Pagina inhoud

    Procedures inzake de beperking van aansprakelijkheid van scheepseigenaren (Afd. 2, Titel 1, Boek III Rv.)

    Inleiding procedures beperking aansprakelijkheid scheepseigenaren

    Afd. 2, Titel 1, Boek III Rv. geeft specifieke bepalingen voor procedures met betrekking tot (de beperking van de) aansprakelijkheid van scheepseigenaren. Afd. 2 bevat effectief 26 artikelen (art. 642a Rv. tot en met art. 642z Rv.). De art. 643 t/m 657 Rv. zijn sinds 1986 vervallen.

    Verzoekschrift tot beperking van aansprakelijkheid in het vervoersrecht

    Het vervoersrecht voorziet in de mogelijkheid, om de aansprakelijkheid voor een vordering verband houdend met een aanvaring te beperken door het instellen van een ‘fonds’. Hiertoe moet een verzoekschrift gericht worden tot de rechtbank in Rotterdam. Deze procedure is te vinden in art. 642a lid 1 Rv., dat luidt:

    Wie op grond van artikel 750, artikel 751, artikel 1060 of artikel 1061 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek een beroep wil doen op beperking van zijn aansprakelijkheid, verzoekt de rechtbank Rotterdam het bedrag of de bedragen vast te stellen waartoe zijn aansprakelijkheid is beperkt (het bedrag van het fonds of de fondsen), en te bevelen dat tot een procedure ter verdeling van een te stellen fonds wordt overgegaan.

    Het verzoek impliceert blijkens art. 642a lid 3 Rv. niet de erkenning van de aansprakelijkheid, maar is slechts een procedure waarmee het fonds gesteld kan worden (binnen de wettelijke limiet), waarna de verdere discussie over de vraag naar de aansprakelijkheid kan volgen.

    In art. 642a lid 2 Rv. wordt vermeld, wat het verzoekschrift tenminste moet bevatten. De griffier roept partijen op tegen een daartoe te bepalen zitting (art. 642a lid 4 Rv.). Deze datumbepaling wordt ook gepubliceerd, om betrokkenen de gelegenheid te geven zich in de procedure te mengen.

    Voeging bij meerdere verzoeken inzake zelfde voorval en schip

    De rechtbank beveelt eerst de voeging van de zaken op één fonds betrekking hebbend, wanneer er meerdere verzoeken zijn ingediend die over hetzelfde voorval en hetzelfde schip gaat (art. 642b Rv.).

    Dit tenzij een verzoeker zich daartegen verzet en dit verzet gegrond is bevonden.

    Verweer opzet of roekeloosheid niet mogelijk in de voorfase

    Bij de behandeling van het verzoek tot het stellen van een fonds kan geen beroep worden gedaan op art. 8:754 B.W. of art. 8:1064 B.W. (welke artikelen bepalen dat geen beperking van de aansprakelijkheid mogelijk is bij schade veroorzaakt door opzet of roekeloosheid) (art. 642c lid 1 Rv.). Zie voor deze bepalingen de pagina Beperking aansprakelijkheid zeerecht en de pagina Beperking aansprakelijkheid van eigenaren van binnenschepen.

    Zoals Rb. Rotterdam 8 juni 2022 (eigenaar zeeschip/Tennet) overweegt, is de betekenis van deze bepaling, dat belanghebbenden dit verweer niet reeds in de voorfase aan kunnen voeren (r.o. 2.5).

    Bepaling van het beloop van het fonds en het stellen daarvan

    Bij toewijzing van het verzoek bepaalt de rechtbank met inachtneming van de artikelen 755 en 756 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de in artikel 1065 van dat boek bedoelde algemene maatregel van bestuur het in rekeneenheden uitgedrukte beloop van het fonds of de fondsen (art. 642c lid 2 Rv.).

    Zij beveelt de verzoeker op een door haar te bepalen dag, die niet later kan liggen dan één maand na de dag der beschikking, fonds te stellen:

    a. hetzij door het bedrag van het fonds berekend met inachtneming van de artikelen 755, 756 en 759 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek of van de in artikel 1065 van dat boek bedoelde algemene maatregel van bestuur, vermeerderd met de wettelijke rente ingevolge artikel 757 of die algemene maatregel van bestuur alsmede vermeerderd met een bedrag ter bestrijding van de kosten der procedure in de consignatiekas te storten,

    b. hetzij door op andere door haar bepaalde wijze zekerheid te stellen ten belope van het onder a genoemde bedrag, alsnog vermeerderd met de wettelijke rente daarover van de aanvang van de dag volgende op de dag van deze laatst bedoelde zekerheidsstelling tot de aanvang van de dag waarop de griffier de in artikel 642v bedoelde oproep doet uitgaan.

