Ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed (Afd. 2, Titel 10, Boek 1 B.W.)
Inleiding ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed
Titel 10 van Boek 1 B.W. bevat twee afdelingen die gaan over scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. In afdeling 2 zijn de regels omtrent de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed opgenomen. De regeling omvat slechts 5 bepalingen (art. 1:179 B.W. tot en met art. 1:183 B.W.). Art. 1:184 t/m 1:196 B.W. zijn vervallen.
Bij een scheiding van tafel en bed wordt het huwelijk niet automatisch ontbonden. Als beide echtgenoten het huwelijk wel willen ontbinden, kan dat op hun verzoek zonder termijn worden uitgesproken (art. 1:181 B.W.). Als niet beide echtgenoten meewerken, kan één van de echtgenoten de rechter pas minimaal drie jaar na de scheiding om ontbinding verzoeken (art. 1:179 lid 1 B.W.). Deze termijn kan worden ingekort naar een jaar, indien een echtgenoot in zodanige matige schuldig maakt aan wangedrag, dat van de andere echtgenoot niet kan worden gevergd dat huwelijk langer voortbestaat (art. 1:179 lid 2 B.W.). Onder wangedrag valt bijvoorbeeld mishandeling (zie Rb. Maastricht 24 maart 2004 (vervroegde ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed wegens wangedrag).
Pensioenverweer scheiding van tafel en bed
De echtgenoot die door de ontbinding ernstig in zijn vooruitzichten op uitkeringen (nabestaandenpensioen) zou worden getroffen, kan verweer voeren tegen het verzoek om ontbinding. Deze voorziening kan bij het eindvonnis worden uitgesproken, maar het verweer kan ook in hoger beroep naar voren worden gebracht, mits de echtgenoot die het verweer voert niet zelf de ontbinding heeft verzocht. Het verzoek wordt dan niet eerder toegewezen dan voordat hieromtrent een voor beide echtgenoten billijke voorziening is getroffen (art. 1:180 lid 1 B.W.). Een dergelijke voorziening is doorgaans billijk indien de echtgenoot daarmee in zijn/haar levensonderhoud kan voorzien.
Verweer is niet mogelijk indien die echtgenoot zelf een voorziening kan treffen of voldoende financiële middelen heeft, waardoor een voorziening niet billijk is. Ook gaat het eerste lid niet op indien de andere echtgenoot zich in zodanige mate schuldig heeft gemaakt aan wangedrag dat van de echtgenoot die het verzoek heeft gedaan niet naar redelijkheid verstrekking van levensonderhoud zou kunnen worden gevergd (art. 1:180 lid 2 B.W.).
Bepalingen echtscheidingsrecht overeenkomstig van toepassing op ontbinding na scheiding tafel en bed
Art. 1:182 B.W. verklaart art. 1:154 lid 2 B.W. (intrekking verzoek om ontbinding) en art. 1:156 B.W. t/m art. 1:160 B.W. (alimentatie) van overeenkomstige toepassing.
In afwijking hiervan worden de termijnen voor alimentatie in art. 1:156 lid 3 B.W. en art. 1:157 lid 1 t/m 5 en lid 7 B.W. verminderd met de tijd waarin tijdens de scheiding van tafel en bed een alimentatieverplichting bestond.
Ook een verschil is dat de duur van het huwelijk wordt berekend tot de dag waarop de beschikking tot scheiding van tafel en bed is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister.
Totstandkoming ontbinding na scheiding tafel en bed
De ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed komt tot stand door inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand (art. 1:183 lid 1 B.W.).
Art. 1:163 lid 2 B.W. en art. 1:163 lid 3 B.W. zijn van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat de inschrijving geschiedt op verzoek van beide echtgenoten of één van hen.
De beschikking verliest haar kracht indien het verzoek niet binnen zes maanden wordt gedaan na het in kracht van gewijsde gaan van de beschikking. Ook is art. 1:166 B.W. van overeenkomstige toepassing: indien de partijen na de ontbinding weer hertrouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan, herleven alle gevolgen van het huwelijk van rechtswege.
Auteur & Last edit
[AvB, 30-07-2021]
Ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed (Afd. 2, Titel 10, Boek 1 B.W.)
