Pagina inhoud

    Schuld- en contractsoverneming (Afd. 3, Titel 2, Boek 6 B.W.)

    Inleiding schuldoverneming en contractsoverneming

    Schuldoverneming en contractsoverneming zijn geregeld in Afdeling 3 van Titel 2 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek. Titel 2 van Boek 6 handelt over overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen. Deze afdeling omvat slechts 5 bepalingen (art. 6:155 B.W. tot en met art. 6:159 B.W.).

    Schuldoverneming

    Dit is de figuur, waarbij iemand (C) de schuldverplichting overneemt van de oorspronkelijk schuldenaar (B). De schuldenaar draagt zijn schuld dus over aan iemand anders, waardoor de schuldeiser (A) een andere debiteur krijgt.  A heeft dus een vordering op B, en B draagt die schuld over aan C. Daardoor heeft A geen vordering meer op B maar in plaats daarvan op C. Logischerwijs is daarvoor wel instemming van de schuldeiser nodig (art. 6:155 B.W.). Anders zou iemand die goed is voor zijn geld zijn schuld kunnen overdragen aan een dakloze zwerver, en dan zou de schuldeiser ineens met lege handen staan. Schuldoverneming is het spiegelbeeld van overdracht van een vordering (door middel van een daartoe strekkende titel + cessie).

    Contractsoverneming

    De figuur van contractsovername is vergelijkbaar met schuldoverneming, met dat verschil, dat er bij een contract sprake is van verbintenissen (schulden / verplichtingen) over en weer tussen A en B. Voor contractsoverneming is een schriftelijke akte (art. 6:159 B.W.).

    Contractsoverneming is een driepartijenovereenkomst; instemming wederpartij

    Belangrijk is wel, dat de contractsoverneming een overeenkomst is tussen drie partijen: de oorspronkelijke contractspartijen A en B en de overnemer C. De overeenkomst om (een andere, oorspronkelijke) overeenkomst (of meerdere overeenkomsten die al dan niet met elkaar samenhangen) over te nemen wordt gesloten tussen A en C, maar partij B moet ook instemmen met de overgang van de oorspronkelijke overeenkomst naar de overnemer. B krijgt daardoor immers een andere wederpartij (C) dan degeen met wie hij aanvankelijk gecontracteerd heeft. Die nieuwe wederpartij treedt in de rechten en verplichtingen van de oude (A), dus het is voor B belangrijk daarin gekend te worden en ermee in te stemmen. Zonder dat geen overneming en indeplaatsstelling van de oorspronkelijke contractspartij A door de nieuwe partij C.

    De noodzakelijke medewerking van de wederpartij, hetzij vooraf, hetzij achteraf – is vormvrij.

    Door de contractsoverneming gaan alle rechten en verplichtingen over op de derde, voor zover niet ten aanzien van bijkomstige of reeds opeisbaar geworden rechten of verplichtingen anders is bepaald (art. 6:159 lid 2 B.W.).

    Contractsvrijheid

    De overgang van een contract door indeplaatsstelling door een opvolger die de overeenkomst overneemt is zelf ook een overeenkomst die onderworpen is aan de contractsvrijheid. Stemt B niet in, dan gaat het feest niet door. In sommige gevallen biedt de wet de mogelijkheid om een indeplaatsstelling desnoods via de rechter af te dwingen: zie de pagina Huur bedrijfsruimte en de pagina Pachtoverneming.

    In de conclusie bij het arrest inzake de contractovername door Bassie & Adriaan van de rechten van hun TV-series van Joop van den Ende B.V. . overweegt de P-G met betrekking tot schuldoverneming en contractsoverneming het volgende:

    “Schuldoverneming is de rechtshandeling waarbij onder bijzondere titel de schuldenaar door een andere schuldenaar wordt vervangen, met handhaving van de identiteit van de verbintenis (art. 6:155-158 BW). De schuldoverneming moet dan ook worden onderscheiden van de zogenaamde subjectieve schuldvernieuwing (novatie) aan de passieve zijde van de verbintenis, waarbij eveneens de schuldenaar wordt vervangen, maar waarbij de identiteit van de verbintenis niet gehandhaafd blijft.

