Overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen (Afd. 3, Titel 2, Hoofdstuk I, Boek 8 B.W.)
Inleiding overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen
In Afd. 3, Titel 2, Boek 8 B.W. is de overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen geregeld. Deze afdeling omvat 14 bepalingen (art. 8:60 B.W. tot en met art. 8:73 B.W.).
Definitie expeditie-overeenkomst
De overeenkomst tot het “doen vervoeren” van goederen wordt ook wel expeditie-overeenkomst genoemd. Deze wordt gedefinieerd in art. 8:60 B.W.: de overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen is de overeenkomst, waarbij de ene partij (de expediteur) zich jegens zijn wederpartij (de opdrachtgever) verbindt tot het te haren behoeve met een vervoerder sluiten van een of meer overeenkomsten van vervoer van door deze wederpartij ter beschikking te stellen zaken, dan wel tot het te haren behoeve maken van een beding in een of meer zodanige vervoerovereenkomsten.
Expeditie-overeenkomst
Een overeenkomst tot het vervoeren van goederen is een overeenkomst waarbij een expediteur zich jegens zijn opdrachtgever verbindt (art. 8:60 B.W.). De expediteur sluit ten behoeve van een vervoerder een of meer overeenkomsten van vervoer. Deze overeenkomsten worden gesloten met behulp van de door de expediteur ter beschikking gestelde zaken. Het is ook mogelijk om een of meerdere bedingen in een zodanige vervoerovereenkomst te maken.
Expediteur wordt aangemerkt als vervoerder
Als de expediteur de overeenkomst zelf sluit en uitvoert wordt hij zelf aangemerkt als vervoerder uit deze overeenkomst (art. 8:61 lid 1 B.W.).
Ieder beding dat afwijkt van dit artikel is nietig (art. 8:61 lid 2 B.W.).
Mededeling expediteur aan de opdrachtgever
Als de zaken met vertraging op de bestemming worden afgeleverd in de staat waar deze ter beschikking zou zijn gesteld is de expediteur gehouden de opdrachtgever van deze schade mee te delen (art. 8:62 lid 1 B.W.). Deze bepaling geldt alleen als de expediteur de vervoerovereenkomst zelf heeft afgesloten met de wederpartij.
Als de expediteur de mededeling niet doet is hij naast vergoeding van de schade ook een schadeloosstelling verschuldigd die gelijk is aan de schadevergoeding die hij zou moeten betalen (art. 8:62 lid 2 B.W.). Dit is noodzakelijk wanneer de expediteur niet tijdig als vervoerder is aangesproken.
Ieder beding dat van dit artikel afwijkt is nietig (art. 8:62 lid 3 B.W.).
Verplichting expediteur
Als de goederen op tijd en in goede staat op hun bestemming aankomen, moet de expediteur de opdrachtgever onmiddellijk informeren over welke transportovereenkomsten hij heeft afgesloten om de opdracht uit te voeren als hij dat niet zelf heeft gedaan (art. 8:63 lid 1 B.W.). Daarnaast moet de expediteur de opdrachtgever alle documenten en informatie verstrekken die hij heeft of redelijkerwijs kan verstrekken zolang deze informatie kan helpen bij het verhalen van eventuele schade.
De opdrachtgever krijgt tegenover de persoon waarmee de expediteur heeft gehandeld dezelfde rechten en bevoegdheden als wanneer hij zelf de verzender was vanaf het moment dat hij aan de expediteur duidelijk maakt dat hij deze rechten wil uitoefenen (art. 8:63 lid 2 B.W.). De opdrachtgever kan juridische stappen ondernemen als hij een verklaring van de expediteur kan overleggen waarin staat dat er een overeenkomst is gesloten voor het vervoer van de goederen. In het geval van het faillissement van de expediteur, geeft de curator de verklaring. Als de expediteur onder de schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen valt wordt de verklaring afgegeven door de bewindvoerder. Dit is niet het geval als de overeenkomst voor het vervoer is gesloten na het begin van de schuldsaneringsregeling.
Als de expediteur zijn verplichtingen uit lid 1 niet nakomt moet de expediteur naast het vergoeden van de schade die de opdrachtgever daardoor heeft geleden ook een schadeloosstelling betalen (art. 8:63 lid 3 B.W.). Deze schadeloosstelling is gelijk aan het bedrag aan schadevergoeding dat de opdrachtgever van de expediteur had kunnen krijgen als hij de overeenkomst zelf had uitgevoerd. Dit bedrag is zonder eventuele schadevergoedingen die de opdrachtgever van de vervoerder heeft ontvangen.