Inleiding ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed
Titel 10 van Boek 1 B.W. bevat twee afdelingen die gaan over scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. In afdeling 2 zijn de regels omtrent de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed opgenomen. De regeling omvat slechts 5 bepalingen (art. 1:179 B.W. tot en met art. 1:183 B.W.). Art. 1:184 t/m 1:196 B.W. zijn vervallen.
Bij een scheiding van tafel en bed wordt het huwelijk niet automatisch ontbonden. Als beide echtgenoten het huwelijk wel willen ontbinden, kan dat op hun verzoek zonder termijn worden uitgesproken (art. 1:181 B.W.). Als niet beide echtgenoten meewerken, kan één van de echtgenoten de rechter pas minimaal drie jaar na de scheiding om ontbinding verzoeken (art. 1:179 lid 1 B.W.). Deze termijn kan worden ingekort naar een jaar, indien een echtgenoot in zodanige matige schuldig maakt aan wangedrag, dat van de andere echtgenoot niet kan worden gevergd dat huwelijk langer voortbestaat (art. 1:179 lid 2 B.W.). Onder wangedrag valt bijvoorbeeld mishandeling (zie Rb. Maastricht 24 maart 2004 (vervroegde ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed wegens wangedrag).
Pensioenverweer scheiding van tafel en bed
De echtgenoot die door de ontbinding ernstig in zijn vooruitzichten op uitkeringen (nabestaandenpensioen) zou worden getroffen, kan verweer voeren tegen het verzoek om ontbinding. Deze voorziening kan bij het eindvonnis worden uitgesproken, maar het verweer kan ook in hoger beroep naar voren worden gebracht, mits de echtgenoot die het verweer voert niet zelf de ontbinding heeft verzocht. Het verzoek wordt dan niet eerder toegewezen dan voordat hieromtrent een voor beide echtgenoten billijke voorziening is getroffen (art. 1:180 lid 1 B.W.). Een dergelijke voorziening is doorgaans billijk indien de echtgenoot daarmee in zijn/haar levensonderhoud kan voorzien.
Verweer is niet mogelijk indien die echtgenoot zelf een voorziening kan treffen of voldoende financiële middelen heeft, waardoor een voorziening niet billijk is. Ook gaat het eerste lid niet op indien de andere echtgenoot zich in zodanige mate schuldig heeft gemaakt aan wangedrag dat van de echtgenoot die het verzoek heeft gedaan niet naar redelijkheid verstrekking van levensonderhoud zou kunnen worden gevergd (art. 1:180 lid 2 B.W.).
Bepalingen echtscheidingsrecht overeenkomstig van toepassing op ontbinding na scheiding tafel en bed
Art. 1:182 B.W. verklaart art. 1:154 lid 2 B.W. (intrekking verzoek om ontbinding) en art. 1:156 B.W. t/m art. 1:160 B.W. (alimentatie) van overeenkomstige toepassing.
In afwijking hiervan worden de termijnen voor alimentatie in art. 1:156 lid 3 B.W. en art. 1:157 lid 1 t/m 5 en lid 7 B.W. verminderd met de tijd waarin tijdens de scheiding van tafel en bed een alimentatieverplichting bestond.
Ook een verschil is dat de duur van het huwelijk wordt berekend tot de dag waarop de beschikking tot scheiding van tafel en bed is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister.
Totstandkoming ontbinding na scheiding tafel en bed
De ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed komt tot stand door inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand (art. 1:183 lid 1 B.W.).
Art. 1:163 lid 2 B.W. en art. 1:163 lid 3 B.W. zijn van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat de inschrijving geschiedt op verzoek van beide echtgenoten of één van hen.
De beschikking verliest haar kracht indien het verzoek niet binnen zes maanden wordt gedaan na het in kracht van gewijsde gaan van de beschikking. Ook is art. 1:166 B.W. van overeenkomstige toepassing: indien de partijen na de ontbinding weer hertrouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan, herleven alle gevolgen van het huwelijk van rechtswege.
Auteur & Last edit
[AvB, 30-07-2021]
Ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed (Afd. 2, Titel 10, Boek 1 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!