    Slechts indien de partijbedoeling of de aard van de overeenkomst meebrengt dat de oorspronkelijke verbintenis door een nieuwe verbintenis wordt vervangen, moet de verbintenis tussen de schuldeiser en de nieuwe schuldenaar als een ‘andere’ dan de oorspronkelijke verbintenis worden beschouwd en is er sprake van een tenietgaan van de oude verbintenis met verval van de verweermiddelen en zekerheidsrechten.

    Voor de schuldoverneming is toestemming van de schuldeiser vereist (art. 6:155 BW). Contractsoverneming is een rechtshandeling waarbij een partij door middel van een overeenkomst haar gehele rechtsverhouding tot de wederpartij onder bijzondere titel doet overgaan op een derde, die daarmee contractspartner van de wederpartij wordt (art. 6:159 BW).

    De contractsoverneming is een driezijdige rechtshandeling tussen overdrager, overnemer en de wederpartij, waarbij de overgang pas plaatsvindt – zonder terugwerkende kracht – op het moment van wilsovereenstemming tussen alle drie betrokken partijen. Voor de geldigheid van de contractsoverneming is een tussen de overdrager en de overnemer opgemaakte akte vereist.

    De wetgever heeft het niet noodzakelijk geacht ook de medewerking van de wederpartij van de overdrager aan het opmaken van de akte voor te schrijven; de noodzakelijke medewerking van de wederpartij, hetzij vooraf, hetzij achteraf – is vormvrij.

    De Hoge Raad heeft in HR 23 april 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2897, NJ 1999, 497, r.o. 3.3.2 (met betrekking tot de overdracht van een portefeuille van een assurantietussenpersoon), onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis van art. 3:37 lid 1 BW, geoordeeld dat medewerking ook in een of meer gedragingen van de wederpartij (van in dat geval verzekeringnemers), dus ook in een stilzwijgen, besloten kan liggen. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

    De medewerking behoeft dus niet in de vorm van een uitdrukkelijke verklaring te worden gegeven.

    Door de contractsoverneming gaan alle rechten en verplichtingen over op de derde, voor zover niet ten aanzien van bijkomstige of reeds opeisbaar geworden rechten of verplichtingen anders is bepaald (art. 6:159 lid 2 BW).”

    Bewijs van de overname: stellen en akte overleggen

    De partij die zich op een contractsovername beroept moet wel stellen – en zo nodig bewijzen door overlegging van de akte – dat er sprake is van contractsovername. Zie als voorbeeld Hof Arnhem d.d. 24 april 2007 (NN/Machinery & Equipment Import & Export Corporation (China), r.o. 4.6 laatste volzin.

    Het niet tijdig daaraan voldoen kan in het licht van art. 85 Rv. scherpe kantjes hebben, vgl. Rb. Zwolle-Lelystad 6 april 2007 (r.o. 6.6) hieronder.

    Er moet ook wel sprake zijn van een akte die ten bewijze van de overdracht is opgemaakt in de zin van art. 156 lid 1 Rv.. Zie de uitspraak hieronder inzake Rb. Amsterdam d.d. 11 december 2013 (Dragon Crowd/Sapph Distribution B.V.).

    Complicaties internationaal recht

    Dat er een akte moet zijn komt ook naar voren uit het vonnis van Rb. Rotterdam d.d. 25 juli 2018 (Local Insert B.V./Samanyolu c.s.). Daarbij deed zich de complicatie voor dat er een rechtskeuzebeding was, dat echter mede afhankelijk was van de vraag of de overdracht was uitgevoerd (daarbij speelde ook de vraag of de term “assignment” is op te vatten als overdracht in de zin van art. 6:159 B.W.). De rechtbank heeft hierbij de overdracht naar Nederlands recht beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van een “akte” in de zin van art. 6:159 B.W..