Elk beding dat afwijkt van dit artikel is nietig (art. 8:61 lid 1 B.W.).
Terbeschikkingstelling van de overeengekomen zaken
Schadeplicht afzender jegens expediteur terzake van het (tijdig) ter beschikking stellen van de te vervoeren zaken
De opdrachtgever is verplicht schade te vergoeden die de expediteur lijdt doordat de zaken niet op de overeengekomen plaats en tijd ter beschikking zijn (art. 8:64 B.W.). Dit ongeacht welke oorzaak hieraan ten grondslag ligt.
Opzeggingsbevoegdheid expeditie-overeenkomst
Als zaken ter beschikking zijn gesteld door de expediteur is de opdrachtgever bevoegd om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:65 lid 1 B.W.). De opdrachtgever is verplicht de expediteur de schade te vergoeden die deze door de opzegging lijdt.
Opzegging moet gebeuren door schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt als het goed in ontvangst is genomen (art. 8:65 lid 2 B.W.).
Opgaven opdrachtgever bij aangaan van de expeditie-overeenkomst
De opdrachtgever moet alle relevante informatie over de goederen en hun behandeling aan de expediteur bijtijds verstrekken tenzij hij ervan uit kan gaan dat de expediteur deze informatie al kent (art. 8:66 lid 1 B.W.). Dit is nodig voor een goede uitvoering van de opdracht.
De expediteur hoeft niet te onderzoeken of de opgaven juist en volledig zijn (art. 8:66 lid 2 B.W.). Hiertoe is de expediteur wel gerechtigd.
Verplichting expediteur tot het afgeven van vervoersdocumenten
De opdrachtgever moet de expediteur schadeloosstellen voor eventuele schade die de expediteur oploopt als gevolg van het ontbreken van vereiste documenten voor de uitvoering van de opdracht, ongeacht de reden voor hun afwezigheid (art. 8:67 B.W.).
Opzegging expeditie-overeenkomst bij opkomen van onvoorziene omstandigheid voorafgaand aan de uitvoering
Als er zich vóór of bij de levering van de goederen onbekend en onvoorziene omstandigheden voordoen of aan het licht komen aan de kant van een van de partijen heeft deze andere partij het recht om de overeenkomst te beëindigen (art. 8:68 lid 1 B.W.). Deze regel is van toepassing als de wederpartij deze omstandigheden had geweten en waarschijnlijk de overeenkomst niet zou zijn aangegaan of op andere voorwaarden
De opzegging van de overeenkomst gebeurt door schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt als deze wordt ontvangen (art. 8:68 lid 2 B.W.).
Naar redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging verplicht de schade aan elkaar te vergoeden (art. 8:68 lid 3 B.W.).
Retentierecht expediteur
De expediteur kan weigering van goederen of documenten die hij in verband met de overeenkomst in zijn bezit heeft toestaan aan iedereen die buiten de overeenkomst om recht heeft op afgifte (art. 8:69 lid 1 B.W.). Dit is niet het geval als er beslag is gelegd op deze goederen of documenten en de verplichting om ze aan de beslaglegger af te geven voortvloeit uit de voortzetting van dit beslag.
De expediteur mag het recht van retentie uitoefenen op goederen of documenten die hij in verband met de overeenkomst bij zich heeft (art. 8:69 lid 2 B.W.). Het doel hiervan is bedragen te dekken die zijn opdrachtgever verschuldigd is of zal zijn voor de overeenkomst. Dit recht kan ook worden gebruikt om de kosten te dekken die op de goederen drukken als ze onder rembours worden afgeleverd. Het recht van retentie vervalt zodra de opdrachtgever het bedrag heeft betaald waar geen geschil over bestaat en voldoende zekerheid heeft gesteld voor betaling van de bedragen waarover wel een geschil bestaat of waarvan de hoogte nog niet is vastgesteld. Voor kosten die onder rembours vallen, is geen zekerheid vereist.
De rechten die in dit artikel aan de expediteur zijn toegekend gelden niet tegenover een derde partij als de expediteur reden had om te twijfelen aan de bevoegdheid van de opdrachtgever om de goederen of documenten aan die derde ter beschikking te stellen op het moment dat de expediteur ze ontving (art. 8:69 lid 3 B.W.).
Actie door wederpartij buiten overeenkomst
Actie door wederpartij buiten overeenkomst
Als de overeenkomst voor het vervoer van goederen niet juist wordt uitgevoerd of een zaak niet op tijd en in goede staat op de bestemming aankomt, geldt voor de aansprakelijkheid van de expediteur buiten de expeditie-overeenkomst hetzelfde als voor aansprakelijkheid in de overeenkomst voor het vervoer van die zaak (art. 8:70 B.W.).
