Pagina inhoud

    Herziening personenvennootschappen: nieuwe ronde

    De wettelijke regeling van de maatschap, de VOF en de CV – ook wel bekend als de personenvennootschappen – is sterk verouderd en gaat nog terug op het oude B.W. uit 1838. De modernisering daarvan is een moeizaam proces, maar er lijkt nu dan toch (weer) een herziening op handen te zijn. De ambtelijke molens malen traag, maar inmiddels tekent zich een nieuw wetsvoorstel af, waarover in 2019 een eerste internetconsultatie heeft plaatsgevonden. Na aanpassing van het wetsvoorstel is er inmiddels een tweede internetconsultatie geopend, die loopt tot 10 februari 2023.

    In 2011 heeft de toenmalige minister van Justitie Opstelten het destijds ingediende wetsvoorstel personenvennootschappen ingetrokken, ‘omdat er te weinig behoefte aan zou zijn’. Een wonderlijke beslissing, en voor menig jurist die cursussen had gevolgd over de nieuwe inrichting van de maatschap, de VOF en de CV een grote teleurstelling. De wetgeving was – en is dus nog steeds – sterk verouderd en de regels voldoen niet meer aan de rol van die rechtsvormen in de huidige economische realiteit. Een commissie van deskundigen nam het initiatief en vormde de Werkgroep Personenvennootschappen onder voorzitterschap van prof. mr. M. van Olffen, die in 2016 het Rapport Werkgroep Personenvennootschappen per brief van op 20 september 2016 aan de minister aanbood. Minister Van der Steur zegde in december 2016 toe het rapport mee te nemen in de herziening van het ondernemingsrecht.

    Drie wetsvoorstellen herziening personenvennootschappen

    De actuele internetconsultatie gaat in feite over drie wetsvoorstellen, die het nieuwe moderne wettelijk kader geven voor personenvennootschappen (maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap). Het betreft de civielrechtelijke regeling, fiscale maatregelen en enkele invoeringsbepalingen (ook overgangsrecht).

    Wat is een personenvennootschap?

    De personenvennootschap is een juridische vorm van samenwerking tussen natuurlijk personen en/of rechtspersonen, waarbij zij op basis van een contract een samenwerkingsverband aangaan. Er is een onderscheid in samenwerkingen tussen ‘beroepsbeoefenaars’, waarvoor de maatschap bedoeld is, en samenwerking voor de exploitatie van een bedrijf. Daarvoor is de vennootschap onder firma (VOF) gereserveerd. Daarnaast is er nog de commanditaire vennootschap (CV), waarbij er een ‘stille vennoot’ is, die vooral kapitaal verschaft en niet actief naar buiten treedt namens de vennootschap.

    De wettelijke regeling van de maatschap is te vinden in Boek 7A B.W. (het restantenkabinet van het oude B.W.) en de VOF is geregeld in het Wetboek van Koophandel (WvK). Eerdere pogingen tot herziening van de regeling in 1972 en in 2002-2011 zijn gestrand.

    Maatschappelijke relevantie van de personenvennootschap

    In het nieuwsbericht van 12 oktober 2022 in het Advocatenblad wordt de relevantie van de personenvennootschap aldus toegelicht:

    “De personenvennootschap is een laagdrempelige rechtsvorm waarbij zonder al teveel formaliteiten en tegen lage kosten in samenwerking een onderneming
    kan worden gestart. Er zijn in Nederland circa 237.000 personenvennootschappen (bestaande uit 38.000 maatschappen, 188.000 VOF’s en 11.000 CV’s). Met name in het MKB, in de agrarische sector en de dienstverlening (waaronder artsen, advocaten, notarissen) wordt gebruik gemaakt van personenvennootschappen.”

    Afgescheiden vermogen van de personenvennootschap en vertegenwoordigingsbevoegdheid

    De personenvennootschap kent anders dan bvb. een B.V. (tot op heden) geen rechtspersoonlijkheid. Door het aangaan van het samenwerkingsverband ontstaat een (goederen)gemeenschap, die een van het vermogen van de vennoten (of maten) afgescheiden vermogen vormt. De vertegenwoordigingsbevoegdheid bij de personenvennootschappen verschilt: bij de VOF zijn de vennoten – behoudens in de KvK ingeschreven beperkingen – onbeperkt bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen, terwijl de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij maatschap beperkter is. In de praktijk is voor de maatschap het onderscheid ontstaan tussen de zgn. ‘stille maatschap’ en de ‘openbare maatschap’. Die laatste lijkt mee op de VOF, omdat daarbij ook onder een gemeenschappelijke naam naar buiten getreden wordt.