    Aanwijzing rechter-commissaris die de staat van verdeling van het fonds zal bepalen

    De rechtbank wijst een rechter-commissaris aan ter vaststelling van de staat van verdeling van het fonds of de fondsen en benoemt tevens een vereffenaar hiervan. Wanneer zij daartoe termen aanwezig acht, kan zij voor ieder fonds meer dan één vereffenaar benoemen (art. 642c lid 3 Rv.).

    Fonds komt ten name van een R-C en de vereffenaar tesamen

    Het fonds wordt gesteld ten name van de benoemde rechter-commissaris en vereffenaar, die daarover met uitsluiting van de verzoeker, doch slechts gezamenlijk, kunnen beschikken (art. 642c lid 4 Rv.).

    Beschikking tot instellen fonds is krachtens de wet uitvoerbaar bij voorraad

    De beschikking van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad. De werking van de beschikking kan door de hogere rechter niet worden geschorst (art. 642c lid 5 Rv.).

    De overige bepalingen worden nog nader uitgewerkt.

    Procedure tot vaststelling aanspraak op fonds

    Nadat het fonds is gesteld volgt een procedure die vergelijkbaar is met de vereffening van een faillissementsboedel. Worden partijen het niet eens over de vraag, wie aanspraak kan maken op het fonds en tot welk bedrag, dan wordt het geschil verwezen naar een renvooiprocedure (art. 642q Rv.).

    Proceskosten procedure inzake een fonds

    De kosten van de in deze afdeling geregelde procedure komen ten laste van de schuldenaar, behoudens de toepassing van art. 289 Rv. (art. 642z Rv.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 29-08-2021; laatste bewerking 26-07-2023]

    Procedures inzake de beperking van aansprakelijkheid van scheepseigenaren (Afd. 2, Titel 1, Boek III Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Procedures inzake de beperking van aansprakelijkheid van scheepseigenaren (Afd. 2, Titel 1, Boek III Rv.)

      Inleiding procedures beperking aansprakelijkheid scheepseigenaren

      Afd. 2, Titel 1, Boek III Rv. geeft specifieke bepalingen voor procedures met betrekking tot (de beperking van de) aansprakelijkheid van scheepseigenaren. Afd. 2 bevat effectief 26 artikelen (art. 642a Rv. tot en met art. 642z Rv.). De art. 643 t/m 657 Rv. zijn sinds 1986 vervallen.

      Verzoekschrift tot beperking van aansprakelijkheid in het vervoersrecht

      Het vervoersrecht voorziet in de mogelijkheid, om de aansprakelijkheid voor een vordering verband houdend met een aanvaring te beperken door het instellen van een ‘fonds’. Hiertoe moet een verzoekschrift gericht worden tot de rechtbank in Rotterdam. Deze procedure is te vinden in art. 642a lid 1 Rv., dat luidt:

      Wie op grond van artikel 750, artikel 751, artikel 1060 of artikel 1061 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek een beroep wil doen op beperking van zijn aansprakelijkheid, verzoekt de rechtbank Rotterdam het bedrag of de bedragen vast te stellen waartoe zijn aansprakelijkheid is beperkt (het bedrag van het fonds of de fondsen), en te bevelen dat tot een procedure ter verdeling van een te stellen fonds wordt overgegaan.

      Het verzoek impliceert blijkens art. 642a lid 3 Rv. niet de erkenning van de aansprakelijkheid, maar is slechts een procedure waarmee het fonds gesteld kan worden (binnen de wettelijke limiet), waarna de verdere discussie over de vraag naar de aansprakelijkheid kan volgen.

      In art. 642a lid 2 Rv. wordt vermeld, wat het verzoekschrift tenminste moet bevatten. De griffier roept partijen op tegen een daartoe te bepalen zitting (art. 642a lid 4 Rv.). Deze datumbepaling wordt ook gepubliceerd, om betrokkenen de gelegenheid te geven zich in de procedure te mengen.

