Rb. Den Haag 29 augustus 2018 (PP Groep/MNB)
Het ging in die zaak om het ontbreken van een statutair vereiste toestemming voor de overdracht van certificaten in een STAK. Er was wel toestemming verleend, maar de certificaten waren niet binnen de wettelijke termijn van 3 maanden geleverd, waardoor die toestemming was vervallen en de levering aan een gebrek leed.
De rechtbank overwoog:
“4.32 Nu vaststaat dat de levering niet binnen drie maanden na afgifte van de instemmingsverklaringen heeft plaatsgevonden, blijven de artikelen 11 lid 1 tot en met 11 lid 15 van de blokkeringsregeling van toepassing. De rechtbank is van oordeel dat het ontbreken van geldige instemmingsverklaringen leidt tot onoverdraagbaarheid van de certificaten in de zin van artikel 3:83 BW..
(…)
4.33 De rechtbank overweegt vervolgens dat een nietige rechtshandeling op grond van artikel 3:58 BW (de convalescentie-bepaling) met terugwerkende kracht alsnog geldig kan zijn. In dit geval is daartoe nodig dat de certificaathouders opnieuw hun instemming verlenen aan de overdracht van de N-certificaten en dat zij voorts in de periode tussen 13 maart 2017 en het moment waarop de blokkeringsregeling (alsnog) in acht wordt genomen, de overdracht steeds als rechtsgeldig hebben aangemerkt. Voor het als rechtsgeldig aanmerken van de overdracht is voldoende dat de onmiddellijk belanghebbenden zich in deze periode niet op de nietigheid van de overdracht hebben beroepen en zich ook niet hebben gedragen op een wijze die onverenigbaar is met de geldigheid van deze rechtshandeling. …
4.34 Indien de blokkeringsregeling, met inachtneming van deze voorwaarde, alsnog wordt nageleefd, treedt het beoogde rechtsgevolg (de rechtsgeldige overdracht) met terugwerkende kracht in.”
[MdV, 7-05-2023]
Rb. Den Haag 29 augustus 2018 (PP Groep/MNB)
Het ging in die zaak om het ontbreken van een statutair vereiste toestemming voor de overdracht van certificaten in een STAK. Er was wel toestemming verleend, maar de certificaten waren niet binnen de wettelijke termijn van 3 maanden geleverd, waardoor die toestemming was vervallen en de levering aan een gebrek leed.
De rechtbank overwoog:
“4.32 Nu vaststaat dat de levering niet binnen drie maanden na afgifte van de instemmingsverklaringen heeft plaatsgevonden, blijven de artikelen 11 lid 1 tot en met 11 lid 15 van de blokkeringsregeling van toepassing. De rechtbank is van oordeel dat het ontbreken van geldige instemmingsverklaringen leidt tot onoverdraagbaarheid van de certificaten in de zin van artikel 3:83 BW..
(…)
4.33 De rechtbank overweegt vervolgens dat een nietige rechtshandeling op grond van artikel 3:58 BW (de convalescentie-bepaling) met terugwerkende kracht alsnog geldig kan zijn. In dit geval is daartoe nodig dat de certificaathouders opnieuw hun instemming verlenen aan de overdracht van de N-certificaten en dat zij voorts in de periode tussen 13 maart 2017 en het moment waarop de blokkeringsregeling (alsnog) in acht wordt genomen, de overdracht steeds als rechtsgeldig hebben aangemerkt. Voor het als rechtsgeldig aanmerken van de overdracht is voldoende dat de onmiddellijk belanghebbenden zich in deze periode niet op de nietigheid van de overdracht hebben beroepen en zich ook niet hebben gedragen op een wijze die onverenigbaar is met de geldigheid van deze rechtshandeling. …
4.34 Indien de blokkeringsregeling, met inachtneming van deze voorwaarde, alsnog wordt nageleefd, treedt het beoogde rechtsgevolg (de rechtsgeldige overdracht) met terugwerkende kracht in.”
[MdV, 7-05-2023]
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!