag de zaak ook niet aan derden in “onderbewaargeving” overdragen (lid 3). Tenzij dit in het belang van de bewaargever is.

    De bewaarnemer is aansprakelijk voor schade door gedragingen van de onderbewaarnemer, tenzij (a) er sprake is van bewaargeving niet in beroep of bedrijf en (b) de bewaarnemer genoodzaakt was tot de onderbewaargeving ten gevolge van hem niet toe te rekenen omstandigheden.

    Vruchten van de in bewaring gegeven zaak

    Van de zaak af komende vruchten moeten worden afgedragen aan de bewaargever (art. 7:604 B.W.).

    Teruggaaf van de bewaarde zaak

    Beide partijen kunnen eisen dat de zaak “onverwijld” teruggaat naar de bewaargever (art. 7:605 B.W.). De bewaarnemer is gehouden de zaak terug te geven in de staat waarin hij haar heeft ontvangen (lid 4). Lid 3 bepaalt de plaats van afgifte. In principe de plaats waar de zaak volgens de afspraken bewaard wordt.

    Wegens gewichtige redenen kan de kantonrechter ander tijdstip bepalen voor de teruggave of terugneming bepalen (lid 2). Dit lid is niet van toepassing in geval van gerechtelijke bewaring. Bevoegde rechter is de Kantonrechter van het arrondissement waar de zaak zich bevindt.

    Hoofdelijkheid

    Net als bij bruikleen geldt, dat wanneer meerdere personen optreden als bewaarnemer, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verplichtingen uit de overeenkomst (art. 7:606 B.W.).

    Levering door overdracht ceel

    Bij bewaarneming waarvoor een ceel of een ander stuk aan toonder of order wordt afgegeven, kan de overdracht van de ceel worden beschouwd als levering van de zaak (art. 7:607 lid 1 B.W.). Mits dit eerder geschiedt dan de levering van de zaak zelf. Dit geldt vanwege de vereisten van notariële overdracht niet voor onroerende zaken (lid 2). Zie de pagina Overdracht van goederen.

    Aansprakelijkheid onderbewaarnemer en jegens derden

    De omvang van de aansprakelijkheid wordt krachtens de wet beperkt tot die welke volgens de overeenkomst van bewaarneming geldt (art. 7:608 B.W.). Dit principe is nader uitgewerkt in deze bepaling (lid 1-4).

    Hotelhouder

    De wet geeft in  (art. 7:609 B.W.) een aantal specifieke regels voor de hotelhouder. Hij is aansprakelijk voor de door de hotelgast meegebrachte zaken. In Rb. Limburg 8 juli 2015 (gestolen racefiets) oordeelde de Kantonrechter, dat de hotelhouder niet aansprakelijk was voor de diefstal van de racefiets van een hotelgast die aan de Amstel Gold Race meedeed. Daarbij was van belang, dat de berging, waar de fiets was gestald, niet uitsluitend voor deze hotelgast bestemd was en vrij toegankelijk voor eenieder die de sleutel kwam ophalen bij de receptie. Bovendien was met bordjes aangegeven dat het hotel geen aansprakelijkheid aanvaardde. En er werd geen vergoeding gerekend voor de stalling.

    Maar niet voor gedragingen van derden die de hotelgast heeft meegenomen of toegelaten, en ook niet voor schade veroorzaakt door zaken die de gast heeft meegebracht.

    Retentierecht hotelhouder

    De hotelhouder mag de meegebrachte zaken (bagage) van de hotelgast achterhouden tot zekerheid van betaling (art. 7:609 lid 3 B.W.). Zie ook de pagina Retentierecht.

    Rechtspraak

    HR 10 juli 2015 (Searocco Nachts c.s./Altena Yachting B.V.) – samenloop bruikleen en bewaarneming. Uitleg van afspraken over gebruik van de zaak; Haviltex.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 11-11-2018; laatste bewerking 10-04-2023]

    Bewaarneming (Titel 9, Boek 7 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Bewaarneming (Titel 9, Boek 7 B.W.)

