Onrechtmatige daad (Titel 3, Boek 6 B.W.)
Inleiding onrechtmatige daad
Het aansprakelijkheidsrecht maakt onderdeel uit van het algemeen verbintenissenrecht. De wettelijke regeling is te vinden in Titel 3, Boek 6 B.W..
Definitie van aansprakelijkheid
Aansprakelijkheid is in zijn algemeenheid te definiëren als de verplichting van een bepaalde schuldenaar (persoon of rechtspersoon) om aan een verbintenis – uit overeenkomst of uit een andere rechtsgrond – te voldoen jegens de gerechtigde tot die verbintenis (de schuldeiser). De schuldenaar kan door de schuldeiser in rechte worden aangesproken om aan de verbintenis te voldoen.
Met de term “aansprakelijkheidsrecht” wordt meestal gedoeld op de aansprakelijkheid die niet voortkomt uit een overeenkomst of een andere door partijen bewust verrichte rechtshandeling (met het oogmerk om een verbintenis tot stand te brengen). Het aansprakelijkheidsrecht gaat over aansprakelijkheid voor schade, die het gevolg is van “onrechtmatig handelen” (of nalaten). Degeen die de schade heeft geleden – en die een aanspraak heeft tot vergoeding daarvan – wordt benadeelde partij (ook wel “gelaedeerde”) genoemd.
De standaard aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 B.W.) in zijn verschillende verschijningsvormen wordt behandeld op de pagina Algemene bepalingen onrechtmatige daad).
Schuldaansprakelijkheid versus risico-aansprakelijkheid
De aansprakelijke (rechts)persoon is niet altijd degeen die een verbintenis bij overeenkomst (of een andere rechtshandeling) is aangegaan, of die de onrechtmatige daad heeft gepleegd. Ook een ander kan aansprakelijk zijn voor de veroorzaakte schade. Zo staan er verschillende vormen van zgn. “risico-aansprakelijkheid” in de wet, waarbij iemand aansprakelijk is voor het handelen van een ander. Bij voorbeeld de aansprakelijkheid voor minderjarige kinderen en de aansprakelijkheid voor werknemers en andere ingeschakelde (hulp)personen.
Deze zijn ook opgenomen in Titel 3 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek, in de afdelingen 1 tot en met 4A van die titel. Zie hiervoor de pagina Aansprakelijkheid voor personen en zaken.
Andere wettelijke grondslagen voor niet-contractuele aansprakelijkheid
Naast het centrale begrip van de wettelijke aansprakelijkheid, de onrechtmatige daad, zijn er nog enkele specifieke grondslagen voor wettelijke aansprakelijkheid in de wet opgenomen.
Verschil met contractuele aansprakelijkheid
De onrechtmatige daad onderscheidt zich van de contractuele aansprakelijkheid doordat er bij de onrechtmatige daad geen contractuele relatie is tussen de benadeelde partij (de “gelaedeerde”) en de veroorzaker van de schade (de “laedens”). De aansprakelijkheid vloeit niet voort uit afspraken tussen partijen (wilsovereenstemming), maar juist door het enkele handelen. Men zegt dan wel dat de verbintenis tot vergoeding van de schade “uit de wet” voortvloeit (namelijk uit art. 6:162 B.W. of andere meer specifieke bepalingen).
Bij de aansprakelijkheid wegens het schenden van de precontractuele goede trouw door het afbreken van onderhandelingen komt dit verschil duidelijk naar voren. Er is dan geen overeenkomst tot stand gekomen waaruit verbintenissen voor partijen voortvloeien. Het afbreken van de onderhandelingen kan echter onrechtmatig zijn – doordat dit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die partijen jegens elkaar in acht hebben te nemen tijdens de onderhandeling – waardoor een verbintenis uit onrechtmatige daad kan ontstaan. Zie ook het e-Book Precontractuele goede trouw op de pagina e-Books. Zie voor het proces van aanbod en aanvaarding de pagina Totstandkomen van overeenkomsten.
