HR 22 april 2005 (Kartclub Maas-Kempenland)
Aanbrengen op latere datum na verzuim tijdig aan te brengen met instemming (of geen protest) van wederpartij
Een andere wijze om de procedure alsnog aanhangig te maken op een latere datum is wanneer de wederpartij daarmee instemt. Wanneer de wederpartij zich op die latere datum vrijwillig stelt en geen verweer voert tegen het te laat aanbrengen, dan is de zaak alsnog op juiste wijze aangebracht en ontvankelijk.
Het Hof had overwogen:
“dat eiser zijn verzuim de zaak op de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag, 19 juli 2001, op de rol te doen inschrijven, slechts had kunnen herstellen door binnen veertien dagen na 19 juli 2001 een herstelexploot te doen uitbrengen met oproeping tegen een nieuwe rechtsdag en dat als herstelexploot slechts kan gelden een exploot dat een nieuwe rechtsdag aanzegt en gevolgd wordt door inschrijving op de rol van de aangezegde rechtsdag. Het op 25 juli 2001 uitgebrachte herstelexploot bevatte een aanzegging van een nieuwe dag, op welke dag het hof echter geen zitting hield, zodat de zaak niet op de rol kon worden ingeschreven en niet op de aangezegde dag heeft gediend. Aan dit exploot dient daarom, aldus het hof, geen enkel gevolg te worden verbonden. Het exploot van 22 augustus 2001 is naar het oordeel van het hof niet binnen de bedoelde termijn van veertien dagen na de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag en derhalve niet met bekwame spoed uitgebracht, zodat het verzuim van inschrijving niet door dit exploot is hersteld. Het hof heeft daaraan het gevolg verbonden dat eiser niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen.”
De Hoge Raad corrigeert dit oordeel, overwegende:
“Weliswaar leidt verzuim van inschrijving ter rolle van de aangezegde rechtsdag in beginsel tot niet-ontvankelijkheid van de vordering of het rechtsmiddel waarop de dagvaarding betrekking heeft, maar dit verzuim kan worden hersteld doordat de zaak met toestemming van de wederpartij alsnog op de rol wordt geplaatst (HR 17 december 1982, nr. 12015, NJ 1984, 59). Indien, zoals in het onderhavige geval, de zaak alsnog op een andere dan de oorspronkelijk aangezegde dag wordt aangebracht, brengen de eisen van een behoorlijke procesorde mee dat de wederpartij die zich stelt, in haar eerste processtuk melding ervan maakt dat zij niet erin heeft toegestemd dat de zaak op een andere dag dan de oorspronkelijk aangezegde is aangebracht (HR 4 oktober 2002, nr. C01/284, NJ 2004, 149). Nu [verweerder 1] en [verweerder 2] zijn verschenen en in hun memories van antwoord niet op dit punt, maar alleen inhoudelijk verweer hebben gevoerd en aldus de rechtsstrijd in hoger beroep zijn aangegaan, ligt in dit een en ander besloten dat zij erin hebben toegestemd dat de zaak op een latere datum is aangebracht. De constatering door het hof dat [eiser] geen deugdelijk herstelexploot heeft doen uitbrengen doet hieraan niet af.”
Ook hier was de niet-ontvankelijkheid – ondanks het niet uitbrengen van een herstelexploot – gedekt doordat de verweerder in hoger beroep zich niet op de niet-ontvankelijkheid had beroepen.
Zie ook HR 4 oktober 2010 (Albeco Europe Holding S.A. c.s./Overes q.q.), op Lawyrup behandeld (lees Rechtspraak).
De uitspraken worden behandeld op de pagina Dagvaarding.
[MdV, 14-05-2023]
HR 22 april 2005 (Kartclub Maas-Kempenland)
Aanbrengen op latere datum na verzuim tijdig aan te brengen met instemming (of geen protest) van wederpartij
Een andere wijze om de procedure alsnog aanhangig te maken op een latere datum is wanneer de wederpartij daarmee instemt. Wanneer de wederpartij zich op die latere datum vrijwillig stelt en geen verweer voert tegen het te laat aanbrengen, dan is de zaak alsnog op juiste wijze aangebracht en ontvankelijk.
Het Hof had overwogen:
“dat eiser zijn verzuim de zaak op de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag, 19 juli 2001, op de rol te doen inschrijven, slechts had kunnen herstellen door binnen veertien dagen na 19 juli 2001 een herstelexploot te doen uitbrengen met oproeping tegen een nieuwe rechtsdag en dat als herstelexploot slechts kan gelden een exploot dat een nieuwe rechtsdag aanzegt en gevolgd wordt door inschrijving op de rol van de aangezegde rechtsdag. Het op 25 juli 2001 uitgebrachte herstelexploot bevatte een aanzegging van een nieuwe dag, op welke dag het hof echter geen zitting hield, zodat de zaak niet op de rol kon worden ingeschreven en niet op de aangezegde dag heeft gediend. Aan dit exploot dient daarom, aldus het hof, geen enkel gevolg te worden verbonden. Het exploot van 22 augustus 2001 is naar het oordeel van het hof niet binnen de bedoelde termijn van veertien dagen na de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag en derhalve niet met bekwame spoed uitgebracht, zodat het verzuim van inschrijving niet door dit exploot is hersteld. Het hof heeft daaraan het gevolg verbonden dat eiser niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen.”
De Hoge Raad corrigeert dit oordeel, overwegende:
“Weliswaar leidt verzuim van inschrijving ter rolle van de aangezegde rechtsdag in beginsel tot niet-ontvankelijkheid van de vordering of het rechtsmiddel waarop de dagvaarding betrekking heeft, maar dit verzuim kan worden hersteld doordat de zaak met toestemming van de wederpartij alsnog op de rol wordt geplaatst (HR 17 december 1982, nr. 12015, NJ 1984, 59). Indien, zoals in het onderhavige geval, de zaak alsnog op een andere dan de oorspronkelijk aangezegde dag wordt aangebracht, brengen de eisen van een behoorlijke procesorde mee dat de wederpartij die zich stelt, in haar eerste processtuk melding ervan maakt dat zij niet erin heeft toegestemd dat de zaak op een andere dag dan de oorspronkelijk aangezegde is aangebracht (HR 4 oktober 2002, nr. C01/284, NJ 2004, 149). Nu [verweerder 1] en [verweerder 2] zijn verschenen en in hun memories van antwoord niet op dit punt, maar alleen inhoudelijk verweer hebben gevoerd en aldus de rechtsstrijd in hoger beroep zijn aangegaan, ligt in dit een en ander besloten dat zij erin hebben toegestemd dat de zaak op een latere datum is aangebracht. De constatering door het hof dat [eiser] geen deugdelijk herstelexploot heeft doen uitbrengen doet hieraan niet af.”
Ook hier was de niet-ontvankelijkheid – ondanks het niet uitbrengen van een herstelexploot – gedekt doordat de verweerder in hoger beroep zich niet op de niet-ontvankelijkheid had beroepen.
Zie ook HR 4 oktober 2010 (Albeco Europe Holding S.A. c.s./Overes q.q.), op Lawyrup behandeld (lees Rechtspraak).
De uitspraken worden behandeld op de pagina Dagvaarding.
[MdV, 14-05-2023]
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!