Pagina inhoud

    Overeenkomsten tussen handelaren en consumenten (Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W.)

    Inleiding bepalingen voor overeenkomsten tussen handelaren en consumenten

    In Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W. is – als onderdeel van het overeenkomstenrecht – een aantal  regels opgenomen met betrekking tot overeenkomsten tussen “handelaren en consumenten”. Deze afdeling is opgenomen met de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten  van 12 maart 2014. (Stb. 2014, nr. 140)

    Zoals uit de benaming van de wet blijkt is deze ter implementatie van de Europese Richtlijn 2011/83/EU van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten (PbEU L 304/64). Met die Richtlijn zijn enkele eerdere richtlijnen gewijzigd resp. ingetrokken. De Richtlijn streeft de consumentenbescherming na, mede om de integratie van de interne markt van de EU te bevorderen.

    De civielrechtelijke regeling in Boek 6 B.W. wordt ook publiekrechtelijke bekrachtigd met art. 8.2a Wet Consumentenbescherming, waarin is bepaald dat de handelaar (en diens tussenpersoon) de bepalingen van deze Afdeling in acht dient te nemen.

    Met de invoering van deze regeling is de Colportagewet komen te vervallen. Deze strekte ook tot bescherming van de consument tegenover de handelaar, die de consument met deur aan deur verkoop probeerde te verleiden tot het kopen van goederen. De consument had volgens die wet ook een (kortere) bedenktijd, en de overeenkomst moest in een akte (dus op papier) worden vastgelegd.

    Geen reflexwerking t.b.v. kleine ondernemers

    De Hoge Raad besliste in het arrest HR 27 mei 2016 (lease LCD-scherm voor reclame) dat net als bij de Colportagewet de regeling geen bescherming biedt aan de “kleine ondernemer”, omdat de regeling expliciet uitsluitend bedoeld is ter bescherming van de consument. De Hoge Raad overweegt in r.o. 3.5 klip en klaar:

    “Bij de parlementaire behandeling van afdeling 6.5.2B BW is de vraag aan de orde geweest of de bescherming van deze afdeling ook zou moeten gelden voor ‘kleine ondernemers’, maar daarvan is uitdrukkelijk afgezien”.

    Voor de Parlementaire discussie op dit punt kan worden verwezen naar de conclusie van de P-G, die dit bespreekt in nrs. 3.22 tot en met 3.26. Daar komt ook aan de orde, dat de bescherming van de kleine ondernemer mede wordt beschouwd in het licht van de consumentenbescherming tegen oneerlijke handelspraktijken. Uiteindelijk wordt de ondernemer echter wel beschermd door art. 6:194 B.W. (zie ook de pagina Misleidende en vergelijkende reclame).

    In het arrest Hof Den Haag 13 november 2018 (keukenzaak/Proximedia) beslist het Hof dienovereenkomstig. De keukenzaak die als ZZP-er een overeenkomst heeft gesloten met Proximedia voor digitale promotiediensten wordt niet beschermd als consument. Ook het beroep op onredelijk bezwarende algemene voorwaarden wordt van de hand gewezen.

    Algemene bepalingen consumentenrechten (Par. 1)

    Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W. omvat 20 artikelen (art. 6:230g B.W. tot en met art. 6:230z B.W.) ingedeeld in zes paragrafen. Par. 1 geeft om te beginnen enkele algemene bepalingen.

    Definities regeling consumentenbescherming

    In art. 6:230g B.W. worden allereerst een aantal definities gegeven. De belangrijkste zijn uiteraard de twee partijen bij overeenkomsten tussen consumenten en commerciële partijen: wat verstaat de wet onder “consument” en wat onder “handelaar”.

    consument: iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfsactiviteit of beroepsactiviteit vallen;

    handelaar: iedere natuurlijke of rechtspersoon die handelt in het kader van zijn handelsactiviteit, bedrijfsactiviteit, ambachtsactiviteit of beroepsactiviteit, al dan niet mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt;

    consumentenkoop: de overeenkomst gedefinieerd in art. 7:5 lid 1 B.W.: de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die valt onder de bovenstaande definitie van “handelaar” en een koper die valt onder de bovenstaande definitie van “consument”; deze bepaling wordt per 1 januari 2022 gewijzigd conform de aanpassingen vanwege de Richtlijn digitale inhoud en de gewijzigde Richtlijn consumentenkoop (zie het blog Wetsvoorstel digitale inhoud en wijziging consumentenkoop).