    In een andere zaak die leidde tot het arrest Hof Den Bosch d.d. 7 september 2011 (Mobile Systems/Magnet-Motor GmbH) deden zich rond de vraag naar contractsovername ook complicaties van toepasselijk recht voor. In die zaak was een claim op Magnet-Motors wegens gestelde gebreken aan door haar geleverde aandrijfsystemen door de curator overgedragen aan Mobile Systems. Magnet-Motors stelde dat er sprake was van contractsovername en dat zij daarvoor toestemming had moeten geven. Mobile Systems stelt echter dat er sprake was van cessie. Het Hof stelt vast, dat op grond van art. 10 Wet conflictenrecht goederenrecht (geldend vanaf mei 2008) wordt de geldigheid van de overdracht van een vordering beheerst door het recht dat op de vordering van toepassing is. Het op deze kwestie toepasselijke CISG (Weens Koopverdrag) bevat geen regeling over de vraag of een vordering kan worden overgedragen. De geldigheid van de cessie moet dan ook worden besproken naar Nederlands recht, als op de hoofdvordering van [G] Trucks Nederlands recht van toepassing is en naar Duits recht indien de hoofdvordering een vordering naar Duits recht betreft. Het Hof stelt vast, dat er geen sprake is van contractsovername maar van cessie. Per analogiam zou hier echter uit afgeleid kunnen worden, dat de vraag naar de geldigheid van een contractsovername bepaald wordt door het op de overgedragen overeenkomst toepasselijke recht.

    Rechtspraak

    Conclusie P-G bij HR 24 oktober 2014 (overname rechten Bassie & Adriaan) – De wetgever heeft het niet noodzakelijk geacht ook de medewerking van de wederpartij van de overdrager aan het opmaken van de akte voor te schrijven; de noodzakelijke medewerking van de wederpartij, hetzij vooraf, hetzij achteraf – is vormvrij.

    Hof Arnhem d.d. 24 april 2007 (NN/Machinery & Equipment Import & Export Corporation (China) – Het hof is van oordeel dat van [appellant] verlangd had kunnen worden dat hij ten minste die overeenkomst zou hebben overgelegd en dat, nu hij dat heeft nagelaten, [appellant] ook in zoverre niet aan de op hem – in verband met zijn beroep op de rechtsgevolgen van artikel 6:159 BW – rustende stelplicht heeft voldaan.

    Rb. Zwolle-Lelystad 6 april 2007 – Op grond van artikel 85 Rv. is [eisende partij], indien zij zich op een stuk beroept, gehouden een afschrift daarvan bij te voegen. Noch van de akte noch van de voor akkoord ondertekende brief is een afschrift overgelegd, hoewel [gedaagde partij] bij conclusie van antwoord zowel het bestaan van de akte als van haar instemming heeft bestreden. Bij conclusie van repliek heeft [eisende partij] gesteld dat de akte zich in één van de vele dozen bevindt waarin [eisende partij] haar archief bewaart in verband met de verhuizing van haar kantoor van Twello naar Deventer. De kantonrechter acht dit geen geldig excuus.
    … het belang van de akte en de brief is evident. De kantonrechter zal [eisende partij], die zowel bij dagvaarding als bij conclusie van repliek de kans (en de rechtsplicht) had een fotokopie van bedoelde stukken over te leggen, dan ook niet in de gelegenheid stellen dat alsnog te doen en passeert ook het aanbod van [eisende partij] het bestaan van de akte en van de brief alsnog te bewijzen.

    Rb. Amsterdam d.d. 11 december 2013 (Dragon Crowd/Sapph Distribution B.V.) – De rechtbank overweegt dat de correspondentie over het wijzigen van de naam op de relevante documenten – gelet op artikel 156 Rv – niet kan worden aangemerkt als een akte van overdracht. Immers is deze correspondentie niet ondertekend en dient het klaarblijkelijk ook niet om tot bewijs te dienen. Ook facturen (of andere relevante documenten) met de gewijzigde naam zijn om die reden niet aan te merken als akte van overdracht. Derhalve heeft Dragon Crowd onvoldoende onderbouwd gesteld dat voor de leveringen waarvoor zij thans betaling vordert van Sapph Distribution een akte van overdracht is opgemaakt.

    Rb. Rotterdam d.d. 25 juli 2018 (Local Insert B.V./Samanyolu c.s.) – overeenkomst waarin wordt vermeld dat de contracten worden overgedragen (“assigned”) aan een nieuwe entiteit in Australië is onvoldoende komen vast te staan. Contractsovername beoordeeld naar Nederlands recht (op basis van rechtskeuzebeding).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 5-11-2016; bijgewerkt 15-07-2018]

    Schuld- en contractsoverneming (Afd. 3, Titel 2, Boek 6 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Schuld- en contractsoverneming (Afd. 3, Titel 2, Boek 6 B.W.)

