Goedkeuring van de pachtovereenkomst door de Grondkamer (Afd. 3, Titel 5, Boek 7 B.W.)

Inleiding goedkeuring van de pachtovereenkomst

In Afd. 3, Titel 5, Boek 7 B.W. is de goedkeuring van de pachtovereenkomst door de Grondkamer geregeld. De regeling omvat 7 bepalingen (art. 7:318 B.W. tot en met art. 7:324 B.W.).

Goedkeuring

Iedere pachtovereenkomst behoeft de goedkeuring van de Grondkamer (art. 7:318 lid 1 B.W.). Wordt echter overeengekomen dat de pachtovereenkomst eindigt en wordt dit ook feitelijk uitgevoerd, dan vervalt het vereiste van goedkeuring door de feitelijke uitvoering van de overeenkomst (lid 2).

Grondkamer

De Grondkamer kan de overeenkomst wijzigen. De procedure van goedkeuring door de Grondkamer is geregeld in art. 7:319 B.W.en art. 7:320 B.W..

Voorleggen aan Grondkamer

Om het toezicht door de Grondkamer te waarborgen, is in de wet verplicht dat het ingaan of de wijziging van de pachtovereenkomst wordt voorgelegd (art. 7:321 B.W.). Ieder der partijen is verplicht dit binnen twee maanden te doen. Niet aan de Grondkamer voorgelegde pacht wordt ook wel “zwarte pacht” genoemd.

Gevolg ontbreken goedkeuring Grondkamer

De sanctie is blijkens art. 7:322 B.W.:

(1) dat de verpachter de pachtprijs niet kan vorderen en

(2) de pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan en niet door een van de partijen kan worden opgezegd.

In art. 7:323 B.W. zijn nadere regels gegeven van de status van de pachtovereenkomst tot aan de goedkeuring daarvan.

Voorleggen concept aan Grondkamer

Partijen kunnen ook een concept overeenkomst aan de Grondkamer voorleggen. Dit is geregeld in art. 7:324 B.W..

Auteur & Last edit

[MdV, 29-09-2018]

Goedkeuring van de pachtovereenkomst door de Grondkamer (Afd. 3, Titel 5, Boek 7 B.W.)

Praktizijns

Goedkeuring van de pachtovereenkomst door de Grondkamer (Afd. 3, Titel 5, Boek 7 B.W.)

Inleiding goedkeuring van de pachtovereenkomst

In Afd. 3, Titel 5, Boek 7 B.W. is de goedkeuring van de pachtovereenkomst door de Grondkamer geregeld. De regeling omvat 7 bepalingen (art. 7:318 B.W. tot en met art. 7:324 B.W.).

Goedkeuring

Iedere pachtovereenkomst behoeft de goedkeuring van de Grondkamer (art. 7:318 lid 1 B.W.). Wordt echter overeengekomen dat de pachtovereenkomst eindigt en wordt dit ook feitelijk uitgevoerd, dan vervalt het vereiste van goedkeuring door de feitelijke uitvoering van de overeenkomst (lid 2).

Grondkamer

De Grondkamer kan de overeenkomst wijzigen. De procedure van goedkeuring door de Grondkamer is geregeld in art. 7:319 B.W.en art. 7:320 B.W..

Voorleggen aan Grondkamer

Om het toezicht door de Grondkamer te waarborgen, is in de wet verplicht dat het ingaan of de wijziging van de pachtovereenkomst wordt voorgelegd (art. 7:321 B.W.). Ieder der partijen is verplicht dit binnen twee maanden te doen. Niet aan de Grondkamer voorgelegde pacht wordt ook wel “zwarte pacht” genoemd.

Gevolg ontbreken goedkeuring Grondkamer

De sanctie is blijkens art. 7:322 B.W.:

(1) dat de verpachter de pachtprijs niet kan vorderen en

(2) de pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan en niet door een van de partijen kan worden opgezegd.

In art. 7:323 B.W. zijn nadere regels gegeven van de status van de pachtovereenkomst tot aan de goedkeuring daarvan.

Voorleggen concept aan Grondkamer

Partijen kunnen ook een concept overeenkomst aan de Grondkamer voorleggen. Dit is geregeld in art. 7:324 B.W..

Auteur & Last edit

[MdV, 29-09-2018]

Goedkeuring van de pachtovereenkomst door de Grondkamer (Afd. 3, Titel 5, Boek 7 B.W.)

Zoeken binnen de kennisbank

Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!