    overeenkomst tot het verrichten van diensten: iedere andere overeenkomst dan een consumentenkoop, waarbij de handelaar zich jegens de consument verbindt een dienst te verrichten en de consument zich verbindt een prijs te betalen;

    Deze definitie van consument komt ook terug in de – eveneens aan EU-richtlijnen ontleende – regeling inzake pakketreizen en vakantie-arrangementen. We zien daar dat wanneer iemand een reis boekt die deels ook voor privé doeleinden is, de reiziger dan ook wordt aangemerkt als “consument”. Zie ook de pagina Pakketreizen.

    Toepassingsbereik regeling consumentenrechten

    Vervolgens wordt het toepassingsbereik van de regeling bepaald in art. 6:230h B.W.. Uitgangspunt is, dat de regeling toepasselijk is op alle overeenkomsten die door een consument worden gesloten met een handelaar, oftewel een bedrijfsmatig of beroepsmatig handelende partij (lid 1).

    In lid 2 wordt een opsomming gegeven van overeenkomsten, waarvoor de regeling niet geldt. Voor veel van die specifieke overeenkomsten gelden aparte wettelijke regelingen. Het gaat om:

    – overeenkomsten buiten de verkoopruimte waarbij de verbintenis van de consument tot betaling ten hoogste 50 euro bedraagt (sub a);

    – overeenkomsten betreffende financiële producten, financiële diensten en fondsvorming als bedoeld in artikel 230w lid 1, onderdeel c, met uitzondering van de paragrafen 1 en 6 van deze afdeling (sub b);

    – overeenkomsten betreffende sociale dienstverlening, met inbegrip van sociale huisvesting, kinderzorg en ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood, waaronder langdurige zorg (sub c);

    – overeenkomsten betreffende gezondheidszorg zoals omschreven in artikel 3 onderdeel a van Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (Pb L 88/45), ongeacht of deze diensten al dan niet via gezondheidszorgfaciliteiten worden verleend (sub d);

    – overeenkomsten betreffende gokactiviteiten waarbij bij kansspelen een inzet met een waarde in geld wordt gedaan, met inbegrip van loterijen, casinospelen en weddenschappen (sub e);

    – overeenkomsten over het doen ontstaan, het verkrijgen of het overdragen van onroerende zaken of rechten op onroerende zaken (sub f);

    – overeenkomsten betreffende de constructie van nieuwe gebouwen, de ingrijpende verbouwing van bestaande gebouwen en de verhuur van woonruimte (sub g);

    – overeenkomsten betreffende pakketreizen, als bedoeld in artikel 500 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de artikelen 230j230k en 230v lid 2, 3 en 6 van Boek 6 B.W. (sub h);

    – overeenkomsten betreffende gebruik in deeltijd, een vakantieproduct van lange duur, en betreffende bijstand bij verhandelen en uitwisseling, als bedoeld in artikel 50a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (sub i);

    – overeenkomsten waarbij de wet voor de totstandkoming van de overeenkomst de tussenkomst van een notaris voorschrijft (sub j);

    – overeenkomsten betreffende de levering van zaken die bestemd zijn voor dagelijkse huishoudelijke consumptie en die fysiek door een handelaar op basis van frequente en regelmatige rondes bij de woon- of verblijfplaats dan wel de arbeidsplaats van de consument worden afgeleverd (sub k);

    – overeenkomsten die wordt gesloten door middel van verkoopautomaten of geautomatiseerde handelsruimten (sub l);

    – overeenkomsten die wordt gesloten met telecommunicatie-exploitanten door middel van openbare betaaltelefoons met het oog op het gebruik ervan of die worden gesloten met het oog op het gebruik van één enkele internetverbinding, telefoonverbinding of faxverbinding gemaakt door de consument (sub m).

