Pagina inhoud

    Algemeen deel vermogensrecht (Boek 3 B.W.)

    Inleiding vermogensrecht algemeen

    Boek 3 Burgerlijk Wetboek bevat de inleiding tot het vermogensrecht. Boek 3 B.W. definieert in een aantal hoofdstukken (“Titels” genaamd) verschillende algemene begrippen van het vermogensrecht. 

    Titel 6 Bewind is door de wetgever gereserveerd maar bevat geen bepalingen. Zodoende omvat Boek 3 B.W. de volgende 10 Titels.

    1. Algemene bepalingen vermogensrecht
    2. Rechtshandelingen
    3. Volmacht
    4. Verkrijging en verlies van goederen
    5. Bezit en houderschap
    6. –
    7. Gemeenschap
    8. Vruchtgebruik
    9. Pand en hypotheek
    10. Verhaalsrecht op goederen
    11. Rechtsvorderingen

    In de subpagina’s worden deze onderwerpen nader behandeld.

    Het vermogensrecht wordt onderverdeeld in het goederenrecht en het verbintenissenrecht. Het goederenrecht gaat over de rechtsbetrekking tussen een persoon (de rechthebbende, bij voorbeeld de eigenaar) en een goed. In het huidige Nederlandse vermogensrecht zijn goederen een meer omvattend begrip dan zaken. Zaken zijn “alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten”. Zaken zijn dus goederen, maar goederen omvat meer dan alleen zaken. Het omvat namelijk ook niet stoffelijke vermogensrechten, zoals een geldvordering.

    Zakelijke rechten en persoonlijke rechten

    Daarnaast wordt nog een onderscheid gemaakt tussen “zakelijke rechten” en “persoonlijke rechten”. Zakelijke rechten is hetzelfde als “goederenrechtelijke rechten”. Het gaat om de rechtsbetrekking tussen een persoon en een goed. Daarnaast omvat het vermogensrecht ook nog het verbintenissenrecht. Daarvan maakt het overeenkomstenrecht weer een onderdeel uit. Het verbintenissenrecht gaat om de rechtsrelatie tussen personen.

    Absolute en relatieve rechten

    Het verschil tussen zakelijke rechten met betrekking tot een goed (bvb. eigendom van een huis) en persoonlijke rechten met betrekking tot een goed is, dat het zakelijke recht “absoluut” is. De rechthebbende kan deze tegenover eenieder uitoefenen. Persoonlijke rechten worden daarom ook aangemerkt als “relatieve rechten”: ze kunnen alleen worden uitgeoefend jegens degeen met wie een verbintenis is aangegaan.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 28-12-2017]

    Pagina inhoud

      Algemeen deel vermogensrecht (Boek 3 B.W.)

      Inleiding vermogensrecht algemeen

      Boek 3 Burgerlijk Wetboek bevat de inleiding tot het vermogensrecht. Boek 3 B.W. definieert in een aantal hoofdstukken (“Titels” genaamd) verschillende algemene begrippen van het vermogensrecht. 

      Titel 6 Bewind is door de wetgever gereserveerd maar bevat geen bepalingen. Zodoende omvat Boek 3 B.W. de volgende 10 Titels.

      1. Algemene bepalingen vermogensrecht
      2. Rechtshandelingen
      3. Volmacht
      4. Verkrijging en verlies van goederen
      5. Bezit en houderschap
      6. –
      7. Gemeenschap
      8. Vruchtgebruik
      9. Pand en hypotheek
      10. Verhaalsrecht op goederen
      11. Rechtsvorderingen

      In de subpagina’s worden deze onderwerpen nader behandeld.

      Het vermogensrecht wordt onderverdeeld in het goederenrecht en het verbintenissenrecht. Het goederenrecht gaat over de rechtsbetrekking tussen een persoon (de rechthebbende, bij voorbeeld de eigenaar) en een goed. In het huidige Nederlandse vermogensrecht zijn goederen een meer omvattend begrip dan zaken. Zaken zijn “alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten”. Zaken zijn dus goederen, maar goederen omvat meer dan alleen zaken. Het omvat namelijk ook niet stoffelijke vermogensrechten, zoals een geldvordering.

      Zakelijke rechten en persoonlijke rechten

      Daarnaast wordt nog een onderscheid gemaakt tussen “zakelijke rechten” en “persoonlijke rechten”. Zakelijke rechten is hetzelfde als “goederenrechtelijke rechten”. Het gaat om de rechtsbetrekking tussen een persoon en een goed. Daarnaast omvat het vermogensrecht ook nog het verbintenissenrecht. Daarvan maakt het overeenkomstenrecht weer een onderdeel uit. Het verbintenissenrecht gaat om de rechtsrelatie tussen personen.

      Absolute en relatieve rechten

      Het verschil tussen zakelijke rechten met betrekking tot een goed (bvb. eigendom van een huis) en persoonlijke rechten met betrekking tot een goed is, dat het zakelijke recht “absoluut” is. De rechthebbende kan deze tegenover eenieder uitoefenen. Persoonlijke rechten worden daarom ook aangemerkt als “relatieve rechten”: ze kunnen alleen worden uitgeoefend jegens degeen met wie een verbintenis is aangegaan.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 28-12-2017]

      Algemeen deel vermogensrecht (Boek 3 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!