Kansovereenkomsten (Titel 16, Boek 7A B.W.)
Inleiding kansovereenkomst
De regeling van de kansovereenkomst is opgenomen in Titel 16, Boek 7A B.W.. De regeling bestond ooit uit drie afdelingen, maar alleen Afd. 3 staat nog in Boek 7A: Spel en weddenschap. Deze afdeling omvat 4 bepalingen (art. 7A:1825 B.W. tot en met art. 7A:1828 B.W.).
De regeling is – gelet op het taalgebruik – lekker up-to-date.
Verbod op verbintenis uit weddenschap
De weddenschap kan niet tot een rechtens afdwingbare verplichting leiden, bepaalt art. 7A:1825 B.W.. De wet zegt het zo:
“De wet staat geene regtsvordering toe, ter zake van eene schuld uit spel of uit weddingschap voortgesproten.”
Tenzij: sport
Een weddenschap mag echter wel worden aangegaan – met een rechtens afdwingbare verbintenis tot gevolg – wanneer dit een sportief doel heeft, bepaalt art. 7A:1826 lid 1 B.W.. De wet zegt het zo:
“Onder de hier-boven staande bepaling zijn echter niet begrepen die spelen welke geschikt zijn tot ligchaamsoefening, als het schermen, wedloopen en dergelijke.”
De rechter kan dan echter wel de hoogte van het bedrag matigen, als hem dit bovenmatig voorkomt (lid 2).
Loterijen en kansspelen zijn echter wel toegestaan, mits binnen de regels van de Wet op de Kansspelen. Daarvoor is echter een vergunning van de overheid vereist.
Dwingend recht
Deze bepalingen zijn van dwingend recht (art. 7A:1827 lid 1 B.W.).
Terugvorderen kan ook niet
Aan de andere kant kan de verliezer – mocht hij betaald hebben – het betaalde niet terugvorderen, tenzij hij is bedrogen of opgelicht (art. 7A:1826 B.W.). Daarmee komt het erop neer dat de verplichting een natuurlijke verbintenis is: niet afdwingbaar, maar indien nagekomen is er niet onverschuldigd betaald.
Relevante links
Auteur & Last edit
[MdV, 21-01-2019]
Kansovereenkomsten (Titel 16, Boek 7A B.W.)
Inleiding kansovereenkomst
De regeling van de kansovereenkomst is opgenomen in Titel 16, Boek 7A B.W.. De regeling bestond ooit uit drie afdelingen, maar alleen Afd. 3 staat nog in Boek 7A: Spel en weddenschap. Deze afdeling omvat 4 bepalingen (art. 7A:1825 B.W. tot en met art. 7A:1828 B.W.).
De regeling is – gelet op het taalgebruik – lekker up-to-date.
Verbod op verbintenis uit weddenschap
De weddenschap kan niet tot een rechtens afdwingbare verplichting leiden, bepaalt art. 7A:1825 B.W.. De wet zegt het zo:
“De wet staat geene regtsvordering toe, ter zake van eene schuld uit spel of uit weddingschap voortgesproten.”
Tenzij: sport
Een weddenschap mag echter wel worden aangegaan – met een rechtens afdwingbare verbintenis tot gevolg – wanneer dit een sportief doel heeft, bepaalt art. 7A:1826 lid 1 B.W.. De wet zegt het zo:
“Onder de hier-boven staande bepaling zijn echter niet begrepen die spelen welke geschikt zijn tot ligchaamsoefening, als het schermen, wedloopen en dergelijke.”
De rechter kan dan echter wel de hoogte van het bedrag matigen, als hem dit bovenmatig voorkomt (lid 2).
Loterijen en kansspelen zijn echter wel toegestaan, mits binnen de regels van de Wet op de Kansspelen. Daarvoor is echter een vergunning van de overheid vereist.
Dwingend recht
Deze bepalingen zijn van dwingend recht (art. 7A:1827 lid 1 B.W.).
Terugvorderen kan ook niet
Aan de andere kant kan de verliezer – mocht hij betaald hebben – het betaalde niet terugvorderen, tenzij hij is bedrogen of opgelicht (art. 7A:1826 B.W.). Daarmee komt het erop neer dat de verplichting een natuurlijke verbintenis is: niet afdwingbaar, maar indien nagekomen is er niet onverschuldigd betaald.
Relevante links
Auteur & Last edit
[MdV, 21-01-2019]
Kansovereenkomsten (Titel 16, Boek 7A B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!