Pagina inhoud

    Internationaal Privaatrecht (Boek 10 B.W.)

    Inleiding internationaal privaatrecht (IPR)

    Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft bepalingen van internationaal privaatrecht (afgekort: “IPR”). Het IPR geeft bij geschillen tussen partijen die in verschillende landen gevestigd zijn regels om vast te stellen:

    – welk recht toepasselijk is (van welk land)
    – in welk land de procedure gevoerd moet worden (rechtsmacht) en
    – erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken in een ander land.

    De vraag naar het toepasselijk recht wordt het “materiële IPR” genoemd, de vraag naar de rechtsmacht en de erkenning en tenuitvoerlegging het “formele IPR”. IPR-vraagstukken zijn niet zelden ingewikkeld.

    IPR-Verdragen, EU Verordeningen en nationaal recht

    Het IPR is van oorsprong – paradoxaal genoeg – nationaal recht: ieder land heeft zijn eigen regels vastgesteld om de hierboven vermelde kwesties te beantwoorden. Gaandeweg zijn er echter verdragen gesloten om een gelijkschakeling en wederkerigheid van IPR-recht te bewerkstelligen. Binnen de EU zijn er verdergaande regelingen tot stand gekomen om het IPR te uniformeren en de wederzijdse erkenning van rechterlijke uitspraken vast te leggen.

    Op het vlak van het materiële IPR (het bepalen van het toepasselijk recht) kent de EU twee Verordeningen: de zgn. Rome I (oftewel de EVO Verordening) inzake het toepasselijk recht bij internationale overeenkomsten. En de Rome II Verordening, die het toepasselijk recht regelt bij verbintenissen anders dan uit overeenkomst (zoals onrechtmatige daad). Zie de pagina EVO-Verordening (Rome I) en de pagina Rome II.

    De EEX-Verordening regelt de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke uitspraken en andere executoriale titels binnen Europa. Zie hierover de pagina EEX-Verordening (ook wel bekend als “Brussel I-bis”),

    Invoering Boek 10 B.W.

    Boek 10 B.W. is vrij nieuw: het is in werking getreden op 1 januari 2012. Het wetsvoorstel nr. 32137 ter invoering van Boek 10 is ingediend op 1 oktober 2009. In de MvT licht de Minister toe:

    “Dit wetsvoorstel strekt tot codificatie van een belangrijk gedeelte van het internationaal privaatrecht, waarmee in een afzonderlijk Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek een groot aantal voor de praktijk van belang zijnde regels van het internationaal privaatrecht op systematische en samenhangende wijze worden bijeengebracht. Dit moet mede worden gezien tegen de achtergrond van de omstandigheid dat het internationaal privaatrecht de laatste jaren stormachtige ontwikkelingen heeft doorgemaakt in de eerste plaats onder invloed van het steeds intensiever internationaal rechtsverkeer.

    Door codificatie van algemene beginselen, aangevuld met daarop afgestemde concrete regelingen voor specifieke onderwerpen, kan de wetgever een kader bieden voor beantwoording van deze vragen. Daarbij staat derhalve telkens de praktische toepasbaarheid voorop; de wet biedt geen plaats voor het doen van leerstellige uitspraken over theoretische vraagstukken.

    Het gaat in dit wetsvoorstel dan ook in de eerste plaats om het bijeenbrengen van de vele reeds geldende wettelijke regelingen van conflictenrecht voor verschil- lende deelterreinen, zoals personen- en familierecht, onrechtmatige daad en rechtspersonen. Deze wetten bevatten voor de onderscheiden rechts- gebieden in hoofdzaak zogeheten verwijzingsregels, die voor privaatrech- telijke rechtsverhoudingen met internationale, grensoverschrijdende elementen aangeven welk nationale recht moet worden toegepast.”

    Naast een algemene inkadering van het IPR implementeert de wet bestaande internationale verdragen. In het bijzonder is tegelijkertijd de wet nr. 32617 ter implementatie van het Verdrag van Den Haag inzake alimentatie en ter implementatie van Verordening EG 4/2009, eveneens inzake alimentatie, in Boek 10 B.W. verwerkt.

    Inhoud Boek 10 B.W.

    Boek 10 B.W. bevat de volgende 16 Titels.

    1.   Algemene bepalingen
    2.   De naam
    3.   Het huwelijk
    4.   Het geregistreerd partnerschap
    5.   Afstamming
    6.   Adoptie
    7.   Overige onderwerpen van familierecht
    8.   Corporaties
    9.   Vertegenwoordiging
    10. Goederenrecht
    11. Trustrecht
    12. Erfrecht
    13. Verbintenissen uit overeenkomst
    14. Verbintenissen uit andere bron dan overeenkomst
    15. Enkele bepalingen met betrekking tot het zeerecht, het binnenvaartrecht en het luchtrecht
    16. Arbitrage

    In de subpagina’s worden deze onderwerpen nader behandeld.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 3-03-2020]

    Pagina inhoud

      Internationaal Privaatrecht (Boek 10 B.W.)

