Bijzondere bepalingen WSNP (Afd. 9, Titel 3 Fw.)
Inleiding bijzondere bepalingen WSNP
In Afd. 9, Titel 3 Fw. zijn enkele bijzondere bepalingen met betrekking tot de schuldsaneringsregeling opgenomen. Deze gaan met name over het terugdraaien van beslissingen in de WSNP procedure. De afdeling omvat drie artikelen.
Ongedaan maken schone lei
Art. 358a lid 1 Fw. bepaalt, dat de rechter op verzoek van een belanghebbende kan bepalen dat de werking van art. 358 lid 1 Fw. (de zgn. “schone lei”) komt te vervallen, als de schuldsanering op grond van art. 350 lid 3 onder e Fw. is beëindigd – en daarmee de afdwingbaarheid van de vorderingen is komen te vervallen – maar er daarna nieuwe feiten aan het licht komen op basis waarvan de schone lei niet verleend zou zijn.
Allereerst zal de rechter natuurlijk de schuldenaar oproepen om gehoord te worden, alvorens een beslissing wordt genomen op zo’n verzoek (art. 358a lid 2 Fw.).
Wanneer de rechter van mening is dat gehoor moet worden gegeven aan het verzoek van de belanghebbende, dan volgt er een vonnis. De griffier doet van de uitspraak onverwijld een aankondiging in de Staatscourant (art. 358a lid 5 Fw.). Na de uitspraak kan gedurende acht dagen hoger beroep worden ingesteld, middels indiening van een verzoek bij het gerechtshof. Na het arrest van het gerechtshof kan gedurende acht dagen cassatie worden ingesteld (art. 358a lid 3 en 4 Fw.).
Regels bij omzetting WSNP in faillissement
Art. 359 Fw. bevat de aanvullende bepalingen omtrent de faillietverklaring van de natuurlijk persoon tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling ex art. 350 lid 5 Fw..In een dergelijke situatie gelden de volgende regels:
– handelingen tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling door de bewindvoerder verricht, blijven geldig en verbindend (art. 359 lid 1 onder a Fw.);
– boedelschulden, gedurende de toepassing van de schuldsaneringsregeling ontstaan, gelden als boedelschulden in het faillissement (art. 359 lid 1 onder b Fw.);
– nieuwe schulden, gedurende de toepassing van de schuldsaneringsregeling ontstaan, niet zijnde boedelschulden, gelden als in het faillissement verifieerbare schulden (art. 359 lid 1 onder c Fw.);
– in de schuldsaneringsregeling ingediende vorderingen gelden als ingediend in het faillissement (art. 359 lid 1 onder d Fw.);
– rentevorderingen als bedoeld in artikel 303 moeten alsnog worden ingediend (art. 359 lid 1 onder e Fw.).
Zodra er sprake is van een faillissement, gaat de bevoegdheid ex art. 297 lid 3 Fw.tot het vernietigen van in strijd met de bevoegdheid tot het aangaan van rechtshandelingen door de schuldenaar aangegane verplichtingen over op de curator(art. 359 lid 2 Fw.).
Art. 359 lid 3 Fw. bepaalt dat het tijdstip waarop de termijnen van art. 43 Fw. en art. 45 Fw. aanvangen, wordt berekend met ingang van de dag waarop de toepassing van de schuldsaneringsregeling is uitgesproken.
In buitenland geïnde bedragen WSNP
Tot slot bepaalt art. 359a Fw. dat bedragen, die door verhaal in het buitenland geïnd zijn, moeten worden afgedragen aan de boedel. De wet verwijst naar de gelijkluidende bepalingen in faillissement (art. 203 Fw. tot en met art. 205 Fw.). Die zijn dus in faillissement overeenkomstig van toepassing.
Auteur & Last edit
[AB, 3-11-2018]
Bijzondere bepalingen WSNP (Afd. 9, Titel 3 Fw.)
Inleiding bijzondere bepalingen WSNP
In Afd. 9, Titel 3 Fw. zijn enkele bijzondere bepalingen met betrekking tot de schuldsaneringsregeling opgenomen. Deze gaan met name over het terugdraaien van beslissingen in de WSNP procedure. De afdeling omvat drie artikelen.
Ongedaan maken schone lei
Art. 358a lid 1 Fw. bepaalt, dat de rechter op verzoek van een belanghebbende kan bepalen dat de werking van art. 358 lid 1 Fw. (de zgn. “schone lei”) komt te vervallen, als de schuldsanering op grond van art. 350 lid 3 onder e Fw. is beëindigd – en daarmee de afdwingbaarheid van de vorderingen is komen te vervallen – maar er daarna nieuwe feiten aan het licht komen op basis waarvan de schone lei niet verleend zou zijn.
Allereerst zal de rechter natuurlijk de schuldenaar oproepen om gehoord te worden, alvorens een beslissing wordt genomen op zo’n verzoek (art. 358a lid 2 Fw.).
Wanneer de rechter van mening is dat gehoor moet worden gegeven aan het verzoek van de belanghebbende, dan volgt er een vonnis. De griffier doet van de uitspraak onverwijld een aankondiging in de Staatscourant (art. 358a lid 5 Fw.). Na de uitspraak kan gedurende acht dagen hoger beroep worden ingesteld, middels indiening van een verzoek bij het gerechtshof. Na het arrest van het gerechtshof kan gedurende acht dagen cassatie worden ingesteld (art. 358a lid 3 en 4 Fw.).
Regels bij omzetting WSNP in faillissement
Art. 359 Fw. bevat de aanvullende bepalingen omtrent de faillietverklaring van de natuurlijk persoon tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling ex art. 350 lid 5 Fw..In een dergelijke situatie gelden de volgende regels:
– handelingen tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling door de bewindvoerder verricht, blijven geldig en verbindend (art. 359 lid 1 onder a Fw.);
– boedelschulden, gedurende de toepassing van de schuldsaneringsregeling ontstaan, gelden als boedelschulden in het faillissement (art. 359 lid 1 onder b Fw.);
– nieuwe schulden, gedurende de toepassing van de schuldsaneringsregeling ontstaan, niet zijnde boedelschulden, gelden als in het faillissement verifieerbare schulden (art. 359 lid 1 onder c Fw.);
– in de schuldsaneringsregeling ingediende vorderingen gelden als ingediend in het faillissement (art. 359 lid 1 onder d Fw.);
– rentevorderingen als bedoeld in artikel 303 moeten alsnog worden ingediend (art. 359 lid 1 onder e Fw.).
Zodra er sprake is van een faillissement, gaat de bevoegdheid ex art. 297 lid 3 Fw.tot het vernietigen van in strijd met de bevoegdheid tot het aangaan van rechtshandelingen door de schuldenaar aangegane verplichtingen over op de curator(art. 359 lid 2 Fw.).
Art. 359 lid 3 Fw. bepaalt dat het tijdstip waarop de termijnen van art. 43 Fw. en art. 45 Fw. aanvangen, wordt berekend met ingang van de dag waarop de toepassing van de schuldsaneringsregeling is uitgesproken.
In buitenland geïnde bedragen WSNP
Tot slot bepaalt art. 359a Fw. dat bedragen, die door verhaal in het buitenland geïnd zijn, moeten worden afgedragen aan de boedel. De wet verwijst naar de gelijkluidende bepalingen in faillissement (art. 203 Fw. tot en met art. 205 Fw.). Die zijn dus in faillissement overeenkomstig van toepassing.
Auteur & Last edit
[AB, 3-11-2018]
Bijzondere bepalingen WSNP (Afd. 9, Titel 3 Fw.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!