Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende omzettingen (Titel 7A, Boek 2 B.W.)
Inleiding bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende omzettingen
Met de invoering van de is per 1 september aan Boek 2 B.W. een nieuwe Titel toegevoegd, die ziet op grensoverschrijdende omzettingen. De nieuwe Titel omvat 17 bepalingen (art. 2:335 B.W. tot en met art. 2:335p B.W.). Daarbij is het oorspronkelijke art. 2:335 B.W. (de eerste bepaling van Titel 8) vernummerd naar art. 2:335q B.W..
Hieronder volgt de nieuwe wettekst. De toelichting bij deze bepalingen zal gaandeweg worden toegevoegd naarmate hier ontwikkelingen in rechtspraak of literatuur over te melden zijn.
Toepasselijkheid Titel 7A Bijzondere bepalingen grensoverschrijdende omzettingen
Deze titel is van toepassing indien een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt omgezet in een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (art. 2:335 lid 1 B.W.).
De grensoverschrijdende omzetting beëindigt het bestaan van de vennootschap niet (art. 2:335 lid 2 B.W.).
Deze titel is niet van toepassing op een vennootschap die een icbe is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (art. 2:335 lid 3 B.W.).
De artikelen 18, 71, 72, 181, 182 en 183 zijn niet van toepassing bij een grensoverschrijdende omzetting (art. 2:335a lid 1 B.W.).
Ontbonden vennootschap mag niet grensoverschrijdend worden omgezet
Een ontbonden naamloze of besloten vennootschap mag niet grensoverschrijdend worden omgezet, indien reeds uit hoofde van de vereffening een uitkering is gedaan (art. 2:335a lid 2 B.W.).
De grensoverschrijdende omzetting van een naamloze of besloten vennootschap is uitgesloten gedurende faillissement of surséance van betaling. De grensoverschrijdende omzetting van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte in een naamloze of besloten vennootschap is uitgesloten wanneer deze kapitaalvennootschap naar het recht van de andere lidstaat zich bevindt in een insolventieprocedure in de zin van de verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU 2015, L 141) (art. 2:335a lid 3 B.W.).
Voorstel tot grensoverschrijdende omzetting
Het bestuur van de om te zetten vennootschap stelt een voorstel tot omzetting op (art. 2:335b lid 1 B.W.).
Dit voorstel moet op grond van art. 2:335b lid 2 B.W. ten minste vermelden:
a. de rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de om te zetten vennootschap;
b. de rechtsvorm, naam en statutaire zetel die voor de omgezette vennootschap worden voorgesteld;
c. de statuten van de vennootschap zoals die zullen luiden na de omzetting;
d. het voorgestelde indicatieve tijdschema voor de omzetting;
e. welke rechten of vergoedingen ten laste van de omgezette vennootschap worden toegekend aan degenen die anders dan als aandeelhouder bijzondere rechten hebben jegens de om te zetten vennootschap, zoals rechten op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen, en met ingang van welk tijdstip de toekenning geschiedt;
f. welke voordelen in verband met de omzetting worden toegekend aan een bestuurder of commissaris van de om te zetten vennootschap of aan een ander die bij de omzetting is betrokken;
g. of de om te zetten vennootschap in Nederland gedurende de voorafgaande vijf jaar stimulansen of subsidies heeft ontvangen;
h. de waarschijnlijke gevolgen van de omzetting voor de werkgelegenheid;
i. indien van toepassing informatie over de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 335o in de omgezette vennootschap;
j. een nadere omschrijving van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 335i; en
k. de aan schuldeisers geboden waarborgen, zoals garanties of pandrechten.
Het voorstel tot omzetting wordt ondertekend door de bestuurders van de om te zetten vennootschap; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt (art. 2:335b lid 3 B.W.)
Het voorstel tot omzetting moet worden goedgekeurd door de raad van commissarissen van de om te zetten vennootschap en wordt door de commissarissen mede ondertekend; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt (art. 2:335b lid 4 B.W.)
Kennisgeving voorgenomen grensoverschrijdende omzetting
Het bestuur van de om te zetten vennootschap stelt een kennisgeving op gericht aan de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, aan de werknemers van de om te zetten vennootschap, dat zij uiterlijk vijf werkdagen voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de omzetting overeenkomstig artikel 335h lid 1, bij de vennootschap opmerkingen kunnen indienen betreffende het omzettingsvoorstel. Deze opmerkingen worden onmiddellijk na ontvangst neergelegd op het adres, bedoeld in artikel 335f lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 van artikel 335f zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335c B.W.)
Toelichting Voor de werknemers wordt een schriftelijke toelichting gegeven over:motieven voor grensoverschrijdende omzetting
In een schriftelijke toelichting geeft het bestuur van de om te zetten vennootschap de redenen voor de omzetting met een uiteenzetting over de verwachte gevolgen voor de werkzaamheden en een toelichting uit juridisch, economisch en sociaal oogpunt. De schriftelijke toelichting bevat een deel voor de aandeelhouders en een deel voor de werknemers. Het bestuur kan er ook voor kiezen om twee schriftelijke toelichtingen op te stellen voor de aandeelhouders en de werknemers (art. 2:335d lid 1 B.W.).
Volgens art. 2:335d lid 2 B.W. moet voor de aandeelhouders een schriftelijke toelichting gegeven worden over:
a. de methode of methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 335i;
b. of deze methode of methoden in het gegeven geval passen;
c. tot welke waardering elke gebruikte methode leidt;
d. indien meer dan één methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd;
e. welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij de bepaling van de methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel;
f. de gevolgen van de omzetting voor de aandeelhouders; en
g. de rechten en de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de aandeelhouders op grond van art. 2:335i B.W..
De toelichting voor de aandeelhouders, bedoeld in lid 2, is niet vereist indien de aandeelhouders van de om te zetten vennootschap daarmee instemmen of indien alle aandelen in het kapitaal van de om te zetten vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder (art. 2:335d lid 3 B.W.).
Voor de werknemers moet krachtens art. 2:335d lid 4 B.W. een schriftelijke toelichting gegeven over:
a. de gevolgen van de omzetting voor de arbeidsrelaties en, in voorkomend geval, alle maatregelen om die arbeidsrelaties te borgen;
b. materiële wijzigingen van de toepasselijke arbeidsvoorwaarden of van vestigingsplaatsen van de vennootschap; en
c. de vraag hoe de in de onderdelen a en b bedoelde factoren van invloed zijn op dochtermaatschappijen van de om te zetten vennootschap.
De toelichting voor de werknemers, bedoeld in lid 4, hoeft niet te worden gegeven indien alle werknemers van de om te zetten vennootschap en, in voorkomend geval, van haar dochtermaatschappijen tot het bestuur behoren of indien de om te zetten vennootschap en, in voorkomend geval, haar dochtermaatschappijen geen werknemers hebben (art. 2:335d lid 5 B.W.).
Onverminderd het bepaalde in artikel 335f lid 2 zijn uiterlijk zes weken voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de omzetting overeenkomstig artikel 335h lid 1, de schriftelijke toelichting en, indien beschikbaar, het omzettingsvoorstel minstens elektronisch toegankelijk voor de aandeelhouders en voor de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, voor werknemers van de om te zetten vennootschap (art. 2:335d lid 6 B.W.).
Indien de ondernemingsraad van de om te zetten vennootschap of een vereniging van werknemers die werknemers van de vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen heeft ingediend overeenkomstig artikel 335c of artikel 335f lid 4, wordt het advies of de opmerkingen aan de schriftelijke toelichting gehecht (art. 2:335d lid 7 B.W.).
Een schriftelijke toelichting is niet vereist indien overeenkomstig de leden 3 en 5 zowel de toelichting voor de aandeelhouders als de toelichting voor de werknemers niet hoeft te worden gegeven (art. 2:335d lid 8 B.W.).
