Tenietgaan vorderingen door afstand of vermenging (Afd. 4, Titel 2, Boek 6 B.W.)
Inleiding tenietgaan van vorderingen door afstand of vermenging
Vorderingsrechten kunnen – behalve door voldoening aan de verbintenis – ook tenietgaan door afstand of vermenging. Deze rechtsfiguren zijn geregeld in Afd. 4, Titel 2, Boek 6 B.W.. Die omvat twee artikelen.
Afstand van vorderingsrecht
De afstand van het vorderingsrecht komt tot stand door een overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser, waarbij deze laatste afstand van zijn vorderingsrecht doet (art. 6:160 lid 1 B.W.). Dit heet een zgn. bevrijdende (of liberatoire) overeenkomst.
Wanneer het voorstel tot afstand van de schuldeiser komt, en er staat geen prestatie of voorwaarde tegenover, dan geldt dit als aanvaard zodra de schuldenaar daarvan kennis heeft genomen (lid 2). Mits de schuldenaar het niet “onverwijld” heeft afgewezen.
De schuldeiser moet desgevraagd een bewijs van kwijting geven.
Tenietgaan door vermenging
Tenietgaan door vermenging vindt plaats, wanneer door de overgang van hetzij de schuld of de vordering de schuldeiser en de schuldenaar dezelfde persoon zijn (art. 6:161 lid 1 B.W.). Dat is uiteraard logisch, want dan vallen vordering en schuld in hetzelfde vermogen. Onder bepaalde omstandigheden zijn uitzonderingen op deze regel denkbaar. In lid 2 zijn die vermeld, waarbij o.a. het geval dat de beide aspecten van de verbintenis niet in hetzelfde vermogen vallen.
De rechten van derden worden door de vermenging niet aangetast (lid 3).
Auteur & Last edit
[MdV, 3-09-2018]
Tenietgaan vorderingen door afstand of vermenging (Afd. 4, Titel 2, Boek 6 B.W.)
Inleiding tenietgaan van vorderingen door afstand of vermenging
Vorderingsrechten kunnen – behalve door voldoening aan de verbintenis – ook tenietgaan door afstand of vermenging. Deze rechtsfiguren zijn geregeld in Afd. 4, Titel 2, Boek 6 B.W.. Die omvat twee artikelen.
Afstand van vorderingsrecht
De afstand van het vorderingsrecht komt tot stand door een overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser, waarbij deze laatste afstand van zijn vorderingsrecht doet (art. 6:160 lid 1 B.W.). Dit heet een zgn. bevrijdende (of liberatoire) overeenkomst.
Wanneer het voorstel tot afstand van de schuldeiser komt, en er staat geen prestatie of voorwaarde tegenover, dan geldt dit als aanvaard zodra de schuldenaar daarvan kennis heeft genomen (lid 2). Mits de schuldenaar het niet “onverwijld” heeft afgewezen.
De schuldeiser moet desgevraagd een bewijs van kwijting geven.
Tenietgaan door vermenging
Tenietgaan door vermenging vindt plaats, wanneer door de overgang van hetzij de schuld of de vordering de schuldeiser en de schuldenaar dezelfde persoon zijn (art. 6:161 lid 1 B.W.). Dat is uiteraard logisch, want dan vallen vordering en schuld in hetzelfde vermogen. Onder bepaalde omstandigheden zijn uitzonderingen op deze regel denkbaar. In lid 2 zijn die vermeld, waarbij o.a. het geval dat de beide aspecten van de verbintenis niet in hetzelfde vermogen vallen.
De rechten van derden worden door de vermenging niet aangetast (lid 3).
Auteur & Last edit
[MdV, 3-09-2018]
Tenietgaan vorderingen door afstand of vermenging (Afd. 4, Titel 2, Boek 6 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!