      Voeging bij meerdere verzoeken inzake zelfde voorval en schip

      De rechtbank beveelt eerst de voeging van de zaken op één fonds betrekking hebbend, wanneer er meerdere verzoeken zijn ingediend die over hetzelfde voorval en hetzelfde schip gaat (art. 642b Rv.).

      Dit tenzij een verzoeker zich daartegen verzet en dit verzet gegrond is bevonden.

      Verweer opzet of roekeloosheid niet mogelijk in de voorfase

      Bij de behandeling van het verzoek tot het stellen van een fonds kan geen beroep worden gedaan op art. 8:754 B.W. of art. 8:1064 B.W. (welke artikelen bepalen dat geen beperking van de aansprakelijkheid mogelijk is bij schade veroorzaakt door opzet of roekeloosheid) (art. 642c lid 1 Rv.). Zie voor deze bepalingen de pagina Beperking aansprakelijkheid zeerecht en de pagina Beperking aansprakelijkheid van eigenaren van binnenschepen.

      Zoals Rb. Rotterdam 8 juni 2022 (eigenaar zeeschip/Tennet) overweegt, is de betekenis van deze bepaling, dat belanghebbenden dit verweer niet reeds in de voorfase aan kunnen voeren (r.o. 2.5).

      Bepaling van het beloop van het fonds en het stellen daarvan

      Bij toewijzing van het verzoek bepaalt de rechtbank met inachtneming van de artikelen 755 en 756 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de in artikel 1065 van dat boek bedoelde algemene maatregel van bestuur het in rekeneenheden uitgedrukte beloop van het fonds of de fondsen (art. 642c lid 2 Rv.).

      Zij beveelt de verzoeker op een door haar te bepalen dag, die niet later kan liggen dan één maand na de dag der beschikking, fonds te stellen:

      a. hetzij door het bedrag van het fonds berekend met inachtneming van de artikelen 755, 756 en 759 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek of van de in artikel 1065 van dat boek bedoelde algemene maatregel van bestuur, vermeerderd met de wettelijke rente ingevolge artikel 757 of die algemene maatregel van bestuur alsmede vermeerderd met een bedrag ter bestrijding van de kosten der procedure in de consignatiekas te storten,

      b. hetzij door op andere door haar bepaalde wijze zekerheid te stellen ten belope van het onder a genoemde bedrag, alsnog vermeerderd met de wettelijke rente daarover van de aanvang van de dag volgende op de dag van deze laatst bedoelde zekerheidsstelling tot de aanvang van de dag waarop de griffier de in artikel 642v bedoelde oproep doet uitgaan.

      Aanwijzing rechter-commissaris die de staat van verdeling van het fonds zal bepalen

      De rechtbank wijst een rechter-commissaris aan ter vaststelling van de staat van verdeling van het fonds of de fondsen en benoemt tevens een vereffenaar hiervan. Wanneer zij daartoe termen aanwezig acht, kan zij voor ieder fonds meer dan één vereffenaar benoemen (art. 642c lid 3 Rv.).

      Fonds komt ten name van een R-C en de vereffenaar tesamen

      Het fonds wordt gesteld ten name van de benoemde rechter-commissaris en vereffenaar, die daarover met uitsluiting van de verzoeker, doch slechts gezamenlijk, kunnen beschikken (art. 642c lid 4 Rv.).

      Beschikking tot instellen fonds is krachtens de wet uitvoerbaar bij voorraad

      De beschikking van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad. De werking van de beschikking kan door de hogere rechter niet worden geschorst (art. 642c lid 5 Rv.).

      De overige bepalingen worden nog nader uitgewerkt.

      Procedure tot vaststelling aanspraak op fonds

      Nadat het fonds is gesteld volgt een procedure die vergelijkbaar is met de vereffening van een faillissementsboedel. Worden partijen het niet eens over de vraag, wie aanspraak kan maken op het fonds en tot welk bedrag, dan wordt het geschil verwezen naar een renvooiprocedure (art. 642q Rv.).

      Proceskosten procedure inzake een fonds

      De kosten van de in deze afdeling geregelde procedure komen ten laste van de schuldenaar, behoudens de toepassing van art. 289 Rv. (art. 642z Rv.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 29-08-2021; laatste bewerking 26-07-2023]

      Procedures inzake de beperking van aansprakelijkheid van scheepseigenaren (Afd. 2, Titel 1, Boek III Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!