Accountantsverklaring bij grensoverschrijdende omzetting
Een door het bestuur aangewezen accountant als bedoeld in art. 2:393 B.W. moet het voorstel tot omzetting onderzoeken en moet verklaren of de voorgestelde schadeloosstelling bij toepassing van artikel 335i, mede gelet op de bijgevoegde stukken, naar zijn oordeel redelijk is. Bij de beoordeling van de schadeloosstelling houdt de accountant rekening met de eventuele marktprijs van de aandelen in de om te zetten vennootschap vóór de aankondiging van het omzettingsvoorstel, of met de waarde van de vennootschap, exclusief de gevolgen van de voorgestelde omzetting, zoals bepaald volgens algemeen aanvaarde waarderingsmethoden. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stelt de accountant zijn verklaring op met inachtneming daarvan (art. 2:335e lid 1 B.W.).
De accountant moet tevens een verslag opstellen, waarin hij zijn oordeel geeft over de mededelingen, bedoeld in art. 2:335d lid 2 B.W., onderdelen a tot en met e (art. 2:335e lid 2 B.W.).
De leden 1 en 2 van dit artikel blijven buiten toepassing indien de aandeelhouders van een om te zetten vennootschap daarmee instemmen. De leden 1 en 2 blijven voorts buiten toepassing indien alle aandelen in het kapitaal van een om te zetten vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder (art. 2:335e lid 3 B.W.).
Deponering bij handelsregister informatie grensoverschrijdende omzetting
De om te zetten vennootschap moet krachtens art. 2:335f lid 1 B.W. ten kantore van het handelsregister neerleggen of maakt langs elektronische weg bij het handelsregister openbaar maken:
a. het voorstel tot omzetting;
b. de kennisgeving, bedoeld in art. 2:335c B.W.; en
c. de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 335e lid 1.
Tegelijkertijd legt het bestuur de stukken samen met de schriftelijke toelichting van het bestuur op het voorstel en het verslag van de accountant, bedoeld in artikel 335e lid 2, neer ten kantore van de om te zetten vennootschap of, bij gebreke van een kantoor, aan de woonplaats van een bestuurder, of maakt deze langs elektronische weg toegankelijk. De stukken liggen tot het tijdstip van de omzetting, ter inzage of zijn elektronisch toegankelijk, voor de aandeelhouders en voor hen die een bijzonder recht jegens de vennootschap hebben, zoals een recht op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen. In dit tijdvak kunnen zij kosteloos een afschrift daarvan verkrijgen. Een afschrift mag elektronisch worden verstrekt als zij daarmee hebben ingestemd. De vennootschap is niet gehouden om afschriften te verstrekken in het geval de aandeelhouders en degene die een bijzonder recht jegens de vennootschap hebben de mogelijkheid hebben om een elektronisch afschrift van de stukken op te slaan (art. 2:335f lid 2 B.W.).
De om te zetten vennootschap kondigt in de Staatscourant aan dat de stukken zijn neergelegd of raadpleegbaar zijn, met opgave van de openbare registers waar zij liggen of elektronisch toegankelijk zijn en van het adres waar zij krachtens lid 2 ter inzage liggen of elektronisch toegankelijk zijn (art. 2:335f lid 3 B.W.).
Indien de ondernemingsraad of medezeggenschapsraad van de om te zetten vennootschap of een vereniging van werknemers die werknemers van die vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen indient, worden deze tegelijk met het voorstel tot omzetting of onmiddellijk na ontvangst neergelegd op het adres, bedoeld in lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335f lid 4 B.W.).
Indien het bestuur het voorstel tot omzetting wijzigt, zijn de leden 1 tot en met 4 van overeenkomstige toepassing (art. 2:335f lid 5 B.W.).
Inzagerecht certificaathouders bij grensoverschrijdende omzetting
Art. 2:335f lid 2 B.W. geldt ook ten behoeve van houders van met medewerking van een naamloze vennootschap uitgegeven certificaten van haar aandelen en ten behoeve van degenen aan wie op grond van art. 2:227 lid 2 B.W. het vergaderrecht toekomt in een besloten vennootschap (art. 2:335g B.W.).
Besluitvorming grensoverschrijdende omzetting in de AVA
Het besluit tot omzetting wordt genomen door de algemene vergadering. Het besluit mag niet afwijken van het voorstel tot omzetting (art. 2:335h lid 1 B.W.).
Een besluit tot omzetting kan eerst worden genomen na verloop van een maand na de dag waarop de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het voorstel tot omzetting heeft aangekondigd (art. 2:335h lid 2 B.W.).
Voor het besluit tot omzetting van de algemene vergadering is een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen vereist (art. 2:335h lid 3 B.W.).
In de statuten kan een meerderheid van meer dan twee derden van de uitgebrachte stemmen worden vereist of worden vereist dat in de vergadering meer dan twee derden van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd, met dien verstande dat deze in de statuten vereiste meerderheid niet meer mag bedragen dan 90% en dat in de statuten niet mag worden vereist dat in de vergadering meer dan 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd (art. 2:335h lid 4 B.W.).
Art. 2:226 lid 2 B.W. en art. 2:231 lid 4 B.W. zijn niet van toepassing ten aanzien van een besluit tot omzetting (art. 2:335h lid 5 B.W.).
De notulen van de algemene vergadering waarin tot omzetting wordt besloten, worden opgemaakt bij notariële akte (art. 2:335h lid 6 B.W.).
Schadeloosstelling tegenstemmende aandeelhouder bij grensoverschrijdende omzetting
De aandeelhouder van de om te zetten vennootschap die tegen het omzettingsvoorstel heeft gestemd, alsmede iedere houder van aandelen zonder stemrecht, kan een verzoek bij deze vennootschap indienen tot schadeloosstelling binnen een maand na de datum van het besluit tot omzetting als bedoeld in art. 2:335h lid 1 B.W.. De vennootschap geeft een elektronisch adres op waarop dit verzoek kan worden ontvangen (art. 2:335i lid 1 B.W.).
De aandelen waarop het verzoek betrekking heeft, vervallen op het moment dat de omzetting van kracht wordt (art. 2:335i lid 2 B.W.).
Voor de toepassing van dit artikel worden met aandeelhouders gelijkgesteld de houders van certificaten van aandelen als bedoeld in art. 2:118a B.W. (art. 2:335i lid 3 B.W.).
De aandeelhouder die een verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde schadeloosstelling niet redelijk is, kan een aanvullende schadeloosstelling verzoeken, te bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de datum van het besluit tot omzetting als bedoeld in artikel 335h lid 1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding (art. 2:335i lid 4 B.W.).
De bepaling van de hoogte van de schadeloosstelling door de onafhankelijke deskundigen als bedoeld in het vorige lid is bindend voor alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die een verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding alleen bindend voor de partijen bij die overeenkomst (art. 2:335i lid 5 B.W.).
Zekerheidstelling schadeloosstelling
De om te zetten vennootschap moet, op straffe van gegrondverklaring van een verzet als bedoeld in het volgende lid, voor iedere schuldeiser van deze vennootschap die dit verlangt zekerheid stellen of hem een andere waarborg geven voor de voldoening van zijn vordering. Dit geldt niet, indien de schuldeiser voldoende waarborgen heeft of de vermogenstoestand van de vennootschap na de omzetting niet minder waarborg zal bieden dat de vordering zal worden voldaan, dan er voordien is (art. 2:335j lid 1 B.W.).
Tot drie maanden nadat de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het voorstel tot omzetting heeft aangekondigd, kan iedere schuldeiser door het indienen van een verzoek bij de rechtbank tegen het voorstel tot omzetting in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd. De rechtbank wijst het verzoek af, indien de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vermogenstoestand van de vennootschap na de omzetting minder waarborg zal bieden dat de vordering zal worden voldaan, en dat van de vennootschap niet voldoende waarborgen zijn verkregen (art. 2:335j lid 2 B.W.).
Voordat de rechter beslist, kan hij de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door hem gestelde termijn een door hem omschreven waarborg te geven (art. 2:335j lid 3 B.W.).
Indien tijdig verzet is gedaan, mag de verklaring in de zin van artikel 335l lid 2 door de notaris eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet uitvoerbaar is (art. 2:335j lid 4 B.W.).
