Internationaal privaatrecht trustrecht (Titel 11, Boek 10 B.W.)
Inleiding internationaal privaatrecht trustrecht
Titel 11, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft bepalingen van internationaal privaatrecht inzake het trustrecht. Het IPR geeft bij geschillen tussen partijen die in verschillende landen gevestigd zijn regels om vast te stellen, welk recht van toepassing is en regelt verder de wederzijdse erkenning van gerechtelijke en buitengerechtelijke ‘titels’ (vonnissen en akten).
De Titel omvat 3 bepalingen (art. 10:142 B.W. tot en met art. 10:144 B.W.).
Definitie trust voor IPR
Onder “trust” verstaat Boek 10: een trust als omschreven in artikel 2 van het Haags Trustverdrag 1985, die door een wilsuiting in het leven is geroepen en waarvan blijkt uit een geschrift (art. 10:142 aanhef en sub b B.W.).
Haags trustverdrag
Boek 10 B.W. verwijst naar het Haags Trustverdrag 1985: het op 1 juli 1985 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985 141).
Inschrijving trustgoederen op naam trustee
Met betrekking tot een goed ter zake waarvan inschrijvingen kunnen plaatsvinden in een ingevolge de wet gehouden register en dat behoort tot de trustgoederen die een afgescheiden vermogen vormen, kan de trustee verlangen dat een inschrijving geschiedt op zijn naam en in zijn hoedanigheid van trustee, of op een zodanige andere wijze dat van het bestaan van de trust blijkt (art. 10:143 B.W.).
Verhouding Nederlandse regels van goederenrecht tot de trust
Bepalingen van Nederlands recht inzake eigendomsoverdracht, zekerheidsrecht of de bescherming van schuldeisers in geval van insolventie laten de in artikel 11 van het Haags Trustverdrag 1985 omschreven rechtsgevolgen van de erkenning van een trust onverlet (art. 10:144 B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 12-04-2022; laatste bewerking 23-02-2023]
Internationaal privaatrecht trustrecht (Titel 11, Boek 10 B.W.)
Inleiding internationaal privaatrecht trustrecht
Titel 11, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft bepalingen van internationaal privaatrecht inzake het trustrecht. Het IPR geeft bij geschillen tussen partijen die in verschillende landen gevestigd zijn regels om vast te stellen, welk recht van toepassing is en regelt verder de wederzijdse erkenning van gerechtelijke en buitengerechtelijke ‘titels’ (vonnissen en akten).
De Titel omvat 3 bepalingen (art. 10:142 B.W. tot en met art. 10:144 B.W.).
Definitie trust voor IPR
Onder “trust” verstaat Boek 10: een trust als omschreven in artikel 2 van het Haags Trustverdrag 1985, die door een wilsuiting in het leven is geroepen en waarvan blijkt uit een geschrift (art. 10:142 aanhef en sub b B.W.).
Haags trustverdrag
Boek 10 B.W. verwijst naar het Haags Trustverdrag 1985: het op 1 juli 1985 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985 141).
Inschrijving trustgoederen op naam trustee
Met betrekking tot een goed ter zake waarvan inschrijvingen kunnen plaatsvinden in een ingevolge de wet gehouden register en dat behoort tot de trustgoederen die een afgescheiden vermogen vormen, kan de trustee verlangen dat een inschrijving geschiedt op zijn naam en in zijn hoedanigheid van trustee, of op een zodanige andere wijze dat van het bestaan van de trust blijkt (art. 10:143 B.W.).
Verhouding Nederlandse regels van goederenrecht tot de trust
Bepalingen van Nederlands recht inzake eigendomsoverdracht, zekerheidsrecht of de bescherming van schuldeisers in geval van insolventie laten de in artikel 11 van het Haags Trustverdrag 1985 omschreven rechtsgevolgen van de erkenning van een trust onverlet (art. 10:144 B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 12-04-2022; laatste bewerking 23-02-2023]
Internationaal privaatrecht trustrecht (Titel 11, Boek 10 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!