Pagina inhoud

    Verdrag van New York inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale beslissingen

    Inleiding Verdrag van New York

    Het Verdrag van New York (link naar de Engelse en Nederlandse tekst op Wetten overheid) regelt de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale vonnissen in andere bij het verdrag aangesloten landen (The Convention on the recognition and Enforcement of Foreign Arbitral Award) van 10 juni 1958 (Tractatenblad 1958, 145 en Tractatenblad 1959, 58, houdende een taalkundige verbetering van de Nederlandse versie in art. III).

    O.a. op arbitrale vonnissen uit Rusland is het Verdrag van New York van toepassing. De Russische Federatie en het Koninkrijk der Nederlanden zijn partij bij dit verdrag, maar ook vele andere landen. Voor een lijst van landen waarvoor dit verdrag van toepassing is zie de Verdragenbank inzake het Verdrag van New York.

    Inhoud van het Verdrag van New York

    Art. III van het Verdrag (Nederlandse tekst) luidt:

    “Iedere Verdragsluitende Staat zal onder de in de volgende artikelen vervatte voorwaarden scheidsrechterlijke uitspraken als bindend erkennen en ze ten uitvoer leggen overeenkomstig de regelen van rechtsvordering, geldende in het gebied waar een beroep op de uitspraak wordt gedaan. De erkenning of tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken waarop dit Verdrag van toepassing is, zal niet worden onderworpen aan aanzienlijk drukkender voorwaarden of aanzienlijk hogere gerechtskosten dan die waaraan de erkenning of tenuitvoerlegging van de nationale scheidsrechterlijke uitspraken zijn onderworpen.”

    Om de buitenlandse titel in Nederland ten uitvoer te kunnen leggen moet de belanghebbende partij een volmacht voor executie (zgn. “exequatur”) verzoeken. De wijze waarop dit moet worden gedaan staat in art. IV van het verdrag:

    “1. Ter verkrijging van de erkenning en tenuitvoerlegging, bedoeld in het voorgaande artikel, dient de partij die de erkenning en tenuitvoerlegging verzoekt, bij haar verzoek over te leggen:

    a) het behoorlijk gelegaliseerde origineel van de uitspraak of een behoorlijk gewaarmerkt afschrift daarvan;

    b) het origineel van de in artikel II bedoelde overeenkomst of een behoorlijk gewaarmerkt afschrift daarvan.

    2. Indien genoemde uitspraak of overeenkomst niet is gesteld in een officiële taal van het land waarin een beroep op de uitspraak wordt gedaan, dient de partij die de erkenning en tenuitvoerlegging van de uitspraak verzoekt, een vertaling van deze documenten in een zodanige taal over te leggen. De vertaling moet worden gewaarmerkt door een officiële of beëdigde vertaler of door een diplomatiek of consulair ambtenaar.”

    De rechter in het land van tenuitvoerlegging zal het verzoek tot het afgeven van een exequatur in beginsel moeten honoreren zonder de inhoud van de buitenlandse titel te toetsen. Het is immers niet de bedoeling de procedure – die op grond van de afspraken tussen partijen bij het buitenlandse scheidsgerecht is gevoerd – weer over te doen. De exequatur-rechter de tenuiterlegging slechts weigeren in de gevallen genoemd in art. V van het verdrag, dat luidt:

    “1. De erkenning en tenuitvoerlegging van de uitspraak zullen slechts dan, op verzoek van de partij tegen wie een beroep op de uitspraak wordt gedaan, geweigerd worden, indien die partij aan de bevoegde autoriteit van het land waar de erkenning en tenuitvoerlegging wordt verzocht, het bewijs levert:

    a) dat de partijen bij de in artikel II bedoelde overeenkomst krachtens het op hen toepasselijke recht onbekwaam waren die overeenkomst aan te gaan, of dat die overeenkomst niet geldig is krachtens het recht waaraan partijen haar hebben onderworpen, of – indien elke aanwijzing hieromtrent ontbreekt – krachtens het recht van het land waar de uitspraak werd gewezen; of

    b) dat aan de partij tegen wie een beroep op de uitspraak wordt gedaan, niet behoorlijk was kennis gegeven van de benoeming van de scheidsman of van de scheidsrechterlijke procedure, of dat het hem om andere redenen onmogelijk is geweest zijn zaak te verdedigen; of

    c) dat de uitspraak betrekking heeft op een geschil dat niet valt onder het compromis of dat niet valt binnen de termen van het compromissoir beding, of dat de uitspraak beslissingen bevat die de bepalingen van het compromis of van het compromissoir beding te buiten gaan, met dien verstande dat, indien de beslissingen welke betrekking hebben op kwesties die aan arbitrage zijn onderworpen gescheiden kunnen worden van de beslissingen die betrekking hebben op kwesties die niet aan arbitrage zijn onderworpen, dat gedeelte van de uitspraak hetwelk de eerstgenoemde beslissingen bevat, kan worden erkend en tenuitvoergelegd; of

