Pagina inhoud

    Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

    Inleiding recht op de naam

    In Titel 2 van Boek 1 B.W. kent zes bepalingen inzake het naamrecht (art. 1:4 B.W. tot en met art. 1:9 B.W.). Daar worden zowel de voornamen als de achternamen (“geslachtsnamen”) geregeld.

    De voornaam

    Eenieder heeft de voornaam of voornamen, die in zijn/haar geboorteakte staan (art. 1:4 lid 1 B.W.). Zoals algemeen bekend is, geef je als ouder (meestal de vader, die hopelijk nuchter genoeg is op dat moment) je kind bij het persoonsregister van de gemeente.

    Geen onbehoorlijke namen of achternamen als voornaam

    De ambtenaar van de Burgerlijke Stand mag geen voornamen inschrijven die ongepast zijn, en dient inschrijving daarvan dus te weigeren (art. 1:4 lid 2 B.W.). Ook voornamen die overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen mogen niet als voornaam worden ingeschreven, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn. Daarin verschilt Nederland van Engeland, waar achternamen vaak ook als voornaam voorkomen (wat tamelijk verwarrend is).

    Ambtshalve voornaam

    Komt de aangever niet met een (behoorlijke) voornaam op de proppen, dan wordt het kind ambtshalve een voornaam gegeven (art. 1:4 lid 3 B.W.).

    Verzoek tot wijziging voornaam

    Stel dat je ouders je idiote voornamen gegeven hebben, dan kun je daarvan wijziging verzoeken, als je meerderjarig bent.

    De ouders kunnen dat ook zelf doen (art. 1:4 lid 4 B.W.). Zo komt het voor, dat bvb. Chinese ouders een kind een mooie naam geven (dat is in de Chinese cultuur erg belangrijk), maar op zijn Nederlands wordt die naam zo uitgesproken dat dit juist iets heel lelijks is. Auteur dezes heeft in die situatie eens een dergelijk wijzigingsverzoek gedaan (dat is toegewezen).

    De achternaam (geslachtsnaam)

    Het gaat er bij de bepaling van de achternaam om, tot wie het kind in een familierechtelijke betrekking staat.

    Staat het – omdat het niet binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap is geboren – alleen in een familierechtelijke betrekking tot de moeder, dan kind krijgt het de achternaam van de moeder (art. 1:5 lid 1 B.W.). Dat is immers de meest natuurlijke en minst lastig vast te stellen band tussen ouder en kind, en daarmee het uitgangspunt van de wetgever.

    Staat een kind door adoptie alleen in een familierechtelijke betrekking tot de (adoptief) vader, dan krijgt het zijn achternaam.

    Erkenning en achternaam kind

    Door de erkenning van een buitenechtelijk kind door de vader krijgt een kind niet automatisch ook de achternaam van de vader. Alleen wanneer zowel de moeder en de erkennende vader verklaren, dat het kind zijn achternaam zal dragen (art. 1:5 lid 2 B.W.). Dit wordt in de akte van erkenning genoteerd. Dit is ook mogelijk als de vader niet spontaan erkent, maar de familierechtelijke betrekking door de rechter wordt vastgesteld. De ouders kunnen dan alsnog gezamenlijk verklaren dat het kind de achternaam van de vader zal hebben; dit wordt dan in de uitspraak opgenomen.

    Erkenning van een buitenechtelijk ongeboren kind is ook mogelijk; hiervoor geldt dat met toestemming van de moeder ook kan worden aangetekend dat het kind de achternaam van de erkenner zal krijgen.

    Achternaam kind bij erkenning bij huwelijk of geregistreerd partnerschap

    De erkenning van de buitenechtelijke kinderen kan ook plaatsvinden bij huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap (art. 1:5 lid 2 B.W.). Van deze verklaring wordt een akte van naamskeuze opgemaakt.

    Achternaam kind bij adoptie

    Bij adoptie – die tot stand komt via een rechterlijke uitspraak – behoudt het kind in de basis de eigen achternaam, tenzij het geadopteerd wordt door een gehuwd hetero stel. Dan krijgt het de achternaam van de vader (art. 1:5 lid 3 B.W.). Tenzij ze verklaren te kiezen voor de achternaam van de moeder. In alle andere gevallen geldt feitelijk hetzelfde: het kind behoudt de eigen geslachtsnaam, tenzij de ouders kiezen voor de achternaam van één van hen beiden.