Andere wettelijke grondslagen van aansprakelijkheid
Naast de algemene bepaling van art. 6:162 B.W. zijn er allerlei specifieke bepalingen op basis waarvan aansprakelijkheid kan worden gebaseerd. Die bepalingen fungeren meestal als “lex specialis” van de algemene onrechtmatige daad. De specifieke bepaling – die is toegesneden op bepaalde relaties en situaties – gaat dan voor op de algemene regel van art. 6:162 B.W., maar de algemene bepaling zal in procedures meestal als vangnet naast de specifieke bepaling (subsidiair) in stelling gebracht worden.
Bekend voorbeelden van specifieke aansprakelijkheidsbepalingen vinden we in Boek 2 B.W. met betrekking tot o.a. de bestuurdersaansprakelijkheid (voor de B.V. o.a. art. 2:9 B.W. en 2:248 B.W.), de interne aansprakelijkheid van toezichthouders en commissarissen en de aansprakelijkheid van de oprichter van een rechtspersoon. Zie de pagina Algemene bepalingen rechtspersonen.
Aansprakelijkheid van de werkgever
Naast de risico-aansprakelijkheid voor (hulp)personen is er ook de werkgeversaansprakelijkheid jegens de werknemer, voor ongevallen die de werknemer in het kader van de uitvoering van de werkzaamheden kan overkomen. Zie hiervoor de pagina Bijzondere verplichtingen van de werkgever.
Rechtspraak
HR 15 februari 2019 (Beleggings- en Exploitatiemij Nieuwburen B.V./bestuurders) – (ir)relevantie van de bekendheid van de bestuurders met een rechtsregel waarop aansprakelijkheid gebaseerd kan worden.
HR 13 juli 2018 – aansprakelijkheid verkopend makelaar jegens koper voor juistheid metrage in brochure.
Auteur & Last edit
[MdV, 15-07-2018; laatste bewerking 20-11-2020]
Onrechtmatige daad (Titel 3, Boek 6 B.W.)
Inleiding onrechtmatige daad
Het aansprakelijkheidsrecht maakt onderdeel uit van het algemeen verbintenissenrecht. De wettelijke regeling is te vinden in Titel 3, Boek 6 B.W..
Definitie van aansprakelijkheid
Aansprakelijkheid is in zijn algemeenheid te definiëren als de verplichting van een bepaalde schuldenaar (persoon of rechtspersoon) om aan een verbintenis – uit overeenkomst of uit een andere rechtsgrond – te voldoen jegens de gerechtigde tot die verbintenis (de schuldeiser). De schuldenaar kan door de schuldeiser in rechte worden aangesproken om aan de verbintenis te voldoen.
Met de term “aansprakelijkheidsrecht” wordt meestal gedoeld op de aansprakelijkheid die niet voortkomt uit een overeenkomst of een andere door partijen bewust verrichte rechtshandeling (met het oogmerk om een verbintenis tot stand te brengen). Het aansprakelijkheidsrecht gaat over aansprakelijkheid voor schade, die het gevolg is van “onrechtmatig handelen” (of nalaten). Degeen die de schade heeft geleden – en die een aanspraak heeft tot vergoeding daarvan – wordt benadeelde partij (ook wel “gelaedeerde”) genoemd.
De standaard aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 B.W.) in zijn verschillende verschijningsvormen wordt behandeld op de pagina Algemene bepalingen onrechtmatige daad).
Schuldaansprakelijkheid versus risico-aansprakelijkheid
De aansprakelijke (rechts)persoon is niet altijd degeen die een verbintenis bij overeenkomst (of een andere rechtshandeling) is aangegaan, of die de onrechtmatige daad heeft gepleegd. Ook een ander kan aansprakelijk zijn voor de veroorzaakte schade. Zo staan er verschillende vormen van zgn. “risico-aansprakelijkheid” in de wet, waarbij iemand aansprakelijk is voor het handelen van een ander. Bij voorbeeld de aansprakelijkheid voor minderjarige kinderen en de aansprakelijkheid voor werknemers en andere ingeschakelde (hulp)personen.