Indien de verklaring in de zin van artikel 335l lid 2 al door de notaris is afgegeven, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen van een door hem omschreven waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden (art. 2:335j lid 5 B.W.).
De op grond van dit artikel aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn afhankelijk van de voorwaarde dat de omzetting van kracht wordt (art. 2:335j lid 6 B.W.).
Statutaire zetel in Nederland gehandhaafd voor schuldeisers
De vennootschap waarvan de statutaire zetel is verplaatst van Nederland naar een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte ten gevolge van een grensoverschrijdende omzetting, wordt met betrekking tot vorderingen van schuldeisers van de vennootschap die zijn ontstaan voor de dag waarop de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het omzettingsvoorstel heeft aangekondigd, geacht haar statutaire zetel in Nederland te hebben indien de vordering tegen de vennootschap wordt ingeleid binnen twee jaar nadat de omzetting van kracht is geworden (art. 2:335k B.W.).
Ingangsdatum grensoverschrijdende omzetting
Indien de om te zetten vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, wordt de grensoverschrijdende omzetting van kracht op de wijze en de datum bepaald door het recht van de lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte waar de omgezette vennootschap haar statutaire zetel zal hebben (art. 2:335l lid 1 B.W.).
Verklaring notaris dat aan de vormvoorschriften voor grensoverschrijdende omzetting is voldaan
De notaris verklaart op aanvraag van de om te zetten vennootschap naar Nederlands recht dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende omzetting en dat voor het overige de daarvoor in deze titel en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd. De notaris onderzoekt daartoe de door de vennootschap bij de aanvraag ingediende documenten en informatie, bedoeld in het volgende lid, en, indien van toepassing, de vermelding door de vennootschap dat de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap overeenkomstig artikel 335o lid 3 van start is gegaan (art. 2:335l lid 2 B.W.).
Bij de aanvraag van de verklaring van de notaris worden krachtens art. 2:335l lid 3 B.W. door de om te zetten vennootschap ten minste de volgende stukken overlegd:
a. het omzettingsvoorstel;
b. de schriftelijke toelichting en in voorkomend geval het advies of opmerkingen, genoemd in artikel 335f lid 4, alsmede de verklaring en het verslag van de accountant, genoemd in artikel 335e, indien zij beschikbaar zijn;
c. alle overeenkomstig artikel 335c ingediende opmerkingen van de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, de werknemers van de om te zetten vennootschap;
d. informatie over het besluit tot omzetting genomen door de algemene vergadering overeenkomstig artikel 335h lid 1;
e. informatie over het aantal werknemers ten tijde van het opstellen van het omzettingsvoorstel;
f. informatie over het bestaan van dochtermaatschappijen en hun respectieve woonplaats; en
g. informatie over de nakoming van verbintenissen van de vennootschap ten aanzien van overheidsinstanties.
De aanvraag van de verklaring, waaronder de indiening van documenten en informatie, door de om te zetten vennootschap kan langs elektronische weg worden verricht.
De notaris kan de verklaring, bedoeld in lid 2, eerst afgeven indien geen verzoek tot schadeloosstelling als bedoeld in artikel 335i lid 1 is ingediend, indien de schadeloosstelling is betaald of, indien een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 4 is ingediend, nadat de onafhankelijke deskundigen over het verzoek hebben beslist en de door deze deskundigen bepaalde schadeloosstelling is betaald. De vorige zin is niet van toepassing in het geval de vennootschap heeft besloten dat zij de schadeloosstelling zal voldoen na het van kracht worden van de omzetting. In dat geval vermeldt de notaris in de verklaring dat een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 1 en, indien van toepassing, een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 4 is ingediend en voldoet de omgezette vennootschap binnen twee maanden na het van kracht worden van de omzetting de schadeloosstelling. De notaris vermeldt tevens wanneer de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel 335j lid 2, is verstreken of zal verstrijken (art. 2:335l lid 4 B.W.).
De notaris geeft de verklaring, bedoeld in lid 2, af binnen drie maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen. De notaris geeft de verklaring niet af, indien hij vaststelt dat de vormvoorschriften of de overige voor de grensoverschrijdende omzetting gegeven voorschriften als bedoeld in lid 2 niet zijn nageleefd. De notaris stelt de om te zetten vennootschap in kennis van de redenen voor zijn besluit. De notaris kan de vennootschap de mogelijkheid bieden om binnen een passende termijn aan de relevante vormvoorschriften of overige voor de grensoverschrijdende omzetting gegeven voorschriften te voldoen. Deze termijn eindigt in ieder geval maximaal acht maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen (art. 2:335l lid 5 B.W.).
Onverminderd artikel 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt, geeft de notaris de verklaring, bedoeld in lid 2, niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden (art. 2:335l lid 6 B.W.).
Ingevolge art. 2:335l lid 7 B.W. neemt de notaris de relevante feiten en omstandigheden in aanmerking, waarvan hij in het kader van de beoordeling van de afgifte van de verklaring kennis heeft genomen, indien hij bij de beoordeling van de afgifte van de verklaring ernstige twijfels heeft of de grensoverschrijdende omzetting is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden. De notaris kan ten behoeve van zijn beoordeling, in voorkomend geval:
a. de vennootschap of de relevante instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende omzetting van een lidstaat of lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte om informatie en documenten vragen; en
b. een beroep doen op één of meer onafhankelijke deskundigen.
De kosten die verband houden met deze beoordeling door de notaris worden gedragen door de aanvrager van de verklaring.
Wanneer het voor de beoordeling, bedoeld in het vorige lid, noodzakelijk is om rekening te houden met aanvullende informatie of om aanvullende onderzoeksactiviteiten te verrichten, kan de notaris de termijn van drie maanden, bedoeld in lid 5, voor drie maanden verlengen. Wanneer het vanwege de complexiteit van de grensoverschrijdende omzetting niet mogelijk is de beoordeling uit te voeren binnen zes maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen, stelt de notaris de aanvrager van de verklaring voor het verstrijken van deze termijn in kennis van de redenen voor de vertraging. De notaris geeft de verklaring niet af indien zijn ernstige twijfels als bedoeld in lid 7 niet zijn weggenomen binnen een termijn van maximaal negen maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen (art. 2:335l lid 8 B.W.).
De notaris legt de verklaring, bedoeld in lid 2, neer ten kantore van het handelsregister. De beheerder van het handelsregister deelt de verklaring met het register van de lidstaat waar de omgezette vennootschap wordt ingeschreven (art. 2:335l lid 9 B.W.).
Omzetting buitenlandse kapitaalvennootschap naar Nederlandse
Indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een vennootschap naar Nederlands recht is een notariële akte van omzetting vereist en wordt deze omzetting van kracht met ingang van de dag na die waarop de notaris deze akte heeft verleden. De notaris verklaart op aanvraag van de om te zetten vennootschap aan de voet van de akte van omzetting dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende omzetting, dat voor het overige de daarvoor in deze titel en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd, en, indien van toepassing, dat de regelingen met betrekking tot medezeggenschap zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 335o. Daartoe vraagt de notaris bij het handelsregister het aan de omzetting voorafgaand attest op dat door de bevoegde instantie of instanties van een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is afgegeven aan de om te zetten vennootschap. Daarbij aanvaardt hij dit aan de omzetting voorafgaande attest als afdoend bewijs dat de toepasselijke aan de omzetting voorafgaande procedures en formaliteiten correct zijn verricht naar het recht van die lidstaat. Artikel 66 onderscheidenlijk 177 is van overeenkomstige toepassing (art. 2:335m lid 1 B.W.).
Voor de aanvraag van de verklaring als bedoeld in lid 1 deelt de om te zetten vennootschap met de notaris het besluit tot omzetting van de algemene vergadering. De aanvraag van de verklaring als bedoeld in de eerste zin en de indiening van informatie en documenten door de vennootschap kan langs elektronische weg bij de notaris geschieden (art. 2:335m lid 2 B.W.).