    Dwingend recht

    De regeling is uiteraard van dwingend recht. In art. 6:230i B.W. is bepaald, dat van de regeling niet ten nadele van de consument kan worden afgeweken.

    Overeenkomsten anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte (Par. 2)

    Deugdelijke informatieverstrekking voorafgaand aan de overeenkomst

    Met art. 6:230l B.W. verplicht de wetgever de bedrijfsmatig optredende partij om de consument deugdelijk te informeren met betrekking tot de overeenkomst voordat de consument daaraan is gebonden. In a tot en met h wordt een opsomming gegeven van het soort informatie dat verstrekt moet worden.

    Die informatie moet in een duidelijke en begrijpelijke vorm worden verstrekt. Deze bepaling geldt voor alle overeenkomsten die tot stand komen “anders dan op afstand” (dus niet online etc.). En verder voor overeenkomsten die in de verkoopruimte van het bedrijf worden gesloten. De wet maakt het wat ingewikkeld door een dubbele ontkenning (“anders dan buiten de verkoopruimte”). Dat komt dus neer op in de verkoopruimte.

    Overeenkomsten op afstand en overeenkomsten buiten de verkoopruimte (Par. 3)

    Deugdelijke informatieverstrekking voorafgaand aan de overeenkomst

    Ook voorafgaand aan het sluiten van overeenkomsten die met de consument op afstand (bvb. online) worden gesloten moet deugdelijke informatie worden verstrekt. In art. 6:230m lid 1 B.W. wordt in de aanhef en sub a tot en met t de opsomming van art. 6:230l B.W. uitgebreid met een reeks aanvullende eisen.

    De opsomming van art. 6:230l B.W. wordt daarbij gedeeltelijk herhaald. Het niet verstrekken van de voorgeschreven informatie kan kwalificeren als een misleidende omissie (zie de pagina Oneerlijke handelspraktijken).

    Deze bepaling ziet ook op overeenkomsten die tot stand komen (d.w.z. voorafgaand daaraan) buiten de vaste verkoopruimte van het bedrijf.

    In lid 2 wordt nog bepaald, dat de informatie bij veilingverkoop via de veilingmeester kan worden verstrekt.

    Recht van ontbinding binnen veertien dagen

    Een belangrijke bevoegdheid van de consument bij de totstandkoming van overeenkomsten op afstand of buiten de verkoopruimte is het recht om de overeenkomst zonder opgaaf van redenen binnen veertien dagen na het sluiten te ontbinden (art. 6:230o B.W.).

    Uitzonderingen recht tot ontbinding

    In art. 6:230p B.W. worden een aantal uitzonderingen geformuleerd op het ontbindingsrecht.

    Herroeping aanbod van de consument aan de ondernemer

    De consument kan – in afwijking van de normale regeling inzake aanbod en aanvaarding – een aanbod aan de ondernemer te allen tijde zonder opgaaf van redenen herroepen (oftewel intrekken) (art. 6:230q lid 1 B.W.).

    Gevolgen ontbinding

    Aanvullende overeenkomsten

    Door de ontbinding van de overeenkomst worden ook aanvullende overeenkomsten ontbonden, die gerelateerd zijn aan de oorspronkelijke overeenkomst (art. 6:230q lid 2 B.W.).

    Ongedaanmaking

    Net als bij de algemene regeling van ontbinding van overeenkomsten (zie de pagina Ontbinding overeenkomsten) leidt de ontbinding door de consument tot de verplichting tot ongedaanmaking van reeds verrichte prestaties. In art. 6:230r B.W. wordt uitgewerkt, hoe de ongedaanmaking moet worden uitgevoerd.

    Terugbetaling

    De ondernemer moet onverwijld, maar uiterlijk binnen veertien dagen na ontvangst van de ontbindingsverklaring, alle door de consument gedane betalingen terugbetalen (lid 1). Zie echter onderstaand lid 4.

    De terugbetaling moet via dezelfde weg plaatsvinden als waarlangs de consument betaald heeft. Tenzij de consument uitdrukkelijk met een andere betaalwijze ingestemd heeft. De consument mag niet met extra kosten worden opgezadeld (lid 2).

