Pagina inhoud

    Haags Betekeningsverdrag (1965)

    Inleiding Haags Betekeningsverdrag

    Het Haags Betekeningsverdrag (1965) regelt de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken. Een praktische website met onder meer een register van de deelnemende landen is te vinden op de website van de HCCH.

    Bij het verdrag horen drie modelformulieren:

    – Request for service abroad of Judicial or Extrajudicial documents

    – Certificate according to serving of the document (art. 6 Convention)

    – Summary of the Documents to be served

    Toepassingsgebied Haags Betekeningsverdrag

    Het Haags Betekeningsverdrag is van toepassing in alle gevallen waarin in burgerlijke zaken of in handelszaken een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk ter betekening of kennisgeving naar het buitenland moet worden gezonden (art. 1 Haags Betekeningsverdrag).

    Het is niet van toepassing als het adres van degene voor wie het stuk is bestemd, onbekend is.

    Toepassingsgebied Haags Betekeningsverdrag

    Het Haags Betekeningsverdrag is van toepassing in alle gevallen waarin in burgerlijke zaken of in handelszaken een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk ter betekening of kennisgeving naar het buitenland moet worden gezonden (art. 1 Haags Betekeningsverdrag).

    Het is niet van toepassing als het adres van degene voor wie het stuk is bestemd, onbekend is.

    Hoofdstuk I Haags Betekeningsverdrag

    Aanwijzing centrale autoriteit voor betekeningen

    Iedere Verdragsluitende Staat wijst een centrale autoriteit aan, die tot taak heeft de uit een andere Verdragsluitende Staat afkomstige aanvragen om betekening of kennisgeving overeenkomstig de artikelen 3-6 in ontvangst te nemen en af te doen (art. 2 Haags Betekeningsverdrag).

    De aangezochte Staat wijst de centrale autoriteit aan en regelt tevens haar werkwijze.

    Indiening verzoek van Staat van herkomst bij aangezochte Staat voor betekening

    De daartoe volgens wet van de Staat van herkomst van het stuk bevoegde autoriteit of deurwaarder richt tot de centrale autoriteit van de aangezochte Staat een aanvrage, die moet overeenstemmen met het als bijlage aan dit Verdrag toegevoegde modelformulier. Ten aanzien van de aanvrage is geen legalisatie van stukken of een daarmede gelijk te stellen formaliteit vereist (art. 3 Haags Betekeningsverdrag).

    Modelformulier Haags Betekeningsverdrag; twee exemplaren

    De aanvrage moet vergezeld gaan van twee exemplaren van het gerechtelijke stuk of van twee afschriften daarvan.

    Uitreiking exploot door de aangezochte Staat

    De centrale autoriteit van de aangezochte Staat belast zich met de betekening of de kennisgeving van het stuk of het doen betekenen of kennisgeven daarvan (art. 5 Haags Betekeningsverdrag):

    a. met inachtneming van de vormen, in de wetgeving van de aangezochte Staat voorgeschreven voor de betekening of de kennisgeving van stukken die in dat land zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich aldaar bevindende personen;

    b. hetzij met inachtneming van een bijzondere, door de aanvrager verzochte vorm, mits deze niet in strijd is met de wet van de aangezochte Staat.

    Afgifte aan de persoon zelf

    Behalve in het geval bedoeld in het eerste lid onder b, kan het stuk altijd worden afgegeven aan degene voor wie het bestemd is, zo deze het vrijwillig aanneemt.

    Vertaling in officiële taal van het land

    Als van het stuk betekening of kennisgeving moet worden gedaan overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, kan de centrale autoriteit verlangen dat het stuk wordt opgesteld of vertaald in de officiële taal of in een van de officiële talen van haar land.

    Overhandiging model Summary

    Het gedeelte van de aanvrage bestaande uit het als bijlage aan dit Verdrag toegevoegde modelformulier, dat aard en onderwerp van het te betekenen stuk weergeeft, wordt afgegeven aan degene voor wie het stuk bestemd is.

    Certificaat van uitreiking Haags Betekeningsverdrag

    De centrale autoriteit van de uitreikende Staat maakt van de uitreiking van het te betekenen stuk een Certificaat op (conform het model bij het verdrag) en stuurt die terug naar de verzoekende autoriteit (art. 6 Haags Betekeningsverdrag).

    De verklaring behelst dat aan de aanvrage uitvoering is gegeven en vermeldt tevens de vorm waarin, de plaats waar en het tijdstip waarop dit is geschied, alsmede de persoon aan wie het stuk is afgegeven. In voorkomend geval worden in de verklaring de omstandigheden vermeld die de uitvoering van de aanvrage hebben belet.

    Indien de verklaring niet is opgemaakt door de centrale autoriteit of een rechterlijke autoriteit, kan de aanvrager verlangen dat zij door een van deze autoriteiten voor gezien wordt getekend.

    De verklaring wordt rechtstreeks toegezonden aan de aanvrager.