      Inleiding internationaal privaatrecht (IPR)

      Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft bepalingen van internationaal privaatrecht (afgekort: “IPR”). Het IPR geeft bij geschillen tussen partijen die in verschillende landen gevestigd zijn regels om vast te stellen:

      – welk recht toepasselijk is (van welk land)
      – in welk land de procedure gevoerd moet worden (rechtsmacht) en
      – erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken in een ander land.

      De vraag naar het toepasselijk recht wordt het “materiële IPR” genoemd, de vraag naar de rechtsmacht en de erkenning en tenuitvoerlegging het “formele IPR”. IPR-vraagstukken zijn niet zelden ingewikkeld.

      IPR-Verdragen, EU Verordeningen en nationaal recht

      Het IPR is van oorsprong – paradoxaal genoeg – nationaal recht: ieder land heeft zijn eigen regels vastgesteld om de hierboven vermelde kwesties te beantwoorden. Gaandeweg zijn er echter verdragen gesloten om een gelijkschakeling en wederkerigheid van IPR-recht te bewerkstelligen. Binnen de EU zijn er verdergaande regelingen tot stand gekomen om het IPR te uniformeren en de wederzijdse erkenning van rechterlijke uitspraken vast te leggen.

      Op het vlak van het materiële IPR (het bepalen van het toepasselijk recht) kent de EU twee Verordeningen: de zgn. Rome I (oftewel de EVO Verordening) inzake het toepasselijk recht bij internationale overeenkomsten. En de Rome II Verordening, die het toepasselijk recht regelt bij verbintenissen anders dan uit overeenkomst (zoals onrechtmatige daad). Zie de pagina EVO-Verordening (Rome I) en de pagina Rome II.

      De EEX-Verordening regelt de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke uitspraken en andere executoriale titels binnen Europa. Zie hierover de pagina EEX-Verordening (ook wel bekend als “Brussel I-bis”),

      Invoering Boek 10 B.W.

      Boek 10 B.W. is vrij nieuw: het is in werking getreden op 1 januari 2012. Het wetsvoorstel nr. 32137 ter invoering van Boek 10 is ingediend op 1 oktober 2009. In de MvT licht de Minister toe:

      “Dit wetsvoorstel strekt tot codificatie van een belangrijk gedeelte van het internationaal privaatrecht, waarmee in een afzonderlijk Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek een groot aantal voor de praktijk van belang zijnde regels van het internationaal privaatrecht op systematische en samenhangende wijze worden bijeengebracht. Dit moet mede worden gezien tegen de achtergrond van de omstandigheid dat het internationaal privaatrecht de laatste jaren stormachtige ontwikkelingen heeft doorgemaakt in de eerste plaats onder invloed van het steeds intensiever internationaal rechtsverkeer.

      Door codificatie van algemene beginselen, aangevuld met daarop afgestemde concrete regelingen voor specifieke onderwerpen, kan de wetgever een kader bieden voor beantwoording van deze vragen. Daarbij staat derhalve telkens de praktische toepasbaarheid voorop; de wet biedt geen plaats voor het doen van leerstellige uitspraken over theoretische vraagstukken.

      Het gaat in dit wetsvoorstel dan ook in de eerste plaats om het bijeenbrengen van de vele reeds geldende wettelijke regelingen van conflictenrecht voor verschil- lende deelterreinen, zoals personen- en familierecht, onrechtmatige daad en rechtspersonen. Deze wetten bevatten voor de onderscheiden rechts- gebieden in hoofdzaak zogeheten verwijzingsregels, die voor privaatrech- telijke rechtsverhoudingen met internationale, grensoverschrijdende elementen aangeven welk nationale recht moet worden toegepast.”

      Naast een algemene inkadering van het IPR implementeert de wet bestaande internationale verdragen. In het bijzonder is tegelijkertijd de wet nr. 32617 ter implementatie van het Verdrag van Den Haag inzake alimentatie en ter implementatie van Verordening EG 4/2009, eveneens inzake alimentatie, in Boek 10 B.W. verwerkt.

      Inhoud Boek 10 B.W.

      Boek 10 B.W. bevat de volgende 16 Titels.

      1.   Algemene bepalingen
      2.   De naam
      3.   Het huwelijk
      4.   Het geregistreerd partnerschap
      5.   Afstamming
      6.   Adoptie
      7.   Overige onderwerpen van familierecht
      8.   Corporaties
      9.   Vertegenwoordiging
      10. Goederenrecht
      11. Trustrecht
      12. Erfrecht
      13. Verbintenissen uit overeenkomst
      14. Verbintenissen uit andere bron dan overeenkomst
      15. Enkele bepalingen met betrekking tot het zeerecht, het binnenvaartrecht en het luchtrecht
      16. Arbitrage

      In de subpagina’s worden deze onderwerpen nader behandeld.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 3-03-2020]

      Internationaal Privaatrecht (Boek 10 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!