      Inleiding bewaarneming

      De overeenkomst van bewaarneming is geregeld in Titel 9, Boek 7 B.W.. De regeling is vrij beknopt en omvat slechts 10 bepalingen (art. 7:600 B.W. tot en met art. 7:609 B.W.).

      De regeling geldt zowel voor bewaargeving in beroep of bedrijf of daarbuiten. Ook gelden de bepalingen bij gerechtelijke bewaargeving (met een enkele uitzondering, zie hieronder). Zie ook de pagina Gerechtelijke bewaring.

      Definitie bewaarneming

      In art. 7:600 B.W. wordt de bewaarneming gedefinieerd:

      “De overeenkomst waarbij de ene partij, de bewaarnemer, zich tegenover de andere partij, de bewaargever, verbindt een zaak die de bewaargever hem toevertrouwt of zal toevertrouwen, te bewaren en terug te geven”.

      Bewaarloon en kosten

      Als de overeenkomst door de bewaarnemer in beroep of bedrijf is aangegaan moet de bewaargever uiteraard een vergoeding – het bewaarloon – betalen (art. 7:601 B.W.). Is geen prijs afgesproken, dan  geldt “het gebruikelijke loon”.

      Wanneer de bewaarnemer kosten heeft moeten maken, die niet in het loon zijn inbegrepen, moet de bewaargever deze vergoeden (lid 3). Ook wanneer de bewaarnemer schade heeft geleden, moet de bewaargever deze aan hem vergoeden.

      In het arrest HR 20 mei 2022 (Peterson c.s./European Bulk Services) stelde de bewaargever, dat hij niet gehouden was de kosten van de bewaarnemer te vergoeden, als de bewaarnemer niet aan zijn zorgplicht ex art. 7:602 B.W. met betrekking tot de bewaarde zaak had voldaan, of wanneer de bewaargever tekort is geschoten in zijn verplichting de zaak terug te geven (art. 7:605 B.W.). De Hoge Raad wijst die stelling van de hand. Lees ook de bespreking op Lawyrup (lees Rechtspraak).

      Zorg van een goed bewaarder

      In art. 7:602 B.W. komen we weer de regelmatig in de wet opduikende open norm tegen: de bewaarnemer moet de zorg van een “goed bewaarnemer” in acht nemen voor de bewaarde zaak. Zie ook soortgelijke normen bij opdracht, huur en bruikleen.

      In verband met de zorgplicht van de bewaarder (artikel 7:602 BW) is geoordeeld dat een brand die was ontstaan door een fout van de installateur in de aanleg van de koelinstallatie in de cel, te weten de keuze voor een voedingskabel met te weinig capaciteit, mede gezien artikel 6:77 BW voor risico van de professionele bewaarder komt zodat de bewaarder jegens de bewaargever aansprakelijk is voor de verloren gegane zaken. Zie (niet op ECLI gepubliceerd) HR 28 november 1997 (Smits/Royal Nederland), NJ 1998/168, rov. 3.3-3.4.

      In zijn conclusie bij het art. 81 RO arrest HR 26 juni 2021 (verduisterd chalet) gaat de P-G in op de vraag, of er sprake was van bewaring en op de samenloopbepaling van art. 6:215 B.W. (zie de pagina Algemene bepalingen overeenkomsten). Doordat de campingovereenkomst was opgezegd (en was aangezegd om het chalet te verwijderen) was er daarna – voor zover niet anders gesteld of gebleken – niet een overeenkomst van bewaarneming ontstaan.

      Gebruik van de zaak en bewaring door derden

      Tenzij afgesproken mag de bewaarnemer de zaak niet zelf gebruiken (dan wordt het immers bruikleen, zie de pagina Bruikleen), aldus art. 7:603 lid 1 B.W.. Dit tenzij de bewaargever daarvoor toestemming heeft gegeven. Een tweede uitzondering is wanneer het gebruik nodig is om de zaak in goede staat te houden of te brengen. Bvb. een auto die af en toe gestart moet worden, of een paard dat bereden moet worden.