    Aansprakelijkheid van vennoten en/of maten van de personenvennootschap

    Anders dan bij de B.V., waar de aandeelhouders (en bestuurders) niet persoonlijk (in hun eigen vermogen) aansprakelijk zijn voor de verplichtingen van de vennootschap, zijn de vennoten van een personenvennootschap dat wel. Bij de bedrijfsmatig toegepaste VOF zijn de vennoten naar buiten toe volledig aansprakelijk voor de verplichtingen van de vennootschap. Bij de maatschap is er slechts een aansprakelijkheid voor gelijke delen. Wel kunnen ‘zaakscrediteuren’ zich verhalen op het afgescheiden vermogen van de maatschap.

    Het aangaan van contractuele relaties met een maatschap is in die zin ingewikkeld, omdat onduidelijk is of bij wijziging van de samenstelling van een maatschap de nieuw toegetreden maten ook aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap, die zijn ontstaan voor hun toetreding. Voor de VOF en CV wordt dit inmiddels wel aangenomen.

    Continuïteit van de personenvennootschap; geen rechtspersoonlijkheid

    Een andere complicatie van de personenvennootschap is de continuïteit van het samenwerkingsverband en de daaraan verbonden onderneming, als één of meerdere vennoten uittreden. In beginsel moet er dan vereffend worden. In de praktijk is hier als oplossing het verblijvensbeding en het voortzettingsbeding voor bedacht.

    Een verblijvensbeding (waarbij het aandeel van een uittredende maat verblijft aan de voortzettende – en evt. nieuwe – maten) en een voortzettingsbeding (waarbij de overblijvende maten de maatschap voortzetten zonder dat er vereffend wordt) bieden geen soelaas voor schuldeisers van de maatschap. Wat ‘de maatschap’ is, is bij wisselingen van de wacht zeer onduidelijk: ‘de maatschap’ moet dan worden onderscheiden in fotomomenten, oftewel ‘maatschap moment 1’, ‘maatschap moment 2’ enzovoort. Het feit dat maatschappen niet in het handelsregister ingeschreven hoefden te worden maakte de zaak er niet eenvoudiger op, omdat je – als je een maatschap in rechte wilde betrekken – niet wist wie de maatschap vormen en dus wie je moet dagvaarden. Alleen bij de openbare maatschap kan deze onder de naam van de maatschap gedagvaard worden.

    Deze problemen kunnen worden weggenomen door de maatschap rechtspersoonlijkheid te verlenen, wat nu – voor sommige maatschappen – in het wetsvoorstel is opgenomen.

    Het nieuwe wetsvoorstel Modernisering personenvennootschappen (anno 2022)

    Nu ligt er dan een nieuw (herzien) wetsvoorstel Modernisering personenvennootschappen. De memorie van toelichting bij het herziene wetsvoorstel omvat 199 pagina’s. Vanaf pag. 30 is de artikelsgewijze toelichting te lezen.

    Het nu voorliggende samenstel van wetsvoorstellen beoogt volgens de MvT:

    – ondernemerschap te faciliteren
    – zekerheid te bieden aan het handelsverkeer en
    – passende bescherming te bieden voor zowel vennoten als degenen die met de vennootschap handelen.

    Centraal staat, dat de personenvennootschap als laagdrempelige vorm van samenwerking kan worden aangegaan met een simpele overeenkomst, zonder dat er een notaris aan te pas komt. De contractsvrijheid staat voorop, en de wettelijke regels zijn overwegend van regelend recht, waarbij de vennoten de vrijheid wordt gelaten zelf vorm te geven aan hun samenwerking.

    De regeling van de personenvennootschap zal worden ingepast in Titel 13 Boek 7 B.W. (art. 7:800 B.W. tot en met art. 7:823 B.W.). Hiervoor is gekozen omdat de personenvennootschap van oudsher primair een overeenkomst is tussen partijen.

