Pagina inhoud

    Rechtstoestand van de schuldenaar na faillissement (Afd. 8, Titel 1 Fw.)

    Inleiding rechtstoestand schuldenaar na einde faillissement

    Afd. 8, Titel I Fw. regelt de rechtstoestand van de failliet nadat de vereffening is afgewikkeld. De afdeling omvat drie bepalingen (art.195 Fw. tot en met art. 197 Fw.).

    Herkrijging rechten van executie

    Wanneer de vereffening is afgewikkeld heeft dit gevolgen voor de situatie van de failliet. Art. 195 Fw. bepaalt, dat de schuldeisers van wie de vordering in het faillissement niet volledig is voldaan hun recht van executie op de goederen van de failliet herkrijgen door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst.

    Hierin verschilt het Nederlandse faillissement van bvb. de Engelse ‘bankruptcy’ (die alleen bedoeld is voor particulieren) en het Belgische faillissement (dit laatste geldt met name voor particulieren). Daar wordt met de opheffing van het faillissement een ‘schone lei’ verleend, die in Nederland alleen geldt na de beëindiging van de wettelijke schuldenregeling (de WSNP). Zie de pagina Termijn en beëindiging WSNP voor deze finale kwijting in de WSNP.

    Wanneer de schuldenaar weinig vermogen heeft dat vereffend kan worden, kan het faillissement al na korte tijd weer worden opgeheven bij gebrek aan baten en komt de schuldenaar weer vogelvrij op straat te staan. Dat wordt wel een ‘draaideurfaillissement’ genoemd. Zie ook de pagina Faillietverklaring en rechtsmiddelen voor de opheffing bij gebrek aan baten.

    Erkenning vordering levert executoriale titel op

    Daarnaast bepaalt art. 196 Fw. dat de erkenning van een vordering op de voet van art. 121 lid 4 Fw. kracht van gewijsde heeft tegen de failliet. Het proces-verbaal van de verificatievergadering vormt een voor tenuitvoerlegging vatbare titel tegen de failliet.

    Tenzij gemotiveerd betwist

    Dit is overigens niet het geval indien de vordering door de failliet in overeenstemming met art. 126 Fw. is betwist. Mits de betwisting enigszins is onderbouwd (gemotiveerd) en aanduidt tegen welk deel van de vordering bezwaar wordt gemaakt (art. 197 Fw.).

    Auteur & Last edit

    [AB, 21-11-2018; laatste bewerking MdV 22-11-2021]

    Rechtstoestand van de schuldenaar na faillissement (Afd. 8, Titel 1 Fw.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Rechtstoestand van de schuldenaar na faillissement (Afd. 8, Titel 1 Fw.)

      Inleiding rechtstoestand schuldenaar na einde faillissement

      Afd. 8, Titel I Fw. regelt de rechtstoestand van de failliet nadat de vereffening is afgewikkeld. De afdeling omvat drie bepalingen (art.195 Fw. tot en met art. 197 Fw.).

      Herkrijging rechten van executie

      Wanneer de vereffening is afgewikkeld heeft dit gevolgen voor de situatie van de failliet. Art. 195 Fw. bepaalt, dat de schuldeisers van wie de vordering in het faillissement niet volledig is voldaan hun recht van executie op de goederen van de failliet herkrijgen door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst.

      Hierin verschilt het Nederlandse faillissement van bvb. de Engelse ‘bankruptcy’ (die alleen bedoeld is voor particulieren) en het Belgische faillissement (dit laatste geldt met name voor particulieren). Daar wordt met de opheffing van het faillissement een ‘schone lei’ verleend, die in Nederland alleen geldt na de beëindiging van de wettelijke schuldenregeling (de WSNP). Zie de pagina Termijn en beëindiging WSNP voor deze finale kwijting in de WSNP.

      Wanneer de schuldenaar weinig vermogen heeft dat vereffend kan worden, kan het faillissement al na korte tijd weer worden opgeheven bij gebrek aan baten en komt de schuldenaar weer vogelvrij op straat te staan. Dat wordt wel een ‘draaideurfaillissement’ genoemd. Zie ook de pagina Faillietverklaring en rechtsmiddelen voor de opheffing bij gebrek aan baten.

      Erkenning vordering levert executoriale titel op

      Daarnaast bepaalt art. 196 Fw. dat de erkenning van een vordering op de voet van art. 121 lid 4 Fw. kracht van gewijsde heeft tegen de failliet. Het proces-verbaal van de verificatievergadering vormt een voor tenuitvoerlegging vatbare titel tegen de failliet.

      Tenzij gemotiveerd betwist

      Dit is overigens niet het geval indien de vordering door de failliet in overeenstemming met art. 126 Fw. is betwist. Mits de betwisting enigszins is onderbouwd (gemotiveerd) en aanduidt tegen welk deel van de vordering bezwaar wordt gemaakt (art. 197 Fw.).

      Auteur & Last edit

      [AB, 21-11-2018; laatste bewerking MdV 22-11-2021]

      Rechtstoestand van de schuldenaar na faillissement (Afd. 8, Titel 1 Fw.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!