Rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten (Afd. 2, Titel 3, Boek 10 B.W.)
Inleiding internationaal privaatrecht inzake rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten
Afd. 2, Titel 3, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft bepalingen van internationaal privaatrecht inzake de rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten. De afdeling omvat 8 bepalingen (art. 10:34a B.W. tot en met art. 10:41 B.W.). De afdeling gaat in op vraagstukken van internationaal privaatrecht rondom huwelijksvermogensrecht.
EU-Verordening harmonisatie huwelijksvermogensrecht
Blijkens art. 10:34a B.W. wordt in deze afdeling onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1103» verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183).
Rechtskeuze inzake onderlinge betrekkingen echtgenoten
De persoonlijke rechtsbetrekking tussen echtgenoten onderling die niet vallen onder de verordening (EU) nr. 2016/1103 wordt beheerst door het recht dat de echtgenoten hebben aangewezen (art. 10:35 lid 1 B.W.).
De echtgenoten hebben de mogelijkheid om een van deze rechtsstelsels aan te wijzen (art. 10:35 lid 2 B.W.):
1. Het recht van de staat van een gemeenschappelijke nationaliteit van de echtgenoten (art. 10:35 lid 2 sub a B.W.).
2. Het recht van de staat waar de echtgenoten hun verblijfplaats hebben (art. 10:35 lid 2 sub b B.W.).
Een aanwijzing zoals in dit artikel is geldig als de vormvoorschriften van het huwelijksvermogensregime in acht zijn genomen (art. 10:35 lid 3 B.W.).
Verwijzingsregel toepasselijk recht onderlinge betrekkingen echtgenoten
Als er geen aanwijzing van het toepasselijke recht aanwezig is worden de persoonlijke betrekkingen tussen de echtgenoten beheerst door de Verordening (EU) nr. 2016/1103 (art. 10:36 B.W.):
1. Door het recht van de staat waar de echtgenoten hun gemeenschappelijke nationaliteit hebben (art. 10:36 sub a B.W.);
2. Door het recht van de staat waar de echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben (art 10:36 sub b B.W.), en als zij dat niet hebben
3. Door het recht van de staat waarmee zij het nauwst verbonden zijn (art. 10:36 sub c B.W.). Dit wordt beoordeeld naar de omstandigheden.
Verwijzingsregel onderlinge betrekkingen bij gemeenschappelijke nationaliteit echtgenoten
Als de echtgenoten dezelfde nationaliteit hebben, wordt voor de toepassing van art. 10:36 B.W. het recht van die gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing, ongeacht of zij beiden die nationaliteit hebben of slechts een van hen (art. 10:37 B.W.). Als de echtgenoten meerdere gemeenschappelijke nationaliteiten hebben, wordt ervan uitgegaan dat zij geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben.
Wijziging toepasselijk recht onderlinge betrekkingen echtgenoten
Als een aanwijzing volgens art. 10:35 B.W., of een wijziging in de omstandigheden genoemd in art. 10:36 B.W., resulteert in de toepassing van een ander recht dan voorheen, dan is dat andere recht van toepassing vanaf het moment van die aanwijzing of wijziging (art. 10:38 B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 16-4-2022; laatste bewerking OP 31-05-2023]
Rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten (Afd. 2, Titel 3, Boek 10 B.W.)
Inleiding internationaal privaatrecht inzake rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten
Afd. 2, Titel 3, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft bepalingen van internationaal privaatrecht inzake de rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten. De afdeling omvat 8 bepalingen (art. 10:34a B.W. tot en met art. 10:41 B.W.). De afdeling gaat in op vraagstukken van internationaal privaatrecht rondom huwelijksvermogensrecht.
EU-Verordening harmonisatie huwelijksvermogensrecht
Blijkens art. 10:34a B.W. wordt in deze afdeling onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1103» verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183).
Rechtskeuze inzake onderlinge betrekkingen echtgenoten
De persoonlijke rechtsbetrekking tussen echtgenoten onderling die niet vallen onder de verordening (EU) nr. 2016/1103 wordt beheerst door het recht dat de echtgenoten hebben aangewezen (art. 10:35 lid 1 B.W.).
De echtgenoten hebben de mogelijkheid om een van deze rechtsstelsels aan te wijzen (art. 10:35 lid 2 B.W.):
1. Het recht van de staat van een gemeenschappelijke nationaliteit van de echtgenoten (art. 10:35 lid 2 sub a B.W.).
2. Het recht van de staat waar de echtgenoten hun verblijfplaats hebben (art. 10:35 lid 2 sub b B.W.).
Een aanwijzing zoals in dit artikel is geldig als de vormvoorschriften van het huwelijksvermogensregime in acht zijn genomen (art. 10:35 lid 3 B.W.).
Verwijzingsregel toepasselijk recht onderlinge betrekkingen echtgenoten
Als er geen aanwijzing van het toepasselijke recht aanwezig is worden de persoonlijke betrekkingen tussen de echtgenoten beheerst door de Verordening (EU) nr. 2016/1103 (art. 10:36 B.W.):
1. Door het recht van de staat waar de echtgenoten hun gemeenschappelijke nationaliteit hebben (art. 10:36 sub a B.W.);
2. Door het recht van de staat waar de echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben (art 10:36 sub b B.W.), en als zij dat niet hebben
3. Door het recht van de staat waarmee zij het nauwst verbonden zijn (art. 10:36 sub c B.W.). Dit wordt beoordeeld naar de omstandigheden.
Verwijzingsregel onderlinge betrekkingen bij gemeenschappelijke nationaliteit echtgenoten
Als de echtgenoten dezelfde nationaliteit hebben, wordt voor de toepassing van art. 10:36 B.W. het recht van die gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing, ongeacht of zij beiden die nationaliteit hebben of slechts een van hen (art. 10:37 B.W.). Als de echtgenoten meerdere gemeenschappelijke nationaliteiten hebben, wordt ervan uitgegaan dat zij geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben.
Wijziging toepasselijk recht onderlinge betrekkingen echtgenoten
Als een aanwijzing volgens art. 10:35 B.W., of een wijziging in de omstandigheden genoemd in art. 10:36 B.W., resulteert in de toepassing van een ander recht dan voorheen, dan is dat andere recht van toepassing vanaf het moment van die aanwijzing of wijziging (art. 10:38 B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 16-4-2022; laatste bewerking OP 31-05-2023]
Rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten (Afd. 2, Titel 3, Boek 10 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!