    Taal van het model

    Het te drukken gedeelte van het modelformulier, dat als bijlage aan dit Verdrag is toegevoegd, moet steeds in de Franse of in de Engelse taal zijn gesteld, doch kan daarenboven worden gesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de Staat van herkomst der stukken (art. 7 Haags Betekeningsverdrag). Dit is een wat povere vertaling (“het te drukken gedeelte”), vandaar hieronder de Engelse tekst nog eens.

    Hetgeen in de aansluitende witte vakken moet worden ingevuld dient hetzij in de taal van de aangezochte Staat, hetzij in de Franse taal, hetzij in de Engelse taal te worden gesteld.

    “The standard terms in the model annexed to the present Convention shall in all cases be written either in French or in English. They may also be written in the official language, or in one of the official languages, of the State in which the documents originate.

    The corresponding blanks shall be completed either in the language of the State addressed or in French or in English.”

    Art. 15 Haags betekeningsverdrag Toetsing van de oproep van de niet verschenen verweerder

    Art. 15 lid 1 Haags Betekeningsverdrag geeft een regeling voor de toetsing van de oproep van een niet verschenen verweerder.

    Wanneer een stuk dat het geding inleidt of een daarmede gelijk te stellen stuk ter betekening of kennisgeving overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag, naar het buitenland moest worden gezonden en de verweerder niet is verschenen, houdt de rechter de beslissing aan totdat is gebleken dat

    a. hetzij van het stuk betekening of kennisgeving is gedaan met inachtneming van de vormen in de wetgeving van de aangezochte Staat voorgeschreven voor de betekening of de kennisgeving van stukken die in dat land zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich op het grondgebied van dat land bevindende personen,

    b. hetzij het stuk aan de verweerder in persoon of aan zijn woonplaats is afgegeven op een andere in dit Verdrag geregelde wijze, en dat de betekening of de kennisgeving, onderscheidenlijk de afgifte zo tijdig is geschied dat de verweerder gelegenheid heeft gehad verweer te voeren.

    De Verdragsstaten mogen volgens lid 2 een afwijkende regeling treffen, mits:

    a. het stuk is toegezonden op een van de in dit Verdrag geregelde wijzen,

    b. sedert het tijdstip van toezending van het stuk een termijn is verlopen die door de rechter voor elk afzonderlijk geval zal worden vastgesteld, doch die ten minste zes maanden zal bedragen,

    c. in weerwil van alle daartoe bij de bevoegde autoriteiten aangewende pogingen geen bewijs kon worden verkregen.

    Het bepaalde in dit artikel belet niet dat door de rechter in spoedeisende gevallen voorlopige of conservatoire maatregelen kunnen worden genomen (lid 3).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 7-12-2021; laatste bewerking 19-03-2023]

    Haags Betekeningsverdrag (1965)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Haags Betekeningsverdrag (1965)

      Inleiding Haags Betekeningsverdrag

      Het Haags Betekeningsverdrag (1965) regelt de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken. Een praktische website met onder meer een register van de deelnemende landen is te vinden op de website van de HCCH.

      Bij het verdrag horen drie modelformulieren:

      – Request for service abroad of Judicial or Extrajudicial documents

      – Certificate according to serving of the document (art. 6 Convention)

      – Summary of the Documents to be served

      Toepassingsgebied Haags Betekeningsverdrag

      Het Haags Betekeningsverdrag is van toepassing in alle gevallen waarin in burgerlijke zaken of in handelszaken een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk ter betekening of kennisgeving naar het buitenland moet worden gezonden (art. 1 Haags Betekeningsverdrag).

      Het is niet van toepassing als het adres van degene voor wie het stuk is bestemd, onbekend is.

      Toepassingsgebied Haags Betekeningsverdrag

      Het Haags Betekeningsverdrag is van toepassing in alle gevallen waarin in burgerlijke zaken of in handelszaken een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk ter betekening of kennisgeving naar het buitenland moet worden gezonden (art. 1 Haags Betekeningsverdrag).

      Het is niet van toepassing als het adres van degene voor wie het stuk is bestemd, onbekend is.

      Hoofdstuk I Haags Betekeningsverdrag

      Aanwijzing centrale autoriteit voor betekeningen

      Iedere Verdragsluitende Staat wijst een centrale autoriteit aan, die tot taak heeft de uit een andere Verdragsluitende Staat afkomstige aanvragen om betekening of kennisgeving overeenkomstig de artikelen 3-6 in ontvangst te nemen en af te doen (art. 2 Haags Betekeningsverdrag).

      De aangezochte Staat wijst de centrale autoriteit aan en regelt tevens haar werkwijze.

      Indiening verzoek van Staat van herkomst bij aangezochte Staat voor betekening

      De daartoe volgens wet van de Staat van herkomst van het stuk bevoegde autoriteit of deurwaarder richt tot de centrale autoriteit van de aangezochte Staat een aanvrage, die moet overeenstemmen met het als bijlage aan dit Verdrag toegevoegde modelformulier. Ten aanzien van de aanvrage is geen legalisatie van stukken of een daarmede gelijk te stellen formaliteit vereist (art. 3 Haags Betekeningsverdrag).

      Modelformulier Haags Betekeningsverdrag; twee exemplaren

      De aanvrage moet vergezeld gaan van twee exemplaren van het gerechtelijke stuk of van twee afschriften daarvan.