Aansprakelijkheid expediteur jegens derden
Als een overeenkomst voor het vervoer van goederen niet correct wordt uitgevoerd of als een zaak niet op tijd en in goede staat op de bestemming aankomt, geldt dat de expediteur die buiten de oorspronkelijke overeenkomst om aansprakelijk wordt gesteld door een derde, alleen aansprakelijk is op dezelfde manier als wanneer de opdrachtgever hem volgens de voorwaarden van de oorspronkelijke overeenkomst zou aanspreken (art. 8:71 B.W.).
Daarbij moet echter de aansprakelijkheid worden beoordeeld met inachtneming van art. 8:361 B.W. tot en met art. 8:366 B.W. (inzake exploitatie zeeschip), art. 8:880 B.W. (inzake exploitatie binnenschip) en art. 8:1081 B.W. (inzake exploitatie voertuig voor goederenvervoer over de weg).
Actie tegen ondergeschikte buiten overeenkomst
Als een claim zoals in het vorige artikel wordt ingediend tegen een ondergeschikte van de expediteur buiten de oorspronkelijke overeenkomst, is deze ondergeschikte alleen aansprakelijk voor de schade die hij heeft veroorzaakt in de uitvoering van de taken waartoe hij was aangesteld (art. 8:72 B.W.). Hij is niet verder aansprakelijk dan een expediteur die hem voor deze taken heeft ingeschakeld, volgens de voorwaarden van het vorige artikel.
Beperking aansprakelijkheid van de expediteur
Het totale bedrag dat kan worden gevorderd van de expediteur, samen met het bedrag dat kan worden gevorderd van de tegenpartij van degene die de vordering indient en hun ondergeschikten mag niet hoger zijn dan het totaalbedrag dat verschuldigd is op basis van de overeenkomst (art. 8:73 B.W.). Deze regeling is van toepassing tenzij de aangesproken partij opzettelijk of roekeloos handelde en wist dat de schade waarschijnlijk zou ontstaan als gevolg van hun gedrag.
Auteur & Last edit
[MdV, 1-03-2022; laatste bewerking OP 1-11-2023]
Overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen (Afd. 3, Titel 2, Hoofdstuk I, Boek 8 B.W.)
Inleiding overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen
In Afd. 3, Titel 2, Boek 8 B.W. is de overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen geregeld. Deze afdeling omvat 14 bepalingen (art. 8:60 B.W. tot en met art. 8:73 B.W.).
Definitie expeditie-overeenkomst
De overeenkomst tot het “doen vervoeren” van goederen wordt ook wel expeditie-overeenkomst genoemd. Deze wordt gedefinieerd in art. 8:60 B.W.: de overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen is de overeenkomst, waarbij de ene partij (de expediteur) zich jegens zijn wederpartij (de opdrachtgever) verbindt tot het te haren behoeve met een vervoerder sluiten van een of meer overeenkomsten van vervoer van door deze wederpartij ter beschikking te stellen zaken, dan wel tot het te haren behoeve maken van een beding in een of meer zodanige vervoerovereenkomsten.
Expeditie-overeenkomst
Een overeenkomst tot het vervoeren van goederen is een overeenkomst waarbij een expediteur zich jegens zijn opdrachtgever verbindt (art. 8:60 B.W.). De expediteur sluit ten behoeve van een vervoerder een of meer overeenkomsten van vervoer. Deze overeenkomsten worden gesloten met behulp van de door de expediteur ter beschikking gestelde zaken. Het is ook mogelijk om een of meerdere bedingen in een zodanige vervoerovereenkomst te maken.
Expediteur wordt aangemerkt als vervoerder
Als de expediteur de overeenkomst zelf sluit en uitvoert wordt hij zelf aangemerkt als vervoerder uit deze overeenkomst (art. 8:61 lid 1 B.W.).
Ieder beding dat afwijkt van dit artikel is nietig (art. 8:61 lid 2 B.W.).
Mededeling expediteur aan de opdrachtgever
Als de zaken met vertraging op de bestemming worden afgeleverd in de staat waar deze ter beschikking zou zijn gesteld is de expediteur gehouden de opdrachtgever van deze schade mee te delen (art. 8:62 lid 1 B.W.). Deze bepaling geldt alleen als de expediteur de vervoerovereenkomst zelf heeft afgesloten met de wederpartij.