    Kind geboren binnen een huwelijk: keuze voor de achternaam van één van beide ouders

    Het meest zullen kinderen geboren worden binnen een huwelijk of binnen een geregistreerd partnerschap. In die situatie – waarin het kind vanwege art. 1:3 lid 2 B.W. door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan – kunnen de ouders kiezen, welke geslachtsnaam het kind krijgt (art. 1:5 lid 4 B.W.). Deze keuze geldt wel voor alle kinderen in het gezin (art. 1:5 lid 8 B.W.). Anders wordt het erg verwarrend voor de buitenwereld.

    Bewijs van de achternaam (geslachtsnaam)

    Het dwingend bewijs van de geslachtsnaam wordt geleverd aan de hand van de akte uit het geboorteregister (art. 1:6 B.W.). Zie over de betekenis van dwingend bewijs ook de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht.

    Wijziging van de geslachtsnaam

    Wijziging van de geslachtsnaam is ook mogelijk. Anders dan de wijziging van de voornaam wordt de geslachtsnaam niet gewijzigd door de rechter, maar door de Koning. Voor de wijziging van de achternaam (geslachtsnaam) moet dus een verzoek aan de Koning worden gericht (art. 1:7 lid 1 B.W.). De reden van dit onderscheid is niet helemaal helder.

    Misbruik van de geslachtsnaam van een ander

    Het gebruik van de geslachtsnaam van een ander (terwijl je die achternaam zelf dus niet hebt) is onrechtmatig (art. 1:8 B.W.). Dit wordt ook wel identiteitsdiefstal genoemd, hoewel dit ook andere handelingen kan omvatten dan alleen het misbruiken van de achternaam van een ander.

    Gebruik van de geslachtsnaam van de ex-echtgenoot

    Na echtscheiding mag de gescheiden partner, die de achternaam van de ander heeft aangenomen bij het huwelijk, die achternaam blijven gebruiken (art. 1:9 lid 1 B.W.).

    De ex-echtgenoot kan wel een verzoek indienen bij de rechtbank om dit te verbieden (art. 1:9 lid 2 B.W.). Voorwaarde is wel, dat er geen kinderen uit het huwelijk zijn voortgekomen. Een en ander geldt mutatis mutandis voor het geregistreerd partnerschap.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 8-02-2021; laatste bewerking 9-02-2021]

    Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

      Inleiding recht op de naam

      In Titel 2 van Boek 1 B.W. kent zes bepalingen inzake het naamrecht (art. 1:4 B.W. tot en met art. 1:9 B.W.). Daar worden zowel de voornamen als de achternamen (“geslachtsnamen”) geregeld.

      De voornaam

      Eenieder heeft de voornaam of voornamen, die in zijn/haar geboorteakte staan (art. 1:4 lid 1 B.W.). Zoals algemeen bekend is, geef je als ouder (meestal de vader, die hopelijk nuchter genoeg is op dat moment) je kind bij het persoonsregister van de gemeente.

      Geen onbehoorlijke namen of achternamen als voornaam

      De ambtenaar van de Burgerlijke Stand mag geen voornamen inschrijven die ongepast zijn, en dient inschrijving daarvan dus te weigeren (art. 1:4 lid 2 B.W.). Ook voornamen die overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen mogen niet als voornaam worden ingeschreven, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn. Daarin verschilt Nederland van Engeland, waar achternamen vaak ook als voornaam voorkomen (wat tamelijk verwarrend is).

      Ambtshalve voornaam

      Komt de aangever niet met een (behoorlijke) voornaam op de proppen, dan wordt het kind ambtshalve een voornaam gegeven (art. 1:4 lid 3 B.W.).

      Verzoek tot wijziging voornaam

      Stel dat je ouders je idiote voornamen gegeven hebben, dan kun je daarvan wijziging verzoeken, als je meerderjarig bent.

      De ouders kunnen dat ook zelf doen (art. 1:4 lid 4 B.W.). Zo komt het voor, dat bvb. Chinese ouders een kind een mooie naam geven (dat is in de Chinese cultuur erg belangrijk), maar op zijn Nederlands wordt die naam zo uitgesproken dat dit juist iets heel lelijks is. Auteur dezes heeft in die situatie eens een dergelijk wijzigingsverzoek gedaan (dat is toegewezen).

      De achternaam (geslachtsnaam)

      Het gaat er bij de bepaling van de achternaam om, tot wie het kind in een familierechtelijke betrekking staat.