      Uitreiking exploot door de aangezochte Staat

      De centrale autoriteit van de aangezochte Staat belast zich met de betekening of de kennisgeving van het stuk of het doen betekenen of kennisgeven daarvan (art. 5 Haags Betekeningsverdrag):

      a. met inachtneming van de vormen, in de wetgeving van de aangezochte Staat voorgeschreven voor de betekening of de kennisgeving van stukken die in dat land zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich aldaar bevindende personen;

      b. hetzij met inachtneming van een bijzondere, door de aanvrager verzochte vorm, mits deze niet in strijd is met de wet van de aangezochte Staat.

      Afgifte aan de persoon zelf

      Behalve in het geval bedoeld in het eerste lid onder b, kan het stuk altijd worden afgegeven aan degene voor wie het bestemd is, zo deze het vrijwillig aanneemt.

      Vertaling in officiële taal van het land

      Als van het stuk betekening of kennisgeving moet worden gedaan overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, kan de centrale autoriteit verlangen dat het stuk wordt opgesteld of vertaald in de officiële taal of in een van de officiële talen van haar land.

      Overhandiging model Summary

      Het gedeelte van de aanvrage bestaande uit het als bijlage aan dit Verdrag toegevoegde modelformulier, dat aard en onderwerp van het te betekenen stuk weergeeft, wordt afgegeven aan degene voor wie het stuk bestemd is.

      Certificaat van uitreiking Haags Betekeningsverdrag

      De centrale autoriteit van de uitreikende Staat maakt van de uitreiking van het te betekenen stuk een Certificaat op (conform het model bij het verdrag) en stuurt die terug naar de verzoekende autoriteit (art. 6 Haags Betekeningsverdrag).

      De verklaring behelst dat aan de aanvrage uitvoering is gegeven en vermeldt tevens de vorm waarin, de plaats waar en het tijdstip waarop dit is geschied, alsmede de persoon aan wie het stuk is afgegeven. In voorkomend geval worden in de verklaring de omstandigheden vermeld die de uitvoering van de aanvrage hebben belet.

      Indien de verklaring niet is opgemaakt door de centrale autoriteit of een rechterlijke autoriteit, kan de aanvrager verlangen dat zij door een van deze autoriteiten voor gezien wordt getekend.

      De verklaring wordt rechtstreeks toegezonden aan de aanvrager.

      Taal van het model

      Het te drukken gedeelte van het modelformulier, dat als bijlage aan dit Verdrag is toegevoegd, moet steeds in de Franse of in de Engelse taal zijn gesteld, doch kan daarenboven worden gesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de Staat van herkomst der stukken (art. 7 Haags Betekeningsverdrag). Dit is een wat povere vertaling (“het te drukken gedeelte”), vandaar hieronder de Engelse tekst nog eens.

      Hetgeen in de aansluitende witte vakken moet worden ingevuld dient hetzij in de taal van de aangezochte Staat, hetzij in de Franse taal, hetzij in de Engelse taal te worden gesteld.

      “The standard terms in the model annexed to the present Convention shall in all cases be written either in French or in English. They may also be written in the official language, or in one of the official languages, of the State in which the documents originate.

      The corresponding blanks shall be completed either in the language of the State addressed or in French or in English.”

      Art. 15 Haags betekeningsverdrag Toetsing van de oproep van de niet verschenen verweerder

      Art. 15 lid 1 Haags Betekeningsverdrag geeft een regeling voor de toetsing van de oproep van een niet verschenen verweerder.

      Wanneer een stuk dat het geding inleidt of een daarmede gelijk te stellen stuk ter betekening of kennisgeving overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag, naar het buitenland moest worden gezonden en de verweerder niet is verschenen, houdt de rechter de beslissing aan totdat is gebleken dat

      a. hetzij van het stuk betekening of kennisgeving is gedaan met inachtneming van de vormen in de wetgeving van de aangezochte Staat voorgeschreven voor de betekening of de kennisgeving van stukken die in dat land zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich op het grondgebied van dat land bevindende personen,

      b. hetzij het stuk aan de verweerder in persoon of aan zijn woonplaats is afgegeven op een andere in dit Verdrag geregelde wijze, en dat de betekening of de kennisgeving, onderscheidenlijk de afgifte zo tijdig is geschied dat de verweerder gelegenheid heeft gehad verweer te voeren.

      De Verdragsstaten mogen volgens lid 2 een afwijkende regeling treffen, mits:

      a. het stuk is toegezonden op een van de in dit Verdrag geregelde wijzen,

      b. sedert het tijdstip van toezending van het stuk een termijn is verlopen die door de rechter voor elk afzonderlijk geval zal worden vastgesteld, doch die ten minste zes maanden zal bedragen,

      c. in weerwil van alle daartoe bij de bevoegde autoriteiten aangewende pogingen geen bewijs kon worden verkregen.

      Het bepaalde in dit artikel belet niet dat door de rechter in spoedeisende gevallen voorlopige of conservatoire maatregelen kunnen worden genomen (lid 3).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 7-12-2021; laatste bewerking 19-03-2023]

      Haags Betekeningsverdrag (1965)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!