Pagina inhoud

    Pacht (Titel 5, Boek 7 B.W.)

    Inleiding pachtovereenkomst

    Pacht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verpachter, zich verbindt aan de andere partij, de pachter, een onroerende zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw en de pachter zich verbindt tot een tegenprestatie.

    De pachtovereenkomst is – onder gelijktijdige intrekking van de Pachtwet – bij Wet van 27 april 2007 (Stb. 2007, 163) opgenomen in Titel 5, Boek 7 B.W.. De wet is in werking getreden per 1 september 2007 (Stb. 2007, 165). Tegelijkertijd is ingevoerd de Uitvoeringswet grondkamers. Daarin zijn de bepalingen uit de oude Pachtwet over de samenstelling en werkwijze van de grondkamers en van de Centrale Grondkamer ondergebracht.

    Daarbij is ook aan Boek 3 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering toegevoegd Titel 16 Rechtspleging in pachtzaken. Zie ook de pagina Rechtspleging pachtzaken.

    Verschil met pachten van een onderneming

    In de praktijk wordt de term “pacht” ook wel gebruik voor het in gebruik geven van een onderneming, onder meer in de horeca. Dit is echter geen pacht in de zin van Afd. 5, Titel 7 B.W. omdat het daarbij alleen kan gaan om onroerende zaken en ten behoeve van de landbouw. Op die andere overeenkomsten is deze wettelijke regeling dus niet van toepassing.

    Net als alle wederkerige overeenkomsten is ook op de pachtovereenkomst het overeenkomstenrecht – en breder, het verbintenissenrecht – van toepassing, met dien verstande dat specifieke bepalingen die voor de pachtovereenkomst gelden in dit verband voorrang hebben boven afwijkende meer algemene regels.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 17-08-2018]

    Pagina inhoud

      Pacht (Titel 5, Boek 7 B.W.)

      Inleiding pachtovereenkomst

      Pacht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verpachter, zich verbindt aan de andere partij, de pachter, een onroerende zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw en de pachter zich verbindt tot een tegenprestatie.

      De pachtovereenkomst is – onder gelijktijdige intrekking van de Pachtwet – bij Wet van 27 april 2007 (Stb. 2007, 163) opgenomen in Titel 5, Boek 7 B.W.. De wet is in werking getreden per 1 september 2007 (Stb. 2007, 165). Tegelijkertijd is ingevoerd de Uitvoeringswet grondkamers. Daarin zijn de bepalingen uit de oude Pachtwet over de samenstelling en werkwijze van de grondkamers en van de Centrale Grondkamer ondergebracht.

      Daarbij is ook aan Boek 3 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering toegevoegd Titel 16 Rechtspleging in pachtzaken. Zie ook de pagina Rechtspleging pachtzaken.

      Verschil met pachten van een onderneming

      In de praktijk wordt de term “pacht” ook wel gebruik voor het in gebruik geven van een onderneming, onder meer in de horeca. Dit is echter geen pacht in de zin van Afd. 5, Titel 7 B.W. omdat het daarbij alleen kan gaan om onroerende zaken en ten behoeve van de landbouw. Op die andere overeenkomsten is deze wettelijke regeling dus niet van toepassing.

      Net als alle wederkerige overeenkomsten is ook op de pachtovereenkomst het overeenkomstenrecht – en breder, het verbintenissenrecht – van toepassing, met dien verstande dat specifieke bepalingen die voor de pachtovereenkomst gelden in dit verband voorrang hebben boven afwijkende meer algemene regels.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 17-08-2018]

      Pacht (Titel 5, Boek 7 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!