      Staat het – omdat het niet binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap is geboren – alleen in een familierechtelijke betrekking tot de moeder, dan kind krijgt het de achternaam van de moeder (art. 1:5 lid 1 B.W.). Dat is immers de meest natuurlijke en minst lastig vast te stellen band tussen ouder en kind, en daarmee het uitgangspunt van de wetgever.

      Staat een kind door adoptie alleen in een familierechtelijke betrekking tot de (adoptief) vader, dan krijgt het zijn achternaam.

      Erkenning en achternaam kind

      Door de erkenning van een buitenechtelijk kind door de vader krijgt een kind niet automatisch ook de achternaam van de vader. Alleen wanneer zowel de moeder en de erkennende vader verklaren, dat het kind zijn achternaam zal dragen (art. 1:5 lid 2 B.W.). Dit wordt in de akte van erkenning genoteerd. Dit is ook mogelijk als de vader niet spontaan erkent, maar de familierechtelijke betrekking door de rechter wordt vastgesteld. De ouders kunnen dan alsnog gezamenlijk verklaren dat het kind de achternaam van de vader zal hebben; dit wordt dan in de uitspraak opgenomen.

      Erkenning van een buitenechtelijk ongeboren kind is ook mogelijk; hiervoor geldt dat met toestemming van de moeder ook kan worden aangetekend dat het kind de achternaam van de erkenner zal krijgen.

      Achternaam kind bij erkenning bij huwelijk of geregistreerd partnerschap

      De erkenning van de buitenechtelijke kinderen kan ook plaatsvinden bij huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap (art. 1:5 lid 2 B.W.). Van deze verklaring wordt een akte van naamskeuze opgemaakt.

      Achternaam kind bij adoptie

      Bij adoptie – die tot stand komt via een rechterlijke uitspraak – behoudt het kind in de basis de eigen achternaam, tenzij het geadopteerd wordt door een gehuwd hetero stel. Dan krijgt het de achternaam van de vader (art. 1:5 lid 3 B.W.). Tenzij ze verklaren te kiezen voor de achternaam van de moeder. In alle andere gevallen geldt feitelijk hetzelfde: het kind behoudt de eigen geslachtsnaam, tenzij de ouders kiezen voor de achternaam van één van hen beiden.

      Kind geboren binnen een huwelijk: keuze voor de achternaam van één van beide ouders

      Het meest zullen kinderen geboren worden binnen een huwelijk of binnen een geregistreerd partnerschap. In die situatie – waarin het kind vanwege art. 1:3 lid 2 B.W. door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan – kunnen de ouders kiezen, welke geslachtsnaam het kind krijgt (art. 1:5 lid 4 B.W.). Deze keuze geldt wel voor alle kinderen in het gezin (art. 1:5 lid 8 B.W.). Anders wordt het erg verwarrend voor de buitenwereld.

      Bewijs van de achternaam (geslachtsnaam)

      Het dwingend bewijs van de geslachtsnaam wordt geleverd aan de hand van de akte uit het geboorteregister (art. 1:6 B.W.). Zie over de betekenis van dwingend bewijs ook de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht.

      Wijziging van de geslachtsnaam

      Wijziging van de geslachtsnaam is ook mogelijk. Anders dan de wijziging van de voornaam wordt de geslachtsnaam niet gewijzigd door de rechter, maar door de Koning. Voor de wijziging van de achternaam (geslachtsnaam) moet dus een verzoek aan de Koning worden gericht (art. 1:7 lid 1 B.W.). De reden van dit onderscheid is niet helemaal helder.

      Misbruik van de geslachtsnaam van een ander

      Het gebruik van de geslachtsnaam van een ander (terwijl je die achternaam zelf dus niet hebt) is onrechtmatig (art. 1:8 B.W.). Dit wordt ook wel identiteitsdiefstal genoemd, hoewel dit ook andere handelingen kan omvatten dan alleen het misbruiken van de achternaam van een ander.

      Gebruik van de geslachtsnaam van de ex-echtgenoot

      Na echtscheiding mag de gescheiden partner, die de achternaam van de ander heeft aangenomen bij het huwelijk, die achternaam blijven gebruiken (art. 1:9 lid 1 B.W.).

      De ex-echtgenoot kan wel een verzoek indienen bij de rechtbank om dit te verbieden (art. 1:9 lid 2 B.W.). Voorwaarde is wel, dat er geen kinderen uit het huwelijk zijn voortgekomen. Een en ander geldt mutatis mutandis voor het geregistreerd partnerschap.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 8-02-2021; laatste bewerking 9-02-2021]

      Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!