    Ook de leveringskosten moeten gerestitueerd worden, tenzij de consument uitdrukkelijk voor een andere wijze dan de door de handelaar aangeboden minst kostbare wijze van standaardlevering heeft gekozen (lid 3).

    Terugzending voorwaarde restitutie

    De consument kan echter niet eerder aanspraak maken op restitutie dan nadat de handelaar de zaken retour heeft ontvangen of de consument kan aantonen dat hij de geleverde zaken heeft teruggezonden (art. 6:230r lid 4 B.W.). Dit lijdt weer uitzondering in het geval de handelaar heeft aangeboden de zaken zelf op te komen halen.

    Terugzending geleverde zaken

    De consument moet van zijn kant de geleverde zaken terugsturen aan de handelaar (art. 6:230s B.W.). Dit moet ook onverwijld en tenminste binnen veertien dagen na het uitbrengen van de ontbindingsverklaring gebeuren (lid 1). Dit tenzij de handelaar heeft aangeboden de zaken af te komen halen.

    De kosten van terugzending komen in beginsel voor rekening van de consument (lid 2).

    Waardevermindering van de zaak en inspectie

    De consument slechts aansprakelijk is voor de waardevermindering van de zaak als de behandeling van de zaak door de consument verder is gegaan dan noodzakelijk om de aard, de kenmerken en de werking van de zaak vast te stellen. Dit houdt in dat een consument thuis de zaak op dezelfde manier mag inspecteren en hanteren zoals in een winkel gedaan wordt, aldus Rb. Rotterdam 4 april 2019 (hair-extensions).

    Aanvullende bepalingen voor overeenkomsten buiten de verkoopruimte (Par. 4)

    Par. 4 geeft nog enkele aanvullingen voor overeenkomsten die worden gesloten buiten de verkoopruimte.

    Wijze van informatieverstrekking buiten de verkoopruimte

    In art. 6:230t B.W. worden enkele nadere bepalingen gegeven voor de manier, waarop de informatie aan de consument moet worden verstrekt.

    Onvoldoende draagkrachtige consument

    In art. 6:230u B.W. is bepaald, dat de ondernemer de consument geen overeenkomst zal aanbieden, als hij weet of dient te weten dat deze niet draagkrachtig genoeg is om die na te komen.

    Aanvullende bepalingen voor overeenkomsten op afstand (Par. 5)

    Par. 5 gaat met art. 6:230v B.W. nader in op de eisen die gesteld moeten worden op de informatieverstrekking bij het tot stand komen van overeenkomsten die worden gesloten op afstand.

    Specifieke bepalingen voor overeenkomsten op afstand en buiten de verkoopruimte inzake financiële producten en financiële diensten (Par. 6)

    In Par. 6 worden vier bepalingen opgenomen die specifiek gelden voor overeenkomsten op afstand en buiten de verkoopruimte van de ondernemer met betrekking tot financiële diensten of producten. Het toepassingsbereik wordt gedefinieerd in art. 6:230w B.W..

    Rechtspraak

    Rb. Amsterdam 29 mei 2020 (Eneco/consument) – de Kantonrechter wijst de vordering tegen de – niet verschenen – consument af. De Ktr. verlengt de wettelijke bedenktijd tot 12 maanden wegens ontoereikende informatieverstrekking en het niet overhandigen van de overeenkomst aan de consument. Deze heeft binnen die termijn laten weten van de overeenkomst af te willen. Voor een goede afweging voor aangaan van de overeenkomst moet de consument bij deur-aan-deur verkoop alle informatie worden gegeven. Verwijzing naar een website waar de consument die informatie zelf moet gaan opzoeken is niet voldoende.

    Rb. Rotterdam 4 april 2019 (hair-extensions) – de consument is op grond van art. 6:230s B.W. slechts aansprakelijk is voor de waardevermindering van de zaak als de behandeling ervan door de consument verder is gegaan dan noodzakelijk om de aard, de kenmerken en de werking van de zaak vast te stellen. Dit houdt in dat een consument thuis de zaak op dezelfde manier mag inspecteren en hanteren zoals in een winkel gedaan wordt.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 16-09-2018; laatste bewerking 20-02-2022]

    Overeenkomsten tussen handelaren en consumenten (Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Overeenkomsten tussen handelaren en consumenten (Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W.)

