Pagina inhoud

    Wetsvoorstel verlenging duur tijdelijke huur en opkoopverbod

    De wetgever heeft een wetsvoorstel in voorbereiding waarmee wordt beoogd de maximum duur voor de huur van woonruimte voor bepaalde tijd te verlengen van twee naar drie jaar. Ook wordt een zgn. opkoopverbod ingevoerd om te voorkomen dat beleggers woningen kopen, die zij willen verhuren. Daarmee kan de toegang tot de woningmarkt van toetreders in het gewilde middensegment worden verbeterd. Doordat zij de woning zelf willen bewonen, worden zij met die wetswijziging niet meer weggedrukt door beleggers die woningen voor hun neus wegkapen, is de gedachte.

    Het “Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke huurcontracten” heeft van 23 november 2020 tot en met 22 december 2020 voorgelegen ter internetconsultatie. De consultatie is inmiddels gesloten.

    Verruiming mogelijkheden tijdelijke huurcontracten

    Op grond van art. 7:271 lid 1 B.W kunnen op dit moment tijdelijke huurcontracten voor niet langer dan twee jaar worden afgesloten. Zie de pagina Einde van de huur van woonruimte. In verband met de coronacrisis zijn er tijdelijke maatregelen ingevoerd op basis waarvan het einde van die tijdelijke huur verlengd kon worden. Kennelijk heeft dit de wetgever op het idee gebracht dit meer permanent in de wet op te nemen, zij het voor een proefperiode van 3 jaar. Na verloop van die termijn zal de wetswijziging geëvalueerd worden.

    De maximum termijn van de bepaalde tijd, waarvoor de in  art. 7:271 lid 1 B.W bedoelde woonruimte verhuurd kan worden zonder de reguliere huurbescherming die geldt bij huur van woonruimte voor onbepaalde tijd wordt verlengd van twee jaar naar drie jaar. Ook wordt de mogelijkheid in het leven geroepen om de huur voor bepaalde tijd éénmalig te verlengen.

    Opkoopbescherming

    De opkoopbescherming introduceert in de Huisvestingswet een vergunningenstelsel voor de verhuur van woningen in een door de gemeente te bepalen segment. De verhuur van deze woningen zal in principe niet worden toegestaan, wat betekent dat aankoop alleen interessant is voor kopers die de woning zelf gaan bewonen.

    Zoals Minister Ollongren in de concept MvT aangeeft, hebben gemeenten op dit moment geen mogelijkheden om te sturen op de samenstelling van de bestaande koopwoningvoorraad, waardoor zij in de bestaande bouw niet kunnen borgen dat koopwoningen beschikbaar blijven in dit segment.

    Door het opkopen van woningen door beleggers ontstaat een prijsopdrijvend effect en treedt schaarste op in dat segment van de woningmarkt. Particuliere beleggers – die hun spaargeld op de bank geen rente krijgen of zelfs rente moeten betalen – richten zich juist op de onderkant van de woningmarkt, waar ook nieuwe toetreders zoeken naar een eerste koopwoning.

    De wetswijziging in de Huisvestingswet geeft gemeenten de gelegenheid hun Huisvestingsverordening beperkingen te stellen aan de verhuur van koopwoningen om het doel van de wet te bereiken. Indien gemeenten in het eerste jaar na inwerkingtreding van de wettelijke grondslag in de Huisvestingswet de maatregel invoeren in de huisvestingsverordening, is deze van toepassing voor de duur van ten hoogste vier jaar, conform de Huisvestingswet 2014.

    Link naar het concept wetsvoorstel en de concept MvT

    Zie deze link voor het concept wetsvoorstel en deze link voor de concept Memorie van Toelichting. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft een advies uitgebracht naar aanleiding van het wetsvoorstel, dat te raadplegen is via deze link.

    MdV, 14-02-2021

     

     

    Pagina inhoud

      Wetsvoorstel verlenging duur tijdelijke huur en opkoopverbod

      De wetgever heeft een wetsvoorstel in voorbereiding waarmee wordt beoogd de maximum duur voor de huur van woonruimte voor bepaalde tijd te verlengen van twee naar drie jaar. Ook wordt een zgn. opkoopverbod ingevoerd om te voorkomen dat beleggers woningen kopen, die zij willen verhuren. Daarmee kan de toegang tot de woningmarkt van toetreders in het gewilde middensegment worden verbeterd. Doordat zij de woning zelf willen bewonen, worden zij met die wetswijziging niet meer weggedrukt door beleggers die woningen voor hun neus wegkapen, is de gedachte.

      Het “Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke huurcontracten” heeft van 23 november 2020 tot en met 22 december 2020 voorgelegen ter internetconsultatie. De consultatie is inmiddels gesloten.

      Verruiming mogelijkheden tijdelijke huurcontracten

      Op grond van art. 7:271 lid 1 B.W kunnen op dit moment tijdelijke huurcontracten voor niet langer dan twee jaar worden afgesloten. Zie de pagina Einde van de huur van woonruimte. In verband met de coronacrisis zijn er tijdelijke maatregelen ingevoerd op basis waarvan het einde van die tijdelijke huur verlengd kon worden. Kennelijk heeft dit de wetgever op het idee gebracht dit meer permanent in de wet op te nemen, zij het voor een proefperiode van 3 jaar. Na verloop van die termijn zal de wetswijziging geëvalueerd worden.

      De maximum termijn van de bepaalde tijd, waarvoor de in  art. 7:271 lid 1 B.W bedoelde woonruimte verhuurd kan worden zonder de reguliere huurbescherming die geldt bij huur van woonruimte voor onbepaalde tijd wordt verlengd van twee jaar naar drie jaar. Ook wordt de mogelijkheid in het leven geroepen om de huur voor bepaalde tijd éénmalig te verlengen.

      Opkoopbescherming

      De opkoopbescherming introduceert in de Huisvestingswet een vergunningenstelsel voor de verhuur van woningen in een door de gemeente te bepalen segment. De verhuur van deze woningen zal in principe niet worden toegestaan, wat betekent dat aankoop alleen interessant is voor kopers die de woning zelf gaan bewonen.

      Zoals Minister Ollongren in de concept MvT aangeeft, hebben gemeenten op dit moment geen mogelijkheden om te sturen op de samenstelling van de bestaande koopwoningvoorraad, waardoor zij in de bestaande bouw niet kunnen borgen dat koopwoningen beschikbaar blijven in dit segment.

      Door het opkopen van woningen door beleggers ontstaat een prijsopdrijvend effect en treedt schaarste op in dat segment van de woningmarkt. Particuliere beleggers – die hun spaargeld op de bank geen rente krijgen of zelfs rente moeten betalen – richten zich juist op de onderkant van de woningmarkt, waar ook nieuwe toetreders zoeken naar een eerste koopwoning.

      De wetswijziging in de Huisvestingswet geeft gemeenten de gelegenheid hun Huisvestingsverordening beperkingen te stellen aan de verhuur van koopwoningen om het doel van de wet te bereiken. Indien gemeenten in het eerste jaar na inwerkingtreding van de wettelijke grondslag in de Huisvestingswet de maatregel invoeren in de huisvestingsverordening, is deze van toepassing voor de duur van ten hoogste vier jaar, conform de Huisvestingswet 2014.

      Link naar het concept wetsvoorstel en de concept MvT

      Zie deze link voor het concept wetsvoorstel en deze link voor de concept Memorie van Toelichting. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft een advies uitgebracht naar aanleiding van het wetsvoorstel, dat te raadplegen is via deze link.

      MdV, 14-02-2021

       

       

      Meer actualiteiten