Als de expediteur de mededeling niet doet is hij naast vergoeding van de schade ook een schadeloosstelling verschuldigd die gelijk is aan de schadevergoeding die hij zou moeten betalen (art. 8:62 lid 2 B.W.). Dit is noodzakelijk wanneer de expediteur niet tijdig als vervoerder is aangesproken.
Ieder beding dat van dit artikel afwijkt is nietig (art. 8:62 lid 3 B.W.).
Verplichting expediteur
Als de goederen op tijd en in goede staat op hun bestemming aankomen, moet de expediteur de opdrachtgever onmiddellijk informeren over welke transportovereenkomsten hij heeft afgesloten om de opdracht uit te voeren als hij dat niet zelf heeft gedaan (art. 8:63 lid 1 B.W.). Daarnaast moet de expediteur de opdrachtgever alle documenten en informatie verstrekken die hij heeft of redelijkerwijs kan verstrekken zolang deze informatie kan helpen bij het verhalen van eventuele schade.
De opdrachtgever krijgt tegenover de persoon waarmee de expediteur heeft gehandeld dezelfde rechten en bevoegdheden als wanneer hij zelf de verzender was vanaf het moment dat hij aan de expediteur duidelijk maakt dat hij deze rechten wil uitoefenen (art. 8:63 lid 2 B.W.). De opdrachtgever kan juridische stappen ondernemen als hij een verklaring van de expediteur kan overleggen waarin staat dat er een overeenkomst is gesloten voor het vervoer van de goederen. In het geval van het faillissement van de expediteur, geeft de curator de verklaring. Als de expediteur onder de schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen valt wordt de verklaring afgegeven door de bewindvoerder. Dit is niet het geval als de overeenkomst voor het vervoer is gesloten na het begin van de schuldsaneringsregeling.
Als de expediteur zijn verplichtingen uit lid 1 niet nakomt moet de expediteur naast het vergoeden van de schade die de opdrachtgever daardoor heeft geleden ook een schadeloosstelling betalen (art. 8:63 lid 3 B.W.). Deze schadeloosstelling is gelijk aan het bedrag aan schadevergoeding dat de opdrachtgever van de expediteur had kunnen krijgen als hij de overeenkomst zelf had uitgevoerd. Dit bedrag is zonder eventuele schadevergoedingen die de opdrachtgever van de vervoerder heeft ontvangen.
Elk beding dat afwijkt van dit artikel is nietig (art. 8:61 lid 1 B.W.).
Terbeschikkingstelling van de overeengekomen zaken
Schadeplicht afzender jegens expediteur terzake van het (tijdig) ter beschikking stellen van de te vervoeren zaken
De opdrachtgever is verplicht schade te vergoeden die de expediteur lijdt doordat de zaken niet op de overeengekomen plaats en tijd ter beschikking zijn (art. 8:64 B.W.). Dit ongeacht welke oorzaak hieraan ten grondslag ligt.
Opzeggingsbevoegdheid expeditie-overeenkomst
Als zaken ter beschikking zijn gesteld door de expediteur is de opdrachtgever bevoegd om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:65 lid 1 B.W.). De opdrachtgever is verplicht de expediteur de schade te vergoeden die deze door de opzegging lijdt.
Opzegging moet gebeuren door schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt als het goed in ontvangst is genomen (art. 8:65 lid 2 B.W.).
Opgaven opdrachtgever bij aangaan van de expeditie-overeenkomst
De opdrachtgever moet alle relevante informatie over de goederen en hun behandeling aan de expediteur bijtijds verstrekken tenzij hij ervan uit kan gaan dat de expediteur deze informatie al kent (art. 8:66 lid 1 B.W.). Dit is nodig voor een goede uitvoering van de opdracht.
De expediteur hoeft niet te onderzoeken of de opgaven juist en volledig zijn (art. 8:66 lid 2 B.W.). Hiertoe is de expediteur wel gerechtigd.
Verplichting expediteur tot het afgeven van vervoersdocumenten
De opdrachtgever moet de expediteur schadeloosstellen voor eventuele schade die de expediteur oploopt als gevolg van het ontbreken van vereiste documenten voor de uitvoering van de opdracht, ongeacht de reden voor hun afwezigheid (art. 8:67 B.W.).
Opzegging expeditie-overeenkomst bij opkomen van onvoorziene omstandigheid voorafgaand aan de uitvoering
Als er zich vóór of bij de levering van de goederen onbekend en onvoorziene omstandigheden voordoen of aan het licht komen aan de kant van een van de partijen heeft deze andere partij het recht om de overeenkomst te beëindigen (art. 8:68 lid 1 B.W.). Deze regel is van toepassing als de wederpartij deze omstandigheden had geweten en waarschijnlijk de overeenkomst niet zou zijn aangegaan of op andere voorwaarden
De opzegging van de overeenkomst gebeurt door schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt als deze wordt ontvangen (art. 8:68 lid 2 B.W.).