    De nieuwe Titel 13 omvat 4 Afdelingen:

    Afd. 1 Algemene bepalingen (art. 7:800 B.W. tot en met art. 7:809 B.W.);
    Afd. 2 Bepalingen voor de openbare vennootschap (art. 7:810 B.W.tot en met  art. 7:818 B.W.);
    Afd. 3 Bepalingen voor de commanditaire vennootschap (art. 7:819 B.W. en art. 7:820 B.W.);
    Afd. 4 Omzetting, fusie en splitsing (art. 7:821 B.W. tot en met art. 7:823 B.W.).

    Verder vervallen de bepalingen in Boek 7A en het Wetboek van Koophandel die voorheen de bepalingen inzake de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap bevatten. Het Voorontwerp Invoeringswet Modernisering personenvennootschappen omvat verder wijzigingen in onder andere de het Burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

    Onderscheid tussen VOF en maatschap komt te vervallen

    De nieuwe regeling kent geen onderscheid meer tussen beroepen en bedrijven. De personenvennootschap kan voor beide worden benut. Het onderscheid in de externe aansprakelijkheid tussen de maatschap en de vennootschap onder firma verdwijnt. Het weerspiegelt volgens de MvT niet langer de huidige maatschappelijke opvattingen: waarom zouden maten van een advocatenmaatschap bij een huurschuld slechts voor gelijke delen aansprakelijk zijn en de vennoten van een schildersbedrijf voor het volledige bedrag?

    Derden kunnen vorderingen zowel op de openbare personenvennootschap als op de individuele vennoten verhalen voor zover aannemelijk is dat de personenvennootschap de schuld niet zal voldoen, ongeacht of sprake is van beroeps- of bedrijfsactiviteiten. Hierop is één uitzondering, namelijk in het geval de uitvoering van een opdracht door de wederpartij is toevertrouwd aan één van de vennoten. Eventuele beperkingen in vertegenwoordigingsbevoegdheid, zoals een bepaald bedrag dat niet te boven mag worden gegaan, moeten in het handelsregister zijn ingeschreven willen zij jegens derden werken.

    Rechtspersoonlijkheid van de moderne personenvennootschap

    De nieuwe openbare personenvennootschap zal een eigen vorm van rechtspersoonlijkheid krijgen, die los staat van de rechtspersoonlijkheid op basis van Boek 2 B.W. (art. 7:800 lid 2 B.W.). Dit maakt het eenvoudiger goederen op naam van de vennootschap te stellen en het vereenvoudigt de opvolging bij wisselingen in de samenstelling.

    De nieuwe regeling beoogt de vraagstukken rond het afgescheiden vermogen te vereenvoudigen door te voorzien in rechtspersoonlijkheid voor de openbare personenvennootschap en behoud van een bijzondere gemeenschap voor de stille personenvennootschap.

    Gezamenlijk beheer en vertegenwoordiging in de nieuwe personenvennootschap

    De personenvennootschap ontstaat net als onder het geldende recht door een overeenkomst tussen de beoogde vennoten, die elkaar verplichten tot inbreng, met als doel om gezamenlijk voordeel te halen. De vennoten besturen gezamenlijk de personenvennootschap. Over zaken die buiten de normale bedrijfsvoering vallen of waarop zij niet kunnen wachten, besluiten zij gezamenlijk. Voor zaken die binnen de normale bedrijfsvoering vallen, zijn de vennoten afzonderlijk bevoegd.

    Redelijkheid en billijkheid binnen de personenvennootschap; geen onrechtmatige concurrentie

    Uiteraard geldt binnen de moderne personenvennootschap ook de norm van redelijkheid en billijkheid (vgl. art. 2:8 B.W. voor de rechtspersonen van Boek 2). Dit houdt ook in dat de rechtspraak over het niet aandoen van concurrentie aan de vennootschap gecodificeerd wordt.

    Verder worden regels gegeven over de administratieverplichtingen en de interne rekening en verantwoording.