      Inleiding bepalingen voor overeenkomsten tussen handelaren en consumenten

      In Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W. is – als onderdeel van het overeenkomstenrecht – een aantal  regels opgenomen met betrekking tot overeenkomsten tussen “handelaren en consumenten”. Deze afdeling is opgenomen met de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten  van 12 maart 2014. (Stb. 2014, nr. 140)

      Zoals uit de benaming van de wet blijkt is deze ter implementatie van de Europese Richtlijn 2011/83/EU van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten (PbEU L 304/64). Met die Richtlijn zijn enkele eerdere richtlijnen gewijzigd resp. ingetrokken. De Richtlijn streeft de consumentenbescherming na, mede om de integratie van de interne markt van de EU te bevorderen.

      De civielrechtelijke regeling in Boek 6 B.W. wordt ook publiekrechtelijke bekrachtigd met art. 8.2a Wet Consumentenbescherming, waarin is bepaald dat de handelaar (en diens tussenpersoon) de bepalingen van deze Afdeling in acht dient te nemen.

      Met de invoering van deze regeling is de Colportagewet komen te vervallen. Deze strekte ook tot bescherming van de consument tegenover de handelaar, die de consument met deur aan deur verkoop probeerde te verleiden tot het kopen van goederen. De consument had volgens die wet ook een (kortere) bedenktijd, en de overeenkomst moest in een akte (dus op papier) worden vastgelegd.

      Geen reflexwerking t.b.v. kleine ondernemers

      De Hoge Raad besliste in het arrest HR 27 mei 2016 (lease LCD-scherm voor reclame) dat net als bij de Colportagewet de regeling geen bescherming biedt aan de “kleine ondernemer”, omdat de regeling expliciet uitsluitend bedoeld is ter bescherming van de consument. De Hoge Raad overweegt in r.o. 3.5 klip en klaar:

      “Bij de parlementaire behandeling van afdeling 6.5.2B BW is de vraag aan de orde geweest of de bescherming van deze afdeling ook zou moeten gelden voor ‘kleine ondernemers’, maar daarvan is uitdrukkelijk afgezien”.

      Voor de Parlementaire discussie op dit punt kan worden verwezen naar de conclusie van de P-G, die dit bespreekt in nrs. 3.22 tot en met 3.26. Daar komt ook aan de orde, dat de bescherming van de kleine ondernemer mede wordt beschouwd in het licht van de consumentenbescherming tegen oneerlijke handelspraktijken. Uiteindelijk wordt de ondernemer echter wel beschermd door art. 6:194 B.W. (zie ook de pagina Misleidende en vergelijkende reclame).

      In het arrest Hof Den Haag 13 november 2018 (keukenzaak/Proximedia) beslist het Hof dienovereenkomstig. De keukenzaak die als ZZP-er een overeenkomst heeft gesloten met Proximedia voor digitale promotiediensten wordt niet beschermd als consument. Ook het beroep op onredelijk bezwarende algemene voorwaarden wordt van de hand gewezen.

      Algemene bepalingen consumentenrechten (Par. 1)

      Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W. omvat 20 artikelen (art. 6:230g B.W. tot en met art. 6:230z B.W.) ingedeeld in zes paragrafen. Par. 1 geeft om te beginnen enkele algemene bepalingen.

      Definities regeling consumentenbescherming

      In art. 6:230g B.W. worden allereerst een aantal definities gegeven. De belangrijkste zijn uiteraard de twee partijen bij overeenkomsten tussen consumenten en commerciële partijen: wat verstaat de wet onder “consument” en wat onder “handelaar”.

      consument: iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfsactiviteit of beroepsactiviteit vallen;

      handelaar: iedere natuurlijke of rechtspersoon die handelt in het kader van zijn handelsactiviteit, bedrijfsactiviteit, ambachtsactiviteit of beroepsactiviteit, al dan niet mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt;

      consumentenkoop: de overeenkomst gedefinieerd in art. 7:5 lid 1 B.W.: de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die valt onder de bovenstaande definitie van “handelaar” en een koper die valt onder de bovenstaande definitie van “consument”; deze bepaling wordt per 1 januari 2022 gewijzigd conform de aanpassingen vanwege de Richtlijn digitale inhoud en de gewijzigde Richtlijn consumentenkoop (zie het blog Wetsvoorstel digitale inhoud en wijziging consumentenkoop).

