Pagina inhoud

    Invoering Wet WIEG

    In de Wet arbeid en zorg (ingevoerd in 2001) is onder meer het geboorteverlof en zwangerschapsverlof geregeld. Met de wijzigingswet nr. 34.967 Wet Invoering Extra Geboorteverlof (met de toepasselijke afkorting: WIEG) worden de aanspraken van werknemers – en dan met name de partner van de moeder – op geboorteverlof en ouderschapsverlof uitgebreid.

    Uitbreiding geboorteverlof en ouderschapsverlof

    Tot eind 2018 had de werknemer, van wie de partner bevallen was, recht op twee dagen doorbetaald geboorteverlof en aansluitend drie dagen onbetaald verlof (behoudens specifieke regelingen op basis waarvan de werkgever dit verlof ook doorbetaalt). Van dit laatste verlof werd weinig gebruik gemaakt. Met de Wet WIEG worden deze rechten uitgebreid.

    Deze wet is deels in werking getreden per 1 januari 2019. Per die datum heeft de werknemer recht op een week doorbetaald verlof, op te nemen binnen vier weken na de geboorte van het kind. De werknemer mag dit verlof – evt. gespreid – naar eigen goeddunken opnemen. De werkgever mag het verlof niet weigeren. Daarnaast heeft de werknemer aanspraak op doorbetaald “calamiteitenverlof” op de dag van de bevalling (alsof een geboorte een calamiteit is, maar enfin).

    Per 1 juli 2020 krijgt de partner bovendien aanspraak op vijf maal de wekelijkse arbeidsduur aanvullend geboorteverlof. Dit kan worden opgenomen binnen een periode van zes maanden. De werknemer heeft dan recht op een uitkering van het UWV tot 70% van het maximum dagloon. Werkgever en werknemer kunnen afspreken, dat dit loon wordt gesuppleerd tot 100% (of alles daartussen). De werkgever mag in geval van een zwaarwegend bedrijfsbelang (of voor ambtenaren: een “dienstbelang”) wel de spreiding van het opnemen hiervan in overleg met de werknemer wijzigen. Reden voor de latere inwerkingtreding is de tijd nodig voor aanpassing van de systemen van het UWV.

    Totdat het kind 8 jaar is heeft de ouder bovendien recht op 26 maal een week ouderschapsverlof. Dit is in principe onbetaald verlof, maar in een aantal CAO’s zijn afspraken neergelegd waardoor dit alsnog doorbetaald wordt.

    Uitbreiding adoptieverlof

    Ook het recht op adoptieverlof en pleegouderverlof zijn uitgebreid. Sinds 1 januari 2019 is het recht van de werknemer uitgebreid van vier naar zes weken. De werknemer heeft recht op een uitkering van het UWV tot 100% van het maximaal dagloon.

    Minimumregeling

    Deze aanspraken van de werknemer zijn te beschouwen als een minimumregeling. De werkgever mag derhalve niet minder aanspraken verlenen dan in de wet geregeld. In CAO’s of in individuele arbeidsovereenkomsten kan echter wel naar boven worden afgeweken, zowel qua aantal dagen als door een aanvulling (suppletie) op de uitkering van het UWV of doorbetaling van dagen waar het UWV geen uitkering voor betaalt.

    Doelstelling van de wet

    De ratio van de wet is het bevorderen van de band van de andere ouder met het kind. Maar de wet heeft ook tot doel de bevordering van de kansen van de vrouw op de arbeidsmarkt, en de bevordering van een gelijkmatiger verdeling van de taken in het huishouden. Naarmate zorgtaken meer gelijk verdeeld worden tussen de partners, ontstaat er voor vrouwen, die nu nog het grootste deel van de zorg voor de kinderen en het huishouden op zich nemen, meer ruimte om zich verder te ontwikkelen en hun arbeidsduur op peil te houden. Als de partners, veelal mannen, meer deelnemen aan de zorg, bevordert dat hun band met het kind.

    Zie ook de Memorie van Toelichting voor meer achtergronden. Voor meer informatie over de aanspraken van werknemers op vakantie en verlof zie de pagina Vakantie en verlof.