Naar redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging verplicht de schade aan elkaar te vergoeden (art. 8:68 lid 3 B.W.).
Retentierecht expediteur
De expediteur kan weigering van goederen of documenten die hij in verband met de overeenkomst in zijn bezit heeft toestaan aan iedereen die buiten de overeenkomst om recht heeft op afgifte (art. 8:69 lid 1 B.W.). Dit is niet het geval als er beslag is gelegd op deze goederen of documenten en de verplichting om ze aan de beslaglegger af te geven voortvloeit uit de voortzetting van dit beslag.
De expediteur mag het recht van retentie uitoefenen op goederen of documenten die hij in verband met de overeenkomst bij zich heeft (art. 8:69 lid 2 B.W.). Het doel hiervan is bedragen te dekken die zijn opdrachtgever verschuldigd is of zal zijn voor de overeenkomst. Dit recht kan ook worden gebruikt om de kosten te dekken die op de goederen drukken als ze onder rembours worden afgeleverd. Het recht van retentie vervalt zodra de opdrachtgever het bedrag heeft betaald waar geen geschil over bestaat en voldoende zekerheid heeft gesteld voor betaling van de bedragen waarover wel een geschil bestaat of waarvan de hoogte nog niet is vastgesteld. Voor kosten die onder rembours vallen, is geen zekerheid vereist.
De rechten die in dit artikel aan de expediteur zijn toegekend gelden niet tegenover een derde partij als de expediteur reden had om te twijfelen aan de bevoegdheid van de opdrachtgever om de goederen of documenten aan die derde ter beschikking te stellen op het moment dat de expediteur ze ontving (art. 8:69 lid 3 B.W.).
Actie door wederpartij buiten overeenkomst
Actie door wederpartij buiten overeenkomst
Als de overeenkomst voor het vervoer van goederen niet juist wordt uitgevoerd of een zaak niet op tijd en in goede staat op de bestemming aankomt, geldt voor de aansprakelijkheid van de expediteur buiten de expeditie-overeenkomst hetzelfde als voor aansprakelijkheid in de overeenkomst voor het vervoer van die zaak (art. 8:70 B.W.).
Aansprakelijkheid expediteur jegens derden
Als een overeenkomst voor het vervoer van goederen niet correct wordt uitgevoerd of als een zaak niet op tijd en in goede staat op de bestemming aankomt, geldt dat de expediteur die buiten de oorspronkelijke overeenkomst om aansprakelijk wordt gesteld door een derde, alleen aansprakelijk is op dezelfde manier als wanneer de opdrachtgever hem volgens de voorwaarden van de oorspronkelijke overeenkomst zou aanspreken (art. 8:71 B.W.).
Daarbij moet echter de aansprakelijkheid worden beoordeeld met inachtneming van art. 8:361 B.W. tot en met art. 8:366 B.W. (inzake exploitatie zeeschip), art. 8:880 B.W. (inzake exploitatie binnenschip) en art. 8:1081 B.W. (inzake exploitatie voertuig voor goederenvervoer over de weg).
Actie tegen ondergeschikte buiten overeenkomst
Als een claim zoals in het vorige artikel wordt ingediend tegen een ondergeschikte van de expediteur buiten de oorspronkelijke overeenkomst, is deze ondergeschikte alleen aansprakelijk voor de schade die hij heeft veroorzaakt in de uitvoering van de taken waartoe hij was aangesteld (art. 8:72 B.W.). Hij is niet verder aansprakelijk dan een expediteur die hem voor deze taken heeft ingeschakeld, volgens de voorwaarden van het vorige artikel.
Beperking aansprakelijkheid van de expediteur
Het totale bedrag dat kan worden gevorderd van de expediteur, samen met het bedrag dat kan worden gevorderd van de tegenpartij van degene die de vordering indient en hun ondergeschikten mag niet hoger zijn dan het totaalbedrag dat verschuldigd is op basis van de overeenkomst (art. 8:73 B.W.). Deze regeling is van toepassing tenzij de aangesproken partij opzettelijk of roekeloos handelde en wist dat de schade waarschijnlijk zou ontstaan als gevolg van hun gedrag.
Auteur & Last edit
[MdV, 1-03-2022; laatste bewerking OP 1-11-2023]
Overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen (Afd. 3, Titel 2, Hoofdstuk I, Boek 8 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!