    d) dat de samenstelling van het scheidsgerecht of de scheidsrechterlijke procedure niet in overeenstemming was met de overeenkomst der partijen, of, bij gebreke van een overeenkomst daaromtrent, niet in overeenstemming was met het recht van het land waar de arbitrage heeft plaats gevonden; of

    e) dat de uitspraak nog niet bindend is geworden voor partijen of is vernietigd of haar tenuitvoerlegging is geschorst door een bevoegde autoriteit van het land waar of krachtens welks recht die uitspraak werd gewezen.

    2. De erkenning en tenuitvoerlegging van een scheidsrechterlijke uitspraak kan eveneens worden geweigerd, indien de bevoegde autoriteit van het land waar de erkenning en tenuitvoerlegging wordt verzocht, constateert:

    a) dat het onderwerp van geschil volgens het recht van dat land niet vatbaar is voor beslissing door arbitrage; of

    b) dat de erkenning of tenuitvoerlegging van de uitspraak in strijd zou zijn met de openbare orde van dat land.”

    Wanneer de arbitrale beslissing is onderworpen aan een beroep of verzoek tot vernietiging als bedoeld in art. V sub e, dan kan de exequatur-rechter de exequatur-procedure schorsen tot in dat beroep is beslist (art. VI).

    Welke mogelijkheden biedt het Verdrag voor executie in Nederland?

    De executie van buitenlandse arbitrale vonnissen is dus op basis van dit verdrag ook in Nederland mogelijk, mits de beslissing afkomstig is uit de jurisdictie van een aangesloten verdragsstaat. Voor de executie van een buitenlands arbitraal vonnis waarop het Verdrag van New York van toepassing is kan de belanghebbende partij bij de  Nederlandse rechter een verzoek indienen tot het verstrekken van een exequatur op grond van art. 1075 Rv.. Zie hiervoor de pagina Arbitrage buiten Nederland.

    Rechtspraak

    IPR bevoegdheid

     

    Auteur & Last edit

    [MdV, 24-01-2020)

    Verdrag van New York inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale beslissingen

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Verdrag van New York inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale beslissingen

      Inleiding Verdrag van New York

      Het Verdrag van New York (link naar de Engelse en Nederlandse tekst op Wetten overheid) regelt de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale vonnissen in andere bij het verdrag aangesloten landen (The Convention on the recognition and Enforcement of Foreign Arbitral Award) van 10 juni 1958 (Tractatenblad 1958, 145 en Tractatenblad 1959, 58, houdende een taalkundige verbetering van de Nederlandse versie in art. III).

      O.a. op arbitrale vonnissen uit Rusland is het Verdrag van New York van toepassing. De Russische Federatie en het Koninkrijk der Nederlanden zijn partij bij dit verdrag, maar ook vele andere landen. Voor een lijst van landen waarvoor dit verdrag van toepassing is zie de Verdragenbank inzake het Verdrag van New York.

      Inhoud van het Verdrag van New York

      Art. III van het Verdrag (Nederlandse tekst) luidt:

      “Iedere Verdragsluitende Staat zal onder de in de volgende artikelen vervatte voorwaarden scheidsrechterlijke uitspraken als bindend erkennen en ze ten uitvoer leggen overeenkomstig de regelen van rechtsvordering, geldende in het gebied waar een beroep op de uitspraak wordt gedaan. De erkenning of tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken waarop dit Verdrag van toepassing is, zal niet worden onderworpen aan aanzienlijk drukkender voorwaarden of aanzienlijk hogere gerechtskosten dan die waaraan de erkenning of tenuitvoerlegging van de nationale scheidsrechterlijke uitspraken zijn onderworpen.”

      Om de buitenlandse titel in Nederland ten uitvoer te kunnen leggen moet de belanghebbende partij een volmacht voor executie (zgn. “exequatur”) verzoeken. De wijze waarop dit moet worden gedaan staat in art. IV van het verdrag:

      “1. Ter verkrijging van de erkenning en tenuitvoerlegging, bedoeld in het voorgaande artikel, dient de partij die de erkenning en tenuitvoerlegging verzoekt, bij haar verzoek over te leggen:

      a) het behoorlijk gelegaliseerde origineel van de uitspraak of een behoorlijk gewaarmerkt afschrift daarvan;

      b) het origineel van de in artikel II bedoelde overeenkomst of een behoorlijk gewaarmerkt afschrift daarvan.