    MdV, 8 maart 2020

    Pagina inhoud

      Invoering Wet WIEG

      In de Wet arbeid en zorg (ingevoerd in 2001) is onder meer het geboorteverlof en zwangerschapsverlof geregeld. Met de wijzigingswet nr. 34.967 Wet Invoering Extra Geboorteverlof (met de toepasselijke afkorting: WIEG) worden de aanspraken van werknemers – en dan met name de partner van de moeder – op geboorteverlof en ouderschapsverlof uitgebreid.

      Uitbreiding geboorteverlof en ouderschapsverlof

      Tot eind 2018 had de werknemer, van wie de partner bevallen was, recht op twee dagen doorbetaald geboorteverlof en aansluitend drie dagen onbetaald verlof (behoudens specifieke regelingen op basis waarvan de werkgever dit verlof ook doorbetaalt). Van dit laatste verlof werd weinig gebruik gemaakt. Met de Wet WIEG worden deze rechten uitgebreid.

      Deze wet is deels in werking getreden per 1 januari 2019. Per die datum heeft de werknemer recht op een week doorbetaald verlof, op te nemen binnen vier weken na de geboorte van het kind. De werknemer mag dit verlof – evt. gespreid – naar eigen goeddunken opnemen. De werkgever mag het verlof niet weigeren. Daarnaast heeft de werknemer aanspraak op doorbetaald “calamiteitenverlof” op de dag van de bevalling (alsof een geboorte een calamiteit is, maar enfin).

      Per 1 juli 2020 krijgt de partner bovendien aanspraak op vijf maal de wekelijkse arbeidsduur aanvullend geboorteverlof. Dit kan worden opgenomen binnen een periode van zes maanden. De werknemer heeft dan recht op een uitkering van het UWV tot 70% van het maximum dagloon. Werkgever en werknemer kunnen afspreken, dat dit loon wordt gesuppleerd tot 100% (of alles daartussen). De werkgever mag in geval van een zwaarwegend bedrijfsbelang (of voor ambtenaren: een “dienstbelang”) wel de spreiding van het opnemen hiervan in overleg met de werknemer wijzigen. Reden voor de latere inwerkingtreding is de tijd nodig voor aanpassing van de systemen van het UWV.

      Totdat het kind 8 jaar is heeft de ouder bovendien recht op 26 maal een week ouderschapsverlof. Dit is in principe onbetaald verlof, maar in een aantal CAO’s zijn afspraken neergelegd waardoor dit alsnog doorbetaald wordt.

      Uitbreiding adoptieverlof

      Ook het recht op adoptieverlof en pleegouderverlof zijn uitgebreid. Sinds 1 januari 2019 is het recht van de werknemer uitgebreid van vier naar zes weken. De werknemer heeft recht op een uitkering van het UWV tot 100% van het maximaal dagloon.

      Minimumregeling

      Deze aanspraken van de werknemer zijn te beschouwen als een minimumregeling. De werkgever mag derhalve niet minder aanspraken verlenen dan in de wet geregeld. In CAO’s of in individuele arbeidsovereenkomsten kan echter wel naar boven worden afgeweken, zowel qua aantal dagen als door een aanvulling (suppletie) op de uitkering van het UWV of doorbetaling van dagen waar het UWV geen uitkering voor betaalt.

      Doelstelling van de wet

      De ratio van de wet is het bevorderen van de band van de andere ouder met het kind. Maar de wet heeft ook tot doel de bevordering van de kansen van de vrouw op de arbeidsmarkt, en de bevordering van een gelijkmatiger verdeling van de taken in het huishouden. Naarmate zorgtaken meer gelijk verdeeld worden tussen de partners, ontstaat er voor vrouwen, die nu nog het grootste deel van de zorg voor de kinderen en het huishouden op zich nemen, meer ruimte om zich verder te ontwikkelen en hun arbeidsduur op peil te houden. Als de partners, veelal mannen, meer deelnemen aan de zorg, bevordert dat hun band met het kind.

      Zie ook de Memorie van Toelichting voor meer achtergronden. Voor meer informatie over de aanspraken van werknemers op vakantie en verlof zie de pagina Vakantie en verlof.

      MdV, 8 maart 2020

      Meer actualiteiten