In geval van omzetting in een naamloze vennootschap wordt aan de akte van omzetting een verklaring gehecht van een accountant als bedoeld in artikel 393, waaruit blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap op een dag binnen zes maanden voor de omzetting ten minste het bedrag beloopt van het gestorte deel van het geplaatste kapitaal volgens de akte van omzetting; bij het eigen vermogen mag de waarde worden geteld van hetgeen na die dag uiterlijk onverwijld na de omzetting op aandelen zal worden gestort (art. 2:335m lid 3 B.W.).
De omgezette vennootschap doet de omzetting binnen acht dagen na het verlijden van de akte van omzetting inschrijven in het handelsregister. De omgezette vennootschap doet aan het handelsregister opgave van het register van de lidstaat waar de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting en staat ingeschreven, tezamen met het inschrijvingsnummer van de vennootschap. Daarbij wordt een afschrift van de akte van omzetting met de notariële verklaring aan de voet daarvan ten kantore van het handelsregister neergelegd (art. 2:335m lid 4 B.W.).
De omgezette vennootschap doet binnen een maand opgave van de omzetting ter inschrijving in de registers waarin zij moet zijn en moet worden ingeschreven (art. 2:335m lid 5 B.W.).
Mededeling handelsregister aan handelsregister vorige Lidstaat
De beheerder van het handelsregister waar de omgezette vennootschap is ingeschreven, doet onverwijld na de inschrijving van de omzetting mededeling aan het register van de lidstaat waar de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting en staat ingeschreven. De beheerder van het handelsregister waar de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting en staat ingeschreven, haalt deze inschrijving door onverwijld na ontvangst van een mededeling als bedoeld in de vorige zin (art. 2:335n lid 1 B.W.).
De beheerder van het handelsregister waar de omgezette vennootschap staat ingeschreven, schrijft in het register in dat de registratie van de omgezette vennootschap het gevolg is van een grensoverschrijdende omzetting, tezamen met de datum van deze registratie en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de omgezette vennootschap respectievelijk van de om te zetten vennootschap (art. 2:335n lid 2 B.W.).
De beheerder van het handelsregister waar de om te zetten vennootschap stond ingeschreven, schrijft in het register in dat de doorhaling van de om te zetten vennootschap uit het register het gevolg is van een grensoverschrijdende omzetting, tezamen met de datum van de doorhaling en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de om te zetten vennootschap respectievelijk de omgezette vennootschap (art. 2:335mn lid 3 B.W.).
Medezeggenschap bij grensoverschrijdende omzetting
In dit artikel wordt onder regelingen met betrekking tot medezeggenschap verstaan regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:335o lid 1 B.W.).
De omgezette vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht (art. 2:335o lid 2 B.W.).
In afwijking van lid 2 wordt op grond van art. 2:335o lid 3 B.W. de medezeggenschap bij een omgezette vennootschap geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12 leden twee en vier van Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) en de leden vier tot en met veertien en lid zestien, indien:
a. bij de om te zetten vennootschap in de zes maanden voorafgaand aan de datum van neerlegging of openbaarmaking van het omzettingsvoorstel bedoeld in artikel 335f een gemiddeld aantal werknemers werkzaam is van vier vijfde van de toepasselijke drempel inzake werknemersmedezeggenschap als neergelegd in de nationale wetgeving van toepassing op de om te zetten vennootschap, of
b. indien de nationale wetgeving van toepassing op een omgezette vennootschap niet voorziet in ten minste hetzelfde niveau van medezeggenschap dat van toepassing is op de vennootschap vóór de grensoverschrijdende omzetting, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevende orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, of
c. indien de nationale wetgeving van toepassing op de omgezette vennootschap niet voorschrijft dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de omgezette vennootschap hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als de werknemers in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht.
De om te zetten vennootschap stelt zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het omzettingsvoorstel een bijzondere onderhandelingsgroep in overeenkomstig de artikelen 1:7, 1:8, 1:9 leden 1, 7 en 8 en 1:10 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. De artikelen 1:4, 1:16 en 1:26 lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335o lid 4 B.W.).
De om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep stellen in een schriftelijke overeenkomst regelingen met betrekking tot de medezeggenschap vast met inachtneming van de artikelen 1:11 en 1:12 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:335o lid 5 B.W.).
De overeenkomst regelt ten minste de aangelegenheden, bedoeld in artikelen 1:18 lid 1, onderdelen a, h, i en j, en lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. Artikel 1:18 lid 6 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen is van overeenkomstige toepassing. De overeenkomst voorziet ten minste in dezelfde mate in elk aspect van de rol van de werknemers als bij de om te zetten vennootschap het geval is (art. 2:335o lid 6 B.W.).
De onderhandelingen beginnen op het tijdstip waarop de eerste vergadering van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden en kunnen worden voortgezet gedurende een periode van zes maanden. De om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep kunnen in gezamenlijk overleg besluiten de onderhandelingsperiode te verlengen tot ten hoogste één jaar, te rekenen vanaf het tijdstip in de vorige zin (art. 2:335o lid 7 B.W.).
De besluitvorming van de bijzondere onderhandelingsgroep vindt plaats overeenkomstig artikel 1:14 leden 1 en 2 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:335o lid 8 B.W.).
Indien er in de om te zetten vennootschap geen regelingen met betrekking tot medezeggenschap van toepassing zijn, kan de bijzondere onderhandelingsgroep besluiten om af te zien van het openen van onderhandelingen of tot het beëindigen van reeds geopende onderhandelingen. Een zodanig besluit van de bijzondere onderhandelingsgroep behoeft een meerderheid van twee derde van haar aantal leden, tevens vertegenwoordigende twee derde van de werknemers. Dit besluit heeft tot gevolg dat de omgezette vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die van toepassing zijn in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht (art. 2:335o lid 9 B.W.).
Indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een vennootschap naar Nederlands recht, wordt de uitwerking van de medezeggenschap in de statuten vastgelegd (art. 2:335o lid 10 B.W.).
De algemene vergadering kan aan het besluit tot omzetting als bedoeld in art. 2:335h B.W. de voorwaarde verbinden dat zij de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap goedkeurt. De algemene vergadering kan bij het besluit tot goedkeuring machtiging verlenen in de statuten de veranderingen aan te brengen die nodig zijn voor het vastleggen van de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap (art. 2:335o lid 11 B.W.).
Indien er binnen de in lid 7 bedoelde termijn geen overeenkomst is gesloten, de om te zetten vennootschap ermee besluit in te stemmen dat de referentievoorschriften worden toegepast en de bijzondere onderhandelingsgroep geen besluit heeft genomen als bedoeld in lid 9, heeft dat tot gevolg dat de referentievoorschriften voor regelingen met betrekking tot medezeggenschap, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, vanaf de datum dat de omzetting van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing zijn op de omgezette vennootschap (art. 2:335o lid 12 B.W.).
De referentievoorschriften, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, zijn vanaf de datum dat de omzetting van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing op de omgezette vennootschap indien de om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep dit overeenkomen (art. 2:335o lid 13 B.W.).
Artikel 1:5 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen en artikel 670 leden 4, 10 onderdeel a en 12 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335o lid 14 B.W.).
Indien een omgezette vennootschap binnen vier jaar na het van kracht worden van de omzetting deelneemt aan een binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing als bedoeld in deze of de volgende titel, zijn de leden een tot en met veertien van overeenkomstige toepassing (art. 2:335o lid 15 B.W.).
De om te zetten vennootschap stelt de vertegenwoordigers van haar werknemers, dan wel, bij het ontbreken daarvan, de werknemers onverwijld in kennis van de resultaten van de onderhandelingen (art. 2:335o lid 16 B.W.).
Geen nietigheid of vernietiging grensoverschrijdende omzetting
De nietigheid of vernietiging van een omzetting op grond van deze titel kan niet worden uitgesproken (art. 2:335p B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 2-09-2023]
Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende omzettingen (Titel 7A, Boek 2 B.W.)
