Pagina inhoud

    Europese wetgeving burgerlijk procesrecht

    Inleiding Europese wetgeving procesrecht en executierecht

    De Europese Unie streeft er naar de effectiviteit van de rechterlijke handhaving binnen de EU zoveel mogelijk te bevorderen door het laagdrempelig maken van procedures en de tenuitvoerlegging te vereenvoudigen. Daarvoor is met name de EEX-Vo – de verordening inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen binnen de EU – van belang. Uiteindelijk is een goed functionerend procesrecht binnen de EU ook voorwaarde voor een werkelijk transparant economisch verkeer, een vrij verkeer van goederen zoals de Unie tot uitgangspunt heeft.

    Richtijnen versus Verordeningen

    De EU vaardigt twee soorten wetgeving uit: Richtlijnen en Verordeningen. Een EU-Verordening is wetgeving, die rechtstreeks bindend is voor de burger en waar die een direct beroep op kan doen. Richtlijnen bevatten een opdracht aan de Lidstaten, om hun nationale wetgeving daarmee zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen.

    Zoals Rb. Almelo het in een arbeidsrechtelijk vonnis van 3 januari 2012 – over Richtlijn 1999/70/EG, die beoogt werknemers tegen verschillende ‘flexibele’ arbeidsconstructies te beschermen – verwoordt:

    “Europese richtlijnen als hier bedoeld, hebben weliswaar geen rechtstreekse werking tussen particulieren, maar dat neemt niet weg dat de nationale rechter ingevolge vaste rechtspraak (zie onder meer HvJ 5 oktober 2004, Pfeiffer e.a. C-397/01-C-403/01, NJ 2005, 333 en HvJ 15-04-2008 C-268/06, NJ 2008, 390 inzake Impact/minister for Agriculture and Food) de verplichting heeft om bij uitlegging en de toepassing van de relevante bepalingen van zijn nationale recht te refereren aan de inhoud van een richtlijn. De nationale rechter dient al het mogelijke te doen om, het gehele nationale recht in beschouwing nemend en met toepassing van de daarin erkende uitleggingsmethoden, de volle werking van de betrokken richtlijn te verzekeren en tot een oplossing te komen die in overeenstemming is met de daarmee nagestreefde doelstelling. Dit wordt begrensd door algemene rechtsbeginselen, met name rechtszekerheid en het verbod van terugwerkende kracht en kan niet dienen als grondslag voor een uitleg contra legem.”

    Uniforme Europese procedures

    De Europese Commissie heeft daarnaast een aantal in de hele EU geldende uniforme procedures ingevoerd, waarmee de Europese burger ook in andere Lidstaten toegang tot de rechter heeft. Deze Uniewetgeving treedt ook in de plaats van langzame en disfunctionele juridische apparaten in sommige Lidstaten waar de rechterlijke macht niet zo efficiënt functioneert. De burger krijgt directe toegang tot de rechter (zelfs zonder dat een advocaat nodig is, hoewel rechtsbijstand soms wel is aan te raden) en uitspraken hebben effect in de hele EU (behalve bvb. Denemarken, die vaak van de opt-out gebruik maakt).

    Civielrechtelijk toepassingsbereik EEX-Vo c.a.

    De EU verordeningen en richtlijnen die op Lawyrup behandeld worden, hebben een civielrechtelijk toepassingsbereik. Dit geldt voor de EEX-Vo, het EET, de EAPO, de EPGV etc.. De invordering van heffingen en boetes van overheidsorganen over de grenzen is ook in EU verband voorzien. Daarvoor is Richtlijn 2010/24/EU inzake wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen in het leven geroepen. Ter implementatie in de Nederlandse wetgeving is de Wet wederzijdse bijstand in de EU bij belastingvorderingen en enkele andere schuldvorderingen ingevoerd.

    De Minister van Financiën is in die wet aangewezen als bevoegde autoriteit en centraal verbindingsbureau (art. 3 Wet wederzijdse bijstand). Voor invordering binnen Nederland is de Ontvanger aangewezen als de uitvoerende instantie (art. 15 Wet wederzijdse bijstand). Deze vindt plaats volgens de regels van de Invorderingswet, waarbij de buitenlandse overheidstitel wordt ingevorderd als ware het een Nederlandse bestuursrechtelijke titel. Zie verder de pagina Invorderingswet.

    Tijdelijke links naar nog niet op Lawyrup behandelde regelingen

    Hieronder enkele tijdelijke links naar Europese incassoprocedures, die ik eerder heb beschreven op mijn WP Blog.

