Pagina inhoud

    Het gezag over minderjarige kinderen (Titel 14, Boek 1 B.W.)

    Inleiding gezag over minderjarige kinderen

    De omvangrijke Titel 14 van Boek 1 B.W. gaat over het gezag over minderjarigen, onderverdeeld in acht afdelingen. Degenen die gezag uitoefenen over een kind, hebben de zeggenschap en verantwoordelijkheid over het kind. Gezag kent twee vormen: ouderlijk gezag en voogdij, waarbij voogdij door anderen dan de ouders wordt uitgeoefend. De Titel omvat grofweg 132 bepalingen (art. 1:245 B.W. tot en met art. 1:377 B.W.).

    De Titel omvat 8 Afdelingen:

    Afd. 1 Algemene bepalingen gezag over minderjarige kinderen

    Afd. 2 Ouderlijk gezag over minderjarige kinderen

    Afd. 3 Gemeenschappelijke bepalingen gezagsuitoefening door de ouders en de gezagsuitoefening door één van hen

    Afd. 3A Gezamenlijk gezag van een ouder samen met een ander dan de ouder

    Afd. 3B Maatregel van opgroeiondersteuning

    Afd. 4 Ondertoezichtstelling van minderjarigen

    Afd. 5 Beëindiging van het ouderlijk gezag

    Afd. 6 Voogdij

    Procesrecht gezag over minderjarige kinderen

    Het wetboek van Burgerlijke rechtsvordering bevat in Titel 6, Boek III Rv. de procesregels voor procedures met betrekking tot familierecht, waaronder procedures met betrekking tot het gezag over kinderen, zowel in een (echt)scheidingsprocedure als daarbuiten. Zie de pagina Procedures personen- en familierecht.

    Wanneer ouders en/of kind in een ander land resideren, dan zal in geval van procedures aan de hand van de Verordening Brussel II-ter (binnen de EU) of aan de hand van de Haagse verdragen inzake het familierecht bezien moeten worden welke rechter bevoegd is. Zie de pagina Verordening Brussel II-ter en de pagina Verdragen familierecht.

    Auteur & Last edit

    [AvB, 22-09-2021; laatste bewerking 20-03-2023]

    Pagina inhoud

      Het gezag over minderjarige kinderen (Titel 14, Boek 1 B.W.)

      Inleiding gezag over minderjarige kinderen

      De omvangrijke Titel 14 van Boek 1 B.W. gaat over het gezag over minderjarigen, onderverdeeld in acht afdelingen. Degenen die gezag uitoefenen over een kind, hebben de zeggenschap en verantwoordelijkheid over het kind. Gezag kent twee vormen: ouderlijk gezag en voogdij, waarbij voogdij door anderen dan de ouders wordt uitgeoefend. De Titel omvat grofweg 132 bepalingen (art. 1:245 B.W. tot en met art. 1:377 B.W.).

      De Titel omvat 8 Afdelingen:

      Afd. 1 Algemene bepalingen gezag over minderjarige kinderen

      Afd. 2 Ouderlijk gezag over minderjarige kinderen

      Afd. 3 Gemeenschappelijke bepalingen gezagsuitoefening door de ouders en de gezagsuitoefening door één van hen

      Afd. 3A Gezamenlijk gezag van een ouder samen met een ander dan de ouder

      Afd. 3B Maatregel van opgroeiondersteuning

      Afd. 4 Ondertoezichtstelling van minderjarigen

      Afd. 5 Beëindiging van het ouderlijk gezag

      Afd. 6 Voogdij

      Procesrecht gezag over minderjarige kinderen

      Het wetboek van Burgerlijke rechtsvordering bevat in Titel 6, Boek III Rv. de procesregels voor procedures met betrekking tot familierecht, waaronder procedures met betrekking tot het gezag over kinderen, zowel in een (echt)scheidingsprocedure als daarbuiten. Zie de pagina Procedures personen- en familierecht.

      Wanneer ouders en/of kind in een ander land resideren, dan zal in geval van procedures aan de hand van de Verordening Brussel II-ter (binnen de EU) of aan de hand van de Haagse verdragen inzake het familierecht bezien moeten worden welke rechter bevoegd is. Zie de pagina Verordening Brussel II-ter en de pagina Verdragen familierecht.

      Auteur & Last edit

      [AvB, 22-09-2021; laatste bewerking 20-03-2023]

      Het gezag over minderjarige kinderen (Titel 14, Boek 1 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!