      overeenkomst tot het verrichten van diensten: iedere andere overeenkomst dan een consumentenkoop, waarbij de handelaar zich jegens de consument verbindt een dienst te verrichten en de consument zich verbindt een prijs te betalen;

      Deze definitie van consument komt ook terug in de – eveneens aan EU-richtlijnen ontleende – regeling inzake pakketreizen en vakantie-arrangementen. We zien daar dat wanneer iemand een reis boekt die deels ook voor privé doeleinden is, de reiziger dan ook wordt aangemerkt als “consument”. Zie ook de pagina Pakketreizen.

      Toepassingsbereik regeling consumentenrechten

      Vervolgens wordt het toepassingsbereik van de regeling bepaald in art. 6:230h B.W.. Uitgangspunt is, dat de regeling toepasselijk is op alle overeenkomsten die door een consument worden gesloten met een handelaar, oftewel een bedrijfsmatig of beroepsmatig handelende partij (lid 1).

      In lid 2 wordt een opsomming gegeven van overeenkomsten, waarvoor de regeling niet geldt. Voor veel van die specifieke overeenkomsten gelden aparte wettelijke regelingen. Het gaat om:

      – overeenkomsten buiten de verkoopruimte waarbij de verbintenis van de consument tot betaling ten hoogste 50 euro bedraagt (sub a);

      – overeenkomsten betreffende financiële producten, financiële diensten en fondsvorming als bedoeld in artikel 230w lid 1, onderdeel c, met uitzondering van de paragrafen 1 en 6 van deze afdeling (sub b);

      – overeenkomsten betreffende sociale dienstverlening, met inbegrip van sociale huisvesting, kinderzorg en ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood, waaronder langdurige zorg (sub c);

      – overeenkomsten betreffende gezondheidszorg zoals omschreven in artikel 3 onderdeel a van Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (Pb L 88/45), ongeacht of deze diensten al dan niet via gezondheidszorgfaciliteiten worden verleend (sub d);

      – overeenkomsten betreffende gokactiviteiten waarbij bij kansspelen een inzet met een waarde in geld wordt gedaan, met inbegrip van loterijen, casinospelen en weddenschappen (sub e);

      – overeenkomsten over het doen ontstaan, het verkrijgen of het overdragen van onroerende zaken of rechten op onroerende zaken (sub f);

      – overeenkomsten betreffende de constructie van nieuwe gebouwen, de ingrijpende verbouwing van bestaande gebouwen en de verhuur van woonruimte (sub g);

      – overeenkomsten betreffende pakketreizen, als bedoeld in artikel 500 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de artikelen 230j230k en 230v lid 2, 3 en 6 van Boek 6 B.W. (sub h);

      – overeenkomsten betreffende gebruik in deeltijd, een vakantieproduct van lange duur, en betreffende bijstand bij verhandelen en uitwisseling, als bedoeld in artikel 50a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (sub i);

      – overeenkomsten waarbij de wet voor de totstandkoming van de overeenkomst de tussenkomst van een notaris voorschrijft (sub j);

      – overeenkomsten betreffende de levering van zaken die bestemd zijn voor dagelijkse huishoudelijke consumptie en die fysiek door een handelaar op basis van frequente en regelmatige rondes bij de woon- of verblijfplaats dan wel de arbeidsplaats van de consument worden afgeleverd (sub k);

      – overeenkomsten die wordt gesloten door middel van verkoopautomaten of geautomatiseerde handelsruimten (sub l);

      – overeenkomsten die wordt gesloten met telecommunicatie-exploitanten door middel van openbare betaaltelefoons met het oog op het gebruik ervan of die worden gesloten met het oog op het gebruik van één enkele internetverbinding, telefoonverbinding of faxverbinding gemaakt door de consument (sub m).

      Dwingend recht

      De regeling is uiteraard van dwingend recht. In art. 6:230i B.W. is bepaald, dat van de regeling niet ten nadele van de consument kan worden afgeweken.