      Inleiding schuldoverneming en contractsoverneming

      Schuldoverneming en contractsoverneming zijn geregeld in Afdeling 3 van Titel 2 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek. Titel 2 van Boek 6 handelt over overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen. Deze afdeling omvat slechts 5 bepalingen (art. 6:155 B.W. tot en met art. 6:159 B.W.).

      Schuldoverneming

      Dit is de figuur, waarbij iemand (C) de schuldverplichting overneemt van de oorspronkelijk schuldenaar (B). De schuldenaar draagt zijn schuld dus over aan iemand anders, waardoor de schuldeiser (A) een andere debiteur krijgt.  A heeft dus een vordering op B, en B draagt die schuld over aan C. Daardoor heeft A geen vordering meer op B maar in plaats daarvan op C. Logischerwijs is daarvoor wel instemming van de schuldeiser nodig (art. 6:155 B.W.). Anders zou iemand die goed is voor zijn geld zijn schuld kunnen overdragen aan een dakloze zwerver, en dan zou de schuldeiser ineens met lege handen staan. Schuldoverneming is het spiegelbeeld van overdracht van een vordering (door middel van een daartoe strekkende titel + cessie).

      Contractsoverneming

      De figuur van contractsovername is vergelijkbaar met schuldoverneming, met dat verschil, dat er bij een contract sprake is van verbintenissen (schulden / verplichtingen) over en weer tussen A en B. Voor contractsoverneming is een schriftelijke akte (art. 6:159 B.W.).

      Contractsoverneming is een driepartijenovereenkomst; instemming wederpartij

      Belangrijk is wel, dat de contractsoverneming een overeenkomst is tussen drie partijen: de oorspronkelijke contractspartijen A en B en de overnemer C. De overeenkomst om (een andere, oorspronkelijke) overeenkomst (of meerdere overeenkomsten die al dan niet met elkaar samenhangen) over te nemen wordt gesloten tussen A en C, maar partij B moet ook instemmen met de overgang van de oorspronkelijke overeenkomst naar de overnemer. B krijgt daardoor immers een andere wederpartij (C) dan degeen met wie hij aanvankelijk gecontracteerd heeft. Die nieuwe wederpartij treedt in de rechten en verplichtingen van de oude (A), dus het is voor B belangrijk daarin gekend te worden en ermee in te stemmen. Zonder dat geen overneming en indeplaatsstelling van de oorspronkelijke contractspartij A door de nieuwe partij C.

      De noodzakelijke medewerking van de wederpartij, hetzij vooraf, hetzij achteraf – is vormvrij.

      Door de contractsoverneming gaan alle rechten en verplichtingen over op de derde, voor zover niet ten aanzien van bijkomstige of reeds opeisbaar geworden rechten of verplichtingen anders is bepaald (art. 6:159 lid 2 B.W.).

      Contractsvrijheid

      De overgang van een contract door indeplaatsstelling door een opvolger die de overeenkomst overneemt is zelf ook een overeenkomst die onderworpen is aan de contractsvrijheid. Stemt B niet in, dan gaat het feest niet door. In sommige gevallen biedt de wet de mogelijkheid om een indeplaatsstelling desnoods via de rechter af te dwingen: zie de pagina Huur bedrijfsruimte en de pagina Pachtoverneming.

      In de conclusie bij het arrest inzake de contractovername door Bassie & Adriaan van de rechten van hun TV-series van Joop van den Ende B.V. . overweegt de P-G met betrekking tot schuldoverneming en contractsoverneming het volgende:

      “Schuldoverneming is de rechtshandeling waarbij onder bijzondere titel de schuldenaar door een andere schuldenaar wordt vervangen, met handhaving van de identiteit van de verbintenis (art. 6:155-158 BW). De schuldoverneming moet dan ook worden onderscheiden van de zogenaamde subjectieve schuldvernieuwing (novatie) aan de passieve zijde van de verbintenis, waarbij eveneens de schuldenaar wordt vervangen, maar waarbij de identiteit van de verbintenis niet gehandhaafd blijft.