    Voortzetting bij toetreding en uittreding van de personenvennootschap

    Een andere belangrijke vernieuwing betreft de uittreding en toetreding van vennoten. De huidige wet voorziet niet in een toe- of uittreedregeling. De wettelijke regeling maakt het eenvoudiger om toe- en uit te treden, op basis van de bestaande vennootschapsovereenkomst. Een uittredende vennoot is bovendien vanaf 5 jaar na uittreding bevrijd van de verplichtingen richting derden. Een toetredende vennoot wordt beter beschermd tegen vorderingen op de vennootschap die zijn ontstaan voor zijn toetreden. Bij uittreding zal de uitreder bovendien recht hebben op een uittredingsvergoeding, gebaseerd op de waarde van de aandeel van de vennoot in het bedrijf.

    Rechtspersoonlijkheid faciliteert het toe- en uitreden van vennoten en zorgt ervoor dat goederen eenvoudig aan de personenvennootschap kunnen worden overgedragen. Zo hoeft bij toe- en uittreding van een vennoot niet langer een aandeel in een goed aan de toetreder te worden overgedragen.

    Einde van de moderne personenvennootschap en omzetting

    Het einde van de personenvennootschap is eveneens verduidelijkt. De personenvennootschap kan eindigen door een besluit van de vennoten die bijvoorbeeld hun activiteiten willen beëindigen. Tot slot is voorzien in een mogelijkheid om de personenvennootschap om te zetten in een Boek 2 rechtspersoon – of andersom.

    Gaat het er nu echt van komen met de herziening van de personenvennootschap?

    Het lijkt er nu eindelijk wel van de gaan komen. De herziening van de personenvennootschap was een moeizaam proces, waarbij de contractsvrijheid kennelijk centraal gestaan heeft als drempel bij modernisering. De Hoge Raad en lagere rechtspraak hebben getracht te roeien met de riemen die voorhanden waren, en enkele hoognodige onduidelijkheden ingevuld.

    Het is te hopen, dat – na bijna 200 jaar (hopelijk komt de wet er vóór 2038) – een moderne wettelijke regeling van de personenvennootschap nu spoedig het licht zal gaan zien.

    MdV, 29-10-2022

    Pagina inhoud

      Herziening personenvennootschappen: nieuwe ronde

      De wettelijke regeling van de maatschap, de VOF en de CV – ook wel bekend als de personenvennootschappen – is sterk verouderd en gaat nog terug op het oude B.W. uit 1838. De modernisering daarvan is een moeizaam proces, maar er lijkt nu dan toch (weer) een herziening op handen te zijn. De ambtelijke molens malen traag, maar inmiddels tekent zich een nieuw wetsvoorstel af, waarover in 2019 een eerste internetconsultatie heeft plaatsgevonden. Na aanpassing van het wetsvoorstel is er inmiddels een tweede internetconsultatie geopend, die loopt tot 10 februari 2023.

      In 2011 heeft de toenmalige minister van Justitie Opstelten het destijds ingediende wetsvoorstel personenvennootschappen ingetrokken, ‘omdat er te weinig behoefte aan zou zijn’. Een wonderlijke beslissing, en voor menig jurist die cursussen had gevolgd over de nieuwe inrichting van de maatschap, de VOF en de CV een grote teleurstelling. De wetgeving was – en is dus nog steeds – sterk verouderd en de regels voldoen niet meer aan de rol van die rechtsvormen in de huidige economische realiteit. Een commissie van deskundigen nam het initiatief en vormde de Werkgroep Personenvennootschappen onder voorzitterschap van prof. mr. M. van Olffen, die in 2016 het Rapport Werkgroep Personenvennootschappen per brief van op 20 september 2016 aan de minister aanbood. Minister Van der Steur zegde in december 2016 toe het rapport mee te nemen in de herziening van het ondernemingsrecht.

      Drie wetsvoorstellen herziening personenvennootschappen

      De actuele internetconsultatie gaat in feite over drie wetsvoorstellen, die het nieuwe moderne wettelijk kader geven voor personenvennootschappen (maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap). Het betreft de civielrechtelijke regeling, fiscale maatregelen en enkele invoeringsbepalingen (ook overgangsrecht).

      Wat is een personenvennootschap?