      Overeenkomsten anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte (Par. 2)

      Deugdelijke informatieverstrekking voorafgaand aan de overeenkomst

      Met art. 6:230l B.W. verplicht de wetgever de bedrijfsmatig optredende partij om de consument deugdelijk te informeren met betrekking tot de overeenkomst voordat de consument daaraan is gebonden. In a tot en met h wordt een opsomming gegeven van het soort informatie dat verstrekt moet worden.

      Die informatie moet in een duidelijke en begrijpelijke vorm worden verstrekt. Deze bepaling geldt voor alle overeenkomsten die tot stand komen “anders dan op afstand” (dus niet online etc.). En verder voor overeenkomsten die in de verkoopruimte van het bedrijf worden gesloten. De wet maakt het wat ingewikkeld door een dubbele ontkenning (“anders dan buiten de verkoopruimte”). Dat komt dus neer op in de verkoopruimte.

      Overeenkomsten op afstand en overeenkomsten buiten de verkoopruimte (Par. 3)

      Deugdelijke informatieverstrekking voorafgaand aan de overeenkomst

      Ook voorafgaand aan het sluiten van overeenkomsten die met de consument op afstand (bvb. online) worden gesloten moet deugdelijke informatie worden verstrekt. In art. 6:230m lid 1 B.W. wordt in de aanhef en sub a tot en met t de opsomming van art. 6:230l B.W. uitgebreid met een reeks aanvullende eisen.

      De opsomming van art. 6:230l B.W. wordt daarbij gedeeltelijk herhaald. Het niet verstrekken van de voorgeschreven informatie kan kwalificeren als een misleidende omissie (zie de pagina Oneerlijke handelspraktijken).

      Deze bepaling ziet ook op overeenkomsten die tot stand komen (d.w.z. voorafgaand daaraan) buiten de vaste verkoopruimte van het bedrijf.

      In lid 2 wordt nog bepaald, dat de informatie bij veilingverkoop via de veilingmeester kan worden verstrekt.

      Recht van ontbinding binnen veertien dagen

      Een belangrijke bevoegdheid van de consument bij de totstandkoming van overeenkomsten op afstand of buiten de verkoopruimte is het recht om de overeenkomst zonder opgaaf van redenen binnen veertien dagen na het sluiten te ontbinden (art. 6:230o B.W.).

      Uitzonderingen recht tot ontbinding

      In art. 6:230p B.W. worden een aantal uitzonderingen geformuleerd op het ontbindingsrecht.

      Herroeping aanbod van de consument aan de ondernemer

      De consument kan – in afwijking van de normale regeling inzake aanbod en aanvaarding – een aanbod aan de ondernemer te allen tijde zonder opgaaf van redenen herroepen (oftewel intrekken) (art. 6:230q lid 1 B.W.).

      Gevolgen ontbinding

      Aanvullende overeenkomsten

      Door de ontbinding van de overeenkomst worden ook aanvullende overeenkomsten ontbonden, die gerelateerd zijn aan de oorspronkelijke overeenkomst (art. 6:230q lid 2 B.W.).

      Ongedaanmaking

      Net als bij de algemene regeling van ontbinding van overeenkomsten (zie de pagina Ontbinding overeenkomsten) leidt de ontbinding door de consument tot de verplichting tot ongedaanmaking van reeds verrichte prestaties. In art. 6:230r B.W. wordt uitgewerkt, hoe de ongedaanmaking moet worden uitgevoerd.

      Terugbetaling

      De ondernemer moet onverwijld, maar uiterlijk binnen veertien dagen na ontvangst van de ontbindingsverklaring, alle door de consument gedane betalingen terugbetalen (lid 1). Zie echter onderstaand lid 4.

      De terugbetaling moet via dezelfde weg plaatsvinden als waarlangs de consument betaald heeft. Tenzij de consument uitdrukkelijk met een andere betaalwijze ingestemd heeft. De consument mag niet met extra kosten worden opgezadeld (lid 2).

      Ook de leveringskosten moeten gerestitueerd worden, tenzij de consument uitdrukkelijk voor een andere wijze dan de door de handelaar aangeboden minst kostbare wijze van standaardlevering heeft gekozen (lid 3).