      2. Indien genoemde uitspraak of overeenkomst niet is gesteld in een officiële taal van het land waarin een beroep op de uitspraak wordt gedaan, dient de partij die de erkenning en tenuitvoerlegging van de uitspraak verzoekt, een vertaling van deze documenten in een zodanige taal over te leggen. De vertaling moet worden gewaarmerkt door een officiële of beëdigde vertaler of door een diplomatiek of consulair ambtenaar.”

      De rechter in het land van tenuitvoerlegging zal het verzoek tot het afgeven van een exequatur in beginsel moeten honoreren zonder de inhoud van de buitenlandse titel te toetsen. Het is immers niet de bedoeling de procedure – die op grond van de afspraken tussen partijen bij het buitenlandse scheidsgerecht is gevoerd – weer over te doen. De exequatur-rechter de tenuiterlegging slechts weigeren in de gevallen genoemd in art. V van het verdrag, dat luidt:

      “1. De erkenning en tenuitvoerlegging van de uitspraak zullen slechts dan, op verzoek van de partij tegen wie een beroep op de uitspraak wordt gedaan, geweigerd worden, indien die partij aan de bevoegde autoriteit van het land waar de erkenning en tenuitvoerlegging wordt verzocht, het bewijs levert:

      a) dat de partijen bij de in artikel II bedoelde overeenkomst krachtens het op hen toepasselijke recht onbekwaam waren die overeenkomst aan te gaan, of dat die overeenkomst niet geldig is krachtens het recht waaraan partijen haar hebben onderworpen, of – indien elke aanwijzing hieromtrent ontbreekt – krachtens het recht van het land waar de uitspraak werd gewezen; of

      b) dat aan de partij tegen wie een beroep op de uitspraak wordt gedaan, niet behoorlijk was kennis gegeven van de benoeming van de scheidsman of van de scheidsrechterlijke procedure, of dat het hem om andere redenen onmogelijk is geweest zijn zaak te verdedigen; of

      c) dat de uitspraak betrekking heeft op een geschil dat niet valt onder het compromis of dat niet valt binnen de termen van het compromissoir beding, of dat de uitspraak beslissingen bevat die de bepalingen van het compromis of van het compromissoir beding te buiten gaan, met dien verstande dat, indien de beslissingen welke betrekking hebben op kwesties die aan arbitrage zijn onderworpen gescheiden kunnen worden van de beslissingen die betrekking hebben op kwesties die niet aan arbitrage zijn onderworpen, dat gedeelte van de uitspraak hetwelk de eerstgenoemde beslissingen bevat, kan worden erkend en tenuitvoergelegd; of

      d) dat de samenstelling van het scheidsgerecht of de scheidsrechterlijke procedure niet in overeenstemming was met de overeenkomst der partijen, of, bij gebreke van een overeenkomst daaromtrent, niet in overeenstemming was met het recht van het land waar de arbitrage heeft plaats gevonden; of

      e) dat de uitspraak nog niet bindend is geworden voor partijen of is vernietigd of haar tenuitvoerlegging is geschorst door een bevoegde autoriteit van het land waar of krachtens welks recht die uitspraak werd gewezen.

      2. De erkenning en tenuitvoerlegging van een scheidsrechterlijke uitspraak kan eveneens worden geweigerd, indien de bevoegde autoriteit van het land waar de erkenning en tenuitvoerlegging wordt verzocht, constateert:

      a) dat het onderwerp van geschil volgens het recht van dat land niet vatbaar is voor beslissing door arbitrage; of

      b) dat de erkenning of tenuitvoerlegging van de uitspraak in strijd zou zijn met de openbare orde van dat land.”

      Wanneer de arbitrale beslissing is onderworpen aan een beroep of verzoek tot vernietiging als bedoeld in art. V sub e, dan kan de exequatur-rechter de exequatur-procedure schorsen tot in dat beroep is beslist (art. VI).

      Welke mogelijkheden biedt het Verdrag voor executie in Nederland?

      De executie van buitenlandse arbitrale vonnissen is dus op basis van dit verdrag ook in Nederland mogelijk, mits de beslissing afkomstig is uit de jurisdictie van een aangesloten verdragsstaat. Voor de executie van een buitenlands arbitraal vonnis waarop het Verdrag van New York van toepassing is kan de belanghebbende partij bij de  Nederlandse rechter een verzoek indienen tot het verstrekken van een exequatur op grond van art. 1075 Rv.. Zie hiervoor de pagina Arbitrage buiten Nederland.

      Rechtspraak

      IPR bevoegdheid

       

      Auteur & Last edit

      [MdV, 24-01-2020)

      Verdrag van New York inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale beslissingen

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!