      Slechts indien de partijbedoeling of de aard van de overeenkomst meebrengt dat de oorspronkelijke verbintenis door een nieuwe verbintenis wordt vervangen, moet de verbintenis tussen de schuldeiser en de nieuwe schuldenaar als een ‘andere’ dan de oorspronkelijke verbintenis worden beschouwd en is er sprake van een tenietgaan van de oude verbintenis met verval van de verweermiddelen en zekerheidsrechten.

      Voor de schuldoverneming is toestemming van de schuldeiser vereist (art. 6:155 BW). Contractsoverneming is een rechtshandeling waarbij een partij door middel van een overeenkomst haar gehele rechtsverhouding tot de wederpartij onder bijzondere titel doet overgaan op een derde, die daarmee contractspartner van de wederpartij wordt (art. 6:159 BW).

      De contractsoverneming is een driezijdige rechtshandeling tussen overdrager, overnemer en de wederpartij, waarbij de overgang pas plaatsvindt – zonder terugwerkende kracht – op het moment van wilsovereenstemming tussen alle drie betrokken partijen. Voor de geldigheid van de contractsoverneming is een tussen de overdrager en de overnemer opgemaakte akte vereist.

      De wetgever heeft het niet noodzakelijk geacht ook de medewerking van de wederpartij van de overdrager aan het opmaken van de akte voor te schrijven; de noodzakelijke medewerking van de wederpartij, hetzij vooraf, hetzij achteraf – is vormvrij.

      De Hoge Raad heeft in HR 23 april 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2897, NJ 1999, 497, r.o. 3.3.2 (met betrekking tot de overdracht van een portefeuille van een assurantietussenpersoon), onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis van art. 3:37 lid 1 BW, geoordeeld dat medewerking ook in een of meer gedragingen van de wederpartij (van in dat geval verzekeringnemers), dus ook in een stilzwijgen, besloten kan liggen. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

      De medewerking behoeft dus niet in de vorm van een uitdrukkelijke verklaring te worden gegeven.

      Door de contractsoverneming gaan alle rechten en verplichtingen over op de derde, voor zover niet ten aanzien van bijkomstige of reeds opeisbaar geworden rechten of verplichtingen anders is bepaald (art. 6:159 lid 2 BW).”

      Bewijs van de overname: stellen en akte overleggen

      De partij die zich op een contractsovername beroept moet wel stellen – en zo nodig bewijzen door overlegging van de akte – dat er sprake is van contractsovername. Zie als voorbeeld Hof Arnhem d.d. 24 april 2007 (NN/Machinery & Equipment Import & Export Corporation (China), r.o. 4.6 laatste volzin.

      Het niet tijdig daaraan voldoen kan in het licht van art. 85 Rv. scherpe kantjes hebben, vgl. Rb. Zwolle-Lelystad 6 april 2007 (r.o. 6.6) hieronder.

      Er moet ook wel sprake zijn van een akte die ten bewijze van de overdracht is opgemaakt in de zin van art. 156 lid 1 Rv.. Zie de uitspraak hieronder inzake Rb. Amsterdam d.d. 11 december 2013 (Dragon Crowd/Sapph Distribution B.V.).

      Complicaties internationaal recht

      Dat er een akte moet zijn komt ook naar voren uit het vonnis van Rb. Rotterdam d.d. 25 juli 2018 (Local Insert B.V./Samanyolu c.s.). Daarbij deed zich de complicatie voor dat er een rechtskeuzebeding was, dat echter mede afhankelijk was van de vraag of de overdracht was uitgevoerd (daarbij speelde ook de vraag of de term “assignment” is op te vatten als overdracht in de zin van art. 6:159 B.W.). De rechtbank heeft hierbij de overdracht naar Nederlands recht beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van een “akte” in de zin van art. 6:159 B.W..