      Terugzending voorwaarde restitutie

      De consument kan echter niet eerder aanspraak maken op restitutie dan nadat de handelaar de zaken retour heeft ontvangen of de consument kan aantonen dat hij de geleverde zaken heeft teruggezonden (art. 6:230r lid 4 B.W.). Dit lijdt weer uitzondering in het geval de handelaar heeft aangeboden de zaken zelf op te komen halen.

      Terugzending geleverde zaken

      De consument moet van zijn kant de geleverde zaken terugsturen aan de handelaar (art. 6:230s B.W.). Dit moet ook onverwijld en tenminste binnen veertien dagen na het uitbrengen van de ontbindingsverklaring gebeuren (lid 1). Dit tenzij de handelaar heeft aangeboden de zaken af te komen halen.

      De kosten van terugzending komen in beginsel voor rekening van de consument (lid 2).

      Waardevermindering van de zaak en inspectie

      De consument slechts aansprakelijk is voor de waardevermindering van de zaak als de behandeling van de zaak door de consument verder is gegaan dan noodzakelijk om de aard, de kenmerken en de werking van de zaak vast te stellen. Dit houdt in dat een consument thuis de zaak op dezelfde manier mag inspecteren en hanteren zoals in een winkel gedaan wordt, aldus Rb. Rotterdam 4 april 2019 (hair-extensions).

      Aanvullende bepalingen voor overeenkomsten buiten de verkoopruimte (Par. 4)

      Par. 4 geeft nog enkele aanvullingen voor overeenkomsten die worden gesloten buiten de verkoopruimte.

      Wijze van informatieverstrekking buiten de verkoopruimte

      In art. 6:230t B.W. worden enkele nadere bepalingen gegeven voor de manier, waarop de informatie aan de consument moet worden verstrekt.

      Onvoldoende draagkrachtige consument

      In art. 6:230u B.W. is bepaald, dat de ondernemer de consument geen overeenkomst zal aanbieden, als hij weet of dient te weten dat deze niet draagkrachtig genoeg is om die na te komen.

      Aanvullende bepalingen voor overeenkomsten op afstand (Par. 5)

      Par. 5 gaat met art. 6:230v B.W. nader in op de eisen die gesteld moeten worden op de informatieverstrekking bij het tot stand komen van overeenkomsten die worden gesloten op afstand.

      Specifieke bepalingen voor overeenkomsten op afstand en buiten de verkoopruimte inzake financiële producten en financiële diensten (Par. 6)

      In Par. 6 worden vier bepalingen opgenomen die specifiek gelden voor overeenkomsten op afstand en buiten de verkoopruimte van de ondernemer met betrekking tot financiële diensten of producten. Het toepassingsbereik wordt gedefinieerd in art. 6:230w B.W..

      Rechtspraak

      Rb. Amsterdam 29 mei 2020 (Eneco/consument) – de Kantonrechter wijst de vordering tegen de – niet verschenen – consument af. De Ktr. verlengt de wettelijke bedenktijd tot 12 maanden wegens ontoereikende informatieverstrekking en het niet overhandigen van de overeenkomst aan de consument. Deze heeft binnen die termijn laten weten van de overeenkomst af te willen. Voor een goede afweging voor aangaan van de overeenkomst moet de consument bij deur-aan-deur verkoop alle informatie worden gegeven. Verwijzing naar een website waar de consument die informatie zelf moet gaan opzoeken is niet voldoende.

      Rb. Rotterdam 4 april 2019 (hair-extensions) – de consument is op grond van art. 6:230s B.W. slechts aansprakelijk is voor de waardevermindering van de zaak als de behandeling ervan door de consument verder is gegaan dan noodzakelijk om de aard, de kenmerken en de werking van de zaak vast te stellen. Dit houdt in dat een consument thuis de zaak op dezelfde manier mag inspecteren en hanteren zoals in een winkel gedaan wordt.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 16-09-2018; laatste bewerking 20-02-2022]

      Overeenkomsten tussen handelaren en consumenten (Afd. 2B, Titel 5, Boek 6 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!