      De personenvennootschap is een juridische vorm van samenwerking tussen natuurlijk personen en/of rechtspersonen, waarbij zij op basis van een contract een samenwerkingsverband aangaan. Er is een onderscheid in samenwerkingen tussen ‘beroepsbeoefenaars’, waarvoor de maatschap bedoeld is, en samenwerking voor de exploitatie van een bedrijf. Daarvoor is de vennootschap onder firma (VOF) gereserveerd. Daarnaast is er nog de commanditaire vennootschap (CV), waarbij er een ‘stille vennoot’ is, die vooral kapitaal verschaft en niet actief naar buiten treedt namens de vennootschap.

      De wettelijke regeling van de maatschap is te vinden in Boek 7A B.W. (het restantenkabinet van het oude B.W.) en de VOF is geregeld in het Wetboek van Koophandel (WvK). Eerdere pogingen tot herziening van de regeling in 1972 en in 2002-2011 zijn gestrand.

      Maatschappelijke relevantie van de personenvennootschap

      In het nieuwsbericht van 12 oktober 2022 in het Advocatenblad wordt de relevantie van de personenvennootschap aldus toegelicht:

      “De personenvennootschap is een laagdrempelige rechtsvorm waarbij zonder al teveel formaliteiten en tegen lage kosten in samenwerking een onderneming
      kan worden gestart. Er zijn in Nederland circa 237.000 personenvennootschappen (bestaande uit 38.000 maatschappen, 188.000 VOF’s en 11.000 CV’s). Met name in het MKB, in de agrarische sector en de dienstverlening (waaronder artsen, advocaten, notarissen) wordt gebruik gemaakt van personenvennootschappen.”

      Afgescheiden vermogen van de personenvennootschap en vertegenwoordigingsbevoegdheid

      De personenvennootschap kent anders dan bvb. een B.V. (tot op heden) geen rechtspersoonlijkheid. Door het aangaan van het samenwerkingsverband ontstaat een (goederen)gemeenschap, die een van het vermogen van de vennoten (of maten) afgescheiden vermogen vormt. De vertegenwoordigingsbevoegdheid bij de personenvennootschappen verschilt: bij de VOF zijn de vennoten – behoudens in de KvK ingeschreven beperkingen – onbeperkt bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen, terwijl de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij maatschap beperkter is. In de praktijk is voor de maatschap het onderscheid ontstaan tussen de zgn. ‘stille maatschap’ en de ‘openbare maatschap’. Die laatste lijkt mee op de VOF, omdat daarbij ook onder een gemeenschappelijke naam naar buiten getreden wordt.

      Aansprakelijkheid van vennoten en/of maten van de personenvennootschap

      Anders dan bij de B.V., waar de aandeelhouders (en bestuurders) niet persoonlijk (in hun eigen vermogen) aansprakelijk zijn voor de verplichtingen van de vennootschap, zijn de vennoten van een personenvennootschap dat wel. Bij de bedrijfsmatig toegepaste VOF zijn de vennoten naar buiten toe volledig aansprakelijk voor de verplichtingen van de vennootschap. Bij de maatschap is er slechts een aansprakelijkheid voor gelijke delen. Wel kunnen ‘zaakscrediteuren’ zich verhalen op het afgescheiden vermogen van de maatschap.

      Het aangaan van contractuele relaties met een maatschap is in die zin ingewikkeld, omdat onduidelijk is of bij wijziging van de samenstelling van een maatschap de nieuw toegetreden maten ook aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap, die zijn ontstaan voor hun toetreding. Voor de VOF en CV wordt dit inmiddels wel aangenomen.

      Continuïteit van de personenvennootschap; geen rechtspersoonlijkheid

      Een andere complicatie van de personenvennootschap is de continuïteit van het samenwerkingsverband en de daaraan verbonden onderneming, als één of meerdere vennoten uittreden. In beginsel moet er dan vereffend worden. In de praktijk is hier als oplossing het verblijvensbeding en het voortzettingsbeding voor bedacht.

