Pagina inhoud

    Algemene bepalingen afstamming (Afd. 1, Titel 11, Boek 1 B.W.)

    Inleiding algemene bepalingen afstamming

    Afd. 1, Titel 11 van Boek 1 B.W. geeft een aantal algemene bepalingen inzake afstamming. De Afdeling omvat drie artikelen: art. 1:197 B.W., art. 1:198 B.W. en art. 1:199 B.W.. Deze bepalingen zijn sinds 1 april 1998 van kracht. Zie de hoofdpagina Afstamming (Titel 11).

    In het afstammingsrecht geldt dat een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten in familierechtelijke betrekking tot elkaar staan (art. 1:197 B.W.). Onder ‘bloedverwanten’ vallen geen aanverwanten, ontstaan door huwelijk of geregistreerd partnerschap, maar alleen diegenen die geboren zijn binnen je eigen familie.

    Afstamming van moeder

    Art. 1:198 lid 1 B.W. geeft aan wie de moeder van een kind is. Dat kan zijn:

    a. De vrouw uit wie het kind is geboren (de geboortemoeder).

    b. De vrouw die tijdens de geboorte van het kind getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de geboortemoeder (de meemoeder, in de rechtspraak ook wel genoemd ‘duomoeder’), en het kind is verwekt door kunstmatige donorbevruchting. Hiervoor dient door een stichting (als bedoeld in art. 1 onder b van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting) een verklaring te zijn overgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand dat de identiteit van de zaaddonor bij de draagmoeder onbekend is. Als de meemoeder overlijdt vóór de geboorte van het kind, dan wordt zij alsnog de juridische moeder.

    c. De vrouw die het kind erkent. Dit kan de meemoeder bijvoorbeeld doen als de zaaddonor wel bekend is, en onderdeel b dus niet opgaat. Erkenning kan zowel voor als na de geboorte plaatsvinden. Zie voorts Afdeling 3, Titel 11, Boek 1 B.W.

    d. De vrouw wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld. Moederschap kan bijvoorbeeld gerechtelijk worden vastgesteld als de meemoeder niet wil erkennen, of daartoe (door overlijden) niet in staat is. Zie voorts Afdeling 4, Titel 11, Boek 1 B.W.

    e. De vrouw die het kind heeft geadopteerd. De adoptie wordt geregeld in Titel 12 van Boek 1 B.W.

    Is de meemoeder overleden, en waren de geboortemoeder en meemoeder vanaf de donorbevruchting gescheiden van tafel en bed, dan kan de geboortemoeder bij de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat de meemoeder niet de moeder van het kind is (art. 1:198 lid 2 B.W.). Dit moet gebeuren binnen een jaar na de geboorte van het kind, en hiervan moet een akte worden opgemaakt. Was de geboortemoeder tijdens de geboorte hertrouwd of had zij een geregistreerd partnerschap, dan is die partner de ouder van het kind.

    Afstamming van vader

    In art. 1:199 B.W. wordt geregeld wie de vader van een kind is. Dat kan zijn:

    1. De man die tijdens de geboorte was getrouwd of een geregistreerd partnerschap had met de geboortemoeder.

    2. De man die overlijdt binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind. Leefden de echtgenoten gedurende die 306 dagen gescheiden, dan kan de moeder binnen een jaar na de geboorte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat de overleden echtgenoot niet de vader is. Was zij ten tijde van de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw geregistreerd partnerschap, dan is die partner de vader van het kind.

    3. De vader die het kind heeft erkend. Zie Afdeling 3, Titel 11, Boek 1 B.W.

    4. De vader wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld. Zie Afdeling 4, Titel 11, Boek 1 B.W.

    5. De vader die het kind heeft geadopteerd. Zie Titel 12, Boek 1 B.W.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 25-12-2020; laatste bewerking AvB 2-08-2021]

    Algemene bepalingen afstamming (Afd. 1, Titel 11, Boek 1 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Algemene bepalingen afstamming (Afd. 1, Titel 11, Boek 1 B.W.)