Inleiding bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende omzettingen
Met de invoering van de is per 1 september aan Boek 2 B.W. een nieuwe Titel toegevoegd, die ziet op grensoverschrijdende omzettingen. De nieuwe Titel omvat 17 bepalingen (art. 2:335 B.W. tot en met art. 2:335p B.W.). Daarbij is het oorspronkelijke art. 2:335 B.W. (de eerste bepaling van Titel 8) vernummerd naar art. 2:335q B.W..
Hieronder volgt de nieuwe wettekst. De toelichting bij deze bepalingen zal gaandeweg worden toegevoegd naarmate hier ontwikkelingen in rechtspraak of literatuur over te melden zijn.
Toepasselijkheid Titel 7A Bijzondere bepalingen grensoverschrijdende omzettingen
Deze titel is van toepassing indien een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt omgezet in een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (art. 2:335 lid 1 B.W.).
De grensoverschrijdende omzetting beëindigt het bestaan van de vennootschap niet (art. 2:335 lid 2 B.W.).
Deze titel is niet van toepassing op een vennootschap die een icbe is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (art. 2:335 lid 3 B.W.).
De artikelen 18, 71, 72, 181, 182 en 183 zijn niet van toepassing bij een grensoverschrijdende omzetting (art. 2:335a lid 1 B.W.).
Ontbonden vennootschap mag niet grensoverschrijdend worden omgezet
Een ontbonden naamloze of besloten vennootschap mag niet grensoverschrijdend worden omgezet, indien reeds uit hoofde van de vereffening een uitkering is gedaan (art. 2:335a lid 2 B.W.).
De grensoverschrijdende omzetting van een naamloze of besloten vennootschap is uitgesloten gedurende faillissement of surséance van betaling. De grensoverschrijdende omzetting van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte in een naamloze of besloten vennootschap is uitgesloten wanneer deze kapitaalvennootschap naar het recht van de andere lidstaat zich bevindt in een insolventieprocedure in de zin van de verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU 2015, L 141) (art. 2:335a lid 3 B.W.).
Voorstel tot grensoverschrijdende omzetting
Het bestuur van de om te zetten vennootschap stelt een voorstel tot omzetting op (art. 2:335b lid 1 B.W.).
Dit voorstel moet op grond van art. 2:335b lid 2 B.W. ten minste vermelden:
a. de rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de om te zetten vennootschap;
b. de rechtsvorm, naam en statutaire zetel die voor de omgezette vennootschap worden voorgesteld;
c. de statuten van de vennootschap zoals die zullen luiden na de omzetting;
d. het voorgestelde indicatieve tijdschema voor de omzetting;
e. welke rechten of vergoedingen ten laste van de omgezette vennootschap worden toegekend aan degenen die anders dan als aandeelhouder bijzondere rechten hebben jegens de om te zetten vennootschap, zoals rechten op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen, en met ingang van welk tijdstip de toekenning geschiedt;
f. welke voordelen in verband met de omzetting worden toegekend aan een bestuurder of commissaris van de om te zetten vennootschap of aan een ander die bij de omzetting is betrokken;
g. of de om te zetten vennootschap in Nederland gedurende de voorafgaande vijf jaar stimulansen of subsidies heeft ontvangen;
h. de waarschijnlijke gevolgen van de omzetting voor de werkgelegenheid;
i. indien van toepassing informatie over de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 335o in de omgezette vennootschap;
j. een nadere omschrijving van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 335i; en
k. de aan schuldeisers geboden waarborgen, zoals garanties of pandrechten.
Het voorstel tot omzetting wordt ondertekend door de bestuurders van de om te zetten vennootschap; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt (art. 2:335b lid 3 B.W.)
Het voorstel tot omzetting moet worden goedgekeurd door de raad van commissarissen van de om te zetten vennootschap en wordt door de commissarissen mede ondertekend; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt (art. 2:335b lid 4 B.W.)
Kennisgeving voorgenomen grensoverschrijdende omzetting
Het bestuur van de om te zetten vennootschap stelt een kennisgeving op gericht aan de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, aan de werknemers van de om te zetten vennootschap, dat zij uiterlijk vijf werkdagen voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de omzetting overeenkomstig artikel 335h lid 1, bij de vennootschap opmerkingen kunnen indienen betreffende het omzettingsvoorstel. Deze opmerkingen worden onmiddellijk na ontvangst neergelegd op het adres, bedoeld in artikel 335f lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 van artikel 335f zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335c B.W.)
Toelichting Voor de werknemers wordt een schriftelijke toelichting gegeven over:motieven voor grensoverschrijdende omzetting
In een schriftelijke toelichting geeft het bestuur van de om te zetten vennootschap de redenen voor de omzetting met een uiteenzetting over de verwachte gevolgen voor de werkzaamheden en een toelichting uit juridisch, economisch en sociaal oogpunt. De schriftelijke toelichting bevat een deel voor de aandeelhouders en een deel voor de werknemers. Het bestuur kan er ook voor kiezen om twee schriftelijke toelichtingen op te stellen voor de aandeelhouders en de werknemers (art. 2:335d lid 1 B.W.).
Volgens art. 2:335d lid 2 B.W. moet voor de aandeelhouders een schriftelijke toelichting gegeven worden over:
a. de methode of methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 335i;
b. of deze methode of methoden in het gegeven geval passen;
c. tot welke waardering elke gebruikte methode leidt;
d. indien meer dan één methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd;
e. welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij de bepaling van de methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel;
f. de gevolgen van de omzetting voor de aandeelhouders; en
g. de rechten en de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de aandeelhouders op grond van art. 2:335i B.W..
De toelichting voor de aandeelhouders, bedoeld in lid 2, is niet vereist indien de aandeelhouders van de om te zetten vennootschap daarmee instemmen of indien alle aandelen in het kapitaal van de om te zetten vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder (art. 2:335d lid 3 B.W.).
Voor de werknemers moet krachtens art. 2:335d lid 4 B.W. een schriftelijke toelichting gegeven over:
a. de gevolgen van de omzetting voor de arbeidsrelaties en, in voorkomend geval, alle maatregelen om die arbeidsrelaties te borgen;
b. materiële wijzigingen van de toepasselijke arbeidsvoorwaarden of van vestigingsplaatsen van de vennootschap; en
c. de vraag hoe de in de onderdelen a en b bedoelde factoren van invloed zijn op dochtermaatschappijen van de om te zetten vennootschap.
De toelichting voor de werknemers, bedoeld in lid 4, hoeft niet te worden gegeven indien alle werknemers van de om te zetten vennootschap en, in voorkomend geval, van haar dochtermaatschappijen tot het bestuur behoren of indien de om te zetten vennootschap en, in voorkomend geval, haar dochtermaatschappijen geen werknemers hebben (art. 2:335d lid 5 B.W.).
Onverminderd het bepaalde in artikel 335f lid 2 zijn uiterlijk zes weken voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de omzetting overeenkomstig artikel 335h lid 1, de schriftelijke toelichting en, indien beschikbaar, het omzettingsvoorstel minstens elektronisch toegankelijk voor de aandeelhouders en voor de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, voor werknemers van de om te zetten vennootschap (art. 2:335d lid 6 B.W.).
Indien de ondernemingsraad van de om te zetten vennootschap of een vereniging van werknemers die werknemers van de vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen heeft ingediend overeenkomstig artikel 335c of artikel 335f lid 4, wordt het advies of de opmerkingen aan de schriftelijke toelichting gehecht (art. 2:335d lid 7 B.W.).
Een schriftelijke toelichting is niet vereist indien overeenkomstig de leden 3 en 5 zowel de toelichting voor de aandeelhouders als de toelichting voor de werknemers niet hoeft te worden gegeven (art. 2:335d lid 8 B.W.).
