Pagina inhoud

    Scheiding van tafel en bed (Afd. 1, Titel 10, Boek 1 B.W.)

    Inleiding scheiding van tafel en bed

    Titel 10 van Boek 1 B.W. bevat twee afdelingen die gaan over scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. In afdeling 1 wordt geregeld hoe de scheiding van tafel en bed tot stand komt, hoe deze wordt beëindigd en wat de gevolgen zijn. Effectief bevat de afdeling 5 bepalingen (art. 1:169 B.W. tot en met art. 1:176 B.W.). Verschillende bepalingen zijn vervallen, waaronder de eerste bepaling van de afdeling, art. 1:168 B.W. en de laatste, art. 1:177 B.W.. Evenals art. 1:170, art. 1:171, art. 1:171a en art. 1:172 B.W..

    Een scheiding van tafel en bed wil zeggen dat de samenleving tussen echtgenoten eindigt. Sinds 2001 zijn echtgenoten niet meer verplicht samen te wonen. Art. 1:168 B.W. is daarom vervallen (Stb. 2001, 275).

    Volgens art. 1:169 lid 1 B.W. kan scheiding van tafel en bed bij de rechter worden verzocht op dezelfde grond en wijze als echtscheiding. Zie voor de gronden voor en wijze van echtscheiding Titel 9 van Boek 1 B.W. Zo zijn de art. 1:151 B.W. en art. 1:154 B.W. t/m art. 1:159a B.W. van overeenkomstige toepassing (over duurzame ontwrichting, stelplicht, bewijslast en alimentatie).

    De alimentatietermijn vangt aan op de dag waarop de beschikking tot scheiding van tafel en bed is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, en de duur van het huwelijk wordt berekend tot die dag (art. 1:169 lid 2 B.W.). De alimentatieverplichting eindigt bij de ontbinding van het huwelijk (art. 1:169 lid 3 B.W.). Hierna zal de rechter opnieuw beslissen over de alimentatie.

    Gezag en omgang met minderjarige kinderen na scheiding tafel en bed

    De artikelen art. 1:170 B.W., art. 1:171 B.W., art. 1:171a B.W. en art. 1:172 B.W. regelden het gezag over en de omgang met minderjarige kinderen. Deze zijn in 1995 vervallen (Stb. 1995, 240) en tegenwoordig terug te vinden in Titel 14 Boek 1 B.W. en Titel 15 Boek 1 B.W..

    Totstandkoming scheiding van tafel en bed

    Op grond van art. 1:173 lid 1 B.W. komt scheiding van tafel en bed tot stand door inschrijving van de beschikking in het huwelijksgoederenregister (niet in de registers van de burgerlijke stand, want het huwelijk wordt niet ontbonden). De inschrijving geschiedt op verzoek van beide echtgenoten of één van hen (art. 1:173 lid 2 B.W.). Het verzoek moet binnen zes maanden na de dag waarop de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan worden gedaan, anders verliest deze haar kracht (art. 1:173 lid 3 B.W.).

    Gemeenschap van goederen en scheiding van tafel en bed

    Als er tussen de echtgenoten een gemeenschap van goederen bestaat, zal deze bij de scheiding van tafel en bed verdeeld moeten worden.

    Is deze gemeenschap, na aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór, door één van de echtgenoten benadeeld doordat hij schulden heeft gemaakt, goederen heeft verspild of zonder de vereiste toestemming rechtshandelingen als bedoeld in art. 1:88 B.W. heeft gemaakt? Dan is die echtgenoot verplicht de schade te vergoeden nadat de beschikking is ingeschreven (art. 1:174 lid 1 B.W.).

    De schadevergoeding zal moeten worden gevorderd door de benadeelde echtgenoot. De vordering verjaart na drie jaar na inschrijving van de beschikking (art. 1:174 lid 2 B.W.).

    Voorziening inzake woning en inboedel bij scheiding van tafel en bed

    Tegelijk met de beschikking tot scheiding van tafel en bed (maar daarna kan ook), kan een echtgenoot de rechter verzoeken om hem de bevoegdheid te verlenen om zes maanden na de inschrijving gebruik te blijven maken van de woning en inboedel (art. 1:175 lid 1 B.W.).

    Ook als die woning uitsluitend toebehoort aan de andere echtgenoot. Deze bevoegdheid kan niet worden tegengewerkt doordat de andere echtgenoot zonder toestemming rechtshandelingen pleegt ten nadele van de woning, zoals huuropzegging (art. 1:175 lid 2 B.W.). De rechter kan echter bepalen dat de rechtshandeling wel plaats mag vinden, indien de tot woongenot bevoegde echtgenoot zijn toestemming weigert of niet in staat is zijn wil kenbaar te maken, terwijl de andere echtgenoot de rechtshandeling op goede grond wil verrichten (art. 1:175 lid 3 B.W.).

    Beëindiging scheiding van tafel en bed (verzoening)

    De scheiding van tafel en bed eindigt door verzoening, op het moment dat zij gezamenlijk hebben verzocht en in het huwelijksgoederenregister hebben ingeschreven dat de scheiding is opgehouden met bestaan (art. 1:176 lid 1 B.W.).

    Alle gevolgen van het huwelijk herleven van rechtswege. Zijn ten tijde van de scheiding van tafel en bed rechtshandelingen gepleegd, dan wordt de geldigheid hiervan beoordeeld naar het tijdstip van de handeling (art. 1:176 lid 2 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [AvB, 30-07-2021]

    Scheiding van tafel en bed (Afd. 1, Titel 10, Boek 1 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Scheiding van tafel en bed (Afd. 1, Titel 10, Boek 1 B.W.)

