Pagina inhoud

    Het vermogen van de naamloze vennootschap (Afd. 3, Titel 4, Boek 2 B.W.)

    Inleiding vermogen van de naamloze vennootschap

    Afd. 3 behandelt het vermogen van de N.V.. Deze afdeling omvat 13 bepalingen (art. 2:93 B.W. tot en met art. 2:105 B.W.).

    Minimumkapitaal N.V. en stortingsplicht

    Een N.V. dient te beschikken over eigen vermogen. Dit eigen vermogen wordt allereerst verkregen doordat een of meer personen bij de oprichting deelnemen in het kapitaal van de N.V. door het nemen van aandelen en het op zich nemen van de daaraan verbonden stortingsplicht.

    Anders dan bij de B.V. is voor de N.V. een minimum startkapitaal verplicht, namelijk minimaal € 45.000,00 (art. 2:67 B.W.). Dit bedrag moet bij de oprichting in de vennootschap worden gestort. Dit bedrag mag ook in natura worden gestort. Denk hierbij aan de inbrengen van zaken zoals auto’s en computers. In dat geval dient er een beschrijving te worden opgemaakt van hetgeen wordt ingebracht, met vermelding van de daaraan toegekende waarde en van de toegepaste waarderingsmethoden. Deze methoden moeten voldoen aan normen die in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De beschrijving heeft betrekking op de toestand van hetgeen wordt ingebracht op een dag die niet eerder dan zes maanden voor de oprichting ligt. De beschrijving wordt door alle oprichters ondertekend en aan de akte van oprichting gehecht (art. 2:94a lid 1 B.W.).

    Inbreng op aandelen N.V. anders dan in geld

    Indien na de oprichting van de N.V. aandeel worden aangekocht met middelen anders dan geld, dient eveneens een beschrijving van deze middelen te worden opgemaakt (art. 2:94b lid 1 B.W.).

    Kapitaalvermindering N.V.

    De AVA kan besluiten tot vermindering van het kapitaal van de naamloze vennootschap (art. 2:99 lid 1 B.W.).

    Tegen dit besluit kan iedere schuldeiser van de vennootschap bezwaar maken (art. 2:100 lid 3 B.W.). Op deze procedure zijn de procesregels van art. 997 lid 1 Rv. van toepassing. Zie de pagina Procedures rechtspersonen.

    Winstuitkering N.V.

    De winst die de N.V. maakt, komt ten goede aan de aandeelhouders (tenzij de wet anders bepaald) (art. 2:105 lid 1 B.W.). Er wordt geen winst uitgekeerd indien het eigen vermogen van de N.V. kleiner is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het maatschappelijk kapitaal vermeerderd met de reserves die de N.V. volgens de wet en haar eigen statuten dient aan te houden (art. 2:105 lid 2 B.W.). Bovendien mag de winst pas worden uitgekeerd na vaststelling van de jaarrekening (art. 2:105 lid 3 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [KG, 19-08-2020; laatste bewerking 31-08-2023]

    Het vermogen van de naamloze vennootschap (Afd. 3, Titel 4, Boek 2 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Het vermogen van de naamloze vennootschap (Afd. 3, Titel 4, Boek 2 B.W.)

      Inleiding vermogen van de naamloze vennootschap

      Afd. 3 behandelt het vermogen van de N.V.. Deze afdeling omvat 13 bepalingen (art. 2:93 B.W. tot en met art. 2:105 B.W.).

      Minimumkapitaal N.V. en stortingsplicht

      Een N.V. dient te beschikken over eigen vermogen. Dit eigen vermogen wordt allereerst verkregen doordat een of meer personen bij de oprichting deelnemen in het kapitaal van de N.V. door het nemen van aandelen en het op zich nemen van de daaraan verbonden stortingsplicht.

      Anders dan bij de B.V. is voor de N.V. een minimum startkapitaal verplicht, namelijk minimaal € 45.000,00 (art. 2:67 B.W.). Dit bedrag moet bij de oprichting in de vennootschap worden gestort. Dit bedrag mag ook in natura worden gestort. Denk hierbij aan de inbrengen van zaken zoals auto’s en computers. In dat geval dient er een beschrijving te worden opgemaakt van hetgeen wordt ingebracht, met vermelding van de daaraan toegekende waarde en van de toegepaste waarderingsmethoden. Deze methoden moeten voldoen aan normen die in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De beschrijving heeft betrekking op de toestand van hetgeen wordt ingebracht op een dag die niet eerder dan zes maanden voor de oprichting ligt. De beschrijving wordt door alle oprichters ondertekend en aan de akte van oprichting gehecht (art. 2:94a lid 1 B.W.).

      Inbreng op aandelen N.V. anders dan in geld

      Indien na de oprichting van de N.V. aandeel worden aangekocht met middelen anders dan geld, dient eveneens een beschrijving van deze middelen te worden opgemaakt (art. 2:94b lid 1 B.W.).

      Kapitaalvermindering N.V.

      De AVA kan besluiten tot vermindering van het kapitaal van de naamloze vennootschap (art. 2:99 lid 1 B.W.).

      Tegen dit besluit kan iedere schuldeiser van de vennootschap bezwaar maken (art. 2:100 lid 3 B.W.). Op deze procedure zijn de procesregels van art. 997 lid 1 Rv. van toepassing. Zie de pagina Procedures rechtspersonen.

      Winstuitkering N.V.

      De winst die de N.V. maakt, komt ten goede aan de aandeelhouders (tenzij de wet anders bepaald) (art. 2:105 lid 1 B.W.). Er wordt geen winst uitgekeerd indien het eigen vermogen van de N.V. kleiner is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het maatschappelijk kapitaal vermeerderd met de reserves die de N.V. volgens de wet en haar eigen statuten dient aan te houden (art. 2:105 lid 2 B.W.). Bovendien mag de winst pas worden uitgekeerd na vaststelling van de jaarrekening (art. 2:105 lid 3 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [KG, 19-08-2020; laatste bewerking 31-08-2023]

      Het vermogen van de naamloze vennootschap (Afd. 3, Titel 4, Boek 2 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!