Pagina inhoud

    Inroeping of betwisting van staat (Afd. 5, Titel 11, Boek 1 B.W.)

    Inleiding inroeping of betwisting van (familierechtelijke) staat

    Afd. 5, Titel 11 van Boek 1 B.W. bevat enkele bepalingen over het betwisten – of het inroepen – van iemands familierechtelijke staat. De Afdeling omvat drie artikelen: art. 1:209 B.W., art. 1:210 B.W. en art. 1:211 B.W..

    Wie kan de afstamming betwisten?

    Een ander kan jouw afstamming (zoals vermeld in je geboorteakte) niet betwisten, als je een staat overeenkomstig die akte hebt (art. 1:209 B.W.). Als je de geboorteakte bijvoorbeeld vermeld dat A jouw vader is, en je draagt zijn familienaam en wordt door hem onderhouden, dan kan een ander niet betwisten dat jij van hem afstamt.

    In het arrest Gemeenschappelijk Hof 26 februari 2021 (verzoeker/IND c.s.) was een dergelijke betwisting aan de orde. Het Hof overweegt hierin:

    “Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is sprake van zogeheten bezit van staat in de zin van deze bepaling indien de wijze waarop iemand met een zekere duurzaamheid aan het maatschappelijk verkeer deelneemt, naar zijn uiterlijke vorm erop duidt dat hij in een bepaalde familiebetrekking staat tot een ander. [met noot 4: HR 7 november 2003, ECLI:NL:2003:AI0360 (NJ 2004/98, m.nt. S.F.M. Wortmann; red.), rov. 3.4; HR 21 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5084 (NJ 2008/321, m.nt. J. de Boer; red.), rov. 3.5; HR 9 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9884 (NJ 2012/291, m.nt. S.F.M. Wortmann; red.), rov. 5.3.2.].”

    Het Hof verwijst daarbij ook naar prejudiciële uitspraak van de Hoge Raad van 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2036, NJ 2020/99.

    Het kind zelf kan zijn staat wel betwisten (bijvoorbeeld bij een valse geboorteaangifte).

    Het verzoek tot inroeping of betwisting van staat kan niet verjaren (art. 1:210 B.W.).

    Het verzoek kan worden ingediend door het kind zelf. Een curator moet het kind dan vertegenwoordigen (art. 1:212 B.W.). Is het kind tijdens zijn minderjarigheid of binnen drie jaar daarna overleden, dan kunnen zijn erfgenamen het verzoek indienen. Had het kind al een verzoek ingediend, dan kunnen de erfgenamen de procedure voortzetten (art. 1:211 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 25-12-2020; laatste bewerking 19-02-2022]

    Inroeping of betwisting van staat (Afd. 5, Titel 11, Boek 1 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Inroeping of betwisting van staat (Afd. 5, Titel 11, Boek 1 B.W.)

      Inleiding inroeping of betwisting van (familierechtelijke) staat

      Afd. 5, Titel 11 van Boek 1 B.W. bevat enkele bepalingen over het betwisten – of het inroepen – van iemands familierechtelijke staat. De Afdeling omvat drie artikelen: art. 1:209 B.W., art. 1:210 B.W. en art. 1:211 B.W..

      Wie kan de afstamming betwisten?

      Een ander kan jouw afstamming (zoals vermeld in je geboorteakte) niet betwisten, als je een staat overeenkomstig die akte hebt (art. 1:209 B.W.). Als je de geboorteakte bijvoorbeeld vermeld dat A jouw vader is, en je draagt zijn familienaam en wordt door hem onderhouden, dan kan een ander niet betwisten dat jij van hem afstamt.

      In het arrest Gemeenschappelijk Hof 26 februari 2021 (verzoeker/IND c.s.) was een dergelijke betwisting aan de orde. Het Hof overweegt hierin:

      “Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is sprake van zogeheten bezit van staat in de zin van deze bepaling indien de wijze waarop iemand met een zekere duurzaamheid aan het maatschappelijk verkeer deelneemt, naar zijn uiterlijke vorm erop duidt dat hij in een bepaalde familiebetrekking staat tot een ander. [met noot 4: HR 7 november 2003, ECLI:NL:2003:AI0360 (NJ 2004/98, m.nt. S.F.M. Wortmann; red.), rov. 3.4; HR 21 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5084 (NJ 2008/321, m.nt. J. de Boer; red.), rov. 3.5; HR 9 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9884 (NJ 2012/291, m.nt. S.F.M. Wortmann; red.), rov. 5.3.2.].”

      Het Hof verwijst daarbij ook naar prejudiciële uitspraak van de Hoge Raad van 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2036, NJ 2020/99.

      Het kind zelf kan zijn staat wel betwisten (bijvoorbeeld bij een valse geboorteaangifte).

      Het verzoek tot inroeping of betwisting van staat kan niet verjaren (art. 1:210 B.W.).

      Het verzoek kan worden ingediend door het kind zelf. Een curator moet het kind dan vertegenwoordigen (art. 1:212 B.W.). Is het kind tijdens zijn minderjarigheid of binnen drie jaar daarna overleden, dan kunnen zijn erfgenamen het verzoek indienen. Had het kind al een verzoek ingediend, dan kunnen de erfgenamen de procedure voortzetten (art. 1:211 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 25-12-2020; laatste bewerking 19-02-2022]

      Inroeping of betwisting van staat (Afd. 5, Titel 11, Boek 1 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!