    – Europese executoriale titel (EET) – (tijdelijke link naar WP Blog)

    Auteur & Last edit

    [MdV, 17-05-2017; laatste bewerking 03-07-2020]

    Pagina inhoud

      Europese wetgeving burgerlijk procesrecht

      Inleiding Europese wetgeving procesrecht en executierecht

      De Europese Unie streeft er naar de effectiviteit van de rechterlijke handhaving binnen de EU zoveel mogelijk te bevorderen door het laagdrempelig maken van procedures en de tenuitvoerlegging te vereenvoudigen. Daarvoor is met name de EEX-Vo – de verordening inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen binnen de EU – van belang. Uiteindelijk is een goed functionerend procesrecht binnen de EU ook voorwaarde voor een werkelijk transparant economisch verkeer, een vrij verkeer van goederen zoals de Unie tot uitgangspunt heeft.

      Richtijnen versus Verordeningen

      De EU vaardigt twee soorten wetgeving uit: Richtlijnen en Verordeningen. Een EU-Verordening is wetgeving, die rechtstreeks bindend is voor de burger en waar die een direct beroep op kan doen. Richtlijnen bevatten een opdracht aan de Lidstaten, om hun nationale wetgeving daarmee zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen.

      Zoals Rb. Almelo het in een arbeidsrechtelijk vonnis van 3 januari 2012 – over Richtlijn 1999/70/EG, die beoogt werknemers tegen verschillende ‘flexibele’ arbeidsconstructies te beschermen – verwoordt:

      “Europese richtlijnen als hier bedoeld, hebben weliswaar geen rechtstreekse werking tussen particulieren, maar dat neemt niet weg dat de nationale rechter ingevolge vaste rechtspraak (zie onder meer HvJ 5 oktober 2004, Pfeiffer e.a. C-397/01-C-403/01, NJ 2005, 333 en HvJ 15-04-2008 C-268/06, NJ 2008, 390 inzake Impact/minister for Agriculture and Food) de verplichting heeft om bij uitlegging en de toepassing van de relevante bepalingen van zijn nationale recht te refereren aan de inhoud van een richtlijn. De nationale rechter dient al het mogelijke te doen om, het gehele nationale recht in beschouwing nemend en met toepassing van de daarin erkende uitleggingsmethoden, de volle werking van de betrokken richtlijn te verzekeren en tot een oplossing te komen die in overeenstemming is met de daarmee nagestreefde doelstelling. Dit wordt begrensd door algemene rechtsbeginselen, met name rechtszekerheid en het verbod van terugwerkende kracht en kan niet dienen als grondslag voor een uitleg contra legem.”

      Uniforme Europese procedures

      De Europese Commissie heeft daarnaast een aantal in de hele EU geldende uniforme procedures ingevoerd, waarmee de Europese burger ook in andere Lidstaten toegang tot de rechter heeft. Deze Uniewetgeving treedt ook in de plaats van langzame en disfunctionele juridische apparaten in sommige Lidstaten waar de rechterlijke macht niet zo efficiënt functioneert. De burger krijgt directe toegang tot de rechter (zelfs zonder dat een advocaat nodig is, hoewel rechtsbijstand soms wel is aan te raden) en uitspraken hebben effect in de hele EU (behalve bvb. Denemarken, die vaak van de opt-out gebruik maakt).

      Civielrechtelijk toepassingsbereik EEX-Vo c.a.

      De EU verordeningen en richtlijnen die op Lawyrup behandeld worden, hebben een civielrechtelijk toepassingsbereik. Dit geldt voor de EEX-Vo, het EET, de EAPO, de EPGV etc.. De invordering van heffingen en boetes van overheidsorganen over de grenzen is ook in EU verband voorzien. Daarvoor is Richtlijn 2010/24/EU inzake wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen in het leven geroepen. Ter implementatie in de Nederlandse wetgeving is de Wet wederzijdse bijstand in de EU bij belastingvorderingen en enkele andere schuldvorderingen ingevoerd.

      De Minister van Financiën is in die wet aangewezen als bevoegde autoriteit en centraal verbindingsbureau (art. 3 Wet wederzijdse bijstand). Voor invordering binnen Nederland is de Ontvanger aangewezen als de uitvoerende instantie (art. 15 Wet wederzijdse bijstand). Deze vindt plaats volgens de regels van de Invorderingswet, waarbij de buitenlandse overheidstitel wordt ingevorderd als ware het een Nederlandse bestuursrechtelijke titel. Zie verder de pagina Invorderingswet.

      Tijdelijke links naar nog niet op Lawyrup behandelde regelingen

      Hieronder enkele tijdelijke links naar Europese incassoprocedures, die ik eerder heb beschreven op mijn WP Blog.

      – Europese executoriale titel (EET) – (tijdelijke link naar WP Blog)

      Auteur & Last edit

      [MdV, 17-05-2017; laatste bewerking 03-07-2020]

      Europese wetgeving burgerlijk procesrecht

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!