      Een verblijvensbeding (waarbij het aandeel van een uittredende maat verblijft aan de voortzettende – en evt. nieuwe – maten) en een voortzettingsbeding (waarbij de overblijvende maten de maatschap voortzetten zonder dat er vereffend wordt) bieden geen soelaas voor schuldeisers van de maatschap. Wat ‘de maatschap’ is, is bij wisselingen van de wacht zeer onduidelijk: ‘de maatschap’ moet dan worden onderscheiden in fotomomenten, oftewel ‘maatschap moment 1’, ‘maatschap moment 2’ enzovoort. Het feit dat maatschappen niet in het handelsregister ingeschreven hoefden te worden maakte de zaak er niet eenvoudiger op, omdat je – als je een maatschap in rechte wilde betrekken – niet wist wie de maatschap vormen en dus wie je moet dagvaarden. Alleen bij de openbare maatschap kan deze onder de naam van de maatschap gedagvaard worden.

      Deze problemen kunnen worden weggenomen door de maatschap rechtspersoonlijkheid te verlenen, wat nu – voor sommige maatschappen – in het wetsvoorstel is opgenomen.

      Het nieuwe wetsvoorstel Modernisering personenvennootschappen (anno 2022)

      Nu ligt er dan een nieuw (herzien) wetsvoorstel Modernisering personenvennootschappen. De memorie van toelichting bij het herziene wetsvoorstel omvat 199 pagina’s. Vanaf pag. 30 is de artikelsgewijze toelichting te lezen.

      Het nu voorliggende samenstel van wetsvoorstellen beoogt volgens de MvT:

      – ondernemerschap te faciliteren
      – zekerheid te bieden aan het handelsverkeer en
      – passende bescherming te bieden voor zowel vennoten als degenen die met de vennootschap handelen.

      Centraal staat, dat de personenvennootschap als laagdrempelige vorm van samenwerking kan worden aangegaan met een simpele overeenkomst, zonder dat er een notaris aan te pas komt. De contractsvrijheid staat voorop, en de wettelijke regels zijn overwegend van regelend recht, waarbij de vennoten de vrijheid wordt gelaten zelf vorm te geven aan hun samenwerking.

      De regeling van de personenvennootschap zal worden ingepast in Titel 13 Boek 7 B.W. (art. 7:800 B.W. tot en met art. 7:823 B.W.). Hiervoor is gekozen omdat de personenvennootschap van oudsher primair een overeenkomst is tussen partijen.

      De nieuwe Titel 13 omvat 4 Afdelingen:

      Afd. 1 Algemene bepalingen (art. 7:800 B.W. tot en met art. 7:809 B.W.);
      Afd. 2 Bepalingen voor de openbare vennootschap (art. 7:810 B.W.tot en met  art. 7:818 B.W.);
      Afd. 3 Bepalingen voor de commanditaire vennootschap (art. 7:819 B.W. en art. 7:820 B.W.);
      Afd. 4 Omzetting, fusie en splitsing (art. 7:821 B.W. tot en met art. 7:823 B.W.).

      Verder vervallen de bepalingen in Boek 7A en het Wetboek van Koophandel die voorheen de bepalingen inzake de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap bevatten. Het Voorontwerp Invoeringswet Modernisering personenvennootschappen omvat verder wijzigingen in onder andere de het Burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

      Onderscheid tussen VOF en maatschap komt te vervallen

      De nieuwe regeling kent geen onderscheid meer tussen beroepen en bedrijven. De personenvennootschap kan voor beide worden benut. Het onderscheid in de externe aansprakelijkheid tussen de maatschap en de vennootschap onder firma verdwijnt. Het weerspiegelt volgens de MvT niet langer de huidige maatschappelijke opvattingen: waarom zouden maten van een advocatenmaatschap bij een huurschuld slechts voor gelijke delen aansprakelijk zijn en de vennoten van een schildersbedrijf voor het volledige bedrag?

      Derden kunnen vorderingen zowel op de openbare personenvennootschap als op de individuele vennoten verhalen voor zover aannemelijk is dat de personenvennootschap de schuld niet zal voldoen, ongeacht of sprake is van beroeps- of bedrijfsactiviteiten. Hierop is één uitzondering, namelijk in het geval de uitvoering van een opdracht door de wederpartij is toevertrouwd aan één van de vennoten. Eventuele beperkingen in vertegenwoordigingsbevoegdheid, zoals een bepaald bedrag dat niet te boven mag worden gegaan, moeten in het handelsregister zijn ingeschreven willen zij jegens derden werken.

