Pagina inhoud

    Duur van de pachtovereenkomst (Afd. 4, Titel 5, Boek 7 B.W.)

    Inleiding duur van de pachtovereenkomst

    In Afd. 4, Titel 5, Boek 7 B.W. wordt in een tweetal bepalingen een regeling gegeven voor de duur van de pachtovereenkomst. Deze bedraagt (in principe) twaalf jaren voor een hoeve en zes jaren voor los land (art. 7:325 lid 1 B.W.).

    Bepaalde tijd

    De pachtovereenkomst geldt steeds voor een bepaalde tijd. Er kan ook een langere duur worden overeengekomen, mits die wel bepaald is (lid 2).

    Goedkeuring Grondkamer

    Een kortere duur dan de wettelijke termijnen kan ook worden overeengekomen, maar de overeenkomst moet dan worden goedgekeurd door de Grondkamer (lid 3).

    De grondkamer verleent haar goedkeuring aan de kortere duur alleen op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval en indien de algemene belangen van de landbouw daardoor niet worden geschaad. Zij vermeldt in haar beschikking de reden van haar goedkeuring. Als bijzondere omstandigheden worden niet beschouwd beperkingen, aan de verpachter door derden opgelegd (lid 4).

    Verlenging van rechtswege

    De pachtovereenkomst die volgens de wettelijke termijnen van lid 1 is aangegaan, wordt telkens van rechtswege met zes jaren verlengd (lid 5).

    Dit geldt niet voor de pachtovereenkomst die voor kortere duur is aangegaan. Die kan op vordering van de pachter door de rechter verlengd worden voor een door de rechter vast te stellen periode, als aan de voorwaarden is voldaan (lid 6). De vordering wordt ingesteld binnen de termijn die door de Grondkamer is vastgesteld bij de toetsing van de verkorte termijn bij aangaan van de pacht.

    Is een termijn van korter dan een jaar of korter goedgekeurd, dan vindt geen verlenging plaats (lid 7).

    Wijziging van de voorwaarden van de pachtovereenkomst

    Bij verlenging kunnen zowel pachter als de verpachter de Grondkamer wijziging van de voorwaarden verzoeken, behalve van de tegenprestatie van de pacht (art. 7:326 lid 1 B.W.). De wijziging gaat in met ingang van de nieuwe pachttermijn.

    Vanwege de specifieke procedure bij de Grondkamer voor wijziging van de pachtovereenkomst is de algemene procedure van art. 6:258 B.W. tot wijziging van overeenkomsten uitgesloten (art. 7:326 lid 4 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 30-09-2018; laatste bewerking 8-04-2021]

    Duur van de pachtovereenkomst (Afd. 4, Titel 5, Boek 7 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Duur van de pachtovereenkomst (Afd. 4, Titel 5, Boek 7 B.W.)

      Inleiding duur van de pachtovereenkomst

      In Afd. 4, Titel 5, Boek 7 B.W. wordt in een tweetal bepalingen een regeling gegeven voor de duur van de pachtovereenkomst. Deze bedraagt (in principe) twaalf jaren voor een hoeve en zes jaren voor los land (art. 7:325 lid 1 B.W.).

      Bepaalde tijd

      De pachtovereenkomst geldt steeds voor een bepaalde tijd. Er kan ook een langere duur worden overeengekomen, mits die wel bepaald is (lid 2).

      Goedkeuring Grondkamer

      Een kortere duur dan de wettelijke termijnen kan ook worden overeengekomen, maar de overeenkomst moet dan worden goedgekeurd door de Grondkamer (lid 3).

      De grondkamer verleent haar goedkeuring aan de kortere duur alleen op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval en indien de algemene belangen van de landbouw daardoor niet worden geschaad. Zij vermeldt in haar beschikking de reden van haar goedkeuring. Als bijzondere omstandigheden worden niet beschouwd beperkingen, aan de verpachter door derden opgelegd (lid 4).

      Verlenging van rechtswege

      De pachtovereenkomst die volgens de wettelijke termijnen van lid 1 is aangegaan, wordt telkens van rechtswege met zes jaren verlengd (lid 5).

      Dit geldt niet voor de pachtovereenkomst die voor kortere duur is aangegaan. Die kan op vordering van de pachter door de rechter verlengd worden voor een door de rechter vast te stellen periode, als aan de voorwaarden is voldaan (lid 6). De vordering wordt ingesteld binnen de termijn die door de Grondkamer is vastgesteld bij de toetsing van de verkorte termijn bij aangaan van de pacht.

      Is een termijn van korter dan een jaar of korter goedgekeurd, dan vindt geen verlenging plaats (lid 7).

      Wijziging van de voorwaarden van de pachtovereenkomst

      Bij verlenging kunnen zowel pachter als de verpachter de Grondkamer wijziging van de voorwaarden verzoeken, behalve van de tegenprestatie van de pacht (art. 7:326 lid 1 B.W.). De wijziging gaat in met ingang van de nieuwe pachttermijn.

      Vanwege de specifieke procedure bij de Grondkamer voor wijziging van de pachtovereenkomst is de algemene procedure van art. 6:258 B.W. tot wijziging van overeenkomsten uitgesloten (art. 7:326 lid 4 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 30-09-2018; laatste bewerking 8-04-2021]

      Duur van de pachtovereenkomst (Afd. 4, Titel 5, Boek 7 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!