Accountantsverklaring bij grensoverschrijdende omzetting
Een door het bestuur aangewezen accountant als bedoeld in art. 2:393 B.W. moet het voorstel tot omzetting onderzoeken en moet verklaren of de voorgestelde schadeloosstelling bij toepassing van artikel 335i, mede gelet op de bijgevoegde stukken, naar zijn oordeel redelijk is. Bij de beoordeling van de schadeloosstelling houdt de accountant rekening met de eventuele marktprijs van de aandelen in de om te zetten vennootschap vóór de aankondiging van het omzettingsvoorstel, of met de waarde van de vennootschap, exclusief de gevolgen van de voorgestelde omzetting, zoals bepaald volgens algemeen aanvaarde waarderingsmethoden. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stelt de accountant zijn verklaring op met inachtneming daarvan (art. 2:335e lid 1 B.W.).
De accountant moet tevens een verslag opstellen, waarin hij zijn oordeel geeft over de mededelingen, bedoeld in art. 2:335d lid 2 B.W., onderdelen a tot en met e (art. 2:335e lid 2 B.W.).
De leden 1 en 2 van dit artikel blijven buiten toepassing indien de aandeelhouders van een om te zetten vennootschap daarmee instemmen. De leden 1 en 2 blijven voorts buiten toepassing indien alle aandelen in het kapitaal van een om te zetten vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder (art. 2:335e lid 3 B.W.).
Deponering bij handelsregister informatie grensoverschrijdende omzetting
De om te zetten vennootschap moet krachtens art. 2:335f lid 1 B.W. ten kantore van het handelsregister neerleggen of maakt langs elektronische weg bij het handelsregister openbaar maken:
a. het voorstel tot omzetting;
b. de kennisgeving, bedoeld in art. 2:335c B.W.; en
c. de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 335e lid 1.
Tegelijkertijd legt het bestuur de stukken samen met de schriftelijke toelichting van het bestuur op het voorstel en het verslag van de accountant, bedoeld in artikel 335e lid 2, neer ten kantore van de om te zetten vennootschap of, bij gebreke van een kantoor, aan de woonplaats van een bestuurder, of maakt deze langs elektronische weg toegankelijk. De stukken liggen tot het tijdstip van de omzetting, ter inzage of zijn elektronisch toegankelijk, voor de aandeelhouders en voor hen die een bijzonder recht jegens de vennootschap hebben, zoals een recht op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen. In dit tijdvak kunnen zij kosteloos een afschrift daarvan verkrijgen. Een afschrift mag elektronisch worden verstrekt als zij daarmee hebben ingestemd. De vennootschap is niet gehouden om afschriften te verstrekken in het geval de aandeelhouders en degene die een bijzonder recht jegens de vennootschap hebben de mogelijkheid hebben om een elektronisch afschrift van de stukken op te slaan (art. 2:335f lid 2 B.W.).
De om te zetten vennootschap kondigt in de Staatscourant aan dat de stukken zijn neergelegd of raadpleegbaar zijn, met opgave van de openbare registers waar zij liggen of elektronisch toegankelijk zijn en van het adres waar zij krachtens lid 2 ter inzage liggen of elektronisch toegankelijk zijn (art. 2:335f lid 3 B.W.).
Indien de ondernemingsraad of medezeggenschapsraad van de om te zetten vennootschap of een vereniging van werknemers die werknemers van die vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen indient, worden deze tegelijk met het voorstel tot omzetting of onmiddellijk na ontvangst neergelegd op het adres, bedoeld in lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335f lid 4 B.W.).
Indien het bestuur het voorstel tot omzetting wijzigt, zijn de leden 1 tot en met 4 van overeenkomstige toepassing (art. 2:335f lid 5 B.W.).
Inzagerecht certificaathouders bij grensoverschrijdende omzetting
Art. 2:335f lid 2 B.W. geldt ook ten behoeve van houders van met medewerking van een naamloze vennootschap uitgegeven certificaten van haar aandelen en ten behoeve van degenen aan wie op grond van art. 2:227 lid 2 B.W. het vergaderrecht toekomt in een besloten vennootschap (art. 2:335g B.W.).
Besluitvorming grensoverschrijdende omzetting in de AVA
Het besluit tot omzetting wordt genomen door de algemene vergadering. Het besluit mag niet afwijken van het voorstel tot omzetting (art. 2:335h lid 1 B.W.).
Een besluit tot omzetting kan eerst worden genomen na verloop van een maand na de dag waarop de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het voorstel tot omzetting heeft aangekondigd (art. 2:335h lid 2 B.W.).
Voor het besluit tot omzetting van de algemene vergadering is een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen vereist (art. 2:335h lid 3 B.W.).
In de statuten kan een meerderheid van meer dan twee derden van de uitgebrachte stemmen worden vereist of worden vereist dat in de vergadering meer dan twee derden van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd, met dien verstande dat deze in de statuten vereiste meerderheid niet meer mag bedragen dan 90% en dat in de statuten niet mag worden vereist dat in de vergadering meer dan 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd (art. 2:335h lid 4 B.W.).
Art. 2:226 lid 2 B.W. en art. 2:231 lid 4 B.W. zijn niet van toepassing ten aanzien van een besluit tot omzetting (art. 2:335h lid 5 B.W.).
De notulen van de algemene vergadering waarin tot omzetting wordt besloten, worden opgemaakt bij notariële akte (art. 2:335h lid 6 B.W.).
Schadeloosstelling tegenstemmende aandeelhouder bij grensoverschrijdende omzetting
De aandeelhouder van de om te zetten vennootschap die tegen het omzettingsvoorstel heeft gestemd, alsmede iedere houder van aandelen zonder stemrecht, kan een verzoek bij deze vennootschap indienen tot schadeloosstelling binnen een maand na de datum van het besluit tot omzetting als bedoeld in art. 2:335h lid 1 B.W.. De vennootschap geeft een elektronisch adres op waarop dit verzoek kan worden ontvangen (art. 2:335i lid 1 B.W.).
De aandelen waarop het verzoek betrekking heeft, vervallen op het moment dat de omzetting van kracht wordt (art. 2:335i lid 2 B.W.).
Voor de toepassing van dit artikel worden met aandeelhouders gelijkgesteld de houders van certificaten van aandelen als bedoeld in art. 2:118a B.W. (art. 2:335i lid 3 B.W.).
De aandeelhouder die een verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde schadeloosstelling niet redelijk is, kan een aanvullende schadeloosstelling verzoeken, te bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de datum van het besluit tot omzetting als bedoeld in artikel 335h lid 1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding (art. 2:335i lid 4 B.W.).
De bepaling van de hoogte van de schadeloosstelling door de onafhankelijke deskundigen als bedoeld in het vorige lid is bindend voor alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die een verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding alleen bindend voor de partijen bij die overeenkomst (art. 2:335i lid 5 B.W.).
Zekerheidstelling schadeloosstelling
De om te zetten vennootschap moet, op straffe van gegrondverklaring van een verzet als bedoeld in het volgende lid, voor iedere schuldeiser van deze vennootschap die dit verlangt zekerheid stellen of hem een andere waarborg geven voor de voldoening van zijn vordering. Dit geldt niet, indien de schuldeiser voldoende waarborgen heeft of de vermogenstoestand van de vennootschap na de omzetting niet minder waarborg zal bieden dat de vordering zal worden voldaan, dan er voordien is (art. 2:335j lid 1 B.W.).
Tot drie maanden nadat de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het voorstel tot omzetting heeft aangekondigd, kan iedere schuldeiser door het indienen van een verzoek bij de rechtbank tegen het voorstel tot omzetting in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd. De rechtbank wijst het verzoek af, indien de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vermogenstoestand van de vennootschap na de omzetting minder waarborg zal bieden dat de vordering zal worden voldaan, en dat van de vennootschap niet voldoende waarborgen zijn verkregen (art. 2:335j lid 2 B.W.).
Voordat de rechter beslist, kan hij de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door hem gestelde termijn een door hem omschreven waarborg te geven (art. 2:335j lid 3 B.W.).
Indien tijdig verzet is gedaan, mag de verklaring in de zin van artikel 335l lid 2 door de notaris eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet uitvoerbaar is (art. 2:335j lid 4 B.W.).