      De bewaarnemer mag de zaak ook niet aan derden in “onderbewaargeving” overdragen (lid 3). Tenzij dit in het belang van de bewaargever is.

      De bewaarnemer is aansprakelijk voor schade door gedragingen van de onderbewaarnemer, tenzij (a) er sprake is van bewaargeving niet in beroep of bedrijf en (b) de bewaarnemer genoodzaakt was tot de onderbewaargeving ten gevolge van hem niet toe te rekenen omstandigheden.

      Vruchten van de in bewaring gegeven zaak

      Van de zaak af komende vruchten moeten worden afgedragen aan de bewaargever (art. 7:604 B.W.).

      Teruggaaf van de bewaarde zaak

      Beide partijen kunnen eisen dat de zaak “onverwijld” teruggaat naar de bewaargever (art. 7:605 B.W.). De bewaarnemer is gehouden de zaak terug te geven in de staat waarin hij haar heeft ontvangen (lid 4). Lid 3 bepaalt de plaats van afgifte. In principe de plaats waar de zaak volgens de afspraken bewaard wordt.

      Wegens gewichtige redenen kan de kantonrechter ander tijdstip bepalen voor de teruggave of terugneming bepalen (lid 2). Dit lid is niet van toepassing in geval van gerechtelijke bewaring. Bevoegde rechter is de Kantonrechter van het arrondissement waar de zaak zich bevindt.

      Hoofdelijkheid

      Net als bij bruikleen geldt, dat wanneer meerdere personen optreden als bewaarnemer, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verplichtingen uit de overeenkomst (art. 7:606 B.W.).

      Levering door overdracht ceel

      Bij bewaarneming waarvoor een ceel of een ander stuk aan toonder of order wordt afgegeven, kan de overdracht van de ceel worden beschouwd als levering van de zaak (art. 7:607 lid 1 B.W.). Mits dit eerder geschiedt dan de levering van de zaak zelf. Dit geldt vanwege de vereisten van notariële overdracht niet voor onroerende zaken (lid 2). Zie de pagina Overdracht van goederen.

      Aansprakelijkheid onderbewaarnemer en jegens derden

      De omvang van de aansprakelijkheid wordt krachtens de wet beperkt tot die welke volgens de overeenkomst van bewaarneming geldt (art. 7:608 B.W.). Dit principe is nader uitgewerkt in deze bepaling (lid 1-4).

      Hotelhouder

      De wet geeft in  (art. 7:609 B.W.) een aantal specifieke regels voor de hotelhouder. Hij is aansprakelijk voor de door de hotelgast meegebrachte zaken. In Rb. Limburg 8 juli 2015 (gestolen racefiets) oordeelde de Kantonrechter, dat de hotelhouder niet aansprakelijk was voor de diefstal van de racefiets van een hotelgast die aan de Amstel Gold Race meedeed. Daarbij was van belang, dat de berging, waar de fiets was gestald, niet uitsluitend voor deze hotelgast bestemd was en vrij toegankelijk voor eenieder die de sleutel kwam ophalen bij de receptie. Bovendien was met bordjes aangegeven dat het hotel geen aansprakelijkheid aanvaardde. En er werd geen vergoeding gerekend voor de stalling.

      Maar niet voor gedragingen van derden die de hotelgast heeft meegenomen of toegelaten, en ook niet voor schade veroorzaakt door zaken die de gast heeft meegebracht.

      Retentierecht hotelhouder

      De hotelhouder mag de meegebrachte zaken (bagage) van de hotelgast achterhouden tot zekerheid van betaling (art. 7:609 lid 3 B.W.). Zie ook de pagina Retentierecht.

      Rechtspraak

      HR 10 juli 2015 (Searocco Nachts c.s./Altena Yachting B.V.) – samenloop bruikleen en bewaarneming. Uitleg van afspraken over gebruik van de zaak; Haviltex.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 11-11-2018; laatste bewerking 10-04-2023]

      Bewaarneming (Titel 9, Boek 7 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!