Deze zijn ook opgenomen in Titel 3 van Boek 6 Burgerlijk Wetboek, in de afdelingen 1 tot en met 4A van die titel. Zie hiervoor de pagina Aansprakelijkheid voor personen en zaken.
Andere wettelijke grondslagen voor niet-contractuele aansprakelijkheid
Naast het centrale begrip van de wettelijke aansprakelijkheid, de onrechtmatige daad, zijn er nog enkele specifieke grondslagen voor wettelijke aansprakelijkheid in de wet opgenomen.
Verschil met contractuele aansprakelijkheid
De onrechtmatige daad onderscheidt zich van de contractuele aansprakelijkheid doordat er bij de onrechtmatige daad geen contractuele relatie is tussen de benadeelde partij (de “gelaedeerde”) en de veroorzaker van de schade (de “laedens”). De aansprakelijkheid vloeit niet voort uit afspraken tussen partijen (wilsovereenstemming), maar juist door het enkele handelen. Men zegt dan wel dat de verbintenis tot vergoeding van de schade “uit de wet” voortvloeit (namelijk uit art. 6:162 B.W. of andere meer specifieke bepalingen).
Bij de aansprakelijkheid wegens het schenden van de precontractuele goede trouw door het afbreken van onderhandelingen komt dit verschil duidelijk naar voren. Er is dan geen overeenkomst tot stand gekomen waaruit verbintenissen voor partijen voortvloeien. Het afbreken van de onderhandelingen kan echter onrechtmatig zijn – doordat dit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die partijen jegens elkaar in acht hebben te nemen tijdens de onderhandeling – waardoor een verbintenis uit onrechtmatige daad kan ontstaan. Zie ook het e-Book Precontractuele goede trouw op de pagina e-Books. Zie voor het proces van aanbod en aanvaarding de pagina Totstandkomen van overeenkomsten.
Andere wettelijke grondslagen van aansprakelijkheid
Naast de algemene bepaling van art. 6:162 B.W. zijn er allerlei specifieke bepalingen op basis waarvan aansprakelijkheid kan worden gebaseerd. Die bepalingen fungeren meestal als “lex specialis” van de algemene onrechtmatige daad. De specifieke bepaling – die is toegesneden op bepaalde relaties en situaties – gaat dan voor op de algemene regel van art. 6:162 B.W., maar de algemene bepaling zal in procedures meestal als vangnet naast de specifieke bepaling (subsidiair) in stelling gebracht worden.
Bekend voorbeelden van specifieke aansprakelijkheidsbepalingen vinden we in Boek 2 B.W. met betrekking tot o.a. de bestuurdersaansprakelijkheid (voor de B.V. o.a. art. 2:9 B.W. en 2:248 B.W.), de interne aansprakelijkheid van toezichthouders en commissarissen en de aansprakelijkheid van de oprichter van een rechtspersoon. Zie de pagina Algemene bepalingen rechtspersonen.
Aansprakelijkheid van de werkgever
Naast de risico-aansprakelijkheid voor (hulp)personen is er ook de werkgeversaansprakelijkheid jegens de werknemer, voor ongevallen die de werknemer in het kader van de uitvoering van de werkzaamheden kan overkomen. Zie hiervoor de pagina Bijzondere verplichtingen van de werkgever.
Rechtspraak
HR 15 februari 2019 (Beleggings- en Exploitatiemij Nieuwburen B.V./bestuurders) – (ir)relevantie van de bekendheid van de bestuurders met een rechtsregel waarop aansprakelijkheid gebaseerd kan worden.
HR 13 juli 2018 – aansprakelijkheid verkopend makelaar jegens koper voor juistheid metrage in brochure.
Auteur & Last edit
[MdV, 15-07-2018; laatste bewerking 20-11-2020]
Onrechtmatige daad (Titel 3, Boek 6 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!