Indien de verklaring in de zin van artikel 335l lid 2 al door de notaris is afgegeven, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen van een door hem omschreven waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden (art. 2:335j lid 5 B.W.).
De op grond van dit artikel aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn afhankelijk van de voorwaarde dat de omzetting van kracht wordt (art. 2:335j lid 6 B.W.).
Statutaire zetel in Nederland gehandhaafd voor schuldeisers
De vennootschap waarvan de statutaire zetel is verplaatst van Nederland naar een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte ten gevolge van een grensoverschrijdende omzetting, wordt met betrekking tot vorderingen van schuldeisers van de vennootschap die zijn ontstaan voor de dag waarop de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het omzettingsvoorstel heeft aangekondigd, geacht haar statutaire zetel in Nederland te hebben indien de vordering tegen de vennootschap wordt ingeleid binnen twee jaar nadat de omzetting van kracht is geworden (art. 2:335k B.W.).
Ingangsdatum grensoverschrijdende omzetting
Indien de om te zetten vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, wordt de grensoverschrijdende omzetting van kracht op de wijze en de datum bepaald door het recht van de lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte waar de omgezette vennootschap haar statutaire zetel zal hebben (art. 2:335l lid 1 B.W.).
Verklaring notaris dat aan de vormvoorschriften voor grensoverschrijdende omzetting is voldaan
De notaris verklaart op aanvraag van de om te zetten vennootschap naar Nederlands recht dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende omzetting en dat voor het overige de daarvoor in deze titel en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd. De notaris onderzoekt daartoe de door de vennootschap bij de aanvraag ingediende documenten en informatie, bedoeld in het volgende lid, en, indien van toepassing, de vermelding door de vennootschap dat de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap overeenkomstig artikel 335o lid 3 van start is gegaan (art. 2:335l lid 2 B.W.).
Bij de aanvraag van de verklaring van de notaris worden krachtens art. 2:335l lid 3 B.W. door de om te zetten vennootschap ten minste de volgende stukken overlegd:
a. het omzettingsvoorstel;
b. de schriftelijke toelichting en in voorkomend geval het advies of opmerkingen, genoemd in artikel 335f lid 4, alsmede de verklaring en het verslag van de accountant, genoemd in artikel 335e, indien zij beschikbaar zijn;
c. alle overeenkomstig artikel 335c ingediende opmerkingen van de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, de werknemers van de om te zetten vennootschap;
d. informatie over het besluit tot omzetting genomen door de algemene vergadering overeenkomstig artikel 335h lid 1;
e. informatie over het aantal werknemers ten tijde van het opstellen van het omzettingsvoorstel;
f. informatie over het bestaan van dochtermaatschappijen en hun respectieve woonplaats; en
g. informatie over de nakoming van verbintenissen van de vennootschap ten aanzien van overheidsinstanties.
De aanvraag van de verklaring, waaronder de indiening van documenten en informatie, door de om te zetten vennootschap kan langs elektronische weg worden verricht.
De notaris kan de verklaring, bedoeld in lid 2, eerst afgeven indien geen verzoek tot schadeloosstelling als bedoeld in artikel 335i lid 1 is ingediend, indien de schadeloosstelling is betaald of, indien een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 4 is ingediend, nadat de onafhankelijke deskundigen over het verzoek hebben beslist en de door deze deskundigen bepaalde schadeloosstelling is betaald. De vorige zin is niet van toepassing in het geval de vennootschap heeft besloten dat zij de schadeloosstelling zal voldoen na het van kracht worden van de omzetting. In dat geval vermeldt de notaris in de verklaring dat een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 1 en, indien van toepassing, een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 4 is ingediend en voldoet de omgezette vennootschap binnen twee maanden na het van kracht worden van de omzetting de schadeloosstelling. De notaris vermeldt tevens wanneer de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel 335j lid 2, is verstreken of zal verstrijken (art. 2:335l lid 4 B.W.).
De notaris geeft de verklaring, bedoeld in lid 2, af binnen drie maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen. De notaris geeft de verklaring niet af, indien hij vaststelt dat de vormvoorschriften of de overige voor de grensoverschrijdende omzetting gegeven voorschriften als bedoeld in lid 2 niet zijn nageleefd. De notaris stelt de om te zetten vennootschap in kennis van de redenen voor zijn besluit. De notaris kan de vennootschap de mogelijkheid bieden om binnen een passende termijn aan de relevante vormvoorschriften of overige voor de grensoverschrijdende omzetting gegeven voorschriften te voldoen. Deze termijn eindigt in ieder geval maximaal acht maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen (art. 2:335l lid 5 B.W.).
Onverminderd artikel 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt, geeft de notaris de verklaring, bedoeld in lid 2, niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden (art. 2:335l lid 6 B.W.).
Ingevolge art. 2:335l lid 7 B.W. neemt de notaris de relevante feiten en omstandigheden in aanmerking, waarvan hij in het kader van de beoordeling van de afgifte van de verklaring kennis heeft genomen, indien hij bij de beoordeling van de afgifte van de verklaring ernstige twijfels heeft of de grensoverschrijdende omzetting is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden. De notaris kan ten behoeve van zijn beoordeling, in voorkomend geval:
a. de vennootschap of de relevante instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende omzetting van een lidstaat of lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte om informatie en documenten vragen; en
b. een beroep doen op één of meer onafhankelijke deskundigen.
De kosten die verband houden met deze beoordeling door de notaris worden gedragen door de aanvrager van de verklaring.
Wanneer het voor de beoordeling, bedoeld in het vorige lid, noodzakelijk is om rekening te houden met aanvullende informatie of om aanvullende onderzoeksactiviteiten te verrichten, kan de notaris de termijn van drie maanden, bedoeld in lid 5, voor drie maanden verlengen. Wanneer het vanwege de complexiteit van de grensoverschrijdende omzetting niet mogelijk is de beoordeling uit te voeren binnen zes maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen, stelt de notaris de aanvrager van de verklaring voor het verstrijken van deze termijn in kennis van de redenen voor de vertraging. De notaris geeft de verklaring niet af indien zijn ernstige twijfels als bedoeld in lid 7 niet zijn weggenomen binnen een termijn van maximaal negen maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen (art. 2:335l lid 8 B.W.).
De notaris legt de verklaring, bedoeld in lid 2, neer ten kantore van het handelsregister. De beheerder van het handelsregister deelt de verklaring met het register van de lidstaat waar de omgezette vennootschap wordt ingeschreven (art. 2:335l lid 9 B.W.).
Omzetting buitenlandse kapitaalvennootschap naar Nederlandse
Indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een vennootschap naar Nederlands recht is een notariële akte van omzetting vereist en wordt deze omzetting van kracht met ingang van de dag na die waarop de notaris deze akte heeft verleden. De notaris verklaart op aanvraag van de om te zetten vennootschap aan de voet van de akte van omzetting dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende omzetting, dat voor het overige de daarvoor in deze titel en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd, en, indien van toepassing, dat de regelingen met betrekking tot medezeggenschap zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 335o. Daartoe vraagt de notaris bij het handelsregister het aan de omzetting voorafgaand attest op dat door de bevoegde instantie of instanties van een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is afgegeven aan de om te zetten vennootschap. Daarbij aanvaardt hij dit aan de omzetting voorafgaande attest als afdoend bewijs dat de toepasselijke aan de omzetting voorafgaande procedures en formaliteiten correct zijn verricht naar het recht van die lidstaat. Artikel 66 onderscheidenlijk 177 is van overeenkomstige toepassing (art. 2:335m lid 1 B.W.).
Voor de aanvraag van de verklaring als bedoeld in lid 1 deelt de om te zetten vennootschap met de notaris het besluit tot omzetting van de algemene vergadering. De aanvraag van de verklaring als bedoeld in de eerste zin en de indiening van informatie en documenten door de vennootschap kan langs elektronische weg bij de notaris geschieden (art. 2:335m lid 2 B.W.).