      Inleiding scheiding van tafel en bed

      Titel 10 van Boek 1 B.W. bevat twee afdelingen die gaan over scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. In afdeling 1 wordt geregeld hoe de scheiding van tafel en bed tot stand komt, hoe deze wordt beëindigd en wat de gevolgen zijn. Effectief bevat de afdeling 5 bepalingen (art. 1:169 B.W. tot en met art. 1:176 B.W.). Verschillende bepalingen zijn vervallen, waaronder de eerste bepaling van de afdeling, art. 1:168 B.W. en de laatste, art. 1:177 B.W.. Evenals art. 1:170, art. 1:171, art. 1:171a en art. 1:172 B.W..

      Een scheiding van tafel en bed wil zeggen dat de samenleving tussen echtgenoten eindigt. Sinds 2001 zijn echtgenoten niet meer verplicht samen te wonen. Art. 1:168 B.W. is daarom vervallen (Stb. 2001, 275).

      Volgens art. 1:169 lid 1 B.W. kan scheiding van tafel en bed bij de rechter worden verzocht op dezelfde grond en wijze als echtscheiding. Zie voor de gronden voor en wijze van echtscheiding Titel 9 van Boek 1 B.W. Zo zijn de art. 1:151 B.W. en art. 1:154 B.W. t/m art. 1:159a B.W. van overeenkomstige toepassing (over duurzame ontwrichting, stelplicht, bewijslast en alimentatie).

      De alimentatietermijn vangt aan op de dag waarop de beschikking tot scheiding van tafel en bed is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, en de duur van het huwelijk wordt berekend tot die dag (art. 1:169 lid 2 B.W.). De alimentatieverplichting eindigt bij de ontbinding van het huwelijk (art. 1:169 lid 3 B.W.). Hierna zal de rechter opnieuw beslissen over de alimentatie.

      Gezag en omgang met minderjarige kinderen na scheiding tafel en bed

      De artikelen art. 1:170 B.W., art. 1:171 B.W., art. 1:171a B.W. en art. 1:172 B.W. regelden het gezag over en de omgang met minderjarige kinderen. Deze zijn in 1995 vervallen (Stb. 1995, 240) en tegenwoordig terug te vinden in Titel 14 Boek 1 B.W. en Titel 15 Boek 1 B.W..

      Totstandkoming scheiding van tafel en bed

      Op grond van art. 1:173 lid 1 B.W. komt scheiding van tafel en bed tot stand door inschrijving van de beschikking in het huwelijksgoederenregister (niet in de registers van de burgerlijke stand, want het huwelijk wordt niet ontbonden). De inschrijving geschiedt op verzoek van beide echtgenoten of één van hen (art. 1:173 lid 2 B.W.). Het verzoek moet binnen zes maanden na de dag waarop de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan worden gedaan, anders verliest deze haar kracht (art. 1:173 lid 3 B.W.).

      Gemeenschap van goederen en scheiding van tafel en bed

      Als er tussen de echtgenoten een gemeenschap van goederen bestaat, zal deze bij de scheiding van tafel en bed verdeeld moeten worden.

      Is deze gemeenschap, na aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór, door één van de echtgenoten benadeeld doordat hij schulden heeft gemaakt, goederen heeft verspild of zonder de vereiste toestemming rechtshandelingen als bedoeld in art. 1:88 B.W. heeft gemaakt? Dan is die echtgenoot verplicht de schade te vergoeden nadat de beschikking is ingeschreven (art. 1:174 lid 1 B.W.).

      De schadevergoeding zal moeten worden gevorderd door de benadeelde echtgenoot. De vordering verjaart na drie jaar na inschrijving van de beschikking (art. 1:174 lid 2 B.W.).

      Voorziening inzake woning en inboedel bij scheiding van tafel en bed

      Tegelijk met de beschikking tot scheiding van tafel en bed (maar daarna kan ook), kan een echtgenoot de rechter verzoeken om hem de bevoegdheid te verlenen om zes maanden na de inschrijving gebruik te blijven maken van de woning en inboedel (art. 1:175 lid 1 B.W.).

      Ook als die woning uitsluitend toebehoort aan de andere echtgenoot. Deze bevoegdheid kan niet worden tegengewerkt doordat de andere echtgenoot zonder toestemming rechtshandelingen pleegt ten nadele van de woning, zoals huuropzegging (art. 1:175 lid 2 B.W.). De rechter kan echter bepalen dat de rechtshandeling wel plaats mag vinden, indien de tot woongenot bevoegde echtgenoot zijn toestemming weigert of niet in staat is zijn wil kenbaar te maken, terwijl de andere echtgenoot de rechtshandeling op goede grond wil verrichten (art. 1:175 lid 3 B.W.).

      Beëindiging scheiding van tafel en bed (verzoening)

      De scheiding van tafel en bed eindigt door verzoening, op het moment dat zij gezamenlijk hebben verzocht en in het huwelijksgoederenregister hebben ingeschreven dat de scheiding is opgehouden met bestaan (art. 1:176 lid 1 B.W.).

      Alle gevolgen van het huwelijk herleven van rechtswege. Zijn ten tijde van de scheiding van tafel en bed rechtshandelingen gepleegd, dan wordt de geldigheid hiervan beoordeeld naar het tijdstip van de handeling (art. 1:176 lid 2 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [AvB, 30-07-2021]

      Scheiding van tafel en bed (Afd. 1, Titel 10, Boek 1 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!