      In een andere zaak die leidde tot het arrest Hof Den Bosch d.d. 7 september 2011 (Mobile Systems/Magnet-Motor GmbH) deden zich rond de vraag naar contractsovername ook complicaties van toepasselijk recht voor. In die zaak was een claim op Magnet-Motors wegens gestelde gebreken aan door haar geleverde aandrijfsystemen door de curator overgedragen aan Mobile Systems. Magnet-Motors stelde dat er sprake was van contractsovername en dat zij daarvoor toestemming had moeten geven. Mobile Systems stelt echter dat er sprake was van cessie. Het Hof stelt vast, dat op grond van art. 10 Wet conflictenrecht goederenrecht (geldend vanaf mei 2008) wordt de geldigheid van de overdracht van een vordering beheerst door het recht dat op de vordering van toepassing is. Het op deze kwestie toepasselijke CISG (Weens Koopverdrag) bevat geen regeling over de vraag of een vordering kan worden overgedragen. De geldigheid van de cessie moet dan ook worden besproken naar Nederlands recht, als op de hoofdvordering van [G] Trucks Nederlands recht van toepassing is en naar Duits recht indien de hoofdvordering een vordering naar Duits recht betreft. Het Hof stelt vast, dat er geen sprake is van contractsovername maar van cessie. Per analogiam zou hier echter uit afgeleid kunnen worden, dat de vraag naar de geldigheid van een contractsovername bepaald wordt door het op de overgedragen overeenkomst toepasselijke recht.

      Rechtspraak

      Conclusie P-G bij HR 24 oktober 2014 (overname rechten Bassie & Adriaan) – De wetgever heeft het niet noodzakelijk geacht ook de medewerking van de wederpartij van de overdrager aan het opmaken van de akte voor te schrijven; de noodzakelijke medewerking van de wederpartij, hetzij vooraf, hetzij achteraf – is vormvrij.

      Hof Arnhem d.d. 24 april 2007 (NN/Machinery & Equipment Import & Export Corporation (China) – Het hof is van oordeel dat van [appellant] verlangd had kunnen worden dat hij ten minste die overeenkomst zou hebben overgelegd en dat, nu hij dat heeft nagelaten, [appellant] ook in zoverre niet aan de op hem – in verband met zijn beroep op de rechtsgevolgen van artikel 6:159 BW – rustende stelplicht heeft voldaan.

      Rb. Zwolle-Lelystad 6 april 2007 – Op grond van artikel 85 Rv. is [eisende partij], indien zij zich op een stuk beroept, gehouden een afschrift daarvan bij te voegen. Noch van de akte noch van de voor akkoord ondertekende brief is een afschrift overgelegd, hoewel [gedaagde partij] bij conclusie van antwoord zowel het bestaan van de akte als van haar instemming heeft bestreden. Bij conclusie van repliek heeft [eisende partij] gesteld dat de akte zich in één van de vele dozen bevindt waarin [eisende partij] haar archief bewaart in verband met de verhuizing van haar kantoor van Twello naar Deventer. De kantonrechter acht dit geen geldig excuus.
      … het belang van de akte en de brief is evident. De kantonrechter zal [eisende partij], die zowel bij dagvaarding als bij conclusie van repliek de kans (en de rechtsplicht) had een fotokopie van bedoelde stukken over te leggen, dan ook niet in de gelegenheid stellen dat alsnog te doen en passeert ook het aanbod van [eisende partij] het bestaan van de akte en van de brief alsnog te bewijzen.

      Rb. Amsterdam d.d. 11 december 2013 (Dragon Crowd/Sapph Distribution B.V.) – De rechtbank overweegt dat de correspondentie over het wijzigen van de naam op de relevante documenten – gelet op artikel 156 Rv – niet kan worden aangemerkt als een akte van overdracht. Immers is deze correspondentie niet ondertekend en dient het klaarblijkelijk ook niet om tot bewijs te dienen. Ook facturen (of andere relevante documenten) met de gewijzigde naam zijn om die reden niet aan te merken als akte van overdracht. Derhalve heeft Dragon Crowd onvoldoende onderbouwd gesteld dat voor de leveringen waarvoor zij thans betaling vordert van Sapph Distribution een akte van overdracht is opgemaakt.

      Rb. Rotterdam d.d. 25 juli 2018 (Local Insert B.V./Samanyolu c.s.) – overeenkomst waarin wordt vermeld dat de contracten worden overgedragen (“assigned”) aan een nieuwe entiteit in Australië is onvoldoende komen vast te staan. Contractsovername beoordeeld naar Nederlands recht (op basis van rechtskeuzebeding).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 5-11-2016; bijgewerkt 15-07-2018]

      Schuld- en contractsoverneming (Afd. 3, Titel 2, Boek 6 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!