      Inleiding algemene bepalingen afstamming

      Afd. 1, Titel 11 van Boek 1 B.W. geeft een aantal algemene bepalingen inzake afstamming. De Afdeling omvat drie artikelen: art. 1:197 B.W., art. 1:198 B.W. en art. 1:199 B.W.. Deze bepalingen zijn sinds 1 april 1998 van kracht. Zie de hoofdpagina Afstamming (Titel 11).

      In het afstammingsrecht geldt dat een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten in familierechtelijke betrekking tot elkaar staan (art. 1:197 B.W.). Onder ‘bloedverwanten’ vallen geen aanverwanten, ontstaan door huwelijk of geregistreerd partnerschap, maar alleen diegenen die geboren zijn binnen je eigen familie.

      Afstamming van moeder

      Art. 1:198 lid 1 B.W. geeft aan wie de moeder van een kind is. Dat kan zijn:

      a. De vrouw uit wie het kind is geboren (de geboortemoeder).

      b. De vrouw die tijdens de geboorte van het kind getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de geboortemoeder (de meemoeder, in de rechtspraak ook wel genoemd ‘duomoeder’), en het kind is verwekt door kunstmatige donorbevruchting. Hiervoor dient door een stichting (als bedoeld in art. 1 onder b van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting) een verklaring te zijn overgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand dat de identiteit van de zaaddonor bij de draagmoeder onbekend is. Als de meemoeder overlijdt vóór de geboorte van het kind, dan wordt zij alsnog de juridische moeder.

      c. De vrouw die het kind erkent. Dit kan de meemoeder bijvoorbeeld doen als de zaaddonor wel bekend is, en onderdeel b dus niet opgaat. Erkenning kan zowel voor als na de geboorte plaatsvinden. Zie voorts Afdeling 3, Titel 11, Boek 1 B.W.

      d. De vrouw wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld. Moederschap kan bijvoorbeeld gerechtelijk worden vastgesteld als de meemoeder niet wil erkennen, of daartoe (door overlijden) niet in staat is. Zie voorts Afdeling 4, Titel 11, Boek 1 B.W.

      e. De vrouw die het kind heeft geadopteerd. De adoptie wordt geregeld in Titel 12 van Boek 1 B.W.

      Is de meemoeder overleden, en waren de geboortemoeder en meemoeder vanaf de donorbevruchting gescheiden van tafel en bed, dan kan de geboortemoeder bij de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat de meemoeder niet de moeder van het kind is (art. 1:198 lid 2 B.W.). Dit moet gebeuren binnen een jaar na de geboorte van het kind, en hiervan moet een akte worden opgemaakt. Was de geboortemoeder tijdens de geboorte hertrouwd of had zij een geregistreerd partnerschap, dan is die partner de ouder van het kind.

      Afstamming van vader

      In art. 1:199 B.W. wordt geregeld wie de vader van een kind is. Dat kan zijn:

      1. De man die tijdens de geboorte was getrouwd of een geregistreerd partnerschap had met de geboortemoeder.

      2. De man die overlijdt binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind. Leefden de echtgenoten gedurende die 306 dagen gescheiden, dan kan de moeder binnen een jaar na de geboorte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat de overleden echtgenoot niet de vader is. Was zij ten tijde van de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw geregistreerd partnerschap, dan is die partner de vader van het kind.

      3. De vader die het kind heeft erkend. Zie Afdeling 3, Titel 11, Boek 1 B.W.

      4. De vader wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld. Zie Afdeling 4, Titel 11, Boek 1 B.W.

      5. De vader die het kind heeft geadopteerd. Zie Titel 12, Boek 1 B.W.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 25-12-2020; laatste bewerking AvB 2-08-2021]

      Algemene bepalingen afstamming (Afd. 1, Titel 11, Boek 1 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!