In geval van omzetting in een naamloze vennootschap wordt aan de akte van omzetting een verklaring gehecht van een accountant als bedoeld in artikel 393, waaruit blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap op een dag binnen zes maanden voor de omzetting ten minste het bedrag beloopt van het gestorte deel van het geplaatste kapitaal volgens de akte van omzetting; bij het eigen vermogen mag de waarde worden geteld van hetgeen na die dag uiterlijk onverwijld na de omzetting op aandelen zal worden gestort (art. 2:335m lid 3 B.W.).
De omgezette vennootschap doet de omzetting binnen acht dagen na het verlijden van de akte van omzetting inschrijven in het handelsregister. De omgezette vennootschap doet aan het handelsregister opgave van het register van de lidstaat waar de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting en staat ingeschreven, tezamen met het inschrijvingsnummer van de vennootschap. Daarbij wordt een afschrift van de akte van omzetting met de notariële verklaring aan de voet daarvan ten kantore van het handelsregister neergelegd (art. 2:335m lid 4 B.W.).
De omgezette vennootschap doet binnen een maand opgave van de omzetting ter inschrijving in de registers waarin zij moet zijn en moet worden ingeschreven (art. 2:335m lid 5 B.W.).
Mededeling handelsregister aan handelsregister vorige Lidstaat
De beheerder van het handelsregister waar de omgezette vennootschap is ingeschreven, doet onverwijld na de inschrijving van de omzetting mededeling aan het register van de lidstaat waar de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting en staat ingeschreven. De beheerder van het handelsregister waar de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting en staat ingeschreven, haalt deze inschrijving door onverwijld na ontvangst van een mededeling als bedoeld in de vorige zin (art. 2:335n lid 1 B.W.).
De beheerder van het handelsregister waar de omgezette vennootschap staat ingeschreven, schrijft in het register in dat de registratie van de omgezette vennootschap het gevolg is van een grensoverschrijdende omzetting, tezamen met de datum van deze registratie en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de omgezette vennootschap respectievelijk van de om te zetten vennootschap (art. 2:335n lid 2 B.W.).
De beheerder van het handelsregister waar de om te zetten vennootschap stond ingeschreven, schrijft in het register in dat de doorhaling van de om te zetten vennootschap uit het register het gevolg is van een grensoverschrijdende omzetting, tezamen met de datum van de doorhaling en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de om te zetten vennootschap respectievelijk de omgezette vennootschap (art. 2:335mn lid 3 B.W.).
Medezeggenschap bij grensoverschrijdende omzetting
In dit artikel wordt onder regelingen met betrekking tot medezeggenschap verstaan regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:335o lid 1 B.W.).
De omgezette vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht (art. 2:335o lid 2 B.W.).
In afwijking van lid 2 wordt op grond van art. 2:335o lid 3 B.W. de medezeggenschap bij een omgezette vennootschap geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12 leden twee en vier van Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) en de leden vier tot en met veertien en lid zestien, indien:
a. bij de om te zetten vennootschap in de zes maanden voorafgaand aan de datum van neerlegging of openbaarmaking van het omzettingsvoorstel bedoeld in artikel 335f een gemiddeld aantal werknemers werkzaam is van vier vijfde van de toepasselijke drempel inzake werknemersmedezeggenschap als neergelegd in de nationale wetgeving van toepassing op de om te zetten vennootschap, of
b. indien de nationale wetgeving van toepassing op een omgezette vennootschap niet voorziet in ten minste hetzelfde niveau van medezeggenschap dat van toepassing is op de vennootschap vóór de grensoverschrijdende omzetting, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevende orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, of
c. indien de nationale wetgeving van toepassing op de omgezette vennootschap niet voorschrijft dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de omgezette vennootschap hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als de werknemers in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht.
De om te zetten vennootschap stelt zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het omzettingsvoorstel een bijzondere onderhandelingsgroep in overeenkomstig de artikelen 1:7, 1:8, 1:9 leden 1, 7 en 8 en 1:10 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. De artikelen 1:4, 1:16 en 1:26 lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335o lid 4 B.W.).
De om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep stellen in een schriftelijke overeenkomst regelingen met betrekking tot de medezeggenschap vast met inachtneming van de artikelen 1:11 en 1:12 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:335o lid 5 B.W.).
De overeenkomst regelt ten minste de aangelegenheden, bedoeld in artikelen 1:18 lid 1, onderdelen a, h, i en j, en lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. Artikel 1:18 lid 6 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen is van overeenkomstige toepassing. De overeenkomst voorziet ten minste in dezelfde mate in elk aspect van de rol van de werknemers als bij de om te zetten vennootschap het geval is (art. 2:335o lid 6 B.W.).
De onderhandelingen beginnen op het tijdstip waarop de eerste vergadering van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden en kunnen worden voortgezet gedurende een periode van zes maanden. De om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep kunnen in gezamenlijk overleg besluiten de onderhandelingsperiode te verlengen tot ten hoogste één jaar, te rekenen vanaf het tijdstip in de vorige zin (art. 2:335o lid 7 B.W.).
De besluitvorming van de bijzondere onderhandelingsgroep vindt plaats overeenkomstig artikel 1:14 leden 1 en 2 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:335o lid 8 B.W.).
Indien er in de om te zetten vennootschap geen regelingen met betrekking tot medezeggenschap van toepassing zijn, kan de bijzondere onderhandelingsgroep besluiten om af te zien van het openen van onderhandelingen of tot het beëindigen van reeds geopende onderhandelingen. Een zodanig besluit van de bijzondere onderhandelingsgroep behoeft een meerderheid van twee derde van haar aantal leden, tevens vertegenwoordigende twee derde van de werknemers. Dit besluit heeft tot gevolg dat de omgezette vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die van toepassing zijn in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht (art. 2:335o lid 9 B.W.).
Indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een vennootschap naar Nederlands recht, wordt de uitwerking van de medezeggenschap in de statuten vastgelegd (art. 2:335o lid 10 B.W.).
De algemene vergadering kan aan het besluit tot omzetting als bedoeld in art. 2:335h B.W. de voorwaarde verbinden dat zij de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap goedkeurt. De algemene vergadering kan bij het besluit tot goedkeuring machtiging verlenen in de statuten de veranderingen aan te brengen die nodig zijn voor het vastleggen van de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap (art. 2:335o lid 11 B.W.).
Indien er binnen de in lid 7 bedoelde termijn geen overeenkomst is gesloten, de om te zetten vennootschap ermee besluit in te stemmen dat de referentievoorschriften worden toegepast en de bijzondere onderhandelingsgroep geen besluit heeft genomen als bedoeld in lid 9, heeft dat tot gevolg dat de referentievoorschriften voor regelingen met betrekking tot medezeggenschap, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, vanaf de datum dat de omzetting van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing zijn op de omgezette vennootschap (art. 2:335o lid 12 B.W.).
De referentievoorschriften, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, zijn vanaf de datum dat de omzetting van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing op de omgezette vennootschap indien de om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep dit overeenkomen (art. 2:335o lid 13 B.W.).
Artikel 1:5 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen en artikel 670 leden 4, 10 onderdeel a en 12 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:335o lid 14 B.W.).
Indien een omgezette vennootschap binnen vier jaar na het van kracht worden van de omzetting deelneemt aan een binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing als bedoeld in deze of de volgende titel, zijn de leden een tot en met veertien van overeenkomstige toepassing (art. 2:335o lid 15 B.W.).
De om te zetten vennootschap stelt de vertegenwoordigers van haar werknemers, dan wel, bij het ontbreken daarvan, de werknemers onverwijld in kennis van de resultaten van de onderhandelingen (art. 2:335o lid 16 B.W.).
Geen nietigheid of vernietiging grensoverschrijdende omzetting
De nietigheid of vernietiging van een omzetting op grond van deze titel kan niet worden uitgesproken (art. 2:335p B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 2-09-2023]
Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende omzettingen (Titel 7A, Boek 2 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!