      Rechtspersoonlijkheid van de moderne personenvennootschap

      De nieuwe openbare personenvennootschap zal een eigen vorm van rechtspersoonlijkheid krijgen, die los staat van de rechtspersoonlijkheid op basis van Boek 2 B.W. (art. 7:800 lid 2 B.W.). Dit maakt het eenvoudiger goederen op naam van de vennootschap te stellen en het vereenvoudigt de opvolging bij wisselingen in de samenstelling.

      De nieuwe regeling beoogt de vraagstukken rond het afgescheiden vermogen te vereenvoudigen door te voorzien in rechtspersoonlijkheid voor de openbare personenvennootschap en behoud van een bijzondere gemeenschap voor de stille personenvennootschap.

      Gezamenlijk beheer en vertegenwoordiging in de nieuwe personenvennootschap

      De personenvennootschap ontstaat net als onder het geldende recht door een overeenkomst tussen de beoogde vennoten, die elkaar verplichten tot inbreng, met als doel om gezamenlijk voordeel te halen. De vennoten besturen gezamenlijk de personenvennootschap. Over zaken die buiten de normale bedrijfsvoering vallen of waarop zij niet kunnen wachten, besluiten zij gezamenlijk. Voor zaken die binnen de normale bedrijfsvoering vallen, zijn de vennoten afzonderlijk bevoegd.

      Redelijkheid en billijkheid binnen de personenvennootschap; geen onrechtmatige concurrentie

      Uiteraard geldt binnen de moderne personenvennootschap ook de norm van redelijkheid en billijkheid (vgl. art. 2:8 B.W. voor de rechtspersonen van Boek 2). Dit houdt ook in dat de rechtspraak over het niet aandoen van concurrentie aan de vennootschap gecodificeerd wordt.

      Verder worden regels gegeven over de administratieverplichtingen en de interne rekening en verantwoording.

      Voortzetting bij toetreding en uittreding van de personenvennootschap

      Een andere belangrijke vernieuwing betreft de uittreding en toetreding van vennoten. De huidige wet voorziet niet in een toe- of uittreedregeling. De wettelijke regeling maakt het eenvoudiger om toe- en uit te treden, op basis van de bestaande vennootschapsovereenkomst. Een uittredende vennoot is bovendien vanaf 5 jaar na uittreding bevrijd van de verplichtingen richting derden. Een toetredende vennoot wordt beter beschermd tegen vorderingen op de vennootschap die zijn ontstaan voor zijn toetreden. Bij uittreding zal de uitreder bovendien recht hebben op een uittredingsvergoeding, gebaseerd op de waarde van de aandeel van de vennoot in het bedrijf.

      Rechtspersoonlijkheid faciliteert het toe- en uitreden van vennoten en zorgt ervoor dat goederen eenvoudig aan de personenvennootschap kunnen worden overgedragen. Zo hoeft bij toe- en uittreding van een vennoot niet langer een aandeel in een goed aan de toetreder te worden overgedragen.

      Einde van de moderne personenvennootschap en omzetting

      Het einde van de personenvennootschap is eveneens verduidelijkt. De personenvennootschap kan eindigen door een besluit van de vennoten die bijvoorbeeld hun activiteiten willen beëindigen. Tot slot is voorzien in een mogelijkheid om de personenvennootschap om te zetten in een Boek 2 rechtspersoon – of andersom.

      Gaat het er nu echt van komen met de herziening van de personenvennootschap?

      Het lijkt er nu eindelijk wel van de gaan komen. De herziening van de personenvennootschap was een moeizaam proces, waarbij de contractsvrijheid kennelijk centraal gestaan heeft als drempel bij modernisering. De Hoge Raad en lagere rechtspraak hebben getracht te roeien met de riemen die voorhanden waren, en enkele hoognodige onduidelijkheden ingevuld.

      Het is te hopen, dat – na bijna 200 jaar (hopelijk komt de wet er vóór 2038) – een moderne wettelijke regeling van de personenvennootschap nu spoedig het licht zal gaan zien.

      MdV, 29-10-2022

      Meer actualiteiten